Vraag nr. 168 van 27 april 2005
van de heer WERNER MARGINET
Gemeentebelasting tweede verblijf – Stand van zaken
De Brugse rechtbank stelde in december 2003 dat de gemeentebelasting op tweede verblijven onwet-tig is.
Gevolg hiervan is dat eigenaars deze uitspraak, dit vonnis, kunnen aangrijpen om betaalde belastin-gen terug te vorderen en toekomstige aanslabelastin-gen te betwisten.
Dit zou een financiële ramp kunnen betekenen voor heel wat gemeenten en specifiek voor kust-gemeenten, waarvoor dit een zéér belangrijke bron van inkomsten is….
1. Zijn er nog Vlaamse gemeenten die de minister gecontacteerd hebben rond deze problematiek? 2. In antwoord op een actuele vraag terzake van
27 oktober 2004, stelde de minister dat hij de zaak op de voet zou opvolgen.
Welke initiatieven zijn er terzake nog genomen? Antwoord
1. De burgemeesters van twee kustgemeenten heb-ben een onderhoud gehad over deze gemeen-tebelasting met mijn kabinetsmedewerker en ambtenaren van mijn administratie.
2. Ik blijf deze zaak volgen.
In het antwoord op de vraag van de heer Verfaillie had ik er reeds op gewezen dat het vonnis van 22 december 2003 van de rechtbank van Eerste Aanleg van Brugge gesteund was op een enigszins eigenaardige interpretatie maar dat het hoe dan ook verder aan de rechterlijke macht is om tot een definitief standpunt te komen. De gemeente Middelkerke heeft immers beroep ingesteld tegen het vonnis. Zolang die uitspraak in beroep niet gewezen is, acht ik het niet opportuun om initiatieven te nemen. Het vonnis van de Brugse rechtbank was
geïn-spireerd op een eerdere uitspraak van het Hof
van Beroep van Brussel van 3 mei 1996 betref-fende een aanslag van de V.U.B, in de belasting op kamers van de gemeente Jette. Het Hof van Brussel heeft zijn mening ondertussen echter herzien: in een arrest van 15 oktober 1999 werd gesteld dat de belasting op hotelkamers van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe een belasting is met een eigen grondslag en dus geen aan de inkomstenbelastingen gelijkaardige gemeen-tebelasting. Er is dus geen onverenigbaarheid met artikel 464, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen.
Dezelfde conclusie werd getrokken door de rechtbank van Eerste Aanleg van Leuven in een vonnis van 22 oktober 2004 betreffende de gemeentebelasting op het in huur geven van kamers van de stad Leuven. Ook hier oordeelde de rechter dat het om een autonome gemeen-tebelasting gaat met een eigen grondslag, en waarbij een welbepaald specifiek gebruik van een deel van een onroerend goed is belast. Zelfs de rechtbank van Eerste Aanleg van