• No results found

1. Opening en mededelingen De voorzitter, de heer Van Zanen, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "1. Opening en mededelingen De voorzitter, de heer Van Zanen, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom."

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nr. 2014-04346

Notulen van de openbare AB-vergadering op woensdag 25 juni 2014, 20.00 tot 21.30 uur, Stadhuis te Utrecht

voorzitter: mr. J.H.C. van Zanen

secretaris: P.C.M. van Elteren

leden: A.J. Gerritsen (De Bilt)

A.A. de Boer (De Bilt) M. Boer (De Bilt) F.A. Schenk (Bunnik) P.A.M. de Laat (Houten) M.G. Dagniaux (Houten H.J. Schat (Nieuwegein)

Mw. L. Bruinsma-Berkeveld (Nieuwegein) vervangt mw. E. Kotkamp Mw. R.C. Blom-Oosterhoff (Nieuwegein)

P.F. de Groene (Stichtse Vecht) E.R.M. Balemans (Stichtse Vecht) D.E. van ’t Hof (Stichtse Vecht)

W. van Vossen (Stichtse Vecht) vervangt R. Roos P. Jansen (Utrecht)

Mw. L. van Hooijdonk (Utrecht) B. Fokke (Utrecht)

T. Weistra (Utrecht) vervangt P.H. van Corler Mw. N. Van Gemert (Utrecht)

W.W. Buunk (Utrecht) Mw. G. Bouazani (Utrecht)

W. Oostveen (Utrecht) vervangt C. Bos Mw. E. Van Esch (Utrecht)

Mw. J. Uringa (Utrecht) J.A.E. Landwehr (Vianen) H.C. van Tilburg (Vianen) P.C. van den Brink (IJsselstein) J. Huizinga (IJsselstein) N. Slob (IJsselstein) J.J.L.M. Janssen (Zeist) H.R. Camstra (Zeist) Mw. H. Kaemingk (Zeist)

G.J.H. Offerhaus (Zeist) vervangt P. Otten

Afwezig: H.M. Ostendorp (Bunnik)

C. van Dalen (Houten) A.J. Adriani (Nieuwegein)

Mw. E. Kotkamp (Nieuwegein), wordt vervangen door mw. L. Bruinsma R. Roos (Stichtse Vecht)

P. Jansen (Utrecht)

P.H. van Corler (Utrecht), wordt vervangen door T. Weistra C. Bos (Utrecht), wordt vervangen door W. Oostveen P. Otten (Zeist), wordt vervangen door G.J.H. Offerhaus Verslag: M. Kassing-Veenbrink (Kassing Notuleerservice, Odijk) 1. Opening en mededelingen

De voorzitter, de heer Van Zanen, opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom.

(2)

Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Otten (wordt vervangen door de heer Offerhaus), Van Dalen, Jansen, Van Corler (wordt vervangen door de heer Weistra), Bos (wordt vervangen door de heer Oostveen), Ostendorp en Adriani.

2. Notulen vergadering van 28 mei 2014 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.

3. Ingekomen stukken Geen.

4. Benoeming lid dagelijks bestuur

Conform het voorstel (kenmerk 2014-02754) wordt de heer Ostendorp benoemd tot lid van het dagelijks bestuur.

5. Benoeming plaatsvervangend lid rekeningcommissie

Conform het voorstel (kenmerk 2014-02757) wordt de heer Schenk benoemd tot plaatsvervangend lid van de rekeningcommissie.

6. Advies commissie tram

De heren Camstra (Zeist), Slob (IJsselstein), Schat (Nieuwegein), Fokke (Utrecht) en mevrouw Van Gemert (Utrecht) worden benoemd tot lid van de adviescommissie tram.

7. Uitfaseren Spitstram per juli 2014

De heer Schat (Nieuwegein) merkt op dat al eerder in het AB is gesproken over het

uitfaseren van de spitstram. De delegatie Nieuwegein is niet verrast over dit voornemen. De delegatie is wel verrast over de onderbouwing in het stuk. De delegatie Nieuwegein is uitermate geschrokken van het dalen van het reizigersaanbod met 35%. De redenen staan verwoord in het stuk. De delegatie Nieuwegein wil dat de daling tot stilstand komt en wil dat het reizigersaantal weer gaat groeien. De tram is een belangrijke pijler in het OV-netwerk in Nieuwegein en de rest van de regio. In de notitie staat niet beschreven welke acties worden ondernomen om het reizigersaantal te doen toenemen. De delegatie Nieuwgein heeft een motie voorbereid waarin zij het DB oproept om met een plan van aanpak te komen.

De motie wordt uitgereikt en maakt onderdeel uit van de beraadslaging.

Motie reizigersgroei tram

Het AB bestuur regio Utrecht, in vergadering bijeen op 25 juni 2014, overwegende dat

- er een daling van het reizigersaanbod heeft plaatsgevonden van 35% tussen nu en 2009;

- de verplaatsing van de eindhalte hier voor 15% aan bijdraagt;

- de demografische opbouw van Nieuwegein niet in het voordeel werkt van het reizigersaanbod;

- de werkzaamheden rondom het stationsgebied Utrecht nog enige jaren voortduren;

voorts overwegende dat

- een uitspraak van de Hoge Raad over de bouw van het HOV viaduct tot nog meer vertraging kan leiden;

- het nog onbekend is wanneer de werkzaamheden aan het viaduct kunnen starten;

- dit viaduct noodzakelijk is voor het in gebruik nemen van de uithoflijn;

(3)

roept het DB op om

1. op korte termijn te starten met het opstellen van een plan van aanpak waarin

maatregelen worden opgenomen om de daling van het aantal reizigers op zijn minst te stabiliseren maar tot doel heeft om het aantal reizigers weer te laten groeien;

2. de tramcommissie te betrekken bij het opstellen van het plan van aanpak;

3. het AB in het najaar 2014 uitvoeringsmaatregelen voor te leggen ter besluitvorming om het reizigersaanbod weer te laten groeien.

Delegatie Nieuwegein, H.J. Schat

De heer Buunk (Utrecht) is verheugd dat er belangstelling is voor de overname van de tramstellen. De delegatie Utrecht kan instemmen met het voorstel. Spreker verzoekt een analyse te maken van de daling van het reizigersaantal en vraagt hoe het DB denkt het gebruik van de tram te kunnen verbeteren. De heer Buunk is verrast over de spectaculaire vergrijzingscijfers die worden opgevoerd voor de gemeente Nieuwegein.

De heer Huizinga (IJsselstein) sluit zich aan bij de woorden van de delegaties van

Nieuwegein en Utrecht. De delegatie kan zich vinden in de verkoop van de trams. Ook de delegatie IJsselstein is verbaasd over de afname van het aantal reizigers. Als argument voor de afname wordt genoemd het verminderde vertrouwen. De delegatie IJsselstein verzoekt een communicatietraject in te zetten om dit vertrouwen te herwinnen.

De heer Camstra (Zeist) sluit aan bij de woorden van de vorige sprekers. De afname van het gebruik van het OV is zorgelijk en ook een beetje verbazingwekkend. Hij vraagt of de afname veroorzaakt wordt door de twee maal zes weken dat de tram niet heeft gereden of dat hier andere argumenten voor zijn.

De heer Van den Brink (DB) antwoordt dat een afname van 35% van het reizigersaantal niet gewenst is. De betrouwbaarheid van de tram is het allerbelangrijkste. De tram moet op tijd rijden. Daarnaast levert het nieuwe eindpunt bij de Jaarbeurs ook problemen op voor

reizigers. Wanneer de Weense trams zijn uitgefaseerd betekent dit dat strakker gepland kan worden. Ook de verkeersregelinstallaties kunnen beter geregeld worden. Het DB werkt aan een plan voor hoe het vertrouwen van de reizigers herwonnen kan worden, ondanks de demografische ontwikkelingen in Nieuwegein. De tram moet een goede en comfortabele manier van vervoeren zijn. De tram zal in de komende zomer wederom zes weken niet rijden. Qua bedrijfszekerheid infra en het materieel is dan alles gedaan. Overmacht als gevolg van ongevallen heeft het BRU niet in de hand. Ingezet zal worden op het verhogen van het vertrouwen. De motie die is ingediend wil het DB omarmen met een kanttekening.

De heer Van den Brink zal aan het einde van het jaar 2014 met een gedragen stuk komen in plaats van in het najaar.

De heer Schat (Nieuwegein) handhaaft de motie.

De heer Buunk (Utrecht) merkt op dat de portefeuillehouder zegt dat het BRU verstoringen, buiten het groot onderhoud, niet in de hand heeft. Hij merkt op dat dit soort verstoringen onvermijdelijk in de toekomst gaan plaatsvinden. Hij verzoekt om de verstoringen in het plan op te nemen zodat hierop snel kan worden gereageerd. Dat draagt bij aan het vergroten van het vertrouwen van de reizigers.

(4)

De heer Huizinga (IJsselstein) verzoekt de communicatie in het plan van aanpak mee te nemen.

De heer Camstra (Zeist) merkt op dat de motie wordt ondersteund door de delegatie Zeist.

De heer Schenk (Bunnik) merkt op dat de portefeuillehouder het plan van aanpak eind 2014 wil aanleveren. Hij vraagt of de tekst van de motie hierop moet worden aangepast.

De heer Van den Brink (DB) antwoordt dat in de nadere analyse die gemaakt wordt ook meegenomen zal worden hoe te reageren in het geval van een ongeval. Terecht dat de communicatie wordt aangehaald. De communicatie is het allerbelangrijkste niet alleen wanneer de tram er uit ligt, maar ook zou gecommuniceerd mogen worden wanneer de zaken lopen zoals verwacht.

De motie wordt met algehele stemmen aangenomen.

De voorzitter concludeert dat het voorstel (kenmerk 2014-02763) met algemene stemmen wordt vastgesteld.

8. Jaarstukken 2013

De heer Huizinga (IJsselstein) merkt op dat de gemeente IJsselstein een brief heeft gestuurd waarin de gemeente zich akkoord verklaard met de jaarstukken. Toch heeft de delegatie IJsselstein twee vragen. Op pagina 31 staat dat er de nodige vertraging is

betreffende de levering van de dubbel gelede bussen. Uit de ambtelijke beantwoording blijkt dat alle bussen uiterlijk in week 28 geleverd zijn. De heer Huizinga vraagt wat de oorzaak is van de vertraging.

De heer Huizinga vraagt waarom er een bedrag is gereserveerd ad 1 miljoen euro voor mobiliteit personeel bij beëindiging van de Wgr-plus regeling. Bij beëindiging van het BRU kan uitgegaan worden van het principe ‘mens volgt werk’. Het bedrag is dan mogelijk aan de hoge kant temeer omdat in 2012 al een reservering is gedaan van 1,8 miljoen euro voor personele frictiekosten.

De heer Dagniaux (Houten) merkt op dat in de jaarstukken staat dat het

weerstandsvermogen alleen is gebaseerd op de frictiekosten voor het personeel. Daarbij staat dat de frictiekosten exclusief eventuele inhuur en omscholing zijn en bovendien staat er dat binnen de diverse projecten de risico’s moeten worden opgevangen. Hij vraagt of de ratio van 1,03 niet beduidend lager is in de praktijk.

Mevrouw Van Gemert (Utrecht) sluit aan bij de opmerkingen die zijn gemaakt over

arbeidsmobiliteit eens te meer omdat in de begroting al een fiks bedrag is gereserveerd. De delegatie Utrecht ziet niet graag dat geld voor OV wordt gereserveerd voor

organisatiekosten. Zij vraagt een heldere onderbouwing van de noodzaak van deze

voorziening. Uit de jaarstukken blijkt onvoldoende of de risico’s onvoorziene kosten van de Uithoflijn voldoende zijn afgedekt.

Vorig jaar is na een uitgebreide discussie in het AB een gedeelte van het financiële resultaat over 2012 bestemd voor de Economic Board Utrecht. Mevrouw Van Gemert is verbaasd dat van het bedrag aan bestemmingsreserves niets is uitgegeven en vraagt hier een toelichting op.

De heer Schenk (Bunnik) merkt op dat bij het afschaffen van de Wgr-plus de taken en middelen overgaan naar de provincie. Ook de algemene reserves gaan over. Voorgesteld wordt om de algemene reserves op te hogen. Hij vraagt of deze extra reserve nodig is omdat

(5)

de provincie het personeel overneemt. Hij vraagt of de afspraken met de provincie geformaliseerd kunnen worden binnen een aantal maanden. Hij vraagt of het bedrag niet gebruikt kan worden voor het verlagen van de gemeentelijke bijdrage.

De heer Camstra (Zeist) merkt op dat de delegatie Zeist kan instemmen met de jaarstukken.

Het treffen van een voorziening voor arbeidsmobiliteit getuigt van goed werkgeverschap. De heer Camstra gaat ervan uit dat het bedrag ruim is genomen en dat het niet volledig hoeft te worden gebruikt wanneer ‘mens volgt werk’ het uitgangspunt is. Het voorstel wordt gesteund door de gemeente Zeist.

De heer De Laat (Houten) licht toe dat ook de Rekeningcommissie ook naar de stukken heeft gekeken en advies heeft uitgebracht. Gekeken is op basis van de doelmatigheid en rechtmatigheid vraag. Op basis hiervan is de commissie tot de conclusie gekomen dat het uitstekend is en dat de commissie instemt met de voorliggende stukken.

De accountant heeft een aantal aanbevelingen gegeven over de projecten en interne verzelfstandiging van OV-Regiotram. De commissie heeft hier een aantal vragen over gesteld. Afgesproken is dat er een uitvoeringsplan komt. De Rekeningcommissie zal dit plan beoordelen. Aan het eind van de zomer 2014 zal de commissie hier verder over spreken en zal worden bekeken of de risico’s goed zijn opgevangen. Het BRU is ‘in control’. De

Rekeningcommissie kan, met gemaakte opmerkingen, instemmen met de jaarstukken.

De heer Schat (Nieuwegein) merkt op dat de accountantsverklaring en de jaarstukken nog niet binnen de gemeenteraad zijn besproken. Derhalve maakt de heer Schat een

voorbehoud bij stemming over de stukken.

De heer Landwehr (DB) complimenteert de Rekeningcommissie voor de wijze waarop zij zich in korte tijd de stof eigen hebben gemaakt en advies hebben uitgebracht. De heer Landwehr verheugt zich op de samenwerking.

In 2013 heeft het Kabinet een wetsvoorstel ingediend om per 1 januari 2015 de Wgr-plus af te schaffen. De BDU-middelen zouden overgaan naar de provincie Utrecht. De afschaffing betekent een reorganisatie met personele consequenties. Op dit moment is de omvang van de personele frictiekosten nog niet bekend. Bij het BRU werken 50 werknemers. Door de verzelfstandiging van het trambedrijf is het aantal toegenomen. Er is bezuinigd op

personeelskosten door ingehuurde krachten te vervangen door personeel in vaste dienst.

Daardoor loopt het BRU een groter risico. Wanneer dit risico niet goed wordt ondervangen wordt het risico verlegd naar de gemeenten.

In februari 2012 heeft het AB ingestemd met het vormen van een buffer ad 1,8 miljoen euro.

In dat bedrag is geen rekening gehouden met de kosten voor maatregelen van personele mobiliteit en andere flankerende maatregelen zoals kosten voor opleidingen en training, tijdelijke salariscompensatie, vertrekregelingen, etc.

Zodra de ontwikkelingen rond de Wgr-plus duidelijk zijn zal een concreet voorstel worden uitgewerkt. De heer Landwehr begrijpt de vragen en opmerkingen die zijn gesteld maar doet een dringend advies om het voorstel te accorderen. Het bedrag is afkomstig uit de

algemene reserves. In de algemene reserves resteert een bedrag ad 6 miljoen euro.

De gelden voor de Economic Board Utrecht vallen eigenlijk onder EZ. Van het budget is de deelname aan de Provada betaald. De overige gelden worden gereserveerd voor activiteiten van de Economic Board Utrecht.

Zolang er geen zekerheid is over het opheffen van de Wgr-plus wil de heer Landwehr de gemeentelijke bijdragen handhaven.

De heer Landwehr erkent dat de stukken laat zijn aangeleverd.

(6)

De heer Van den Brink (DB) antwoordt dat 16 dubbel gelede bussen zijn geleverd. In de eerste week van juli wordt bus 17 geleverd. Op gezette tijden wordt met Qbuzz de concessie besproken. In de concessie is een bonus malus afgesproken. De heer Van den Brink weet niet of in de concessie afspraken zijn vastgelegd over de termijn waarbinnen Qbuzz met de nieuwe dubbel gelede bussen moest gaan rijden.

De heer Gerritsen (DB) merkt op dat er geen risico’s rondom de Uithoflijn in de jaarrekening staan beschreven omdat deze risico’s niet zijn ingetreden. Vanuit het project Uithoflijn wordt op kwartaalbasis gerapporteerd aan de eigenaren van het project zijnde de gemeente Utrecht en het BRU. In de nieuwsbrief aan het AB wordt het AB geïnformeerd over de risico’s. Het merendeel van de geformuleerde risico’s liggen op het terrein van de

financiering en de aanbesteding. In 2014 worden de aanbestedingen voor de bovenbouw en het trammateriaal afgerond. Alle indicaties die er op dit moment zijn, zijn positief.

De heer Gerritsen licht toe dat in de komende dagen de gemeente Utrecht en de

projectorganisatie Stationsgebied in overleg treden over de effecten van het niet opheffen van de schorsing van het bestemmingsplan Westraven Noord. Het BRU hoopt hierover op korte termijn met de gemeente en de projectorganisatie over in gesprek te gaan.

De heer Landwehr (DB) merkt op dat de 1,03 is bedoeld om de frictiekosten voor het personeel op te vangen. De risico’s die projecten lopen moeten, binnen de betreffende portefeuilles worden opgevangen.

De heer Huizinga (IJsselstein) vraagt op grond waarvan gekomen is tot een bedrag ad 1 miljoen euro voor frictiekosten. Temeer omdat de heer Landwehr heeft aangegeven dat nog niet alle gegevens bekend zijn.

De heer Dagniaux (Houten) begrijpt de toelichting van de heer Landewhr. Hij vraagt of de omvang van het weerstandsvermogen niet te gering is gelet op de omvang van deze organisatie.

Mevrouw Van Gemert (Utrecht) vraagt eveneens verduidelijking betreffende de opbouw van het bedrag aan frictiekosten. Vervolgens vraagt zij of toegelicht kan worden wat er betaald gaat worden van het bedrag dat is gereserveerd voor de Economic Board Utrecht. Tot slot vraagt zij of de opbouw van de risicoreserve op orde is bijvoorbeeld om eventuele risico’s voor de Uithoflijn op te vangen.

De heer Schenk (Bunnik) vraagt of de risico’s voor het BRU verminderd kunnen worden door afspraken te maken met de provincie waardoor voorkomen wordt dat medewerkers onrustig worden.

De heer De Boer (De Bilt) is verbaasd dat er geen onderbouwing is van de uitgaven voor de Economic Board, mede gelet op de uitvoerige discussie die vorig jaar in het AB is gevoerd over nut en noodzaak van deze bijdrage.

De heer Landwehr (DB) antwoordt dat er afspraken met de provincie zijn gemaakt maar dat onder deze afspraken nog geen handtekening is geplaatst. Het BRU moet er derhalve rekening mee houden dat het personeel niet wordt overgenomen door de provincie.

Met de accountants van Deloitte is overlegd over de hoogte van de frictiekosten. Op basis van het advies van de accountant is tot dit bedrag gekomen.

De heer Janssen (DB) antwoordt dat het nog onzeker is of de Wgr-plus ophoudt te bestaan.

Er is al vaker over gesproken maar het laatste woord is nog niet gezegd.

(7)

Een aantal jaar geleden is een mondelinge overeenkomst gemaakt met de provincie Utrecht omdat het er destijds naar uitzag dat de taken zouden overgaan naar de provincie. Op de dag dat de handtekening onder de overeenkomst met de provincie zou worden gezet, viel het Kabinet. Destijds is besloten om de handtekening op dat moment niet te zetten. Er liggen mondelinge afspraken en die zijn vastgelegd in een verslag maar de handtekeningen van de provincie en het BRU staan er niet onder. Opnieuw zal met de provincie gesproken moeten worden als het gaat om de taken verkeer en vervoer (BDU-gelden).

In 2013 is het trambedrijf verzelfstandigd. Er zijn op dat moment veel externen vertrokken en er zijn medewerkers in dienst genomen. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke besparing/lagere lasten voor het BRU. Meer medewerkers in dienst betekent een grotere rol in het kader van het werkgeverschap voor het BRU. Tegen die achtergrond is het goed om extra geld te oormerken. Dat voorkomt in de toekomst discussie met de overnemende partij over deze gelden.

De heer Gerritsen (DB) antwoordt dat er niet genoeg geld is gereserveerd om de risico’s voor de aanleg van de Uithoflijn af te dekken. Daar is welbewust, ook door het AB, over besloten. Toen het project Uithoflijn is gestart is samen met de gemeente Utrecht een forse analyse gemaakt van de mogelijke risico’s en de kansen dat deze zouden optreden.

Vervolgens is er een rekensom gemaakt. Er is geld opzij gezet voor deze risico’s. Wanneer voor alle mogelijk risico’s geld zou worden gereserveerd dan zou het project nooit

uitvoerbaar zijn. Er is door een extern bureau een eerlijke kansberekening gemaakt.

Daarnaast is er een onderverdeling gemaakt van de projectrisico’s in drie delen; een deel dat centraal ligt; een deel dat toe is te delen aan het BRU en een deel dat is toe te rekenen aan de gemeente Utrecht. Er is voor risico’s een buffer van 8 miljoen euro beschikbaar. De verdeling is: 76% voor het BRU en 34% voor de gemeente Utrecht.

De aanleg van de bovenbouw en de aanschaf van materieel zijn specifiek aan BRU toe te rekenen risico’s.

2014 wordt een belangrijk jaar. In 2013 is het kasritme ontvangen voor de financiering van de Uithoflijn. Door gunstige onderhandelingen is hiermee een deel van het risico weggenomen.

De grote aanbestedingen die in 2014 gelopen worden moeten inzicht bieden in hoeverre de risico’s wegvloeien.

Niet voor alle risico’s is geld gereserveerd. De heer Gerritsen meent dat het gek moet lopen ook in relatie tot het project en de risicobeheersing wanneer de risico’s meer geld kosten dan vooraf was ingeschat.

De heer Buunk (Utrecht) merkt op dat op bladzijde 54 en 55 van de begroting 2015 de ontwikkeling van het weerstandsvermogen is geschetst. Hij vraagt of deze berekening afwijkt van hetgeen aan het AB is geschetst in 2013.

De heer Landwehr (DB) antwoordt dat het weerstandsvermogen verband houdt met de weerstandscapaciteit. In 2013 stond dit bedrag op 60 miljoen euro. Door het benoemen van de risico’s treedt er een verschuiving op in de weerstandscapaciteit. Het beeld is niet anders dan in 2013 geschetst. De heer Landwehr zegt toe dat een onderbouwing op schrift aan het AB wordt gestuurd.

De jaarstukken 2013 (met kenmerk 2014-02766) worden vastgesteld met inachtneming van de gemaakte opmerkingen.

9. Programmabegroting 2015

De heer Schenk (Bunnik) vraagt wat de plannen zijn van het BRU met de U10, wat wordt er uitgegeven met welk verwacht resultaat. De heer Schenk vraagt wanneer er een formele besluitvorming wordt gevraagd van het AB betreffende de U10.

(8)

De heer Buunk (Utrecht) kan zich vinden in de woorden van de heer Schenk. De gemeente Utrecht constateert dat in de jaarstukken 2013 uitvoering wordt gegeven aan niet wettelijke taken. Een aantal taken wordt in U10-verband uitgevoerd en minder door BRU medewerkers.

Eerder is al gesproken over het voorbereiden van het BRU op de nieuwe situatie waarin taken worden overgedragen aan de provincie. Het verbaast de delegatie Utrecht dat begrotingsprogramma’s in stand blijven.

De heer Buunk merkt op dat de kleinere begrotingsprogramma’s hem een weinig realistisch gevoel geven qua sturing op de organisatie door het DB. De delegatie Utrecht vraagt of het DB bereid is de programma’s samen te voegen bij het programma bestuur zodat er sturing kan worden gegeven op de inzet van de capaciteit. Spreker vraagt welke activiteiten worden ondersteund en of deze in 2015 ook nog worden gevoerd mocht het BRU nog bestaan. De heer Buunk vraagt tot slot naar de melding van EMU-standen.

De heer Schat (Nieuwegein) merkt op dat de gemeente Nieuwegein wil spreken over de bijdrage vanuit de gemeente Nieuwegein aan het BRU. De gemeenteraad Nieuwegein wil de bijdrage voor het BRU ter discussie stellen.

De delegatie Nieuwegein stelt voor om de eigen bijdrage terug te brengen in 2015 naar 50%

en de daaropvolgende jaren naar 30%. De delegatie Nieuwegein realiseert zich dat dit afwijkt van wat eerder is besloten echter, de gemeenten staan voor grote financiële opgaven. De gemeente Nieuwegein heeft besloten alle gemeenschappelijke regelingen te vragen een financiële bijdrage te leveren. De delegatie Nieuwegein heeft een amendement opgesteld.

Hij wil aan deze discussie toevoegen dat de gemeente Woerden geen bijdrage betaalt voor de U10. Alle overige gemeenten betalen via het BRU. Hij verzoekt om ook de gemeente Woerden te verzoeken financieel bij te dragen.

Amendement programmabegroting 2015

Het algemeen bestuur van het Bestuur Regio Utrecht, in vergadering bijeen op 25 juni 2014;

Overwegende dat de in BRU verband functionerende gemeenten voor een forse taakstelling staan om nieuw evenwicht aan te brengen in inkomsten en uitgaven en steeds meer

geconfronteerd worden met de noodzaak om aanzienlijke ombuigingen door te voeren.

Overwegende verder dat het logisch en gebruikelijk is dat bezuinigingen in de deelnemende gemeenten door vertaald worden naar de Gemeenschappelijke Regelingen, waarin wordt deelgenomen.

Besluit:

De inwonersbijdrage van het BRU voor de begroting 2015 te verlagen met 15% en voor 2016 en volgende jaren met 30%.

Utrecht, 25 juni 2014 Ingediend door: H.J. Schat.

De heer Buunk (Utrecht) vraagt de delegatie Nieuwegein welke uitgaven de delegatie voorstelt om te schrappen. Genoemd worden de U10 uitgaven ten bedrage van 300.000 euro. De heer Buunk merkt op dat ook de EZ-uitgaven zouden kunnen worden geschrapt.

De heer Schat (Nieuwegein) antwoordt dat het hen geen goed idee lijkt om de EZ-uitgaven te schrappen. Mogelijk is het niet noodzakelijk om taken die vanuit de Economic Board Utrecht of de Provincie ook door EZ van het BRU uit te laten voeren.

(9)

De heer Kaemingk (Zeist) merkt op dat de bijdrage 3,10 euro per inwoner bedraagt. De gemeente Nieuwegein telt 60.000 inwoners. Hij merkt op dat vanmiddag een brug is

bekeken. De kosten voor het aanleggen van deze brug kosten 8 miljoen euro. Hij meent dat er ook sprake is van regionale solidariteit. Het geld is bedoeld voor EZ. Hij vraagt hoe deze projecten bekostigd moeten worden.

De heer Schat (Nieuwegein) antwoordt dat de eigen bijdrage niet bestemd zijn voor projecten zoals de aanleg van deze brug. Hij verzoekt het DB een voorstel voor

bezuinigingen uit te werken. Hij merkt op dat een voorstel tot verlagen van de bijdrage per inwoner geldt voor alle deelnemende gemeenten.

De heer Slob (IJsselstein) merkt op dat onder het kopje evenwichtige spreiding woningbouw een aantal punten wordt genoemd om dat te bereiken. De heer Slob ziet geen verband tussen de punten en hoe te komen tot deze verdeling.

De heer Janssen (DB) licht toe dat het BRU vermoedelijk eindigt over anderhalf jaar en mogelijk over een half jaar. De inwonersbijdrage is 3,10 per inwoner. Als de beëindiging van het BRU netjes wordt geregeld (naar personeel, naar dienstverlening en de taken die het budget volgen) dan zou het principe zo moeten zijn dat de inwonerbijdrage vrijvalt voor gemeenten. De inwonerbijdrage wordt voornamelijk besteed aan overhead-achtige

bestuurlijke taken. De besluitvorming over de Wgr-plus laat op zich wachten waardoor de kans afneemt om zaken goed te kunnen regelen.

De gemeenten moeten nadenken over het type afstemming dat zij wensen wanner het BRU niet meer bestaat. Die verkenning in U10-verband, is eerder begonnen dan de opheffing van het BRU is geeffectueerd. Naar mate de opheffing van het BRU langer duurt en de U10 verder wordt ontwikkeld, neemt de kans op dubbel werk toe. Tijdens de vorige AB- vergadering heeft de heer Roos van Stichtse Vecht al gevraagd de werkzaamheden te ontrafelen (het BRU dat zich concentreert op de verkeers- en vervoerstaken en de overige taken op een andere manier te organiseren; de wijze van afleggen van verantwoording, etc.).

Het DB zal in de aanstaande AB-vergadering een voorstel voorleggen.

De heer Janssen merkt op dat de heer Buunk gelijk heeft met zijn constatering dat de programmabegroting nagenoeg gelijk is aan 2014. De heer Janssen merkt op dat zaken in bepaalde volgorde afgewikkeld moeten worden. Spreker verwacht hier in oktober meer duidelijkheid over te kunnen geven.

In U10 doen meer gemeenten mee dan in het BRU. De gemeente Woerden heeft de bereidheid uitgesproken om hieraan financieel bij te willen dragen.

De heer Landwehr (DB) ontraadt het amendement gelet op de overwegingen die zijn gegeven. In oktober zal het DB aan het AB een voorstel voorleggen daarin zal bezien worden of de gemeentelijke bijdrage kan worden versoberd.

De voorzitter merkt op dat op de vraag van de heer Slob schriftelijk een antwoord komt omdat de portefeuillehouder niet aanwezig is.

De heer Schenk (Bunnik) vraagt of in de notitie die volgt in oktober ook een uitsplitsing komt met wat het BRU betaalt voor de U10.

De heer Landwehr (DB) antwoordt bevestigend.

(10)

De heer Buunk (Utrecht) merkt op dat mocht het AB besluiten een aantal taken in U10- verband te beleggen de gemeenteraden gevraagd moeten worden of zij hun regiobijdrage willen handhaven.

De heer Schat (Nieuwegein) merkt op dat de delegatie Nieuwegein het amendement wil aanhouden in iets gewijzigde vorm. De delegatie Nieuwegein wil een harde toezegging dat het DB beziet of de gemeentelijke bijdragen voor 2016 in oktober ter discussie gesteld worden.

De heer Kaemingk (Zeist) vraagt zich af, gelet op de onzekere situatie van het BRU, wat op dit moment de waarde is van deze toezegging.

De heer Schat (Nieuwegein) antwoordt dat het DB zich al beraadt over het hervormen van het BRU. Hij wil het DB de ruimte bieden om in oktober terug te komen op de hoogte van de gemeentelijke bijdragen. Hij begrijpt dat het voor 2015 te laat is om de bijdragen te wijzigen.

De heer Dagniaux (Houten) merkt op dat het BRU mogelijk in 2016 niet meer bestaat.

De heer Landwehr (DB) merkt op dat hij aan de slag gaat met de opmerkingen van de heer Schat maar dat hij geen harde toezegging doet.

De heer Janssen (DB) wil gedurende het zomerreces bezien of de werkwijze gevolgd wordt die de heer Buunk voorstelt (via de gemeenteraden) of via ‘een korte klap’. De heer Janssen vraagt de delegaties in hun eigen raden alvast te spreken over de bijdragen vanuit het BRU voor de U10.

De voorzitter concludeert dat het amendement is verworpen.

De heer Buunk (Utrecht) legt een stemverklaring af. Hij merkt op dat de delegatie Utrecht voor ‘de korte klap’ is. De delegatie Utrecht stemt in met de programmabegroting 2015 maar vraagt bij de niet-wettelijke taken het DB te sturen, ook tussen de portefeuillehouders op de capaciteitsinzet van de organisatie. Daarnaast adviseert hij de besluiten die genomen worden voor financiële bijdragen aan U10-projecten goed te communiceren aan de gemeenteraden.

De heer Schat (Nieuwegein) sluit aan bij de woorden van de heer Buunk. Hij benadrukt dat de delegatie Nieuwegein inzet op dat in de volgende begroting een verlaging van de eigen bijdrage per inwoner zal zijn opgenomen.

De programmabegroting 2015 (met kenmerk 2014-02768) wordt vastgesteld.

10. Rondvraag

Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.

11. Sluiting

De heer Gerritsen (DB) merkt op dat het AB reist door de gemeentehuizen van de deelnemende gemeenten. Hij is trots dat hij vanavond gastheer mocht zijn.

Hij spreekt zijn waardering en complimenten uit aan de inleiders en organistoren van de excursie van hedenmiddag.

De voorzitter sluit de vergadering om 21.20 uur.

(11)

Actielijst

Nr Onderwerp Actie/ toezegging DB-lid Planning

afdoening 2 Programmabegroting

2015

Vraag heer Slob: onder het kopje

‘evenwichtiger spreiding sociale

woningbouw…’ (p. 21) worden een aantal punten genoemd om dat te bereiken. Ik zie echter geen maatregelen om te komen tot evenwichtige verdeling binnen de

gemeenten.

Adriani, Jansen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Belangrijk voor de GMR is dat we uit de evaluatie kunnen zien dat het persoonlijke belang van de zieke werknemer boven het financiële belang gesteld wordt.. [B] Na ontvangst van

Mevrouw Van Unen merkt op dat bij het te paard passeren van de paal van een slagboom als er een bochtje moet worden gemaakt dit niet goed te doen is voor menners.. Zij adviseert om

 Hoort vaak dat mensen voor windenergie zijn, maar… en ziet liever dat ze voor zijn, als.. Eerst moeten de voorwaarden vastgesteld worden om dan pas locaties af

(noot: als de keuze op extra personeel valt en je krijgt verplichtingen hieraan is na afloop van het NPO niet direct spanning. Gekeken naar natuurlijke afvloeiing en het IKC

Voorgesteld wordt de uitgaansgebieden los te laten zodat het voor alle kernen mogelijk is om op vrijdag- en zaterdagavond tot 03.00 uur open te blijven zonder hiervoor een

19 is geschonken. Verder vraagt deze belegger of er sprake zal zijn van impairment van de 

Het FB heeft aangegeven ervoor te kiezen de vragen niet te beantwoorden omdat ze betrekking hebben op gespreksonderwerpen die in de komende periode in overleg tussen FB en DOW aan

Vermogensbeheer en Sterling Strategic Value Fund. Op basis van deze overeenkomsten zal Fugro ca. 20,5 miljoen certificaten van gewone aandelen uitgeven aan de