• No results found

Standaard coachtermen bij FC Purmerend

In document Technisch Beleidsplan (pagina 40-45)

 Onderstaand is een opsomming gegeven van de meest van toepassing zijnde coachtermen bij FC Purmerend.

 De coachtermen moeten zowel tijdens trainingen, als tijdens wedstrijden gebruikt worden.

 Vooral de spelers zullen deze coachtermen moeten begrijpen, terwijl de leiders en trainers ze op de juiste momenten moeten gebruiken.

Bij F en E is het belangrijk dat het taalgebruik van de trainer/coach wordt aangepast aan leeftijd en niveau van de spelers.

F JIJ of IK roepen

(in een duel)

De speler/keeper roept Jij of ik als hij zeker is van zijn zaak.

vindt dat zijn spelers de bal niet meer mogen raken.

F Bal weg De speler roept dat als de bal

weggespeeld moet worden

○ Er dreigt gevaar >

scoringskans tegenstander

○ Balverlies

F Niet happen Duel met tegenstander niet

aangaan

○ Tegenstander voor je houden

○ Tegenstander dwingen iets te gaan doen (dribbelen, spelen van de bal)

○ Er is geen direct gevaar voor balverlies

○ Speler kan “rustig” zelf beslissen hoe hij verder wil spelen

F Scherm af Je lichaam tussen de bal en

de tegenstander brengen

○ De tegenstander kan dan niet bij de bal

F Vrij lopen Zo gaan staan dat je de bal

kunt krijgen

○ De tegenstander kan de bal dan NIET onderscheppen

F Doe mee De (mede)speler een signaal

geven dat hij zich bij het spel moet betrekken

○ Aansluiten

F JIJ of IK roepen (in een duel)

De speler/keeper roept Jij of ik als hij zeker is van zijn zaak.

vindt dat zijn spelers de bal niet meer mogen raken.

F Bal weg De speler roept dat als de bal

weggespeeld moet worden

○ Er dreigt gevaar >

scoringskans tegenstander

○ Balverlies

F Niet happen Duel met tegenstander niet

aangaan

○ Tegenstander voor je houden

○ Tegenstander dwingen iets te gaan doen (dribbelen, spelen van de bal)

○ Er is geen direct gevaar voor balverlies

○ Speler kan “rustig” zelf beslissen hoe hij verder wil spelen

F Scherm af Je lichaam tussen de bal en

de tegenstander brengen

○ De tegenstander kan dan niet bij de bal

F Vrij lopen Zo gaan staan dat je de bal

kunt krijgen

○ De tegenstander kan de bal dan NIET onderscheppen

F Doe mee De (mede)speler een signaal

geven dat hij zich bij het spel moet betrekken

○ Aansluiten

○ Aanspeelbaar zijn

F Naar de bal toe Een speler wordt

aangespeeld. In plaats van af te wachten tot de bal bij hem is gaat hij naar de bal toe.

○ De tegenstander heeft dan geen kans de bal te

onderscheppen

○ Je kunt de bal sneller een vervolg geven (doorspelen)

E Controle De bal komt je richting in en je

F JIJ of IK roepen (in een duel)

De speler/keeper roept Jij of ik als hij zeker is van zijn zaak.

vindt dat zijn spelers de bal niet meer mogen raken.

F Bal weg De speler roept dat als de bal

weggespeeld moet worden

○ Er dreigt gevaar >

scoringskans tegenstander

○ Balverlies

F Niet happen Duel met tegenstander niet

aangaan

○ Tegenstander voor je houden

○ Tegenstander dwingen iets te gaan doen (dribbelen, spelen van de bal)

○ Er is geen direct gevaar voor balverlies

○ Speler kan “rustig” zelf beslissen hoe hij verder wil spelen

F Scherm af Je lichaam tussen de bal en

de tegenstander brengen

○ De tegenstander kan dan niet bij de bal

F Vrij lopen Zo gaan staan dat je de bal

kunt krijgen

○ De tegenstander kan de bal dan NIET onderscheppen

F Doe mee De (mede)speler een signaal

geven dat hij zich bij het spel moet betrekken

○ Aansluiten

○ Aanspeelbaar zijn

F Naar de bal toe Een speler wordt

aangespeeld. In plaats van af te wachten tot de bal bij hem is gaat hij naar de bal toe.

○ De tegenstander heeft dan geen kans de bal te

onderscheppen

○ Je kunt de bal sneller een vervolg geven (doorspelen)

E Controle De bal komt je richting in en je

zorgt er eerst voor dat je de bal beheerst

F JIJ of IK roepen (in een duel)

De speler/keeper roept Jij of ik als hij zeker is van zijn zaak.

vindt dat zijn spelers de bal niet meer mogen raken.

F Bal weg De speler roept dat als de bal

weggespeeld moet worden

○ Er dreigt gevaar >

scoringskans tegenstander

○ Balverlies

F Niet happen Duel met tegenstander niet

aangaan

○ Tegenstander voor je houden

○ Tegenstander dwingen iets te gaan doen (dribbelen, spelen van de bal)

○ Er is geen direct gevaar voor balverlies

○ Speler kan “rustig” zelf beslissen hoe hij verder wil spelen

F Scherm af Je lichaam tussen de bal en

de tegenstander brengen

○ De tegenstander kan dan niet bij de bal

F Vrij lopen Zo gaan staan dat je de bal

kunt krijgen

○ De tegenstander kan de bal dan NIET onderscheppen

F Doe mee De (mede)speler een signaal

geven dat hij zich bij het spel moet betrekken

○ Aansluiten

○ Aanspeelbaar zijn

F Naar de bal toe Een speler wordt

aangespeeld. In plaats van af te wachten tot de bal bij hem is gaat hij naar de bal toe.

○ De tegenstander heeft dan geen kans de bal te

onderscheppen

○ Je kunt de bal sneller een vervolg geven (doorspelen)

E Controle De bal komt je richting in en je

zorgt er eerst voor dat je de bal beheerst

F JIJ of IK roepen

(in een duel)

De speler/keeper roept Jij of ik als hij zeker is van zijn zaak.

vindt dat zijn spelers de bal niet meer mogen raken.

F Bal weg De speler roept dat als de bal

weggespeeld moet worden

○ Er dreigt gevaar >

scoringskans tegenstander

○ Balverlies

F Niet happen Duel met tegenstander niet

aangaan

○ Tegenstander voor je houden

○ Tegenstander dwingen iets te gaan doen (dribbelen, spelen van de bal)

○ Er is geen direct gevaar voor balverlies

○ Speler kan “rustig” zelf beslissen hoe hij verder wil spelen

F Scherm af Je lichaam tussen de bal en

de tegenstander brengen

○ De tegenstander kan dan niet bij de bal

F Vrij lopen Zo gaan staan dat je de bal

kunt krijgen

○ De tegenstander kan de bal dan NIET onderscheppen

F Doe mee De (mede)speler een signaal

geven dat hij zich bij het spel moet betrekken

○ Aansluiten

○ Aanspeelbaar zijn

F Naar de bal toe Een speler wordt

aangespeeld. In plaats van af te wachten tot de bal bij hem is gaat hij naar de bal toe.

○ De tegenstander heeft dan geen kans de bal te

onderscheppen

○ Je kunt de bal sneller een vervolg geven (doorspelen)

E Controle De bal komt je richting in en je

Hoofdstuk 3 ” Diversen”

3.1 Prioriteitstructuur

In 1993) is er op de buitengewone algemene ledenvergadering het besluit genomen voortaan verder te gaan als zondagvereniging.

Ten behoeve van dit “Technisch beleidsplan” heeft het bestuur een prioriteitsstructuur uitgewerkt met het volgende resultaat:

1. Selectie Zondag Senioren 2. Selectie Jeugd A-junioren 3. Selectie Dames.

4. Selectie Jeugd B -junioren 5. Selectie Jeugd C-junioren 6. Selectie meisjes junioren

7. Selectie D-, E-, F-pupillen en kabouters 8. Selectie meisjes pupillen

9. Overige niet-selectie teams

In het jaar 2002 heeft het bestuur zich nogmaals geconformeerd dat de Zondag 1 en 2 selectie de hoogste prioriteit heeft. Bovenstaande prioriteitsstructuur heeft invloed bij het bepalen van oa:

- Trainingsschema

- Speelschema (indeling velden) - Trainer/Coachkeuze

- Materiaal

- Budget ten t.a.v Trainer/Coach - Het afstaan van spelers

In document Technisch Beleidsplan (pagina 40-45)