• No results found

CATEGORIE INDELING VAN PERSONEN DIE BEROEPSHALVE AAN STRALING WORDEN BLOOTGESTELD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "CATEGORIE INDELING VAN PERSONEN DIE BEROEPSHALVE AAN STRALING WORDEN BLOOTGESTELD"

Copied!
54
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NiL£é>C^é>iS"

KVS-- Z* -H

CATEGORIE INDELING VAN PERSONEN DIE BEROEPSHALVE AAN STRALING WORDEN

BLOOTGESTELD

Publicatie nr. 4/Maart 1984

Nederlandse Vereniging voor stralingshygiëne

(2)

BEROEPSHALVE AAN STRALING WORDEN BLOOTGESTELD

Publicatie nr. 4/Maart 1984

Nederlandse Vereniging voor stralingshygiëne

(3)

De Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne richt zich op het bevorde- ren in de meest uitgebreide zin van de wetenschappelijke bestudering van de bescherming tegen straling van mensen, dieren, planten en omgeving, als- mede van het bevorderen van de praktische toepassing van de verworven ken- nis en inzichten. De vereniging bestaat uit deskundigen op velerlei terrein, waaronder natuurkundigen, biologen, geneeskundigen, scheikundigen, tech- nologen, juristen.

De Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne organiseert regelmatig we- tenschappelijke vergaderingen over onderwerpen op het gebied van stralings- hygiëne.

Verdere inlichtingen over de vereniging zijn verkrijgbaar bij het secretariaat:

Ir. Chr. J. Huyskens

Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne Postbus 662 - 5600 MB EINDHOVEN

In de reeks Publicaties van de Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne zijn reeds eerder verschenen:

nr. 1 Stralingshygiëne en maatschappij: Een risico in perspectief.

nr. 2 Inventarisatie Radiologisch Werk in Nederland.

nr. 3 Dosimetrie bij inwendige besmetting volgens het ICRP-30 model.

Publicaties kunnen worden besteld bij het NVS-secretariaat.

(4)

1 Voorwoord P.H. Dignum

Indelingen van individuen en groepen mensen die aan straling zijn of mogelijk worden blootgesteld, worden al heel lang gehanteerd. Zij die zich met stralingshygiëne bezighouden zijn daarmee dan ook wel vertrouwd. De laatste jaren worden er op vele fronten discussies gevoerd over de indeling zoals die door EURATOM als richtlijn is uitgebracht en die intus- sen in de Kernenergiewet is geïntegreerd. De indeling lijkt een vrij sterk regime aan te geven voor overheidsinspecties, stralingsartsen en stralingsdeskundigen maar bij de invul- ling en uitwerking in de praktijk blijken nogal wat proble- men te rijzen. Vanuit verschillende gezichtshoeken is intus- sen gereageerd op deze nieuwe indeling. Vooral de deskundi- gen in de bedrijven en instellingen waar met radioactieve stoffen en stralingsbronnen wordt omgegaan, hebben behoefte aan een indeling van werkomstandigheden per risiscoklasse en niet uitsluitend een indeling van personen gekoppeld aan mo- gelijke overschrijdingen van iaardosislimieten. In deze pu- blikatie probeert de Nederlandse Vereniging voor stralings- hygiëne enig inzicht te geven wat momenteel aan meningen leeft op dit gebied en welke indelingen er al in de praktijk worden gehanteerd. Een oplossing voor de problematiek wordt

niet geboden; wel verder aanzetten tot discussie.

Eerder al heeft de NVS pogingen ondernomen te komen tot een gerichte discussie. In april 1983 heeft de NVS werkgroep In- ventarisatie Radiologisch Werk een studie afgerond met de uitgifte van een rapport over dit onderwerp. Eind 1982 is een enquête gehouden en in de NVS-bijeenkomst in februari 1983 is een tiental voordrachten gehouden over indelingen van radiologische werkers en risicoklassen van werksitua- ties. Dit themanummer is als volgt opgebouwd. In een inlei- dende publikatie schets Chr.J. Huyskens de uitgangspunten voor categorie indelingen vanuit de historische ontwikke-

ling. Daarna wordt door P.H. Dignum en J.A.M.M. Kops een sa- menvatting weergegeven van de gegevens uit de eerder genoem- de enquête en de in februari 1983 gehouden voordrachten. Met de sprekers is overleg gevoerd over de hier gebrachte teks- ten, die zo goed mogelijk in samenvatting weergeven wat er tijdens die bijeenkomst is verteld. Dan volgt er een tweetal publikaties van Chr.J. Huyskens en A.R. de Monchy en H.

Heering, die ieder op hun eigen wijze en vanuit geheel ver- schillende visies naar een op de praktijk gerichte indeling toewerken. In een afsluitende beschouwing geeft J.A.M.M.

Kops weer welke problemen er nog zijn om tot een voor velen aanvaardbare, praktisch hanteerbare klassificatie te komen van radiologische werkers versuf werksituaties.

(5)

-2-

Categorie indeling van personen die beroepshalve aan straling worden blootgesteld

Samenstelling: P.H. Dignuro (Stichting ITAL. Wageningen) en J.A.M.M. Kops (N.V. KEMA. Arnhem)

Inhoud

1 Voorwoord (P.H. Dignum) 1 2 Uitgangspunten voor categorie indeling in ICRP-

aanbevelingen en in wetgeving (Chr.J. Huyskens) 3 3 Categorie indeling van werkruimten en beroepshalve

blootgestelde personen in de huidige praktijk

(P.H. Dignum en J.A.M.M. Kops) <J

3.1 Inleiding 9 3.2 N.V.S. enquête 9

3.3 samenvattingen van de voordrachten gehouden op

N.V.S. jaarvergadering van 18 februari 1983 10 3.3.1 N.V. PZEM. Middelburg

(spreker: J.G.W. Gispen namens

J.C. Abrahamse) 10 3.3.2 Universiteit van Nijmegen

(spreker: L.B. Beentjes) 12 3.3.3 Stichting ITAL. Wageningen

(spreker: P.H. Dignum) 14 3.3.4 Stichting Sazinon, Hoogeveen

(spreker: G.M. van de Ent) 18 3.3.5 Energie Onderzoekcentrum, Petten

(spreker: Y. van der Feer) 19 3.3.6 T.H. Eindhoven

(spreker: Chr.J. Huyskens 22 3.3.7 Röntgen Technische Dienst, Rotterdam

(spreker: R.A. Jonkers) 25 3.3.8 NIKHEF, sectie K, Amsterdam

(spreker: J.C. Post) 26 3.3.9 N.V. Philips. Eindhoven

(spreker: J. Rosendaal) 27 3.3.10 Antoni van Leeuwenhoekhuis. Amsterdam

(spreker: J. van de Steen) 31 4 Categorie indeling van personen die tijdens hun werk

of opleiding aan ioniserende straling kunnen worden

blootgesteld (Chr.J. Huyskens) 35 5 Bijdrage tot de discussie over de indeling van

radiologische werkomstandigheden in categorie

A en B (A.R. de Monchy en H. Heering) 41 5.1 Commentaar P.H. Dignum en J.A.M.M. Kops 48

5.2 Reactie A.R. de Monchy 49

6 Conclusie (J.A.M.M. Kops} SI

(6)

2 UITGANGSPUNTEN VOOR CATEGORIE-INDELING IN ICRP-AANBEVELINGEN EN IN WETGEVING

C h r . J . H u y s k e n s , S t r a l i n g s b e s c h e r a i n g s d l e n s t . T e c h n i s c h e Hogeschool Eindhoven

In de l o o p der jaren z i j n met name in aanbevelingen van de I n t e r n a t i o n a l Commission on R a d i o l o g i c a l P r o t e c t i o n (ICRP) uitgangspunten gegeven voor c a t e g o r i e - i n d e l i n g e n en r i s i c o c l a s s i f i c a t i e s . Ook i n de n a t i o n a l e en Eura- tom wetgeving z i j n aangrijpingspunten daarvoor t e vinden.

Hier wordt een samenvattend o v e r z i c h t gegeven van deze uitgangspunten z o a l s die in de achtereenvolgende ICRP-aanbevellngen en in de wetgeving naar voren komen. Dit o v e r z i c h t i s vooral bedoeld a l s achtergrondinformatie over het onderwerp van deze N.V.S. p u b l i c a t i e .

Om de vaak s u b t i e l e o n d e r l i n g e v e r s c h i l l e n t o t hun recht t e l a t e n komen i s v e e l a l de o o r s p r o n k e l i j k e t e k s t van de omschrijvingen aangehaald (wanneer nodig, naar b e s t e kunnen, v e r t a a l d ) .

Om d e z e l f d e reden wordt soms een kanttekening g e p l a a t s t . Deze komen van- zelfsprekend voor rekening van de s c h r i j v e r .

ICRP-AANBEVELINGEN

In de ICRP-aanbevellngen van 1958 (ICRP 1) werd onderscheid gemaakt tussen v e r s c h i l l e n d e groepen van aan s t r a l i n g b l o o t g e s t e l d e i n d i v i d u e n . Er werden d r i e groepen genoemd:

A: beroepsmatig b l o o t g e s t e l d e i n d i v i d u e n 8: s p e c i a l e groepen

C: de bevolking a l s g e h e e l .

Groep B werd onderverdeeld in d r i e subgroepen, r i l . :

B(a):volwassenen d i e werken in de omgeving van " c o n t r o l l e d a r e a s " , maar d i e z e l f geen werk v e r r i c h t e n dat «ie b l o o t s t e l l i n g aan s t r a l i n g veroor- zaakt .

B(b):volwassenen d i e op grond van hun taken van t i j d t o t t i j d in " c o n t r o l - led areas" verkeren maar d i e n i e t worden beschouwd a l s " r a d i a t i o n workers"

B ( c ) : l e d e n van de bevolking d i e in de n a b i j h e i d van " c o n t r o l l e d areas"

wonen.

De ICRP was l a t e r van mening dat de in ICRP 1 beschreven g r o e p s i n d e l i n g van individuen a a n l e i d i n g kon geven t o t misverstanden in het bijzonder voor wat b e t r e f t de t o e p a s s i n g van de aanbevelingen voor de maximaal t o e l a a t b a r e doses voor individuen u i t s p e c i a l e groepen.

In de ICRP-aanbevelingen van 1962 (ICRP 6) werd dan ook een aangepaste b e s c h r i j v i n g van d r i e c a t e g o r i e ë n van individuen gegeven a l s v o l g t :

I e : De e e r s t e c a t e g o r i e b e s t a a t u i t Individuen d i e beroepsmatig aan s t r a l i n g worden b l o o t g e s t e l d . (Daarbij wordt nader uitgewerkt dat onder beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g moet worden verstaan b l o o t s t e l l i n g in " c o n t r o l l e d areas" waar werkers s t r a l l n g s d o s e s kunnen ontvangen boven 1,5 rem per j a a r . )

2 e : De tweede c a t e g o r i e omvat de volwassenen d i e werk v e r r i c h t e n in de omgeving van " c o n t r o l l e d areas" en d i e z i c h van t i j d t o t t i j d binnen d i e gebieden moeten bevinden, hoewel z i j z e l f geen r a d i o l o g i s c h werk v e r r i c h t e n .

3e: De derde c a t e g o r i e b e s t a a t u i t i n d i v i d u e l e leden van de bevolking i n c l u s i e f de personen d i e in de n a b i j h e i d van " c o n t r o l l e d areas"

wonen.

(7)

- 4 -

In de g e l i j k n a m i g e paragrafen "general p r i n c i p l e s regarding working c o n d i - t i o n s " in ICRP-l en ICRP-6, werd het b e g r i p " c o n t r o l l e d area" nader u i t g e - werkt en omschreven a l s een gebied waarbinnen de b l o o t s t e l l i n g van p e r s o - neel aan s t r a l i n g of r a d i o a c t i e v e s t o f f e n onder t o e z i c h t s t a a t van een s t r a l i n g s b e s c h e r a i n g s d e s k u n d i g e ( r a d i a t i o n p r o t e c t i o n o f f i c e r ) .

In ICRP-l en ICRP-6 werd een medisch a a n s t e l l l n g s o n d e r z o e k aanbevolen voor a l l e personen d i e nieuw betrokken worden b i j r a d i o l o g i s c h e werkzaamheden.

Daarbij zou de f a m i l i e - h i s t o r i e , de b e r o e p s h i s t o r i e aan de orde moeten komen en ook de r ö n t g e n d i a g n o s t i s c h e onderzoeken en r a d i o t h e r a p i e t o e p a s s i n - gen d i e men h e e f t ondergaan. Het onderzoek zou verder een v o l l e d i g bloedon- derzoek moeten omvatten. Het uitgangspunt d a a r b i j was dat het medisch onderzoek i n f o r m a t i e moet opleveren over de gezondheidstoestand van de werker om t e voorkomen dat eventueel aanwezige afwijkingen l a t e r verward kunnen worden met schade ten g e v o l g e van s t r a l i n g .

Met betrekk'ng t o t personal monitoring werd g e s t e l d dat a l l e d o s e s t . g . v . beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g s y s t e m a t i s c h moeten worden g e c o n t r o l e e r d met adequate instrumenten om zodoende vast t e s t e l l e n dat de maximaal t o e l a a t - bare d o s e s n i e t worden overschreden en om het zodoende m o g e l i j k t e maken dat per i n d i v i d u a d m i n i s t r a t i e wordt bijgehouden van de s t r a l i n g s b e l a s t i n g . ( N . B . ! De term beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g s l a a t in ICRP-l en IRCP-6 op b l o o t s t e l l i n g binnen " c o n t r o l l e d a r e a s " , d i e g e d e f i n i e e r d worden a l s zones waarbinnen werkers s t r a l i n g s d o s e s kunnen ontvangen boven (might e x c e e d ! ) 1,5 rem per j a a r . )

In de ICRP-aanbevelingen van 1965 (ICRP-9) kwam de ICRP t o t een i n d e l i n g in twee c a t e g o r i e ë n , n l .

( a ) volwassenen d i e worden b l o o t g e s t e l d i . v . m . hun werk (workers) (b) i n d i v i d u e l e leden van de b e v o l k i n g .

( N . B . ! Met deze i n d e l i n g v e r v a l t het onderscheid tussen de b l o o t s t e l l i n g d i r e c t ten g e v o l g e van eigen werkzaamheden en de b l o o t s t e l l i n g d i e het gevolg i s van een i n d i r e c t e betrokkenheid b i j andermans werken met s t r a l i n g s b r o n n e n . Hier wordt dus een d e f i n i t i e gegeven van "workers".)

In de b e s c h r i j v i n g van de algemene uitgangspunten voor de o p e r a t i o n e l e stralingsbescherming had ICRP-9 ook betrekking op de b l o o t s t e l l i n g beneden het niveau van 3 / 1 0 van de maximaal t o e l a a t b a r e d o s e s .

Reeds toen werd g e s t e l d dat de o r g a n i s a t i e van de s t r a l i n g s b e s c h e r m i n g wordt vereenvoudigd door onderscheid t e maken t u s s e n de v e r s c h i l l e n d e c o n d i t i e s waaronder de werkers kunnen worden b l o o t g e s t e l d , n l . :

( i ) c o n d i t i e s zodanig dat de u i t e i n d e l i j k e d o s e s 3/10 van de j a a r l i j k s e maximaal t o e l a a t b a r e d o s e s kunnen o v e r s c h r i j d e n (might e x c e e d ! )

(11) c o n d i t i e s zodanig dat het u i t e r s t o n w a a r s c h i j n l i j k i s dat de u i t e i n d e - l i j k e d o s e s boven 3 / 1 0 van de maximaal t o e l a a t b a r e j a a r d o s e s uitkomen (most u n l i k e l y ! ) .

D u i d e l i j k werd vermeld dat het onderscheid tussen b e i d e c o n d i t i e s eerder berust op een v e r s c h i l in w a a r s c h i j n l i j k h e i d van o v e r s c h r i j d i n g van het 3 / 1 0 - n I v e a u , dan op een v e r s c h i l in f e i t e l i j k v a s t g e s t e l d e d o s e s . Verder werd g e s t e l d dat het onderscheid vooral bedoeld i s om d i f f e r e n t i a t i e moge-

l i j k t e maken in de voorzieningen d i e worden g e t r o f f e n met het oog op de gezondheidsbewaking en de s t r a l i n g s b e s c h e r m i n g s a s p e c t e n van het ontwerp en de b e d r i j f s v o e r i n g van i n s t a l l a t i e s .

In ICRP-9 werd verder aanbevolen om werkers d i e betrokken z i j n b i j opera- t i e s waarbij het 3/10-niveau van de maximaal t o e l a a t b a r e d o s e s zou kunnen worden overschreden, t e onderwerpen aan s p e c i a a l g e z o n d h e i d s t o e z i c h t en persoonsdosimetrie voor uitwendige b e s t r a l i n g en inwendige b e s m e t t i n g .

(8)

Voor werkers d i e t o t de tweede c a t e g o r i e worden gerekend, wordt s p e c i a a l g e z o n d h e i d s t o e z i c h t en i n d i v i d u e l e monitoring n i e t zonder meer n o o d z a k e l i j k g e a c h t . S t r a l i n g s - en bestnettingsmetingen in de werkomgeving worden v e e l a l voldoende g e a c h t , hoewel d a a r b i j werd opgemerkt dat i n sommige g e v a l l e n de persoonsdosimetrie wel w e n s e l i j k kan worden g e a c h t , b i j v . u i t het oogpunt om s t a t i s t i s c h e informatie t e verzamelen over de b l o o t s t e l l i n g e n .

In ICRP-9 werd een " c o n t r o l l e d area" beschreven a l s een gebied waarbij sprake i s van t o e g a n g s c o n t r o l e met het oog op h e t beschermen van personen tegen b l o o t s t e l l i n g aan s t r a l i n g of r a d i o a c t i e v e s t o f f e n .

Over g e z o n d h e i d s t o e z i c h t s t a a t in ICRP-9 t e l e z e n dat de gezondheldsbewa- klng t o t doel h e e f t , om de gezondheid van de werker i n r e l a t i e t o t de taken d i e h i j moet v e r r i c h t e n vast t e s t e l l e n . Zowel v66r a l s t i j d e n s de werk- zaamheden. De vorm en de u i t g e b r e i d h e i d van de onderzoeken moeten in wezen h e t z e l f d e z i j n a l s g e b r u i k e l i j k i s i n "general i n d u s t r i a l medical p r a c t i c e "

Het omvat een a a n s t e l l i n g s o n d e r z o e k en p e r i o d i e k onderzoek waarvan de f r e - quentie vooral wordt bepaald door het t o t a l e gezondheidsbeeld en de werkom- standigheden. Gesteld werd dat werkers d i e kunnen worden b l o o t g e s t e l d boven 3/10 van de maximaal t o e l a a t b a r e d o s e s , u i t g e b r e i d e r dienen t e worden onderzocht om achtergrondinformatie t e k r i j g e n voor geval er sprake zou z i j n van een o v e r b e s t r a l i n g en om e v e n t u e l e c o n t r a - i n d i c a t i e s v a s t t e s t e l l e n voor bepaalde werkzaamheden.

In ICRP-aanbevelingen van 1977 (ICRP-26) wordt het bekende d r i e t r a p s s y s t e e m van d o s i s b e h e e r s i n g aanbevolen ( r e c h t v a a r d i g i n g - .\ LA RA - d o s i s l i m i e t e n ) . E . e . a . wordt t o e g e s p i t s t op twee soorten van b l o o t s t e l l i n g n . l . :

1. beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g ( o c c u p a t i o n a l exposure) 2. algemene b l o o t s t e l l i n g (general e x p o s u r e ) .

In par. 161 wordt g e d e f i n i e e r d wat onder beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g wordt v e r s t a a n , n l . a l l e b l o o t s t e l l i n g aan s t r a l i n g en Inname van r a d i o a c t i e v e s t o f f e n t i j d e n s het werk (met de bekende u i t z o n d e r i n g van doses/innamen b i j medisch onderzoek en door n a t u u r l i j k e s t r a l i n g ) . Net a l s i n ICRP-9, maar anders dan in ICRP-l en ICRP-6, b e t r e f t het a l l e b l o o t s t e l l i n g door a l l e werkers i . v . m . hun werkzaamheden.

De w e r k c o n d i t l e s waarbij beroepsmatige b l o o t s t e l l i n g voorkomt, worden v e r - deeld in "working c o n d i t i o n s A" en "working c o n d i t i o n s B". Voor de om- s c h r i j v i n g van deze werkomstandigheden wordt d e z e l f d e terminologie gebruikt a l s in ICRP-9.

In d e z e l f d e paragraaf (L61) wordt apart aandacht besteed aan d i e werkom- standigheden waarbij

( a ) de b l o o t s t e l l i n g n i e t a f h a n k e l i j k i s van de e i g e n werkzaamheden

(b) het werk wordt v e r r i c h t in andere ruimten of gebieden dan waarin de s t r a l i n g s b r o n aanwezig i s .

Gesteld wordt dat deze c a t e g o r i e van werkomstandigheden gekenmerkt moet worden door t o e p a s s i n g van de d o s l s l l m i e t e n d i e geiden voor leden van het p u b l i e k .

ICRP-26 s t e l t dat de t o e p a s s i n g van een systeem van c l a s s i f i c a t i e van werkomstandigheden wordt vereenvoudigd door de invoering van een o v e r e e n - komstig systeem van c l a s s i f i c a t i e van de werkplaats (ruimten en g e b i e d e n ) . Op z i j n minst d i e n t er sprake t e z i j n van het aangeven van " c o n t r o l l e d areas" waar b i j voortdurend b e d r i j f sprake zou z i j n van werkomstandigheden van het type A en waarvoor dan ook toegangsbeperkingen g e l d e n . De afbake- ning van " c o n t r o l l e d areas" hangt af van de p r a k t i j k s i t u a t i e , meestal kan het best gebruik gemaakt worden van bestaande bouwkundige of f y s i e k e be- grenzingen .

(9)

- 6 -

( N . B . ! D i t g a a t v e r d e r dan ICRP-9 waar i n p a r . 113 nog s p r a k e i s van e v e n t u e e l v o l s t a a n met de minimale e i s van h e t g e b r u i k van waar- s c h u w i n g s t e k e n s . )

Verder wordt gesproken van " s u p e r v i s e d a r e a s " waarvan d e g r e n z e n zodanig worden gekozen d a t h e t o n w a a r s c h i j n l i j k i s d a t de j a a r l i j k s e d o s e s boven 1/10 van de d o s i s l i m i e t e n u i t k o m e n .

In ICRP-26 wordt gewaarschuwd voor h e t f e i t d a t e r geen s i m p e l e r e l a t i e b e s t a a t t u s s e n de c l a s s i f i c a t i e van werkgebieden en de c l a s s i f i c a t i e van werkomstandigheden omdat b i j de c l a s s i f i c a t i e van werkgebieden geen r e k e - ning wordt gehouden met de t i j d d i e de b e t r o k k e n w e r k e r s i n d i e omgeving doorbrengen en v e r d e r omdat binnen een g e b i e d g r o t e v e r s c h i l l e n kunnen z i j n i n h e t s t r a l i n g s - of b e s m e t t i n g s n i v e a u .

In ICRP-26 ( p a r . 166) i s t e l e z e n d a t h e t n a a r de mening van de ICRP voor een v e r e e n v o u d i g i n g van de o r g a n i s a t i e , v o o r a l met b e t r e k k i n g t o t h e t medisch t o e z i c h t en de p e r s o o n s g e r i c h t e d o s i r a e t r i e r a e t l n g e n , aan te raden i s om een c l a s s i f i c a t i e van i n d i v i d u e l e w e r k e r s d o o r t e v o e r e n . Hoewel d i t i n p r i n c i p e kan worden gedaan i n samenhang met de c a t e g o r i e - i n d e l i n g van de werkomstandigheden, b l i j k t h e t v o l g e n s ICRP i n de p r a k t i j k werkzamer om een d e r g e l i j k e c a t e g o r i e - i n d e l i n g van w e r k e r s t e r e l a t e r e n aan de a a r d van h e t werk en voor zover d a t v a l t t e v o o r z i e n , aan de t i j d s d u u r van de werkzaam- h e d e n , c . q . de t i j d d i e men i n g e c l a s s i f i c e e r d e werkgebieden d o o r b r e n g t .

EURATOM-RICHTLUNEN

In de E u r a t o r a - r i c h t l i j n e n van 1976 en 1980 wordt t . a . v . de c o n t r o l e en h e t t o e z i c h t op aan s t r a l i n g b l o o t g e s t e l d e w e r k e r s een o n d e r s c h e i d gemaakt t u s s e n twee c a t e g o r i e ë n w e r k e r s , t e w e t e n :

- Categorie A: werkers van wie kan worden verondersteld dat ze een g r o t e r e d o s i s dan 3/10 van een van de j a a r d o s l s l i r a i e t e n kunnen ontvangen.

- Categorie B: werkers van wie n i e t kan worden verondersteld dat ze een d e r g e l i j k e d o s i s kunnen ontvangen.

In de Euratom-richtlijnen worden de aan s t r a l i n g b l o o t g e s t e l d e werkers e x p l i c i e t gedefinieerd en wel a l s personen d i e beroepshalve een s t r a l i n g s - b e l a s t i n g kunnen ontvangen boven het niveau van 1/10 van de j a a r d o s l s l i r a i e -

t e n .

(N.B.! Zoals verderop zal b l i j k e n kennen het RASB en TB een d e r g e l i j k e d e f i n i t i e n i e t . )

In de Euratora-richtlijnen wordt eenzelfde omschrijving van g e c l a s s i f i c e e r d e ruimten aangehouden a l s in ICRP-26, n l .

(a) controlled a r e a s : ledere zone waar gevaar b e s t a a t voor overschrijding van 3/10 van de jaardoslsliraieten

(b) supervised a r e a s : l e d e r e zone waarin 1/10 van de j a a r d o s l s l i r a i e t e n kan worden overschreden (voor zover n i e t aangemerkt a l s controlled a r e a ) . (N.B.! In de Nederlandstalige uitgave van de r i c h t l i j n e n worden con-

t r o l l e d areas a l s gecontroleerde gebieden en supervised areas a l s bewaakte zones v e r t a a l d . Deze woordkeuze s t r o o k t nietmet de r e l a -

t i e v e zwaarte die volgens Van Dale, woordenboek der Nederlandse Taal, aan deze terminologie wordt toegekend:

Bewaken • ergens vertoeven ora de v e i l i g h e i d van iemand te ver- zekeren.

Controleren » toezicht oefenen op werking of werkzaamheid.)

Het -nedisch toezicht op de aan s t r a l i n g b l o o t g e s t e l d e werkers moet volgens Euratora-richtlijnen gebaseerd z i j n op de algemene beginselen van de a r - beldsgeneeskunde. Naar gelang het betreffende geval omvat het keuringen voor de aanvang van het dienstverband en l a t e r e periodieke gezondheidskeu-

(10)

r i n g e n , waarvan aard en f r e q u e n t i e a f h a n k e l i j k z i j n van d e g e z o n d h e i d s t o e - s t a n d van d e w e r k e r s , de a r b e i d s o m s t a n d i g h e d e n en de e v e n t u e l e i n c i d e n t e n . Voor w e r k e r s van c a t e g o r i e A d i e n t de u i t o e f e n i n g van h e t medisch t o e z i c h t v e r z e k e r d t e worden door e r k e n d e a r t s e n . Er i s d a a r b i j s p r a k e van v e r p l i c h - t i n g t o t medisch onderzoek voor de aanvang van h e t d i e n s t v e r b a n d , algemeen medisch t o e z i c h t en p e r i o d i e k e g e z o n d h e l d s k e u r i n g e n . Deze l a a t s t e t e n m i n s t e eenmaal per j a a r , i n d i e n de b l o o t s t e l l i n g s o m s t a n d i g h e d e n of d e g e z o n d h e i d s - t o e s t a n d van de b e t r o k k e n e d i t v e r e i s t .

U i t g a n g s p u n t voor de wijze waarop en de f r e q u e n t i e waarmee de b l o o t s t e l l i n g van w e r k e r s wordt b e p a a l d , i s h e t c r i t e r i u m d a t i n i e d e r g e v a l moet kunnen worden v a s t g e s t e l d d a t aan de Euratom-basisnormen wordt v o l d a a n .

I n h e t b i j z o n d t r worden b e p a l i n g e n gegeven voor h e t meten van i n d i v i d u e l e d o s e s voor d e w e r k e r s van c a t e g o r i e A. Deze d i e n e n s y s t e m a t i s c h t e g e s c h i e - den op b a s i s van i n d i v i d u e l e m e t i n g e n , zo nodig aangevuld met c o l l e c t i e v e m e t i n g e n .

NEDERLANDSE WETGEVING

In h e t oude V e i l i g h e i d s b e s l u i t I o n i s e r e n d e S t r a l e n (VBIS, 1963) was h e t b e g r i p r a d i o l o g i s c h e werkzaamheden g e d e f i n i e e r d : Globaal omschreven a l s h e t omgaan a n d e r s dan b i j h e t v e r v o e r met

- t o e s t e l l e n d i e , op p l a a t s e n waar zich personen kunnen bevinden, uitwen- dige b e s t r a l i n g kunnen veroorzaken, boven het niveau van 0 , 5 millirem per uur

- r a d i o a c t i e v e stoffen i n hoeveelheden boven nader aangegeven a c t i v i t e i t afhankelijk van het type s t r a l i n g en het soort s t r a l i n g s b r o n .

In het VBIS werd onderscheid gemaakt tussen

(a) arbeiders die radiologische werkzaamheden v e r r i c h t e n

(b) arbeiders die geen radiologische werkzaamheden v e r r i c h t e n doch d i e geregeld moeten vertoeven t e r p l a a t s e waar die werkzaamheden worden v e r r i c h t

(c) arbeiders ( n i e t a l s bedoeld onder a en b) t . a . v . wie u i t hoofde van de door hen te v e r r i c h t e n werkzaamheden een dosisbeperking t o t 0,5 rem

per j a a r ( e n z . ) bezwaarlijk of onmogelijk i s

(d) a l l e andere a r b e i d e r s dan bedoeld onder a, b en c .

In het V3IS was geregeld dat a l l e a r b e i d e r s die radiologische werkzaamheden voorafgaand een medisch onderzoek ondergingen. Verder ook eenmaal per jaar of eenmaal per 3 maanden afhankelijk van de ontvangen s t r a l i n g s d o s i s .

Hoewel In het R a d i o a c t i e v e - s t o f f e n - b e s l u i t 1981 en het T o e s t e l l e n b e s l u i t 1981 n i e t e x p l i c i e t sprake i s van een c a t e g o r i e - i n d e l i n g wordt er toch onderscheid gemaakt tussen v e r s c h i l l e n d e groepen van personen die beroeps- halve of u i t hoofde van hun opleiding* betrokken zijn b i j werkzaamheden met r a d i o a c t i e v e stoffen en t o e s t e l l e n .

* Onder opleMing wordt v e r s t a a n , ( z i e a r t i k e l 2 5 . c . , 2e lid van het RASB) het zich voorbereiden op een beroep waarbij z'.j aan ioniserende s t r a l i n g worden blootgesteld of u i t hoofde van hun studie werkzaamheden met

stralingsbronnen v e r r i c h t e n . Wanneer kortheidshalve wordt gesproken van beroepshalve, wordt b l o o t s t e l l i n g u i t hoofde van oplpiding daaronder begrepen.

(11)

- 8 -

Met name in a r t i k e l 25, RASB en a r t i k e l 19, TB, wordt onderscheid gemaakt tussen

(a) personen die beroepshalve werkzaamheden v e r r i c h t e n met r a d i o a c t i e v e s t o f f e n / t o e s t e l l e n of in de nabijheid daarvan en d a a r b i j een s t r a - l i n g s b e l a s t i n g kunnen ontvangen g r o t e r dan 3/10 van de j a a r d o s i s i i m i e - ten

(b) personen die beroepshalve werkzaamheden v e r r i c h t e n met r a d i o a c t i e v e s t o f f e n / t o e s t e l l e n of i n de nabijheid daarvan en d a a r b i j een s t r a - l i n g s b e l a s t i n g kunnen ontvangen g r o t e r dan 1/10 van de jaardosi s i inlie- t e n .

(N.B.! Logisch geredeneerd i s er dan ook nog een derde groep, n l . de personen die beroepshalve werkzaamheden v e r r i c h t e n met radioac- t i e v e stoffen/ t o e s t e l l e n of in de nabijheid daarvan en d a a r b i j een s t r a l i n g s b e l a s t i n g kunnen ontvangen k l e i n e r dan 1/10 van de j a a r d o s i s l i m i e t e n . )

Andere personen dan degenen d i e beroepshalve werkzaamheden v e r r i c h t e n met of in de nabijheid van r a d i o a c t i e v e s t o f f e n / t o e s t e l l e n worden in a r t . 25a, RASB, en a r t . 19a, TB, a p a r t genoemd, namelijk:

- personen die tengevolge van hun aanwezigheid op het perceel aan s t r a l i n g kunnen worden blootgesteld en

- personen t . a . v . wie het u i t hoofde van de door hen beroepshalve t e ver- r i c h t e n werkzaamheden bezwaarlijk of onmogelijk i s de s t r a l l n g s b e l i s t i n g te beperken t o t 1/10 deel van de j a a r d o s l s l i m i e t e n voor radiologische werkers.

(N.B.! Overigens wordt m . l . deze l a a t s t e subgroep ten onrechte apart ge- noemd. Immers deze subgroep v a l t volledig binnen de omschrijving van degenen die beroepshalve betrokken z i j n b i j werkzaamheden zoals gegeven In a r t . 25a, RASB, en 19a, TB. Het i s ongetwijfeld

terug te voeren op het vroegere VBIS waarin onderscheid werd gemaakt tussen a r b e i d e r s die geen radiologische werkzaamheden v e r r i c h t e n doch geregeld moeten vertoeven op plaatsen waar r a d i o -

logische werkzaamheden worden v e r r i c h t en anderszins a r b e i d e r s die min of meer i n c i d e n t e e l op d e r g e l i j k e plaatsen vertoeven.) In het RASB en TB 1981 i s medisch t o e z i c h t door erkende a r t s e n voorgeschre- ven voor personen die b i j het v e r r i c h t e n van werkzaamheden kunnen worden blootgesteld boven 1/10 van de j a a r d o s l s l i m i e t e n .

Geneeskundig onderzoek d i e n t p l a a t s t e vinden:

- voorafgaand aan de werkzaamheden en b i j beëindiging van de werkzaamheden wanneer het personen b e t r e f t d i e werkzaamheden v e r r i c h t e n waarbij de s t r a -

l i n g s b e l a s t i n g groter kan z i j n dan 1/10 deel van de j a a r d o s l s l i m i e t e n

- verder tenminste j a a r l i j k s voor personen die werkzaamheden verrichten waarbij de s t r a l l n g s b e l a s t l n g g r o t e r kan z i j n dan 3/10 van de j a a r d o s l s l i - mieten

- wanneer daavoor door een bijzonder voorval aanleiding t e s t a a n

- wanneer en zolang de (erkende) geneeskundige d i t noodzakelijk a c h t . Artikel 32b, RASB en a r t i k e l 23c, TB, schrijven voor dat controlerende per- soonsdoslmetrle moet worden uitgevoerd b i j a l l e personen die b i j de u i t o e - fening van hun werkzaamheden kunnen worden b l o o t g e s t e l d boven het niveau van 1/10 van de d o s i s l l r a i e t e n .

In het VBIS was persoonlijke s t r a l l n g s c o n t r o l e voorgeschreven voor a l l e arbeiders die radiologische werkzaamheden v e r r i c h t e n .

Overigens komen we in RASB en TB het begrip "omstandigheden" ook tegen; met name is geregeld dat dosistemporaetlngen moeten plaatsvinden In omstan- digheden waarbij sprake kan z i j n van b l o o t s t e l l i n g boven 0,5 rem npr j a a r .

(12)

Cateqorie indeling van werkruimten en beroepshalve blootge- stelde personen in de huidige praktijk (P.H. Diqnum en J.A.M.M. Kops)

Indeling

De uitgangspunten voor een categorie indeling van personen die blootgesteld kunnen worden aan een stralingsdosis als gevolg van hun werk of opleiding moeten worden gevonden in de aanbevelingen van internationaal erkende organisaties op het gebied van de stralingshygiëne en de Nederlandse wetge- ving. In de praktijk zal degene die verantwoordelijk is v.or de stralingshygiënische maatregelen in een instelling of be- drijf zo'n categorie indeling willen koppelen aan de werkom- standigheden zoals ze zich voordoen. Bij de beoordeling vooraf in welke categorie een bepaalde werker moet worden

ingedeeld, dus de afweging of hij/zij een bepaald referen- tieniveau kan overschrijden, is het van groot belang de (weck)situaties te Kennen waarin hij/zij zich zal bevinden.

De NVS heeft in 1982 een enquête gehouden om te weten te ko- men op welke wijze instellingen waar met radioactieve stof-

fen en stralingsbronnen wordt gewerkt een indeling hanteren en waarop ze dat baseren. Een aantal van de reflectanten op de enquête is gevraagd een voordracht te houden op 18 febru- ari 1983 over de bij hun instelling gevolgde indeling en de praktijkervaringen daarmee. In deze publikatie worden deze praktische ervaringen uit de enquetegegevens en de voor- drachtenserie samengevat. Bovendien wordt een poging gedaan te komen tot een voorstel tot uniformering.

Enquête

Aan de oproep van de NVS om deel te nemen aan een enquête over radiologische werkzaamheden hebben 22 stralingsdeskun- digen van even zovele instellingen gereageerd. Zij beoorde-

len de situatie van in totaal 4354 radiologische werkers (van minimaal 3 per instelling tot maximaal 1303 per instel- ling) . Gevraagd werd naar de criteria cUe gebruikt worden voor de indeling van radiologische werkzaamheden. De concre- te vraag was welke factoren wegen mee in uw beoordeling van de risico's/veiligheid van radiologische werkzaamheden. Op de acht vermelde criteria werd als volgt geantwoord:

aantal instel,

ja nee externe persoonlijke dosis 18 4 persoonlijke interne besmetting 14 8 dosistempo werkruimte 14 8 toegankelijkheid werkruimte 13 9 maximale activiteit open bronnen 17 5 maximale activiteit gesloten bronnen 13 9 ervaring (deskundigheid) werkers 17 5 mate van (stralingshygiënisch) toezicht 18 4

(13)

-10-

Voorts weiden nog als mogelijkheden vermeld: de tijdsduur van de werkzaamheden, eigenschap van farmacon en soort nu- clide, verwachte jaardosis, aard werkzaamheden, de omgeving waarin de bronnen worden gebruikt en de mate en aard van het

toezicht.

Niet alle reflectanten gaven een beschrijving van de gehan- teerde indeling en de voorgeschreven beschermingsmaatrege- len. Sommige deden dit summier en anderen heel uitgebreid.

Een samenvatting wordt hier niet gegeven te meer daar de meest in het oog springende indelingen aan de orde komen in de volgende paragraaf.

Voordrachten

In het middagprogramma van de algemene ledenvergadering van de NVS op 18 februari 1983 is een aantal voordrachten gehou- den over de achtergronden en de praktische uitwerking van bestaande indelingen. Bij de keuze van de inleiders is reke- ning gehouden met bijdragen uit verschillende invalshoeken, zodat vrijwel het gehele veld van het toepassen van radioac- tieve stoffen en stralingsbronnen in Nederland werd belicht.

De diverse sprekers waren:

—J.G.W. Gispen, namens J.C. Abrahamse, N.V. PZEM, Middelburg

—Dr. L.B. Beentjes, Univ. Stralingsbeschermingsdienst. KU Nijmegen

-P.H. Dignum, Stralingsbeschermingsdienst ITAL, Hageningen -drs. G.M. van de Ent. Stichting Sazinon. Hoogeveen

-Dr. Y. van der Feer, Gezondheidsbeschermingsafdeling ECN.

Petten

—ir. Chr.J. Huyskens, Stralingsbeschermingsdienst.

TH-fiindhoven

-R.A. Jonkers, Röntgen Technische Dienst, Rotterdam

—Dr. J.C. Post, NIKHEF, Sectie K. Amsterdam

—ing. J. Rosendaal, Afdeling Arbeidsbescherming, N.V.

Philips, Eindhoven

—ir. J. van der Steen, Stralingsbeschermingsdienst, Antonie van Leeuwenhoekhuis. Amsterdam

In het hiernavolgende worden samenvattingen van de voor- drachten gegeven.

1 N.V. PZEM .kerncentrale te Borssele (spreker: J.G.W. Gispen namens J.C. Abrahamse)

Inleiding

In de kerncentrale is ongeveer 200 man eigen personeel werk- zaam. Daarnaast worden per jaar door circa 800 a 1000 perso- nen van andere firma's werkzaamheden verricht. De collectie- ve stralingsdosis per jaar is 400 a 500 manrem. De gemiddel- de jaardosis is voor het eigen personeel circa 600 mrem en voor het personeel van derden circa 500 mrem.

(14)

2 Indeling radiologische werkers

De indeling van personen die tot het gecontroleerde gebied toegelaten worden is gebaseerd op de basisnormen van 1980 van de Europese Gemeenschappen, ICRP 26. en het Radioactieve

Stoffen Besluit nr. 564 van 1981. H?erbij is er vanuit ge- gaan dat de indeling zodanig is dat de kans op overschrij- ding van één der limieten zeer gering is (< 1\). Het gehan- teerde controlesysteem biedt hiervoor voldoende waarborgen.

Onderscheiden worden derhalve:

a niet-radiologische werkers

b radiologische werkers categorie B c radiologische werkers categorie A.

ad a: niet radiologische werkers

Deze groep is te onderscheiden in bezoekers en werkers:

bezoekers: excursies die onder directe PZUM-begeleiding bepaalde gebieden (alleen schone gebieden waarin geen aanwijsbare dosis te verwachten is) in het gecontroleerde gebied mogen betreden. Afhankelijk van het aantal bezoe- kers worden één of meer bedrijfsdosismeters meegegeven, niet-radiologische werkers: hieronder worden verstaan die personen die op plaatsen of in ruimtes werken waar geen besmetting aanwezig is en waar de te verwachten stra- lingsdosis laag is. Tot deze categorie behoren onder an- dere liftmonteurs. servicemonteurs voor de wasserij, het

laboratorium en de telkamer. Deze personen moeten door PZEM-personeel begeleid worden. De maximale dagdosis is 25 mrem. Ter controle dragen ze een bedrijfsdosismeter.

ad b: radiologische werkers categorie B

De maximale jaardosis voor deze categorie is 1500 mrem. Voor wat betreft de inzetbaarheid gelden de volgende beperkingen:

maximale dagdosis: 200 mrem gemiddelde werkveld < 50 mR/h

niet inzetbaar in gebieden met een hoge kans op besmetting - voldoende garanties dat een B-categoriewerker niet plotse-

ling A-werk doet of met een hogere dagdosis uitkomt.

B-categorie radiologische werkers dragen zowel een bedrijfs- dosismeter als een overheidsdosismeter.

ad c: radiologische werkers categorie A

De maximale jaardosis voor deze categorie is 5000 mrem. Er is verder geen beperking aangaande de inzetbaarheid. Tot de- ze categorie behoren alle PZEM-medewerkeis. A-categorie ra- diologische werkers dragen zowel een bedrijfs- als een over- heidsdosismeter .

(15)

- 1 2 -

3 . 3 . 2 U n i v e r s i t e i t van Niimeqen ( s p r e k e r : L.B. B e e n t j e s ) 1 I n l e i d i n g

Bij de Universiteit van Nijmegen zijn circa 800 personen be- trokken bij de diverse radiologische werkzaamheden. In on- derstaande tabel is een onderverdeling naar soort werkzaam- heden gegeven.

aantal personen

radiodiagnostiek 200 radiotherapie 50 nucleaire geneeskunde 200

radionuclidelaboratoria B-niveau 50 radionuclidelaboratorie C+D-niveau 250 ingekapselde bronnen materiaalonderzoek 7 ingekapselde bronnen tandheelkunde 20

Van deze circa 800 personen dragen 160 personen een filmbad- ge die wat registreert. De collectieve jaardosis is ongeveer 0,7 manSv.

2 Beoordeling risico's van de werkzaamheden

Bij de beoordeling wordt in beschouwing genomen:

- de op te lopen externe dosis

- grootte van de kans op inwendige besmetting (bijvoorbeeld 125i)

- activiteit van de te gebruiken open bronnen

- activiteit van de te gebruiken gesloten bronnen.

De uitkomst van de beoordeling bepaalde te stellen eisen, bijvoorbeeld:

- beperkte toegankelijkheid tot de betreffende ruimte - deurbeveiliging, bijvoorbeeld een grote 60Co-bron (tele-

therapie)

- aan de werker:

1 voldoende ervaring

2 bevoegdheid te verkrijgen door middel van een cursus, (of anderszins, zogenaamde grootvaderclausule).

In ieder geval komt de Universitaire Stralingsbeschermings- dienst zelf bij het eerste experiment kijken en controle me- tingen verrichten.

3 Speciale maatregelen

- gebouwen zijn zo nodig voorzien van dikke muren en loodaf- scherming in de deuren

- wekelijkse meting van het exposietempo/dosistempo in B-la- boratoria

(16)

- maandelijkse controle van de besmettingsniveaus in de B- en c-laboratoria

- controle op toestellen bij aanvang

- continue controle van lozing op het riool - incidentele controle op luchtbesraetting - incidentele controle op afzuiging

- incidentele controle op inwendige besmetting.

Indeling radiologische werkers

Ter illustratie is in figuur 1 de dosisverdeling voor het jaar 1980 gegeven. In figuur 2 is de dosisverdeling gegeven, ervan uitgaande dat elke "lege badge" overeenkomt met 0,1 mSv, tenzij voor de betreffende persoon alle gedurende het

jaar uitgelezen badges leeg waren.

uit deze figuren blijkt dat slechts een klein aantal perso- nen een jaardosis heeft groter dan 15 mSv (3 in figuur 1 en 4 in figuur 2 ) . Het aantal personen met een dosis tussen 1 en 15 mSv/jaar is 15 in figuur 1 en 23 in figuur 2. Het aan- tal personen met een dosis minder dan 5 mSv/jaar gedraagt 750 waarvan er in de figuren 1 en 2 respectievelijk 142 en 133 voorkomen. Volgens de nieuwe wettelijke regelingen leidt bovenstaande tot een gering aantal A- en B-werkers (4 res- pectievelijk 23). terwijl de overigen voor wat betreft uit- wendige bestraling alleen als niet-radiologisch werker ge-

klassificeerd zouden kunnen worden. Nadrukkelijk moet worden opgemerkt dat hier alleen de uitwendige bestraling is be- schouwd. Het meenemen van de inwendige besmettingskans moet dan uiteraard nog geschieden.

360 90

80

70

$60

I

S/0

m

?o to

AA/TM NKlOnHI Pf/t OOSISWtP; GlMIMlffOt OOI/S TQÏAlt WlGKAll DOSIS .38 mailt

JAAK WO

X toniwioiom

CAMDIOMH

\-MOSCOW-

n

H '' 40 OWf)

F i g u u r 1 b i j 3 . 3 . 2

(17)

- 1 4 -

350 90 to 10

$00

\40

SO 10

»

0

AAHTAl HtlMMMt DOMMtP; WlWiWtltD + OJmfr Nt j/ff' JAM TtftlU Attf 9AD6H UtO TOTAU inmmf DOSIS M msnSt

JAAt ttSO

IS 1$ 40 D/mSv)

F i g u u r 2 b i j 3 . 3 . 2

3.3.3 Stichting ITAL. Wapeningen (spreKer: P.H. Dignum) 1 Inleiding

- Het toepassen van radioactieve stoffen of stralingsbronnen mag uitsluitend gebeuren in daartoe bestemde werkruimten of onder bij de SBD bekende werkomstandigheden.

- Er is een klassificatiesysteem gebaseerd op de aard van de werkzaamheden en de risicobeoordeling voor mens en omge- ving. Er zijn vier risicoklassen.

- Niet iedereen mag zonder meer radiologische werkzaamheden verrichten. Er is een systeem van toelatingen gebaseerd op deskundigheidseisen en mogelijkheden van toezicht en con- trole.

- Mensen, die in dergelijk ruimten of onder dergelijke om- standigheden moeten werken worden radiologische werkers genoemd.

- Voor elke geklassificeerde ruimte of situatie is een toe- zichthoudende deskundige aangesteld, de lokale stralings- deskundige. Een lokale stralingsdeskundige kan aangesteld zijn voor meerdere ruimten of situaties.

(18)

- Voor een lokale deskundige gelden aparte deskundigheids- eisen gerelateerd aan de risicoklasse.

- Alle radiologische werkers worden ingedeeld in drie groe- pen op de mogelijkheid van het oplopen van een stralings- dosis boven de natuurlijke achtergrond.

- De SBD beoordeelt de werkruimten, werksituaties en radio- logische werkers en beslist over de indeling.

- Voor elke werkruimte of werkomstandigheden gelden gedrag- regels gebaseerd op wettelijke voorschriften, voorwaarden uit vergunningen ingevolge de Kernenergiewet en richtlij- nen van de SBD.

Uitwerkingen

Risicoklassen werkruimte en werksituaties

De volgende veel voorkomende werksituaties kunnen worden on- derscheiden:

- werkzaamheden met ingekapselde bronnen

- werkzaamheden met of bij bestralingsinstallaties - werkzaamheden met open bronnen

- werkzaamheden met röntgenapparaten - werkzaamheden met andere toestellen

- werkzaamheden in verband met vervoer en opslag - overige werkzaamheden.

Bij het indelen van werksituaties en werkruimten in risico- klassen is het zinvol te kijken naar de mogelijkheid tot het regelmatig oplopen van een bepaalde dosis gedurende een kor- te periode. Gekozen is voor een referentieperiode van een week.

Er zijn vier risicoklassen:

risicoklasse I: 0.1 msv/week (10 mrem/week) wordt niet overschreden

risicoklasse II: 0.3 mSv/week (30 mrem/week) wordt niet overschreden

risicoklasse III: 1 mSv/week (100 mrem/week) wordt niet overschreden

risicoklasse IV: 1 mSv/week (1000 mrem/week) wordt niet overschreden.

Bij de beoordeling van de werksituaties wordt uitgegaan van de verwachting dat de weergegeven limietwaarden gedurende het werk kunnen worden overschreden. Uiteindelijk kan pas achteraf een opgelopen dosis worden bepaald. Het is echter nodig vooraf te kunnen oordelen. Daarom is voor de Wagening- se situatie een overzicht gemaakt van veel voorkomende werk- situaties met een summiere indicatie onder welke omstandig- heden een indeling in een van de vier risicoklassen zal wor- den aangehouden.

(19)

-16-

Groepsindelinq radiologische werkers

Het hier gehanteerde begrip radiologische werker wordt ge- hanteerd voor mensen in de geklassificeerde werksituaties.

In principe worden alle personen radiologisch werker ge-

noemd, die zelf met radioactieve stoffen of stralingsbronnen omgaan of daar nauw bij betrokken zijn. De nodige differen- tiatie wordt verkregen door middel van een onderverdeling gebaseerd op het mogelijk overschrijden van een bepaalde fractie van de jaardosislimiet, zoals die in wettelijke re- gelingen is vastgesteld (1) (2). De differentiatie komt tot uiting in de volgende stralingshygiënische maatregelen:

- medische keuringen

- persoonlijke fysische dosismeters - metingen biologische monsters.

A Mogelijke weekdosis > 0.3 roSv (30 mrera)

- Medische keuring vooraf noodzakelijk en ook bij beëindi- ging.

- Periodiek medisch onderzoek tenminste jaarlijks.

- Persoonlijk dosismeter verplicht tenzij uitsluitend in- wendige besmetting kan bijdragen tot op te lopen dosis.

- Biologische bemonstering (urine) en meting noodzakelijk als de op te lopen dosis veroorzaakt kan worden door in- wendige besmetting.

B 0.3 mSv (30 mrem) > mogelijke weekdosis > 0.1 msv (10 mrem) - Medische keuring vooraf noodzakelijk en ook bij beëindi-

ging.

- Periodiek medisch onderzoek niet nodig, alleen op indika- tie.

- Persoonlijke dosismeter afhankelijk van risicoklasse werk- omstandigheden.

- Biologische bemonstering (urine) en meting afhankelijk van risicoklasse werkomstandigheden en uitsluitend op indika- tie dat inwendige besmetting mogelijk is.

C Mogelijke weekdosis < 0.1 mSv (10 mrem) - Medische keuring vooraf niet nodig.

- Periodiek medisch onderzoek niet nodig.

- Persoonlijke dosismeter niet nodig.

- Biologische bemonstering (urine) en meting niet nodig.

Beoordeling werksituatie en radiologische werkers

Bij de beoordeling van het totale risico moet gekeken worden naar de werksituatie en naar de personen.

(20)

Beoordeliwg werksituaties

Elke werksituatie waarbij radioactieve stoffen of stra- lingsbronnen worden toegepast moet bekend zijn bij de SBD.

Voor sommige werkomstandigheden kan volstaan worden met een melding, anders is schriftelijke toestemming nodig van de SBD. Een toestemming kan voor een lange periode geldig zijn.

Nieuwe bouwkundige voorzieningen of technische installaties behoeven altijd schriftelijk afdoening. Voor werkzaamheden

in een bestaand radionuclidenlaboratorium is meestal een globale omschrijving van de werkzaamheden voldoende.

De veiligheidsbeoordeling en klassificatie van de werkzaam- heden wordt gedaan door het hoofd van de SBD in overleg met de lokale deskundige. Het is mogelijk, dat in een werkruimte zowel werkzaamheden van een lage risicoklasse worden uitge- voerd naast werkzaamheden van een hogere risicoklasse. Het

zal dan gebruikelijk zijn de hele werkruimte in te delen in de hoogste klasse, tenzijn kan worden aangetoond, dat de werkzaamheden van die hogere klasse niet gelijktijdig worden uitgevoerd met werkzaamheden die lager zijn ingedeeld.

Aanmelding en registratie van radiologische werkers

Alle personen, die onder de condities zoals hier is weerge- geven radiologische werkzaamheden moeten gaan verrichten, dienen te worden gemeld aan de SBD. De nodige gegevens die- nen te worden verstrekt op een daartoe bestemd formulier.

3 Deskundiqheidsbeoordelinq

Bij een beoordeling van de deskundigheid van radiologische werkers moet uitgegaan worden van door de SBD vast te stel-

len minimale eisen, waarbij wordt uitgegaan van het ont- vangen hehben van instruktie, het gevolgd hebben van een cursus op het gebied van stralingsveiligheid en opgedane er- varing. De lokale deskundige dient steeds een hogere graad van deskundigheid te hebben dan de andere radiologische wer-

kers in een bepaalde werksituatie. Bij het toepassen van open bronnen is voor risicoklasse III en IV een deskundig- heid vereist met een zogenaamd C-diploma. Voor het omgaan met ingekapselde bronnen en toestellen zal meestal verwezen wor- den naar de cursussen van de Stichtingen cursussen materia- lenkennis.

4 Medische keuring

De medische keuringen voorafgaande aan de werkzaamheden wor- den door de betrokken instellingen aangevraagd bij de rijks- geneeskundige Dienst (R6D). De (jaarlijkse) herkeuringen zul ;n worden geregeld in overleg tussen RGD en SBD.

(21)

-18- 5 Persoonsdosimetrie

Het is niet nodig, dat alle radiologische werkers van een persoonlijke dosismeter worden voorzien. In een werkruimte waar verschillende werkzaamheden worden gedaan waarbij strikt genomen sommige medewerkers wel en anderen geen dosismeters hoeven te draden moet men ervan uitgaan, dat allen worden voorzien van een dosismeter.

(1) Radioactieve Stoffenbesluit Kernenergiewet (2) Toestellenbesluit Kernenergiewet

3.3.4 Stralingsbescherming op het laboratorium voor nucleaire ge- neeskunde van de Stichting Sazinon te Hooqeveen en Meppel

(spreker: G.M, van der Ent) Radiologische werkruimten:

Het laboratorium heeft 2 lokaties, 1 in het ziekenhuis te Hoogeveen en 1 in het ziekenhuis te Meppel. Beide met een B-vergunning voor diagnostiek en therapie (uitsluitend voor behandeling van hyperthyreoidie). Beide lokaties hebben een:

- hoogactief laboratorium voor bereiding van radiofarmaca met brandvrije ruimte met continue exposiemeting in de meest gebruikte ruimten

- sluis met gasdoorstroomteller voor controle van besmetting aan handen, schoenen en kleding

- ruimte voor toediening van radioactiviteit aan patiënten - ruimte voor patiëntenonderzoek (gammacamera)

- een in vitro laboratorium (alleen in Hoogeveen).

Elk laboratorium heeft de beschikking over draagbare besmet- tingsmonitoren.

Persoonlijk dosismetinq

Elke radiologische werker beschikt over een pendosismeter voor acute aflezing plus een filmbadge van het ECN voor pe-

riodieke registratie van gamma- en bêtastraling.

Medische keuring

Jaarlijkse keuring van alle radiologische werkers door mid- del van:

- lichamelijk onderzoek - bloedonderzoek

- rörtgenologische thoraxfoto, alleen indien hierom door be- trokkene wordt gevraagd.

Veiligheidsvoorschriften

Aan elke radiologische werker wordt bij het aangaan van het dienstverband een veiligheidsvoorschrift uitgereikt. In de eerste week van het dienstverband wordt de medewerker hier- over mondeling geïnstrueerd. In elke radiologische werkruim-

(22)

te hangen de "tien geboden voor radiologische werkers". Van alle handelingen die op het laboratorium worden gedaan, vra- gen de bereiding van radiofarmaca en de toediening van the- rapeutische hoeveelheden 1-131 bij hyperthyreoidic. het han- teren van de grootste hoeveelheden radioactiviteit. Deze handelingen mogen slechts worden gedaan door ervaren en spe- ciaal daarvoor toegelaten medewerkers.

3.3.5 Energieonderzoek Centrum Nederland (spreker: Y. van der Feer) 1 Aard van radiologische werkzaamheden

Het aantal ECN-personeelsleden dat radiologische werkzaamhe- den verricht is 270. De indeling naar de aard van de werk- zaamheden volgens de rubrieken van de Werkgroep Inventarisa- tie levert de volgende onderverdeling op:

soort aantal werkers radionuclide laboratorium

A-

-niveau 44

radionuclide laboratorium B--niveau 31 radionuclide laboratorium C-•niveau 86 radionuclide laboratorium D--niveau 8

röntgentoestellen 5

deeltjesversnellers 2

afvalverwerking 14

onderzoeksreactoren 80

De collectieve jaardosis is circa 50 manrem, met een per- soonsgemiddelde van circa 200 mrem/jaar.

2 Gehanteerde definitie voor radiologische werkzaamheden Werkzaamheden met:

- open bronnen, waarvan activiteit meer is dan:

zeer hoog radiotoxisch 0,1 jiCi hoog radiotoxisch 1 yCi matig radiotoxisch 10 pCi laag radiotoxisch 100 yCi - gesloten bronnen waarvan activiteit meer is dan 1 mCi - toestellen, zoals gedefinieerd in het toestellenbesluit Aanpassingen in deze in verband met de nieuwe aanbevelingen en wettelijke regelingen zullen vooralsnog niet plaatsvinden.

(23)

-20-

Indelinq radioliqische werkruimten

gecontroleerde zones + stralingsbronnen aanwezig

+ regels ten aanzien van persoons- dosimetrie en kleding

+ plaatselijke aanduiding van stralings- en besmettingsniveaus + toegang voor ieder die zich aan de regels houdt

- verboden zones + stralingsbronnen aanwezig

+ hoog stralingsniveau of aanzien- lijke besmetting mogelijk of aan- wezig

+ regels afhankelijk van de situa- tie

+ toegang voor aangewezen radiolo- gische werkers en anderen alleen na toestemming en onder toezicht Aanpassingen in verband met de nieuwe aanbevelingen en wette- lijke regelingen worden nie* nodig geacht. Zo is er geen be- hoefte aan de invoering van een bewaakte zone (supervised area).

Indeling werkers

radiologische werkers (dosislimiet 5 rem/jaar)

1 zij die radiologische werkzaamheden verrichten (zie 2) 2 zij die regelmatig in radiologische werkruimten aanwezig

zijn (zie 3)

niet-radiologische werkers (dosislimiet 0,5 rem/jaar), wer- kers belast met:

1 onderhoud, reparatie in radiologische werkruimten 2 toezicht in radiologische werkruimten

3 bewaking, brandweer 4 werkzaamheden elders

Met het oog op de nieuwe aanbevelingen en wettelijke rege- lingen zal indeling in A- en B-categoriewerkers plaatsvinden op grond van de volgende criteria:

+ gemeten stralingsbelasting in het verleden

+ mogelijkheid van blootstelling aan hoge stralingsniveaus + hoeveelheid verspreidbare activiteit, met als parameters:

inhalatie-ALI, fysische vorm van het actieve materiaal en de werkomstandigheden

Persoonlijke dosimetric - Externe bestraling

+ radiologische werkers (zie 4 ) ; B, y, neutronen dosis- meter

• niet-radiologische werkers categorieën 1. 2 en 3 (zie 4); T-do8ismeter

+ extra dosismeter afhankelijk van de werkzaamheden

(24)

Inwendige bestraling

+ radiologische werkers; enkele groepen routinematig tota- le lichaamstelling of urine-analyse. Voor de overigen controle op indicatie

+ niet-radiologische werkers: controle op indicatie

Aanpassingen in verband met de nieuwe aanbevelingen en wette- lijke regelingen worden niet nodig geacht.

(25)

- 2 2 -

3.3.6 Technische Hogeschool Eindhoven (THE) ( s p r e k e r : C h r . J . Huyskens) 1 Inleiding

De aard van de werkzaamheden is zeer divers. Zo zijn er 400 ingekapselde radioactieve bronnen in gebruik, er is^een cyclotron, er zijn een 25-tal röntgendiffractie-apparaten, een 3-tal röntgentoestellen en een neutronenge- nerator. Voor de toepassing van open radioactieve stoffen beschikt de THE over een aantal radiochemische laboratoria op B- en C-niveau.

2 Indeling ruimten e.g. projecten

De ruimten en de projecten worden verdeeld in 4 risicoklassen, naar gelang het mogelijke risico voor personen die de werkzaamheden verrichten, nl.;

klasse I wanneer sprake is van geen of een verwaarloosbaar risico, zoals bijvoorbeeld toepassingen die bedoeld worden in TB, artikel 3 en RASB, artikel 6.

klasse II wanneer sprake is van een stralingsbelasting per maand ten hoogste gelijk aan 1/300 deel van de jaardosislimieten voor beroepsmatige blootstelling (dus ca. 15 mrem per maand \^uc het effectief dosisequivalent). Voorbeelden zijn röntgen- dif fractie, werken met kleine ingekapselde bronnen en transport van radioactieve stoffen.

klasse III wanneer sprake is van stralingsbelasting per maand kleiner dan 1/30 van de jaardosislimieten voor beroepsmatige blootstelling (dus ca. 150 mrem voor het effectief dosisequivalent). Voorbeelden zijn C-laboratorium en het werken met matige ingekapselde bronnen.

klasse IV wanneer sprake is van een stralingsbelasting per maand moge- lijk groter dan 1/30 van de jaardosislimieten voor beroepsma- tige blootstelling (dus groter dan ca. 150 mrem voor het effectief öosisequivalent). Voorbeelden zijn het cyclotron- bedrijf, nuclidenproduktie en het werken met sterke ingekap- selde bronnen.

3 Ruimte/projectgerichte toezicht door de Stra-tingsbeschermingsdienst (SBO) Door de Stralingsceschermingsdienst wordt een ruimte- en projectgerichte controle en toezicht uitgevoerd, waarvan de benadering is samengevat in onderstaande tabel.

risicoklassen ruimten c.q. projecten

I II III IV

veiligheidsrapport neen soms

ja ja

toelating door SBD melding soms

Ja ja

broncontroles

ja ja ja ja

besmettingscontroles neen soms

Ja ja

stralingsniveaucontroles neen soms

ja ja

ruimtedosimetrie neen neen soms

ja

omgevingsdosimetrie neen neen neen

Ja

waarschuwingstekens informatief

Ja ja ja

toegangsbeperkingen neen soms

ja ja

toegangscontrole neen neen soms

ja

toegangsverbod neen neen neen soms

(26)

4 Categorie-indeling van personen

De personen die betrokken zijn bij werkzaamhen. T met radioactieve stoffen of met toestellen worden ingedeeld in een driett categorieën, al naar gelang de redelijkerwijs te verwachten stralingsbelasting.

Categorie A:

Personen die tijdens hun werk of opleiding aan straling kunnen worden blootgesteld en daarbij een gerede kans hebben op een stralingsbelasting per drie maanden groter dan 1/10 deel van de betreffende jaardosislimieten voor beroepsmatige blootstelling.

Categorie B:

Personen die tijdens hun werk of opleiding aan straling worden blootgesteld en daarbij een gerede kans hebben op een stralingsbelasting per drie maanden groter dan 3/100 deel doch in de regel kleiner dan 1/10 deel van de jaar- dosislimieten voor beroepsmatige blootstelling.

Categorie C:

Personen die tijdens hun werk of opleiding aan straling worden blootgesteld en daarbij een gerede kans hebben op een stralingsbelasting per drie maanden groter dan 1/100 deel doch in de regel kleiner dan 3/100 deel van de jaar- dosislimieten voor beroepsmatige blootstelling.

5 Gezondheidsbeschermende maatregelen

Bij de uitvoering van de persoonsgerichte gezondheidsbeschermende maatrege- len wordt onderscheid gemaakt naar de betreffende categorie. Het betreft zowel medische als stralingsfysische aspecten. E.e.a. is kort samengevat in de onderstaande tabel.

categorie personen

A B C

toelating door SBO

ja ja ja

introductie+instructie

ja ja ja

cursus+practicum

ja ja

somó

begeleiding+toezicht

ja ja ja

persoonsdosimetrie (uitw.)

ja ja ja

job-dosimetrie (uitw.)

ja

soms neen

extremiteiten dosimetrie

ja

soms neen

controle uitw. besmetting

ja

soms neen

controle inw. besmetting

ja

soms neen

medische keuring in/uit

ja

soms neen

periodiek medisch onderzoek

ja

neen neen

(27)

- 2 4 -

6 Dosimetrie

Het aantal personen dat betrokken is bij radiologische werkzaamheden op de THE varieert tussen 200 en 300 per jaar. Het karakter van de instelling brengt met zich mee dat een groot aantal van hen slechts gedurende enkele maanden betrokken kan zijn bij radiologisch werk.

De ervaring van de afgelopen jaren leert dat binnen categorie A, die een 10-tal personen omvat, sprake is van een effectieve jaardosis die per per- soon varieert tussen 250 en 2000 mrem. De collectieve effectieve dosis bin- nen deze groep is ongeveer 5000 mrem per jaar.

Categorie B omvat ongeveer 100 personen per jaar. Bij 15 & 25 personen uit deze groep is sprake van meetbare stralingsbelasting die op jaarbasis varieert tussen 20 en 400 mrem effectief dosisequivalent.

Categorie C omvat ca. 150 personen. In de regel blijkt slechts incidenteel sprake te zijn van een feitelijke stralingsdosis, die dan in alle gevallen kleiner bleek dan 50 mrem in een jaar.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is uitsluitend het gevolg van de groei van het achterstallig bedrag bij de hypothecaire kredieten: kredietnemers met een wanbetaling voor hun hypothecair krediet, kijken in

Gemiddeld genomen over de periode van juli 2018 tot en met september 2020 was de hoogte van een vordering vanwege overtreding van de inlichtingenplicht €2.201.. De gemiddelde

Sandra EVRARD (Action et Recherche Culturelles (ARC)); Raphaël FANUEL (Luttes Solidarités Travail (LST)); Karin FATZAUN (Fachbereich.. Familie und Soziales des

D’HONDT Bert (Welzijnszorg); DOMBRECHT Petra (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) - afdeling maatschappelijke integratie en werk); DEWULF Koen (Centrum voor

faculté de droit), Sébastien Fontaine (Cellule Habitat durable - Cabinet du Ministre wallon du Logement), Alice Forrest (CEFA Ville de Bruxelles), Martin Fortez (Centre

Catholique de Louvain), Danielle MOURAUX, Franc¸oise MULKAY (Communaute´ franc¸aise - Secre´tariat ge´ne´ral), Aziz NAJI (SPP Politique scientifique / POD Wetenschapsbeleid), Cani

D’HAEN (De Willers vzw), Philippe D’HAEYERE (Plate-forme ‘Justice pour tous’), Els D’HOOGE (De Keeting vzw), Mercedes D’HOOP (Home Familial Bruxellois), Lydia DIELS

Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon