• No results found

De Wever: sterker in Londen danin Brussel?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Wever: sterker in Londen danin Brussel?"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Paniek op het hoofdkwartier van Kadhafi

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Le Soir: editie mille collines!

“Een Franstalige Belg, niet helemaal Vlaams, niet helemaal Brussels, niet helemaal Waals. Op zijn gemak in zijn buurt, al wordt hij er geregeld aan herinnerd dat hij niet helemaal thuis is.” Rarara, wie of wat is dat? Dat is een omschrijving van het volkje dat geacht wordt zich voortaan dagelijks te goed te doen aan “L’ Edition Bruxelles Périphérie” van Le Soir, het vakblad voor Vlamingenha- ters dat nu ook een regionale editie uitbrengt voor naar schatting 150.000 Franstaligen op de Duizend Heuvels van de Rand.. “Elke dag actualiteit uit uw regio”, bloklettert de nieuwe bijlage van Béatrice Delvaux. Die uiteraard - op de haar geheel eigen hypo- criete wijze - met klem ontkent dat er aan annexatiepolitiek wordt gedacht of gedaan. Anders was ze naar eigen zeggen wel “all the way” gegaan en had ze de editie zonder meer “Grand Bruxelles”

gedoopt. Flauwekul natuurlijk, er wordt gewoon een rookgordijn opgetrokken rond de bedoeling om alweer meer zeggenschap te claimen over de Rand, zoals we dat van de Brusselse bourgeoisie- krant gewoon zijn.

In de eerste aflevering van het regionale aanhangsel was het trou- wens al meteen raak. In het artikel “Voordelen en nadelen van het wonen in de Rand” deden meerdere personages hun beklag over de strikte toepassing van de taalwetgeving door de gemeentelijke en andere overheden, en betitelden dat als “des dérives qui éner- vent” - oftewel: ergerlijke dwalingen. Met bovendien de weeklacht hoe moeilijk het wel is voor Franstalige jongeren in de Rand om passend secundair onderwijs te vinden. Niet in de zin van kwalita- tief hoogstaand, maar in de juiste taal, uiteraard. Toch is het vol- gens madam Delvaux niet de bedoeling het debat over de Rand op te poken. “We willen gewoon onze lezers informeren, over alle denkbare onderwerpen. Zal daar wel eens iets tussenzitten wat communautair gevoelig ligt? Ongetwijfeld. Dat kan niet anders.” De boezemvriendin van De Standaard ziet er geen graten in.

In De Standaard zelf wordt trouwens een economische reden aangehaald waarom Le Soir met die nieuwe annex op de proppen komt. De jongste drie jaar verloor de krant bijna een vijfde van haar lezers. Het is niet meer dan normaal dat ze de verkoop opnieuw wil opdrijven. Best mogelijk, maar dan gaat het wel degelijk om een commerciële politiek in combinatie met een niet-aflatend vijand- beeld. Le Soir heeft zich nooit verzoend met het idee dat Frans-

taligen zich moeten integreren in de Vlaamse samenleving. Le Soir heeft nooit aanvaard dat de Rand eens en voorgoed tot Vlaande- ren behoort, en blijft daarom ijveren voor de aanhechting ervan - geheel of gedeeltelijk - bij Brussel. En als die annexatie er niet meteen in zit, dan stelt de krant zich op als pleitbezorger van de

“Metropolitane Gemeenschap” die zich in en rond Brussel moet ontwikkelen om een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te voor- komen of althans de effecten ervan teniet te doen.

Het moet de Vlaamse onderhandelaars ertoe aanzetten meer dan ooit waakzaam te zijn in het dossier-BHV. Zeker omdat het idee van die Metropolitane Gemeenschap onmiddellijk in het oog sprong in de nota van “flandrien” Johan Vande Lanotte.

Het tijdschrift “De Zes” legt in zijn laatste editie nog eens de vinger op de wonde. De nota van Bart De Wever vorig jaar in oktober was voor de Vlamingen in de Rand en zeker in de facilitei- tengemeenten rond Brussel al moeilijk te slikken. Vande Lanotte deed er begin dit jaar nog een ferme schep bovenop. De 70.000 inwoners van de zes faciliteitengemeenten werden electoraal de facto aan Brussel gekoppeld. Met daarbij de invoering van een drie- jaarlijkse taalkeuze die een liquidatie zou betekenen van de rond- zendbrief-Peeters (documenten moeten in eerste instantie steeds in het Nederlands worden bezorgd). Alle taalgeschillen zouden behandeld worden door een tweetalig college, inclusief beroep van de mogelijk afgewezen kandidaat-burgemeesters. Kortom, de Franstaligen zouden van de zes faciliteitengemeenten een spring- plank kunnen maken om in een volgende fase dezelfde eisen te stellen voor de hele Rand, aldus de redactie van De Zes. Bij Le Soir hebben ze dat uitstekend begrepen. Ze hebben bij wijze van spreken de opdracht voor de Franstaligen nog eens kort en bon- dig laten samenvatten door Joëlle Milquet, in een interview vorige week: “We moeten afrekenen met dat soort van populisme à la Marine Le Pen dat men kan herkennen bij sommige formaties in het noorden van het land: die tsunami van nieuw eenheidsden- ken, demagogisch en extreemrechts.” Bereidt u voor, binnenkort wordt boven de Rand een “no-flyzone” ingesteld. Ter voorberei- ding van de landing van een internationale troepenmacht. L’Edition Bruxelles Périphérie krijgt de primeur!

Deze week :

• Waals herstel blijft vooral fictie 2

• Briefje aan Luc Cortebeeck 3

• Niet kapot te krijgen 3

• Ronald Reagan 4

• Yevgueni zoekt het in “Welkenraedt” 10

• Gesprekken met Rudy Van der Pool: deel2 11

• 50 jaar VNJ 14

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

66

ste

jaargang • nummer 12 • woensdag 23 maart 2011 1,90 euro

De Wever:

sterker in Londen dan in Brussel?

Er wordt wat afgepeild in dit land. Hoewel, het valt nog mee. In Nederland en Duits- land lijkt het soms alsof de bur- ger rondloopt uitgerust met een meettoestelletje waarop alle reacties op de gebeurtenissen van de dag automatisch worden gere- gistreerd. Maurice de Hond werd in Nederland niet alleen een nati- onaal begrip door zijn gepeil, het maakte hem ook schatrijk.

Bij ons blijft het allemaal wat meer bescheiden, maar vorige week was het wel prijs met alle ballen.

Zo was er nogal wat te doen over een peiling die leerde dat de kloof tus- sen noord en zuid ook bij de burger erg groot is. “Vlamingen zijn boeren die Frans kennen maar het niet willen spreken. Walen zijn luie en arrogante bon-vivants”, klonk de samenvatting in de media. De studie ‘Eén land, twee talen’ werd uitgevoerd door de profes- soren Mark Elchardus (VUB) en Olivier Servais (UCL). In De Morgen geeft Elchardus wat tekst en uitleg. “We bekijken elkaar in clichés. En de nega- tieve zijn dominant. Het is dus niet dat de taalkwestie een zaak is van de media en de politiek en niet van de mensen.

Het zijn wél de mensen zelf”, weet hij. “Het gaat om scherpe tegen- stellingen, in de geschiedenis veran- kerd.” Groene jongen Luckas Vander Taelen trekt dan weer van leer tegen die opvatting in De Standaard. Waar Vander Taelen wél een punt heeft:

de studie blijkt te steunen op diepte- gesprekken met zegge en schrijve 56 Belgen, mooi verdeeld tussen beide taalrollen. Dat getal lijkt wat pover, al schrijven beide proffen er een studie van 80 bladzijden over.

Meer inspanningen in de rand

Ook La Libre Belgique liet een pei- lingbureau los op nietsvermoedende burgers. Een kleine 60 % der Belgen ziet geen probleem in de steeds groter wordende aanwezigheid van Franstali- gen in Vlaams-Brabant. Maar het blij- ken vooral de Brusselaars (81 %) en de Walen (89 %) te zijn die daar geen graten in zien. In Vlaanderen vindt 61%

dat wel een probleem. Slechts 30 % vindt dat die Franstaligen in de Rand voldoende inspanningen leveren om Nederlands te leren. In Vlaanderen gaat het over amper 14 %.

Lees verder blz. 2

(2)

De dingen dezer dagen 2

23 maart 2011

geen verkiezingen te willen en dat klinkt ver- standig, aangezien een grote meerderheid van de burgers daar absoluut geen zin in heeft. Alle andere partijen zullen in de cij- fers voldoende redenen zien om verkiezin- gen ook echt tot elke prijs te vermijden.

CD&V zou amper groeien en bijgevolg blij- ven hangen op haar historisch dieptepunt.

Open Vld wint geen stem en de socialisten van Gennez boeren er zelfs nog op achteruit, terwijl ook die partij vorige keer al onder- maats presteerde.

Voor het Vlaams Belang is er alleen goed nieuws voor de echte optimisten. Tegenover de vorige peiling van oktober 2010 gaat het weer een klein percentje omhoog, maar dat blijft ruim onvoldoende om het verlies tegen- over de verkiezingen goed te maken.

De Wever blijft functioneren als alles- zuiger en zou nu zowaar ook aantrekkings- kracht uitoefenen op sp.a-kiezers. Van de mensen die in juni 2010 nog Vlaams Belang kozen, zou weer een kwart richting N-VA stappen.

Het weekeinduitstapje van De Wever bij de Britse premier Cameron, op diens verzoek dan nog, kan dan weer tellen als promotiestunt eersteklas. Doorgaans wil- len Vlaams-nationale politici zich wel eens laten fêteren op bijeenkomsten van regio- nalistische of separatistische partijen die er in de diverse hoofdsteden niet toe doen. De Wever gaat thee drinken in London bij de Prime Minister van Groot-Brittannië. Het zwakke hart van Willy Kuijpers zal meer dan één tik hebben overgeslagen en Walter Luy- ten draait nu als een tol in z’n graf. Maar De Wever voegt wel weer een dimensie toe aan zijn politiek Vlaams-nationalisme.

Waarmee hij in Brussel niet uit de proble- men is, want daar wordt zijn partij steeds meer in het nauw gedreven, lees: richting oppositie.

J.K.

vervolg van blz 1

In Wallonië is wel een meerderheid die mening toegedaan, maar toch tikt het cijfer al af op 55 %. De Brusselse meningen zijn net- jes verdeeld in een 50/50-verhouding. Vooral kiezers van PS en CdH vinden de inspannin- gen voldoende. Vreemd genoeg denkt de helft van de MR-kiezers dat niet.

Op de vraag of de faciliteiten moeten behouden blijven, luidt het antwoord in Brussel (85 %) en Wallonië (92 %) resoluut

‘ja’. Maar zelfs in Vlaanderen kan een meer- derheid van 56 % daarmee leven. In Vlaams- Brabant ligt dat cijfer lager en komen de peilers op fiftyfifty. Het zijn in Vlaanderen vooral de kiezers van sp.a en Open Vld die geen graten zien in de faciliteiten.

Misschien zit er wel een logica in. De Vlamingen kunnen leven met tegemoetko- mingen aan de Franstaligen, zolang die er geen misbruik van maken en ook de nodige inspanningen doen. Zeg nu nog dat Vlaande- ren bekrompen en verkrampt zou zijn.

N-VA een blijvertje?

Dé peiling die natuurlijk de meeste aan- dacht trok, was die van VRT en De Stan- daard naar de kiesintenties. Blijkbaar zouden de Vlamingen vandaag grotendeels hetzelfde stemmen als een jaar geleden. Daar kan uit besloten worden dat er geen nieuws is. Klopt niet echt. Wie er op had gerekend dat de aanhang van N-VA zou smelten onder de druk van het aanslepende status quo, komt bedrogen uit. De lichte daling voor de troe- pen van De Wever tegenover vorige peiling is te klein om statistisch relevant te zijn. N-VA houdt een straatlengte voorsprong en, wat belangrijker is, het aantal mensen dat zich kan voorstellen ooit voor die partij te stem- men groeit alsmaar, nu tot 53 %.

Die getallen zullen politiek mee doorwe- gen. De N-VA zegt bij monde van De Wever

De Wever:

sterker in Londen dan in Brussel?

Belgicistisch grootkapitaal

Uit de smalle beursstraat

Aan het hoofd van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) volgt Pierre- Alain De Smedt Thomas Leysen op als voorzitter. Zoals de traditie het wil, moet een Vlaamse voorzitter opgevolgd worden door een Franstalige. Pierre-Alain De Smedt mag dan in Oostende wonen, hij staat als Franstalige geboekstaafd. De Smedt heeft een lange carrière in de autosector (onder andere bij Renault) achter de rug. Nu al staat vast dat hij veel minder dan zijn voorganger op de voorgrond zal treden. Dat is ook een tradi- tie: de Franstalige VBO-voorzitters hebben eigenlijk een bloempotfunctie. Ze mengen zich veel minder dan hun Vlaamse tegenhangers in het sociaal overleg. De francofone voorganger van De Smedt, Jean-Claude Daoust van het gelijknamige uitzendkantoor, was als VBO-baas een ramp. Men koos voor een keer niet voor een captain of indus- try en dat is de werkgeversorganisatie slecht bekomen. Daoust was een lichtgewicht.

Daarmee werd bevestigd wat velen allang weten: voor veel bedrijfsleiders is het VBO- voorzitterschap een manier om snel een adellijke titel binnen te rijven.

Ook Thomas Leysen zal zich weldra baron mogen noemen. Tussen haakjes: het zal een weerwraak zijn op het feit dat zijn vader André Leysen de titel nooit gekregen heeft.

In Laken lag zijn verleden bij de Hilterjugend gevoelig. Waarbij de Coburgers uiteraard vergeten dat ze zelf niet direct onderdeel hebben uitgemaakt van de weerstand.

Nu, Thomas Leysen ligt bij het Hof in de bovenste schuif. Tijdens het formatiebe- raad heeft hij zich meerdere keren geprofileerd als de woordvoerder van het bezorgde bedrijfsleven. De teneur was steevast: “Er moet dringend een regering komen die de sociaaleconomische problemen van het land aanpakt. Het communautair gekib- bel moet ophouden.” Leysen oefende ook druk uit op de Vlaamse werkgeversorga- nisatie om zich niet al te Vlaams te profileren. Middenstandsorganisatie Unizo kreeg dezelfde boodschap.

Leysen speelde een cruciale rol bij de goedkeuring van het interprofessioneel akkoord (IPA). Ook dat had een symboolfunctie: de politici maakten er een knoei- boel van, maar vakbonden en werkgevers slaagden er wel in op Belgisch niveau een akkoord te bereiken.

Maar de VBO-voorzitter speelde wat te veel soloslim en dat heeft wrevel veroor- zaakt in eigen rangen. Om dat te begrijpen, moeten we een paar maanden terug in de tijd. Half februari sluiten vakbonden en werkgevers met veel moeite een IPA af. De belangrijkste punten van het akkoord zijn 1. een reële loonstijging in 2012 van 0,3 pro- cent bovenop de index, met een studie naar de oorzaken van de hogere inflatie in België en 2. het langzaam naar elkaar doen toegroeien van het statuut van de arbeiders en dat van de bedienden. Het akkoord werd afgeschoten door de socialistische en de liberale vakbond. De regering nam dan het heft in handen en paste het IPA aan, waarbij vooral het kabinet-Milquet de pen vasthield. De bijsturing was vooral een tegemoetkoming aan de vakbonden. Zo werd de studie over de hoge Belgische inflatie afgevoerd. Zeer snel liet VBO-voorzitter Thomas Leysen weten dat dit bijgestuurde akkoord moest worden uitgevoerd, want anders zou België zware imagoschade lijden. Leysen nam zijn eigen achterban in snelheid. Veel federaties van het VBO hadden het akkoord met lange tanden goedgekeurd en nu werd het nog afgezwakt. Ook een aantal studaxen in eigen VBO-rangen (die duidelijk N-VA-sympathieën hebben maar die niet openbaar kunnen maken) waren geërgerd. Maar men kon niet terug en zeggen dat de regering haar huis- werk moest overdoen. Het leverde Leysen applaus op in belgicistische kringen.

Daarmee is nog maar eens aangetoond hoe de exponenten van het Belgische groot- kapitaal zich pal achter het Hof plaatsen. En hoe ze het Belgische status quo koeste- ren. Daarbij wordt de VBO-voorzitter ook de bondgenoot van de oerconservatieve en belgicistische vakbonden die nochtans de oorzaak zijn van het bedrijfsonvriendelijk klimaat. Het sociaal overleg is echter één van de weinige gremia waar het belgicisti- sche bedrijfsleven nog zijn invloed kan uitoefenen. De oude sectoren waarin ze vroe- ger actief waren en waarmee ze het land bestuurden, zijn allang in buitenlandse han- den. De Generale bestaat niet meer, de nutsbedrijven en de grootste bank zijn Frans geworden.

Het kan trouwens geen kwaad bij iedere gelegenheid eraan te herinneren dat het belgicistisch grootkapitaal en de vakbonen wanneer ze ergens gemeenschappelijke belangen hebben vaak samenspannen. Dat wordt vaak vergeten. Wie weet nog dat André Renard, topman van de rode vakbond, en graaf Paul de Launoit, toponderne- mer en bankier, in 1950 gesprekken voerden om de Koningskwestie zonder burger- oorlog af te handelen? De Launoit, vriend van het Hof zei tegen Leopold III: “Sire, U moet gaan.” Vakbonden en werkgevers vonden elkaar toen. De rode vakbond kreeg de scalp van Leopold III. Voor het grootkapitaal was een nachtmerrie vermeden: een wekenlange staking, een burgeroorlog met vele doden en vooral een vernietiging van de industriële infrastructuur.

Angélique VAnderstrAeten

Peilingen...

Waals herstel blijft vooral fictie

De RVA stelde haar jaarverslag 2010 voor met een tsunami van cijfers, tabellen en gra- fieken. Het rapport kreeg nauwelijks aan- dacht. Het is nochtans niet onbelangrijk in het licht van het opgewonden tamtamgerof- fel van Franstalige politici en Vlaamse media- makers over een zogenaamd Waals herstel.

Laten we even wat cijfers rollen. In 2010 ging 50,5 % van alle RVA-uitgaven naar Vlaande- ren (57,7 % van de bevolking). Wallonië kon rekenen op 37,8 % (met 32,3 % van de bevol- king) en Brussel op 11,7 % (met 10 % bevol- king). Concreet vertaald in centen was de Vlaamse solidariteit alleen al via dit kanaal in 2010 € 787 miljoen groot. Dat stemt over- een met € 126 per Vlaming of ca. € 500 per Vlaams gezin met twee kinderen. De trans- fers via de RVA-uitgaven zijn er wel degelijk, en ze zijn aanzienlijk.

Oké, maar knabbelt Wallonië niet flink aan die achterstand? Helaas, ook hier spreken de cijfers. Vlaanderen kreeg in 2010 nog 0,7 % minder dan in 2000, Wallonië 0,3 % minder, Brussel 1 % meer.

De al bij al beperkte economische terugval (2009-2010) trof Vlaanderen even iets har- der dan Wallonië (meer overheidstewerk-

stelling), maar die kermis is al weer over en was maar een detail in de RVA-geschiedenis.

Met veel minder inwoners telt Wallonië niet alleen nog altijd 30.000 werklozen meer en de kloof wordt opnieuw (nog) groter.

In januari 2011 telde Vlaanderen 4,9 % minder werklozen dan een jaar voordien, in Wallonië en Brussel bleef de daling onder de 3 %. De transfers via RVA-uitgaven krim- pen niet.

Federale rapporten verdoezelen die waar- heid. Uit liefde voor de solidariteit, wellicht.

Al was het maar omdat ze werken met fede- rale, ‘Belgische’ cijfers. Als Europa wil dat de werkgelegenheidsgraad stijgt naar 75 % (2020), schieten we dan op met de weten- schap dat België met 7,3 % nog een lange weg heeft te gaan? Het EU-streefcijfer is voor Vlaanderen (71,9 %) net iets minder utopisch dan voor Wallonië (61,9 %) en Brussel (58,8

%). Dat gegeven wordt vaak omspeeld. Een beetje bizar toch dat volgens geleerde men- sen als Bruno De Wever en Herman Van Goethem (DS, 17 februari) ‘er over 15 jaar van geldstromen geen sprak meer zal zijn’.

Ja, de Vlamingen vangen proportioneel iets meer via brugpensioen, loopbaanonder-

breking en tijdskrediet en dienstencheques, maar dat is maar een fractie van wat via werkloosheid, tijdelijke werkloosheid, deel- tijds werk en activeringsmaatregelen in de

omgekeerde richting vloeit. Waarom is dit zo? Hoe lang blijft dit zo? Die vragen rusten net iets te lang onder de fundamenten van

dit koninkrijk. Hr

Bart de Wever herverkozen als voorzitter

(3)

3

De dingen dezer dagen

23 maart 2011

Aan Luc Cortebeeck Oud-Strijder

Willebroek-Blaasveld

Gij Rol-Patroon,

Brief aan ...

Naast een regering van lopende zaken met ontslagnemende maar nog volop zete- lende ministers, hebben we nu ook een vakbond met een scheidende maar nog steeds actieve voorzitter. En beide zijn steunpilaar van het Oude België, dat op sterven na dood is, maar weigert het te beseffen. De tijd staat voor niets of nie- mand stil, al zou het Belgische establish- ment dat nog zo graag wensen. Dat bete- kent misschien niet dat er spoedig een AVV in plaats van een ACV zal zijn, een Algemeen Vlaams Vakverbond, dat voor de verandering eens geen vloek zal uitspreken over het Vlaams-nationalisme.

Vraag is hoe lang de vakbonden nog tegen de stroom kunnen oproeien, voor zij de voeling volledig kwijtraken met wat er in Vlaanderen alsmaar sterker leeft: dat het hoog tijd wordt om de eigen bonen te doppen, zonder tot in der eeuwigheid te moeten wachten op tegemoetkomingen van de andere kant. En wellicht zal ook uw opvolger of opvolgster de oude gewa- den nog niet volledig afleggen. Maar het enige resultaat zal zijn dat de polarisatie in dit land nog sterker wordt, terwijl uw vakbond daar zogezegd boven staat - met reuzengrote oogkleppen op.

Het weekblad Knack zet u zowaar op een piëdestal als de ‘emanatie van het Belgische overlegmodel’. Veel commen- tatoren hebben de voorbije week verwe- zen naar het fameuze Generatiepact van 2005, de mislukte poging van Guy Ver- hofstadt om meer vaart te brengen in het

“eindeloopbaandebat”. Versta: de vakbon- den aan hun verstand brengen dat stop- pen met werken vanaf 50 jaar geen ver- worven recht kon blijven. Het is correct dat gij in dat dossier mee uw nek hebt uit- gestoken, maar het is even correct dat uw achterban u uiteindelijk niet gevolgd is. Zo is van dat hele Generatiepact uiteindelijk maar een flauw afkooksel overgebleven, dat nog eens verder werd uitgehold door uitzonderingen allerhande voor brugpen- sioenen en vervroegde uitstapregelingen.

Dit jaar zou er in principe een nieuwe eva- luatie van het brugpensioensysteem moe- ten plaatsvinden. Hoe en wanneer dat zal gebeuren, is een volkomen raadsel. Er is geen volwaardige regering, er is geen vol- waardig sociaal overleg meer, en wij heb- ben allerminst de indruk dat die evaluatie één van uw hoofdbekommernissen is. Gij zoudt veel liever het statuut van arbeiders

en bedienden nog een beetje harmonise- ren, maar met de pterodactylen van het ABVV en de pseudo-intellectualistische fundi’s van uw eigen bediendebond valt geen enkel land te bezeilen, en van ver- dere toenadering tussen beide statuten zal evenmin veel in huis komen.

Niet helemaal onbegrijpelijk dat gij er na 12 jaar voorzitterschap ten langen leste de brui aan geeft.

Want gij moogt dan al een emanatie of eminentie van het sociaal overleg zijn, dat model is op zijn eigen grenzen gestoten. De logheid en de verstarring van op de eer- ste plaats het socialistische syndicale appa- raat - met een lafaard en kazakkendraaier aan de top als Rudy De Leeuw - maakt een modernisering van de Belgische arbeids- markt zo goed als onmogelijk. Uw eigen vakbond heet dan een stuk centralistischer te zijn, met minder blokkeringen door de beroepscentrales, ook daar zit men vast- gezogen in de modder van de loopgraven en heeft men geen antwoord klaar op de veranderingen door de globalisering of het Belgische verdampingsproces. Tenzij dan de bajonet op het geweer, staande sterven op de barricaden, en dan tijdens de uitvaart jammeren dat er alweer zoveel investerin- gen en zoveel arbeidsplaatsen aan dit land voorbijgetrokken zijn.

Eerwaarde confrater Cortebeeck, met uw typische ringbaard die een echte ACW’er van een halve zachte onder- scheidt, wij zullen niet ontkennen dat gij de nodige inzet aan de dag hebt gelegd om enige beweging te krijgen in aarts- moeilijke dossiers. Maar aan de ene kant beweren dat gij opkomt voor de belan- gen van de gewone man, en aan de andere kant een groot deel van de bevolking des- avoueren omdat die liever door Bart De Wever dan door het ACW wordt aange- voerd (en dan achteraf nog ontkennen dat ge de N-VA viseerde!), dat heeft voor ons vorig jaar de deur dichtgedaan. Evenals het feit dat onder uw leiding de heksenjacht op Vlaams Belang-sympathisanten in het ACV geopend en steeds scherper werd. Dat is helemaal geen emanatie van overleg. Dat is het rolpatroon van ‘den baas van den bond’

- die tegenspraak enkel duldt zolang ze in zijn kraam past. Ook onder die noemer zult gij de annalen van de belze geschiede- nis ingaan.

Niet kapot te krijgen!

Geen probleem. Het “ons kent ons”- systeem binnen het ware democratische staatsbestel is een beklijvend voorbeeld.

Niet kapot te krijgen! Potentiële begun- stigden moeten wel voldoen aan enkele fundamentele voorwaarden. Bezit van de juiste partijkaart is er één van. Meer weten over anderen dan anderen over u, is er een andere. De opportune mix van de twee leidt tot de klim op de hiërarchische ladder van het machtsapparaat. Hoe hoger geklommen, hoe groter de kans op voorkeursbehande- ling na een of ander “ongelukje”. Zoals een uitgelekt dienstreisje naar Qatar dat, in de ogen van het gepeupel, een tikje duurder uitgevallen is dan aanvaardvaar. Ontslag- nemende politiebaas Fernand Koekelberg zou daar sterk kunnen over getuigen. Quod non, want hij wil alleen met Franstalige media praten; voor een notoire beschermeling van de PS is dat begrijpelijk… al is Annemie Turtelboom van Open Vld de Vlaamse fede- rale minister die er mee heeft voor gezorgd dat voor kameraad Koekelberg, in een poli- tiek achterkamertje met rangorde nummer één, een “oplossing” uit het sjoemel- en sja- chervaatje is opgediept, die de modale bur- ger met verstomming slaat. Maar, voor het compleet wereldvreemde beleid in het eeu- wige “ons kent ons”-circuit is dat volkomen

“normaal”.

Creativiteit

Wie als Jan met de pet zelf ontslag neemt, wordt door de RVA tijdelijk geschorst. Voor een politiebaas die over de schreef ging, geldt dat niet. “Die is”, aldus de bevoegde minister(in), “dermate waardevol als politie- man, dat er voor hem een nieuwe belangrijke job gezocht wordt.” Uiteraard met behoud van de bescheiden maandwedde van e 5.000.

Fernand zal in de toekomst partij, vorst en land dienen als “verbindingsofficier tussen de verschillende gewesten en de federale poli- tie”. Als Jan met de pet licht ik mijn pet voor de fenomenale creativiteit van politici bij het uitdenken van nieuwe topfuncties waarvan geen mens – zijzelf ook niet – weet wat men zich daar moet bij voorstellen. Een func- tie van vergelijkbaar “niveau” is die van Jos Geysels, vader van het “cordon sanitaire”.

Uit dankbaarheid voor het buitenspel zet- ten van Vlaams Belang, werd hij tot “spe- ciaal ambassadeur voor Institution Buil- ding” gebombardeerd, onder Verhofstadt 2. Niemand heeft over die “functie” ver- der nog iets gehoord, laat staan over haar inhoud en resultaten. Terug naar Fernand. In de door politici gehanteerde logica konden twee door excellentie Turtelboom bevolen onderzoeken tegen de waardevolle politie- man geen hinderpalen zijn voor de succes-

vol afgeronde zoektocht naar zijn nieuwe job. Dat is één, doorlichting van de boekhou- ding van het commissariaat-generaal door de Algemene Inspectie. En twee, onderzoek door het comité P over een reeks betwiste uitgaven van Koekelberg. Iets zegt me dat het nog even zal duren vooraleer die dossiers

“afgerond” zullen zijn. Maar kom in afwach- ting als eeuwige doemdenker niet aandra- ven met de onzin dat de man niet moet inle- veren. Want behalve zijn secretaresse en zelfverklaarde toeverlaat Sylvie Ricour, is hij ook nog zijn dienstwagen annex chauffeur kwijt. De overlevingskansen slinken aanzien- lijk. Zeg nu zelf!

Bloemlezing

Over vrouwe Ricour gesproken, ook voor haar is binnen de kortste keren een

“oplossing” gezocht en gevonden. Als het om écht prioritaire problemen gaat, staat er gewoon geen maat op noch de alertheid, noch de beslissingskracht van het beleids- apparaat. Gezellin Sylvie zal zich in de toe- komst bezighouden met de organisatie van het “politiebeleid” in Henegouwen. Onder de eminente vleugels van provinciegouver- neur Claude Durieux, louter toevallig van PS-signatuur. Als een symbolische boete- doening voor uiteraard vermeende “onge- lukjes” allerhande in dienst van Koekelberg, heeft Sylvie haar transfer naar die politio- neel blijkbaar nog wat onontgonnen gebie- den hoogstpersoonlijk geopperd. Daar zal, uiteraard in het belang van “de mensen”, gun- stig gevolg aan gegeven worden.

Dat diezelfde mensen de gevonden oplos- singen naar waarde weten te schatten, bleek overvloedig uit de naar nieuwsredacties ver- zonden lezersbrieven. Laat me toe een mini- bloemlezing mee te geven om de weinige nog niet écht overtuigden over de brug te halen. Romain Peeters uit Glabbeek wenste een dikke proficiat te geven aan de regering die dat weer eens fijn had opgelost. Frans D’Herde uit Haaltert had altijd - onterecht dus - gedacht dat een job bij de overheid openbaar moest zijn, zodat elke Belg zijn kandidatuur kon stellen. Willy Janssens uit Geraardsbergen trok de nog enig mogelijke conclusie dat Koekelberg voortaan diende genomineerd als de basiliek van de politie.

Om het brievenverhaal volledig te maken, voegen we er de enige te vinden wanklank aan toe. Die kwam uit de pen van ene Luc Leroy uit Vlamertinge. De moraal van het Koekelbergverhaal luidde volgens hem ”hoe meer geknoei en gesjoemel, hoe hoger het postje en hoe royaler het pensioen”. U zult zich ongetwijfeld kunnen vinden in het onvervalste “foei, driewerf foei” dat ik hier- over wens uit te spreken... D.Mol

Twijfel over het eeuwige leven bestaat. Maar zekere vormen van eeuwig leven bestaan echt. Ze zijn voor iedereen waarneembaar. Een microscoop hoeft niet.

Zelfs geen vergrootglas. Het blote oog volstaat. In onze bloedeigen modelstaat zijn ze zelfs een alledaags fenomeen. Anders zou het geen modelstaat zijn. “Kan het wat duidelijker”, hoor ik u vragen.

Echo’s uit de koepelzaal

Hemahoofddoekje

Wat is dit toch voor een gekkenhuis in dit apenland? Een autochtone totebel met masochistische allures ‘bekeert’ zich tot de islam (van de strenge obediëntie, blijk- baar) en knoopt voortaan, al dan niet uit vrije wil (of eveneens al dan niet daartoe op uiterst charmante wijze aangespoord door haar allochtone heer en meester), zo een ontzettend praktische theedoek rond haar hoofd om achter de kassa van de Hema te figureren.

Zowel de klanten als haar directie zien dat niet echt zitten en ja hoor: daar is reeds de eerste mediapipo met camera en praatpeer.

’s Avonds in het journaal is het kot alweer te klein en moeten we allemaal hevig veront- waardigd zijn over deze fascistische en racis- tische gruweldaad van extreme intolerantie!

En dus hebben we de woensdag daarop in de Vlaamsche Parochieraad geheid de voor- spelbare poppetjes aan het dansen op de slappe koord.

Wij eisen een debat!

Het Groene! lichtgewicht Elisabeth ‘Sissi’

Meuleman mocht het debat openen met de verbluffende verklaring dat zij een debat

wilde! Het deed ons op de meest onaange- name wijze denken aan die alom gekende, hypergetalenteerde redenaars die hun toe- spraak beginnen met te zeggen dat zij zullen komen te spreken over dit of dat!

Doe dat dan toch gewoon, meiske! En ver- mijd asjeblief dat onnozel en wollig gelul over

‘levensbeschouwelijke tekens’ (al snappen we wel dat de hoofddoekvis dringend moet verzopen worden in het wijwater van een andere godsdienstige strekking) of ‘de ver- glijding van onze samenleving naar onver- draagzaamheid’.

Iedereen is niet iedereen

Van een ‘kleine overdrijving’ was het kind overigens ook niet echt vies! Bij gebrek aan beter refereerde Sissi nog eens naar de fameuze zaak-Remmery (2005), waar later wel wat haken en ogen van een heel andere aard aan bleken te zitten!

Dat we daar nog altijd niet helemaal het fijne van weten, belette haar niet om vrij voortvarend te stellen: ‘Toen was ieder- een verontwaardigd dat dat meisje met een hoofddoek ontslag moest nemen’. Iedereen?

Kom nou, beste Sissi, dat geloof je toch zelf niet!

Hebben ze daar boven dat wapenschild van uw stad in het zuiden van Oost-Vlaan- deren niet een of ander optisch instrument staan dat toelaat verder te kijken dan uw

Groene! neus lang is? Maar ja, wat baten kaars en bril enz.?

Dus vroeg ze de oprichting van een heuse commissie ad hoc én een serieus debat in de commissie Gelijke Kansen!

Superdemocratisch

Natuurlijk sprong het VB, bij monde van Gerda van Steenberge, op die kar! Na zich verontschuldigd te hebben bij Sissi omdat ze het met haar eens was (een gruwel voor die watermeloenen gelijk te krijgen van die gehate monsters van het Blok!) ging zij ijs- koud nog een hele grote stap verder en eiste zonder meer een volksraadpleging: ‘Ik zou zelfs willen vragen hierover eerst een refe- rendum te organiseren.

Wij zijn democratisch ingesteld. Wij vin- den dat de bevolking moet worden geraad- pleegd. We vragen ons immers af met welk Vlaanderen we verder willen.

We hebben daarnet een debat over de demografische groei gevoerd. Dit leunt hier onrechtstreeks bij aan. Met welk Vlaanderen willen we verder? We vragen eindelijk decretale maatregelen te nemen.

We moeten het gemeenschapsonderwijs een decretale basis geven om toch een alge- meen verbod in te stellen.’

Er werd zichtbaar naar adem gehapt op sommige banken!

Insteek

La Lieten sprong in voor Smet (‘bevond zich in het buitenland’): een groot kanon kan immers maar alleen door een ander groot kanon vervangen worden!

Haar antwoord was zo banaal en zo duf dat we het u niet willen onthouden! Ga dus rustig zitten, ziet dat ge u niet verslikt bij het aanhoren van zoveel staatsmanschap - en blijf vooral doorademen: ‘Het lijkt de minister aangewezen eerst de juridische uitspraak af te wachten. Dit betekent niet dat de minis- ter stilzit.

Hij heeft de voorbije maanden, samen met zijn kabinet en met het departement, gesprekken gevoerd met betrokkenen, met academici en met filosofen. Hij heeft er zich op voorbereid een insteek te kunnen geven indien na de uitspraak van de Raad van State zou blijken dat er nood aan een publiek debat is.’ Daarmee bewijst Lieten niet alleen dat ze het moderne jargon tot in de puntjes beheerst maar zet ze ons zelfs aan het dro- men: wat zouden we er een mooi ding voor over hebben om zo eens een séance bij te mogen wonen tussen zo’n (liefst academisch gevormde) filosoof en het Grote Rode Genie Smet.

Het is wel te hopen dat daar een gespeci- aliseerd team uit Mortsel of Geel bij aanwe- zig was/is/zal zijn…

(4)

De dingen dezer dagen 4

23 maart 2011

Roddels uit de Wetstraat

Schijnvertoning

Uitzonderlijk werd vorige vrijdag een gezamenlijke zitting georganiseerd van de commissies Buitenlandse Zaken en Lands- verdediging. De Kamer zou de regering ver- zoeken “om actief mee te werken aan de uitvoering van de resolutie van de VN-Veil- igheidsraad” inzake een militair ingrijpen in Libië. Zo’n georkestreerd parlementair debat is altijd een schijnvertoning. De res- olutie die de Kamer zou voorleggen aan de regering, om te doen wat ze moet doen, was vooraf natuurlijk allang doorgepraat met de regering, want premier Yves Leterme was al voor de zitting opgemerkt in de wandelgan- gen van het Paleis der Natie. Van de kant van de regering wordt het spel dan zo gespeeld dat de steun van het parlement de legitim- iteit naar de internationale gemeenschap alleen maar wat meer ‘body’ geeft, of… zou moeten geven.

Kleine politiek

De resolutie aan de regering was ondertek- end door alle sleur- en regimepartijen, N-VA inbegrepen. Alleen de VB’ers werden nog maar eens democratisch uitgesloten… Die lieten het niet aan hun hart komen en keur- den de resolutie toch mee goed. Het ging hen immers om de inhoud. Toch sneerde Alexandra Colen na een onderbouwde inhoudelijke tussenkomst naar de zgn.

democratische partijen: “Ten slotte, ik wil toch even een opmerking maken, ook aan u, mijnheer de voorzitter. Het is een heel belangrijk moment, waarop iedereen ser- een, duidelijk en to the point een crisis van wereldformaat wil bespreken. Iedereen wil ter zake zijn steentje bijdragen. Het is dan ook niet het moment om zich met be- krompen, kinderachtige spelletjes bezig te houden, zoals spelletjes rond de vraag wie al dan niet resoluties zal ondertekenen.” De

VB’ers begrijpen echt niet dat ook de N-VA, die toch altijd zegt tegen het cordon sanitaire te zijn, ook aan die spelletjes meedoet.

Spek en bonen

Wie er echter voor spek en bonen bijza- ten, waren de dames en heren senatoren.

Ook al waren zij speciaal uitgenodigd, toch had Kamervoorzitter Flahaut laten opzoeken dat Kamer en Senaat eigenlijk niet samen mogen vergaderen als er uiteindelijk een tekst moet goedgekeurd worden. Dat is een taak die uitsluitend de Kamerleden toekomt.

Ze mochten dus gewoon komen luisteren en werden bijgevolg strikt genomen aangezien als gewone bezoekers. De rode fluweelzit- ters verveelden zich stierlijk en zaten er als bloempotten bij. Al bij al werd het een schijn- en een schertsvertoning. Maar de spierbal- len hadden gerold en België/Belgique had zich alweer op de wereldkaart der veront- waardigde naties gezet, ook al waren er daar heel wat bij die net als onze eigenste paarse

regering zich nooit verzet hadden tegen een bezoekje aan of van de Libische tent- bewoner. Met zes straaljagers – als die niet in panne vallen – en een gammele schuit zal dankzij ‘ons land’ Kadhafi het nu wel in zijn broek doen.

Flahaut onder vuur

Vorige week kwam dezelfde Kamervoor- zitter onder vuur te liggen, en wel vanuit een totaal onverwachte hoek. Kolonel buiten dienst Luc Marchal, in 1994 de tweede in bevel van de VN-blauwhelmen in Rwanda bij aanvang van de genocide, kan er niet mee lachen dat Kamervoorzitter André Flahaut en zijn partijgenoot Willy Demeyer, de onder- voorzitter van de Senaat, vorige week een bezoek brachten aan Rwanda. De kolonel vraagt zich af wat die twee te zoeken hebben in wat zij keihard omschrijven als de ‘regel- rechte dictatuur’ Rwanda. Marchal is blus- poeder en vraagt zich af hoe het in hemels- naam mogelijk is dat hoge politici zichzelf en in wezen dus ook het land gaan compromit- teren in een gore dictatuur. De reactie van Flahaut was om zich te bescheuren: ‘Het is ook onze plicht om te proberen de politieke gezagsdragers die we in hoofde van onze functies ontmoeten, tot meer democratie te overhalen.’ Twee PS’ers die andere lan- den en hun leiders tot meer democratie wil overhalen… Niet alleen om te gieren, maar ook pure sciencefiction!

De fut en de rek eruit

Deze week trekt de zgn. Sekscommissie zich in conclaaf terug. Vorige week was de fut er evenwel al fameus uit. Hoewel op vraag van vooral de oppositie ook de vertegen- woordigers uit de sportwereld, de jeugdbe- wegingen en de Orde van Geneesheren ook nog boeiende dingen kwamen zeggen over de aanpak van seksueel misbruik, vonden sommigen het niet meer de moeite om zelfs maar uit beleefdheid af te zakken naar de Europazaal. Ook de zittingen duurden niet

meer zo lang als deze met de bisschoppen en de religieuzen… Het geeft al te denken over de invalshoeken van sommigen in het kader van het rapport dat tegen 7 april op tafel moet liggen. Onheilspellend is alvast het gerucht dat PS-commissievoorzitster Lalieux zich in hoogsteigen persoon gaat beijveren in de redactie van het deel dat over de Kerk gaat. ‘Fasten your seatbelts, heren bisschop- pen!’

Jonge scheutjes/pousses

Waarover iedereen het al volkomen eens lijkt te zijn, is het driegangenmenu dat tijdens het conclaaf in een keurig restaurant in de buurt van het parlement gaat opgediend worden, want de werkzaamheden op vrijdag en zaterdag vinden in de praatbarak plaats.

Alleen kan niemand zich voorstellen wat er moet verwacht worden bij het voorgerecht:

snoepjes van Chimay, jonge scheutjes van de markt. In het Frans is het nog merkwaardi- ger: Sucettes de Chimay, Jeunes Pousses du Maraicher. Sommige fluweelzitters zijn er naar verluidt niet gerust in.

De Man staat paf

Bart Somers van Open Vld en Theo Franken van N-VA deden in de Kamer flink hun best om de urgentie te vragen voor een resolutie die de ‘taskforce Terugkeer’ moet heroprichten. Daarmee zouden maatregelen kunnen getroffen worden om illegalen te laten terugkeren naar hun landen van herkomst.

Filip De Man van het Vlaams Belang kon dit spierballengerol echt niet meer volgen en vroeg zich luidop af hoe het mogelijk is dat de Vld’er nu pleit voor een dringende aanpak van het immigratieprobleem nadat de twee paarse regeringen-Verhofstadt honderddu- izenden vreemdelingen hebben geregulari- seerd. Ook de N-VA herinnerde hij eraan dat zij in 2008 het regeerakkoord-Leterme heeft gesteund, waarin stond hoe er opnieuw mas- saal zou worden geregulariseerd. Hij kreeg van beide heren geen repliek…

Een week nadat Ronald Reagan voor de tweede keer de eed als president van de VS heeft afgelegd, begin ik in 1984 de eerste van vele lange reizen in zijn land. Ik spreek aanvankelijk meer met Democraten dan met Republikeinen en velen heb- ben een hekel aan zijn politiek. Maar allemaal zijn ze akkoord dat hij een onverbe- terlijke optimist is en dat zijn optimisme wel degelijk aanstekelijk is en aanslaat.

Reagan werd 100 jaar geleden geboren en 2011 is in de VS dan ook Reagan-jaar.

Ronnie (1)

De B-acteur

Ronald Reagan is de tweede zoon van een zwaar drinkende Ierse schoenenverko- per. Zijn jeugd brengt hij door in een klein stadje in Illinois. Hij is een sympathieke jon- gen met veel vrienden. Vanaf zijn 15de werkt hij 8 jaar lang tijdens zijn vakanties als red- der in een park aan een zijarm van de Mis- sissippi: 77 reddingen staan achter zijn naam.

Hij studeert economie en sociologie in een kleine hogeschool en haalt een bachelor- diploma. Reagan is beter opgeleid dan de meeste Amerikanen van zijn generatie en is zeker niet de domme nitwit die de West- Europese media van hem maken. Ook aan de hogeschool is hij populair als acteur, sport- man en studentenvertegenwoordiger. Na zijn studies vindt hij werk bij de vele radio- stations in de States.

Met zijn sonore stem wordt hij een popu- laire presentator van sportuitzendingen. Hij is een bijzonder goed improvisator die op zeker ogenblik, na een verbroken verbin- ding, een hele wedstrijd verslaat zonder dat hij één seconde weet wat er echt gebeurt. In 1937 belandt hij voor een baseballwedstrijd in Californië en profiteert van de gelegenheid om een filmtest af te leggen. Met zijn spor- tieve verschijning, zijn mooie stem en zijn 1 meter 85 slaagt hij en hij krijgt bij Warner Brothers het bekende 7-jarig filmcontract waarmee zoveel grote filmsterren (maar ook veel latere mislukkelingen) beginnen.

Hij wordt een gewaardeerde B-acteur die gemakkelijk 10 films per jaar draait, vooral westerns. Aan de vooravond van de oorlog bestaat de kans eindelijk een A-ster te wor- den, maar hij wordt opgeroepen. Het front ziet hij nooit, want hij is te bijziend. Reagan wordt kapitein in een eenheid die 400 trai- ningsfilms produceert. Hij ondertekent o.a.

de demobilisatiedocumenten van majoor Clark Gable.

Na de oorlog herneemt hij zijn filmcar- rière. Daar zijn gillers bij zoals Bedtime for Bonzo (Reagan moet een chimpansee opvoe-

den) maar ook fatsoenlijke films als Cattle Queen of Montana. Hij is inmiddels getrouwd met de actrice Jane Wyman die in veel betere films speelt. Het koppel heeft een dochter, Maureen, die tijdens Reagans alzheimerja- ren sterft zodat hij het niet eens beseft. Een tweede kindje sterft bij de geboorte. Rea- gan is misschien een acteur van dertien in een dozijn maar een populaire collega. In 1947 wordt hij voorzitter van de acteurs- vakbond waarvoor hij zich met hart en ziel inzet; de reden waarom Wyman een echt- scheiding vraagt. Dit zijn minder fraaie jaren in de Amerikaanse geschiedenis. De scha- duw van Stalin valt over de hele wereld en in Hollywood zijn nogal wat pseudo-intellec- tuelen die met socialisme en communisme flirten zonder dat ze weten of willen weten wat er achter het IJzeren Gordijn gebeurt.

In de VS wordt tijdens de Koude Oorlog al wie linkse praat vertelt als een agent van de KGB beschouwd en er volgt een harde repressie. Ook in Hollywood vallen slacht- offers van “the red scare”. Reagan, aanvanke- lijk een enthousiast aanhanger van president Roosevelt, marcheert inmiddels al behoor- lijk rechts en hij en zijn beste vriend, acteur Robert Taylor, zijn niet te beroerd om het FBI een reeks namen van “linksen” te geven.

Als voorzitter van de acteursvakbond krijgt hij het bezoek van de jonge actrice Nancy Davis die onterecht op een lijst van “link- sen” staat. Het is liefde op het eerste gezicht en zal het volgens iedereen die de Reagans kent blijven tot zijn dood. Het koppel heeft twee kinderen.

Midden de jaren 50 schakelt Reagan heel verstandig over op een televisieloopbaan. Hij wordt presentator van een populaire fictie- reeks die zoals de meeste Amerikaanse tv- programma’s betaald wordt door een bedrijf, de energiereus General Electric. Reagan ver- dient in tegenwoordige munt zo’n miljoen dollar per jaar. Op verzoek van General Elec- tric bezoekt hij alle fabrieken en installa- ties van het bedrijf zodat het personeel een

echte film- en tv-ster kan ontmoeten. Overal houdt hij opvallende toespraken. Hij schrijft ze zelf, in een eenvoudige en heldere taal die een diepe indruk maakt op de toehoor- ders. Hij kiest geen partij voor Republikei- nen of Democraten maar het is duidelijk dat hij conservatief is en respect heeft voor big business.

De A-politicus

In 1964 begint zijn feitelijke politieke loop- baan. Hij steunt Barry Goldwater in diens hopeloze strijd tegen de zetelende president Lyndon Johnson. Reagan is een verklaard tegenstander van Medicare (overheidsver- zekering tegen ziekte) en van antidiscrimi- natiewetten. “Je hebt het recht om je huis niet aan een neger te verhuren”, zegt hij.

Goldwater wordt verpletterend versla- gen maar de Republikeinen in Californië zijn onder de indruk van de gewezen film- ster. Zij bieden hem de nominatie van hun partij aan in de strijd voor het gouverneur- schap van de staat. De zetelende democraat is niet de minste. In 1962 heeft hij de vroe- gere vicepresident Richard Nixon versla- gen. Reagan stort zich met veel plezier in de kiesstrijd, met een glunderende Nancy aan zijn zij, die haar “Ronnie” onvoorwaardelijk bewondert. Hij verbaast iedereen als hij 58

% van de stemmen binnenhaalt. Hij legt als nieuwe gouverneur zijn eed af op 2 januari 1967 om 9 minuten na middernacht. Jaren na zijn presidentschap wordt bekend dat de Reagans een huisastroloog hebben die hen de geschikte sterrenconstellatie influistert.

Reagan wordt verkozen met een programma dat dan al in essentie hetzelfde is dat hem 13 jaar later naar het Witte Huis voert: patri- ottisme, belastingverlaging en ontvetting van de overheid.

Hij is natuurlijk nog een politiek groentje en laat zich een paar maanden na zijn eed- aflegging overtuigen om een abortuswet

te ondertekenen. Later heeft hij daar veel spijt van. Het Californische hooggerechts- hof verhindert hem de doodstraf te laten uitvoeren maar voor de rest is hij vrij gema- tigd. Hij ondertekent bijvoorbeeld de eerste wet in de VS die de echtscheiding mogelijk maakt zonder schuld van één van de part- ners. Na zijn ambtsperiode gebruikt hij met succes zijn prestige om een wet te kelderen die homoseksuelen verbiedt les te geven in Californië.

Onder zijn schijnbaar luchtig uiterlijk brandt wel degelijk ambitie. Nauwelijks een jaar na zijn verkiezing als gouverneur stopt hij al eens zijn grote teen in het presidenti- eel bad. De Republikeinen zijn verdeeld tus- sen de kandidaten Nixon en Rockefeller, en Reagan is graag bereid de derde hond in het kegelspel te worden. Nixon haalt de nomi- natie en wint de verkiezingen, dus houdt Reagan zich koest. Hij wordt herverkozen als gouverneur in 1970 maar weigert vier jaar later een derde termijn omdat hij nog altijd naar het Witte Huis kijkt. Zijn hoop wordt de bodem ingeslagen omdat Nixon ontslag moet nemen in 1974 en opgevolgd wordt door zijn vicepresident Gerald Ford. Een zetelende president, hoe ongeliefd ook, ver- liest bijna nooit de nominatie van zijn partij.

De Republikeinen weten dat Reagan meer kans maakt tegenover de Democraat Jimmy Carter, maar ze laten de president niet in de steek. Het zegt wel veel dat Ford nauwelijks 100 stemmen meer krijgt (op 3.000) dan Reagan bij de Republikeinse conventie. Ford verliest de verkiezing en Reagan bouwt vier jaar lang geduldig verder aan zijn aanhang.

Carter is een dramatische president; econo- mische recessie in het binnenland; de inval van de Sovjets in Afghanistan en de gijzeling van de Amerikaanse ambassade in Teheran door het geboefte van de nieuwe Islamitische Republiek. Reagan veegt alle Republikeinse kandidaten in 1980 opzij en de Amerikanen amuseren zich kostelijk met zijn schitterende oneliners tijdens de strijd met president Carter: “Wat is een recessie? Als je buurman zijn baan verliest. Wat is een depressie? Als jijzelf je baan verliest. Wat is herstel? Als pre- sident Carter zijn baan verliest.” Reagan ver- plettert de president en legt zijn eed af op 20 januari 1980. Hij is de oudste president die aan een eerste termijn begint en hij is tot nu toe de enige president met een echtscheiding achter de rug. (Wordt vervolgd.)

Jan neckers

Rookverbod

(5)

De dingen dezer dagen

23 maart 2011

5

Oh, als’t van Van Dijck is…

Beste lezer, werp na lezing van dit stuk

’t Pallieterke opzij en spoed uzelf naar kel- der, zolder of berghok, ’t is te zeggen naar de plaats waar gij uw rommel bewaart. Ligt daar een zondagsschilderijke te beschim- melen, haal het van onder stof of lek en onderwerp het aan een nauwlettend onderzoek.

In de kelder van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van de heilige Fernando in Madrid lag zowat een eeuw lang zo’n tableauke in de kelder en daar hadden ze er ook beter wat meer aandacht aan besteed. ‘De Maagd en het Kind’ heet het doek en het verdween naar de voorraadkamer van genoemd museum toen kunstkenners meenden te kunnen vaststellen dat het een kopie betrof naar een schilderij van Antoon Van Dijck.

Nu hebben ze er X-stralen op los gela- ten en wat blijkt? ‘De Maagd en het Kind’, voorstellend Maria die haar kind Jezus vast- houdt, omringd door onder andere Maria Magdalena en Koning David, is wel dege- lijk van de bijzonder getalenteerde hand van Toon Van Dijck himself. De hertog van Medina de las Torres hing het aan zijn muur, eeuwen later verkaste het doek naar het klooster El Escorial, dat het dan weer doorschoof naar genoemde Koninklijke Academie. Daar waren ze er zich dus niet van bewust een origineel van de mees- ter in huis te hebben en stalden het ding in de kelder.

Waar het niet langer blijven zal. Nu de authenticiteit vast staat, promoveert het zeker naar de voor het publiek uitgestalde collectie. Vreemd toch, want schoner is het schilderij er natuurlijk niet op gewor- den. Het doek werd een eeuw lang arge- loos afgestoft door poetsvrouwen die de onedele taak kregen toegewezen het rommelkot een beetje proper te houden.

Kunstkenners achtten het geen beter lot waardig. Net te goed om bij het vuilnis te plaatsen. Nu het van Van Dijck blijkt, wordt het plots een topwerk.

Was het doek minder mooi toen veron- dersteld werd van de hand van een kopi- ist te zijn? Het verhaal relativeert de hele kunstenwereld toch wel serieus. Niet het werk zelf bepaalt de waarde, wel de naam van de auteur.

Doet een beetje denken aan opiniestuk- ken van Tom Lanoye. Worden die geschre- ven door Pierke Niemand, dan halen ze zelfs de brievenrubriek niet. Staat de naam van de meester er onder, dan worden we allemaal geacht er het hoogste belang aan te hechten.

Kende u volgende anekdote? Frank Thevissen reageerde op het lezersforum van De Standaard met een zin die hij had gepikt uit een eerder in de krant geplaatste bijdrage van Dimitri Verhulst. Zijn inter- ventie werd prompt verwijderd, wegens beledigend. Van de hand van Verhulst was dezelfde zin beschouwd als een uiting van hoog literair talent.

Of wat te denken van de onderzoekers die eerder gepubliceerde artikels in weten- schappelijke tijdschriften weer indienden onder de naam van een nobele onbekende.

Bleek niet alleen dat de redacties in de meeste gevallen niet meer wisten dat arti- kel zelf al eerder opgenomen te hebben;

bijna altijd werd het ook geweigerd, ter- wijl het wel was gepubliceerd toen onder- tekend door een gereputeerde weten- schapper.

Vooroordelen? Niet alleen aan caféto- gen vieren ze hoogtij, ook bij kunstken- ners, journalisten en wetenschappelijke toptijdschriften.

Voorheteenmanscollectief Den

Blooten KoonincK

Den Blooten Kooninck

Postmodern Vlaams dichter

gunt ons een inkijk in het Belgische bordeel van morgen

“Sharing the wife”

Het gaat de Vlaamse beweging niet voor de wind. Er is al de slijtageslag rond de for- matie, waarbij het tsjevendom als van ouds- her Vlaanderen tot meer (Belgische) burger- zin aanmaant. En er is natuurlijk de zinloze tweespalt tussen de twee V-partijen, o.a.

omdat mijnheer De Wever het cordon mee helpt in stand houden.

Er is bovendien het hardnekkige en ver- waande “Wij zijn kosmopolieten”-refrein van de Vlaamse culturo’s, die elk onafhan- kelijkheidsstreven verketteren tot kleinbur- gerlijk fascisme.

Dat is echter allemaal klein bier vergele- ken bij de tegenslag die ons nu treft: de enige van die Vlaamse culturo’s die onbeschaamd afstand nam van het KVS-getoeter en zelfs pleit voor onafhankelijkheid, Dirk Van Bas- telaere, is een... pornoacteur.

Het verhaal doet al een paar weken de ronde: de Nederlandse dichter Gerrit Komrij onthulde in zijn blog “Lucifer in het hooi” met veel poeha dat zijn Vlaamse con- frater Dirk Van Bastelaere in volle glorie te bewonderen is op een vies internetfilmpke.

Via de zoekterm “sharing the wife 1/5”

(aanhalingstekens niet vergeten) komen we inderdaad op die pornoclip uit - allen daar- heen. Voor wie te verlegen is om dat in te tikken, geef ik de korte inhoud.

Twee mannen, de ene een nogal geblokt type, de andere eerder tenger en klunzig (inderdaad gelijkend op Van Bastelaere in zijn jonge tijd), houden zich op de sofa bezig met de troela-van-dienst, in zwarte linge- rie, en ondersteund door enorm gehijg en gekreun. Dat hoort naar het schijnt in dat soort filmpjes.

Op de achtergrond geeft iemand com- mentaar, die even later ook in beeld komt terwijl hij het trio filmt: duidelijk de gastvrije echtgenoot die zijn vrouw “deelt” met de twee andere gabbers. Nog wat later zien we deze heer des huizes, die met een mysterieus rozerood ballonnetje speelt, zonder echt aan de actie deel te nemen. Hij is duidelijk de sul

in het verhaal, de underdog. De voertaal is Nederlands, met een Hollands accent. Het filmpje is geplaatst in 2010, dus niet zolang geleden, al zou het volgens sommigen al tien jaar ondergronds circuleren.

Tja, een dichter die in vunzige porno figu- reert: terwijl half Japan in duigen ligt, beefde ook literair Vlaanderen. Want staat poëzie niet voor het beste in ons, diepe en schone gevoelens, waarachtigheid, enzovoort? En dan deze gore vertoning! Prompt volgde een welles-nietesdiscussie in de “kwaliteits- media”, of het nu de echte Van Bastelaere betrof, dan wel een dubbelganger.

Voor een beter begrip van deze farce, eerst iets over de klokkenluider. Gerrit Komrij is, zeker voor een “rebels dichter”, gesteld op status.

De prijzen die hem te beurt vielen zijn niet meer te tellen, en een eredoctoraat van de Leidense universiteit prijkt op zijn schouw.

Vanuit zijn Portugese residentie (zo hoort dat: een Vlaamse of Nederlandse intellec- tueel met allure woont in “het buitenland”) stelt hij bovendien elke decade een bloem- lezing samen, die toegang geeft tot de gale- rij der Nederlandse letteren: de poëten der Lage Landen zouden een moord begaan om in die bundel te komen. Komrij is God in Dichterland.

Maar zie, twee jaar geleden publiceerde ene Dirk Van Bastelaere een apocriefe bloemlezing, getiteld Hotel New Flandres, waarin vooral Vlaamse auteurs aan bod kwa- men. Dat kon God Gerrit niet hebben: er kan maar één bijbel zijn.

Sindsdien is het oorlog tussen die twee grossiers in poëzie. De Groot-Nederlandse gedachte is weer een illusie armer. De boos- aardige pornograp van Komrij zou dus best een veldslag in die heroïsche clash der tita- nen kunnen zijn. Voor alle duidelijkheid: kin- derachtig gekissebis, dat door niemand met een beetje gezond verstand ernstig kan geno- men worden. En toch...

Een tricolore allegorie?

Rancuneuze Gerrit Komrij zou dus een toevallige gelijkenis te baat hebben geno- men om zijn rivaal een hak te zetten.

Incident gesloten? Ja, ware het niet dat Van Bastelaere zelf twijfel zaait in onze harten.

Want hoe replikeert hij in de pers op die Hollands-Portugese stoot-onder-de-gor- del?

“Ik heb de berichten op het internet gelezen, maar heb het filmpje nog niet gezien. Het is me niet duidelijk of het een vervalsing is. En als het er geen is, dan snap ik niet waarom een opname van bijna tien jaar geleden nu opeens opduikt.”

(DS van 10/3)

Het is hemzelf dus niet duidelijk of hij echt op dat filmpje staat. Dat lijkt toch op een zwaar geval van flou artistique, ofwel een extreme vorm van geheugenverlies. Zou u zich niet meer herinneren of u ooit in een pornofilm acteerde?

We geven hem het voordeel van de twij- fel en zeggen volmondig: ja, dit moet Dirk van Bastelaere zijn, zo ongeveer uit de tijd dat hij de driejaarlijkse Vlaamse cultuurprijs

voor Poëzie kreeg, in 2001. Een promofilm- pje dus, in een ongecoördineerde poging om de wereldpers te halen. Dank u, Gerrit, jam- mer dat die Japanners het feest bedierven en de voorpagina’s inpikten.

Over feesten gesproken: het Vlaamse dichterswezen is een interessant stuk fol- klore op zich. Hoe weinig ze ook gelezen worden, brullen en brallen doen ze des te meer. Via zwaar gesubsidieerde clubjes zoals de vzw Behoud de Begeerte bouwen ze leuke feestjes, vooral ter ere van zichzelf, zoals de Nacht van de Poëzie en Saint Amour.

Allen lijden ze (nu ja, zelf hebben ze er uiteraard geen last van) aan een vreemd soort Verstiegenheit, een zware vorm van narcisme die niet zozeer leidt tot artis- tieke productiviteit, maar die zich vooral uit in pronkerigheid en het haantjesge- drag dat voor “polemiek” moet doorgaan.

Onder deze praalhanzen bekleedt Dirk van Bastelaere een bijzondere plaats: hij beschouwt zichzelf als de vaandeldrager van het Vlaamse postmodernisme.

Voor wie niet helemaal thuis is in het jar- gon: “postmodernisme” staat voor opper- vlakkigheid, souplesse, kunnen loochenen dat de zon opgaat, zich vlotjes in de markt plaatsen, en van niets vies zijn.

Alles is onernstig en met een pak zout te nemen. Van daaruit probeert hij ons zelfs een “Vlaamse identiteit” aan te praten: de nieuwe Vlaming is niet meer van klei, maar eerder van gebakken lucht.

In die zin wil Van Bastelaere ook een poli- tiek statement maken, en zich tot dé cul- tuurdrager opwerpen van het post-Belgische Vlaanderen. Lonken naar de N-VA, momen- teel dé trefplaats van carrièreflaminganten, hoort daar inderdaad bij.

En nu kom ik terug uit op dat fameuze film- pje. Als Dirk toch niet wil ontkennen dat hij erop figureert, maak ik even een diepte-ana- lyse: men mag niet ongevoelig blijven voor de symboliek. Zou het kunnen dat hier een tri- colore allegorie gespeeld wordt, met de toe- komst van België als onderwerp? Is de por- noclip een visionaire boodschap die aangeeft hoe we uit de institutionele impasse kun- nen geraken?

Bekijk de protagonisten: twee mannen rond een vrouw, terwijl de echtgenoot toe-

kijkt. Dat zijn toch zeker wel de corpulente Vlaming Bart De Wever en de pezige Waal Elio Di Rupo (wegens zijn gekende geaard- heid niet beschikbaar voor de heteroscène, en dus gespeeld door Van Bastelaere). De kreunende nymfomane om wie het draait is natuurlijk vrouwe Belgica, en de toekijkende echtgenoot-voyeur kan niemand anders zijn dan, jawel, prins Filip.

De titel “Sharing the wife” is gewoon code- taal voor “Eendracht maakt Macht”, en het orgiastische happy end in dit Belgisch bor- deel moet suggereren dat het historische compromis, nu ja, binnen handbereik is. Dat Dirk van B. als stand-in fungeert voor Di Rupo, heeft een bijzondere betekenis: deze gladjanus wacht een aardige fin de carrière als politicus, in de partij die hij al een tijdje opvrijt.

We mogen ons, na lezing van dit postmo- derne pornofresco, in 2011 dus aan het vol- gende verwachten:

- Filip bestijgt de troon en wordt een pure protocollaire vorst die “ziet dat het goed is”.- Bart De Wever en Elio Di Rupo vin- den elk hun gaatje in het institutionele cor- pus en ze maken de Belgische confederatie tot een feit.

- Dirk Van Bastelaere wordt door de N-VA opgevist en maakt zich op om de volgende Vlaamse cultuurminister te worden.

- Over Brussel spreekt niemand nog. De leeglopende roze ballon in het verhaal?

Het gaat bijgevolg weer goed met de Vlaamse beweging, sinds de dichters zich ermee moeien.

Hoe een onnozel seksfilmpje ons moed inspreekt. Over de Vlaamse republiek spreekt niemand meer: er gaat nu eenmaal niets boven een trio met vier. Neen, meer zeg ik echt niet, want daar hoor ik een dui- zendkoppige menigte het nieuwe Belgische volkslied al zingen, in het Engels, om alle taal- kwesties uit te sluiten: “Sharing the wife!”

(gekreun en gezucht) annicK VerBauwen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door je bij lichaamsoefeningen niet alleen te focussen op een subdoel ‘omdat het moet’, maar ook op de waarde daarachter (zelfstandiger zijn, beter omgaan met pijn etc) ben je

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Ons advies is: gebruik geen alcohol in de periode dat u zwanger wilt worden, en zeker niet tijdens uw

Deze schok lijkt geen direct verband met de (voorgaande) regionale governance, economisch beleid en economische prestatie van deze regio’s te hebben, en kon zodoende

Overigens laat de figuur zien dat de gemiddelde schaal niet alleen wordt bepaald door het aantal instellingen, maar ook door meer organische groei door fluctuaties in

6 Veel leden van medezeggenschapsraden (ruim 70%) geven aan dat binnen de overheids- of semi-overheidssector het thema agressie en geweld tegen medewerkers door externen

„Maar de dialoog moet meer zijn dan camaraderie”, zegt Paolo Dall’Oglio.. „We moeten ook het theologische gesprek durven

Wat mijn woordje betreft, bij ouderen be- gin ik niet over het trouwboekje, maar voorts is de liefde hetzelfde voor jong en oud.” „Bij ons was het intiem, sfeervol en