Vraag nr. 11
van 22 november 1995 van de heer JOS GEYSELS
Rationeel energieverbruik – Vlaams Interdepartemen-taal Comité
Op 16 december 1992 werd in een besluit van de Vlaamse regering het koninklijk besluit van 13 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor ratio-neel energieverbruik, gewijzigd.
Dit besluit bevat de oprichting van het Vlaams Interde-partementaal Comité dat belast is met het overleg in verband met aanmoedigingsmaatregelen voor het ratio-neel energieverbruik.
Wat is de werkwijze van dit comité en wat zijn de belangrijkste voorstellen en maatregelen die uit zijn werking resulteerden ?
Antwoord
1. Algemene situering van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 (toestand vóór 1988)
Het koninklijk besluit van 10 februari 1983 voert een aantal financiële aanmoedigingsmaatregelen in die erop gericht zijn het rationeel energiegebruik (REG) te stimuleren.
De maatregelen kunnen worden onderverdeeld in twee groepen :
a) toelagen voor energiebesparende investeringen aan ondernemingen en instellingen die geen ver-hoogde investeringsaftrek kunnen genieten in het Wetboek der Inkomstenbelastingen en het koninklijk besluit van 4 maart 1965. Het gaat hier om :
– verlieslatende ondernemingen ; – niet-commerciële instellingen ;
b) toelagen die erop gericht zijn de ontwikkeling van REG-projecten te bevorderen, met name : – toelage voor ontwikkelings- en
demonstratie-projecten ;
– commercialisering van nieuwe REG-technie-ken.
Voor elk van de ingestelde subsidies is een geëigende procedure voorgeschreven. De minister van Eco -nomische Zaken dient uiteindelijk over de toeken-ning van de steun te beslissen. Voor de toelagen van de tweede groep is de minister echter gebonden aan het advies van het Interdepartementaal Comité voor Rationeel Energiegebruik – ICVRE, dat in het kader van de toepassing van het besluit werd opge-r i c h t . Het Comité is samengesteld uit ambtenaopge-ren van de verschillende ministeries en diensten en is belast met de organisatie van elk nuttig overleg tus-sen de betrokken ministeriële departementen. Alle toelagen worden verstrekt binnen de perken van de op de begroting vastgelegde kredieten voor de toepassing van dit besluit. Zo werden vanaf 1989 voor de verlieslatende ondernemingen geen
kredie-ten meer uitgetrokken, zodat de reglementering hiervoor de facto niet meer kon worden toegepast. 2. Toestand na de staatshervorming van 1988
Sinds 1988 werd het beleid inzake rationeel energie-gebruik naar de gewesten overgeheveld. Via het delegatiebesluit is de Vlaamse minister voor Ener-gie bevoegd voor de toekenning van de steunmaat-regelen.
Wat de toelagen aan niet-commerciële instellingen betreft stelden zich geen problemen, aangezien de minister volgens het koninklijk besluit zelfstandig over elke aanvraag kan beslissen (op voorwaarde dat de toegekende subsidie kleiner is dan 12 miljoen frank).
Wat de toekenning van een ontwikkelingsdemon-stratie- of commercialiseringstoelage betreft werd de situatie iets ingewikkelder. De procedure schreef immers een voorafgaand en gemotiveerd advies van het ICVRE voor, dat bij het begin van de regionali-sering geen gewestelijke tegenhanger kende. H e t besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1992 regelt de oprichting van een dergelijk geweste-lijk comité.
3. Besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1992
Het besluit van 16 december 1992 voorziet in de oprichting van het Vlaams Interdepartementaal Comité (het VICO), dat belast is met de organisatie van elk nuttig overleg tussen de betrokken departe-menten in het kader van de toepassing van het koninklijk besluit van 10 februari 1983.
Het VICO is samengesteld uit een vertegenwoordi-ger van ieder departement van het ministerie van de Vl aamse Gemeenschap. De voorzitter kan de samenstelling evenwel uitbreiden naargelang de noodwendigheden en daarbij een beroep doen op deskundigen.
Het voorzitterschap en het secretariaat worden waargenomen door de afdeling Natuurlijke Rijk-dommen en Energie van de administratie Econo-mie.
Het Comité bepaalt zijn eigen reglement van inwen-dige orde, waarin de regels in verband met de alge-mene werking, adviesvorming en beslissingsneming worden vastgelegd.
Als voornaamste taken heeft het Comité :
– vastleggen van de selectiecriteria voor de toe-kenning van een ontwikkelings- of demonstra-tietoelage. Deze selectiecriteria kunnen jaarlijks door het Comité worden herzien (zie reglement van inwendige orde). Voorlopig worden de pro-jecten met warmte-kracht-koppeling (WKK) en alternatieve energieopwekking als prioritair beschouwd ;
– het uitbrengen van een voorafgaand, met rede-nen omkleed advies aan de minister over de overeenstemming van de investeringen met de door het koninklijk besluit opgelegde bepalin-gen en de door het Comité vastgelegde criteria ;
– onderzoek naar mogelijke overlappingen met andere reglementaire bepalingen om zodoende cumulatie te vermijden.
Als bijlage wordt een overzicht gegeven van alle projecten die in 1992, 1993 en 1994 werden inge-diend. Van de 31 projecten werden er 17 door het Comité gunstig geadviseerd (2 projecten zullen nog beoordeeld worden in de loop van 1995). De geza-melijke totale investeringskosten van de gesteunde projecten bedroeg 327 miljoen frank, waarbij 117,5 miljoen als toelage werd toegekend.
Bijlage 1 : Vlaams Interdepartementaal Comité voor Energie – Reglement van inwendige orde. Bijlage 2 : Vlaams Interdepartementaal Comité voor
Energie – Selectiecriteria.
Bijlage 3 : Demonstratieprojecten energietechnolo-gieën – Overzicht 1992 tot 1994 (toepassing KB 10 februari 1983).
Bijlage 4 : Koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik (Belgisch Staatsblad 4 maart 1983).
Bijlage 5 : Besluit van de Vlaamse executieve van 16 december 1992 tot wi jziging van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 hou-dende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbuik (BS 23 april 1993). (De bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van de Vlaamse Raad - red.)