Vraag nr. 3 van 6 juli 1995
van de heer J. GEYSELS
Geluidshinder – Muziekinstallaties in auto's
De laatste jaren worden wij geconfronteerd met het snel toenemende probleem van de ”mobiele discothe-ken”, dit wil zeggen auto's die uitgerust worden met een disproportionele geluidsinstallatie en die in staat zijn op korte tijd, op alle uren van de dag en van de nacht, hinder te veroorzaken voor iedereen die het ongeluk heeft langs de rijroute te verblijven.
Kan de minister mij meedelen of er een reglementering binnen Vlarem 2 bestaat voor deze bron van lawaaihin-der ?
Zo ja, of er controles worden uitgevoerd op de naleving ervan ? Door wie ?
Zo neen, of er op korte termijn initiatieven worden gepland om aan deze bron van lawaaihinder paal en perk te stellen ?
Antwoord
Titel II van het Vlarem bevat geen reglementering op muziekinstallaties in auto's. Titel II van het Vlarem is in de eerste plaats een sectoriële wetgeving op hinder-lijke inrichtingen die ingedeeld zijn volgens de inde-lingslijst van titel I van het Vlarem. Het gaat daarbij over inrichtingen waarvan de exploitatie gebonden is aan een bepaalde plaats en niet om mobiele inrichtin-gen zoals auto's. De nieuwe versie van titel II van het Vlarem, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 1 juni 1995, bevat wel kwaliteitsdoelstellingen voor het omgevingsgeluid ook buiten hinderlijke inrichtingen. Hieraan zijn echter geen emissievoorschriften gekop-peld voor niet ingedeelde inrichtingen, hetgeen wel het geval is voor ingedeelde inrichtingen.
In principe is het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen echter van toepassing. Zowel de bevoegde politieagenten en be-ambten van de gemeenten en provincies als de inspec-teurs van de afdeling Milieu-inspectie van Aminal zijn bevoegd voor de controle op de naleving van dit koninklijk besluit. Deze reglementering is echter ge-concipieerd voor vaste installaties zoals dancings. Bij de controle is in een meting van het achtergrondgeluid en het voortgebrachte geluid voorzien, en dit in een bewoond vertrek met gesloten ramen en deuren. Voor mobiele bronnen zoals auto's is de controle dus moei-lijk en de reglementering dus niet adequaat.
Wel wens ik het lid te wijzen op enkele algemene bepa-lingen die van toepassing zijn :
— volgens artikel 56 § 1, 1° van het Strafwetboek is het verboden nachtlawaai te veroorzaken waardoor de rust van de bewoners kan worden gestoord ;