INHOUD
Column
Drs.
M.
Bei11emcl
Aanhevelingen voor ccn nieuw kahinet
Pr-of dr. F W Ruttc11
Water op hct spcl staat in Europa
Drs Ai\1.
Oostla11der
De dageraad is aangebrokcn
Drs.
T!J.B.FJ\1
Bn11kel, Prof
muir.
JP Rilkc11mdc
Islarnitisch fundarnentalisrnc
Pr-of dr A Wessels
Periscoop: Catastrofc of crisis!
z
2:
0
u
D
e moest op 5 tekst van dmeeze coi ingelevelumn rdworden. Dat plaatste voor mij het schrijven ervan
on-der het beslag van dodenherdenking en bevrijdingsdag, van onderdrukking en
verzet, van gedenken en vooruitzien.
Herdenken blijft oppervlakkig, als het
niet meer is dan de plechtigheid van
een uur of de feestelijkheid van een dag Herdenken krijgt perspectief, als het tot gedenken wordt. Anders ge-zegd: als de lering uit het verleden in het heden ons op de toekomst gerichte
handelen mede bepaalt.
Het gruwelijkste dat ons uit de Tweede
Wereldoorlog bijblijft, is de
moordaan-slag op het volk dat de Torah ontving en door -gaf. De daders spraken
cynisch en verhullend van
'Endlösung', de overl even-den noemden het in hun taal 'Shoah'. Duitse historici hebben in het allerminst het recht om - zoals Ernst Nolte deed - de schuld die op
die generatie drukt te
ver-Abel Herzberg, die in 1974 in zijn dankwoord voor de hem uitgereikte
P.C. Hooftprijs onder meer het vol
gen-de zei: 'Het heeft geen zin de schuldige alleen maar te verwerpen en te
verach-ten, hem aan te klagen, je boven hem te stellen, alsof niet menig normaal mens, ja menig slachtoffer, als hij in d e-zelfde omstandigheden zou geraken als
de misdadiger die hij berechtte, tot h et-zelfde in staat zou zijn als deze.'
De kennis van de shoa!J wordt in onze
tijd waarin, zeker voor de jongere
ge-neratie, het beeld 'welsprekender' is dan het woord, vooral door de film over
ge-dragen.
Lanzmann's 'SIJoa/1 ( 1985), waarin
over-vagen door een oorzake-
Drs
.
M.
B
e
i11
ema
levenden hun verleden
opnieuw doormaakten,
heeft hoogstwaarschijnlijk meer mensen bereikt en diepere indrukken
nagela-ten dan alle getuigenissen en beschrijvingen, die S.
Dresden in zijn voo rbeel-dige studie 'Vervolging,
vernietiging en literatuur' ( 1991) verwerkte. En 'Schi,,d/ers list' ( 1994), waarin goedbedoeld en lijk verband te construeren tussen de
massamoorden die eerst door Stal in en
later door Hitier uitgelokt en bevolen
werden. Het zijn slechts de weinigen die de vernietigingskampen overleef -den, die wel het recht hebben op deze schuld de allerhoogste vorm van relati -veren toe te passen. Ik denk hierbij aan
met gedoseerd sentiment wordt n age-speeld, wat niet te spelen is, zal stellig
een nog ruimer bereik verkrijgen, maar een oppervlakkiger uitwerking hebben.
Nederlandse jongeren tussen vijftien en negentien jaar koesteren volgens een
recent Clingendael-onderzoek toch al grotendeels een noch op ervaring noch
CDV 6/94
op informatie gegrond ressentiment je -gens het huidige Duitsland en zijn in -woners Bij hen zal 'SclJi1·1dlers list' de
neiging wel versterken om de zonden der Duitse vaderen ook nog hun nage -slacht toe te rekenen.
Helaas hebben er in de lesroosters veel
geschiedenisuren plaats moeten maken
voor vakken die geacht worden van
meer nut te zijn. Daardoor is deze schooljeugd onvoldoende duidelijk ge -maakt, dat het nieuwe Duitsland het oude niet is en dat ook in Nederland vele vaderen zich onttrokken hebben aan elke vorm van solidariteit met de
vervolgden. De 'E"dlösung' kon door een minderheid van het Duitse volk in ver -gaande mate uitgevoerd worden,
door-dat een meerderheid zich doof en blind
hield. En er zouden minder Joden uit
Nederland weggevoerd zijn als er door
minder andere Nederlanders
medewer-king was verleend en door meer
Nederlanders solidariteit was betracht.
We maken nu mee, dat elders en bij ons racistische en neo-fascistische partijen de kop weer wat verder kunnen opst e-ken, doordat in luttele jaren voor vele Westeuropeanen zekerheden en
posi-tieve toekomstverwachtingen in hun
te-gendeel zijn verkeerd.
De geschiedenis herhaalt zich echter nooit precies. En gehoopt mag worden
dat die geschiedenis zich zelfs niet om en nabij herhaalt. Weerzin en waak-zaamheid jegens deze uitwassen van de democratie zijn immers, ook en juist in
Duitsland, levendiger en krachtiger dan in de jaren dertig van deze eeuw. In dat
opzicht is er nu meer solidariteit dan
toen.
Maar de vraag is, of dat meerdere ge
-noeg is voor de toekomst. De
uitdagin-gen waar de Westeuropese demo cra-tieën voor staan zijn veelsoortiger en immenser dan zestig jaar geleden.
CDV 6/94
Enkele daarvan duid ik met
trefwoor-den aan: de hardnekkige werkloosheid binnen en buiten onze grenzen, de so-ciale en politieke spanningen in het
merendeel van de landen achter het voormalige l]zeren Gordijn; de toen
e-mende concurrentie van de lage-lone n-landen in Azië; de milieuproblematiek, veroorzaakt door 'een wijze van
produ-ceren en consumeren, die bedreigend is voor de menselijke soort' (Wijffels). Als die aanduidingen ons inderdaad
treffen, weten we niet-alleen nog ver
verwijderd te zijn van een vrederijk
waar in 'een ieder onder zijn wijnstok
en onder zijn vijgeboom kan zitten,
zonder dat iemand hem opschrikt' (Micha 4:4) We zullen dan ook besef-fen, dat het beantwoorden van die uit-dagingen de Nederlandse samenleving
lasten en beperkinge'ii oplegt, die
slechts in grote solidariteit te dragen
zijn.
Dat heeft, dunkt mij, voor het CDA tot consequentie dat het niet elk spreken
over enige nivellering van inkomens en koopkracht als vloeken in de kerk blijft beschouwen, maar gaat beseffen dat dit
ook een weerklank kan zijn van het oud-testamentische Jubeljaar dat,
voor-zover in praktijk gebracht, diende als een heilzaam middel tegen een
tweede-ling van de samenleving. ...,.
I11 de colt111111 geven de leden van de redactie lnll'l persoonlijke opvattingeil weer. Zij hope11 daar-I/lee ee11 aanzet Ie geven voo1· ,·eflectie of debat.
op informatic gcgrond rcsscntiment jc-gcm hct huidigc Duitsland en zijn in-woncrs. l3ij hen zal 'SchiH,iler's list' de nciging wei verstcrken om de zondcn der Duitse vaderen ook nog hun nagc-slacht toe tc rckenen.
Hclaas hcbben cr in de lesroosters vccl gc<,chiedcni<,uren plaats moeten maken voor vakken die gcacht worden van mccr nul tc zijtl. Daardoor i<, deze <,chooljcugd onvoldoende duidclijk ge-maakt, dat het nicuwe Duitsland hct uude nict is en dat ook in Nederland vclc vadercn zich onttrokken hcbben aan elke vorm van solidariteit met de vcrvolgden. De 'E11dlosu11t;' kon door een mindcrhcid van hct Duitse volk
inver-gaandc n1atc uitgcvocrd worden,
door-dat een mcerdcrheid zich doof en blind hicld. ln er zoudcn mindcr Joden uit Nederland wcggcvocrd zijn als er door minder andere Neckrlandcrs medewer-king was vcrlecnd en door mcer Ncdcrlandcr-, solidariteit was betracht. We maken nu mec, dat elders en bij ons racr<,ti-,chc en nco-fasci'.tischc partijcn de kop weer wat verdcr kunncn opstc-kcn. doordar in luttcle jarcn voor velc Wcstcuropeancn zekerheden en po'>i-tieve tockomstverwachtingen in hun te-gcndeel zijn vcr·kcerd.
De gc<,chiedenis herhaalt zich echter nooit precics. En gehoopt mag worden dat die gc<,chiedenis zich zelf-, niet om en nabij hcrhaalt. Wecrzrn en waak-zaamhcid jegcns dcze uitwassen van de democratic zijn immer<,, ook en juist in Duit-,land, levcndigcr en krachtigcr dan itl de jaren dcrtig van dezc ccuw. In dar opzicht i<, er nu mcer solidaritcit dan toen.
r\ laar de vraag is, ol dat mcerdcre ge-nocg is vonr de toekomsl. De uitdagin-gen waar de We-,tcuropcse
democra-ticCn voor -;taan zijn vccl-,oortigcr en
Jllll11C!l~cr dan zc'-ltJg jaar gclcden
( ! )\' (J
!J-1-[nkelc daarvan duid ik met trefwoor-den aan: de hardnekkige wcrklooshcid binnen en buiten onze grenzen, de so-ciale en politick<: -;panningcn in hct mcrendeel van de Ianden achter het voorrnalige i)zeren Cordijn; de toene-mendc concurrentie van de lage-lonen-landen in Azic; de milicuprohlematiek, vcroorzaakt door 'cen wijze van produ-ccrcn en consumcren, die bcdreigend is voor de menselijke soort' (Wijffels) AI-; die aanduidingcn on<, indcrdaad trdfen, wetcn we nict-allcen nog ver verwijderd te zijn van ccn vrcderiJk waar in 'cen ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom kan zittcn, zonder dar iemand hem opschrikt'
I r\\icha 441. We zullcn dan ook bcscf-kn, dat het heantwoorden van die uil-dagingen de Ncderlandse samenlcving lasten en hcperkingen oplegt, die slechts in grote solidariteil rc dragcn zijn.
Dat hecft, dunkt mij. voor hct CDA tot consequenrie dat hct nier elk spreken over enige nivellcring van inkomens en koopkracht al., vloeken in de kerk hlijft beschouwen, maar gaat hesefkn dat dit ook cen wcerklank kan zrjn van hct oud-tcstamentische _luhcljaar dat, voor-zover in praktijk gebracht, diende al-; een heilzaam middel tcgen cen twccde-ling van de samenleving.
in
de co/u11111 ~ei'Ctl,/c
/edc11 I'll II de rcdt~clle /11111flmocm/ijke Ojll'dllillt}ell ll'eer. ZIJ !JoflCII dt~lii IIICC Cfll ildiiZel lc -~CI'Cil 1'001-rc{lcctic of
dr/Jtil.
n
0
r
c
0 UJ ....J UJ <( <(
u
0 l / )z
UJ Iu
l / )2
0z
0u
UJ UJ UJu
z
<(z
u...Een nieuw kabinet moet uitgaan
van een financieringstekort
van
2, 25% in 1998 en ombuigingen bij de collectieve uitgaven die
tot
en met
1998 oplopen totcirca
18
à
20 miljard, met een accent opde overdrachtsuitgaven. Beleidsconclusies over hervormingen op
de arbeidsmarkt en bij de sociale
zeke
rheid
vragen meer tijd voor
uitwerking
.
N
u de verkiezingen achterde rug ZIJn, IS een n1euwe
fase in de voorbereiding van het beleid van het nieuwe kabinet begonnen. Op basis
van het eigen verkiezingsprogramma
nieuwe rapporten zijn de dubbele
noodzaak om a) de openbare financiën
verder te saneren en b) de werkgel
e-genheid sterk te bevorderen. Samen
met de verkiezingsprogramma's en en
-kele eerdere publikaties van het
zal met andere partijen
onderhandeld moeten
worden over een nieuw
regeerakkoord. Daarbij
dienen ook nieuwe feiten en nieuwe rapporten te
worden betrokken. Tot de belangrijkste nieuwe
do-cumenten op financieel,
economisch en sociaal
ge-bied behoren het Vcrslag van de Nederlandsche
Bank, dat vlak voor de
Prof.
dr. FW Rutten
Centraal Planbureau
(CPB) ligt er een zo om-vangrijke stapel van di ag-noses en remedies, dat het
niet voor iedere
infonna-teur of formateur gemak-kelijk zal zijn om door de
bomen het bos nog te
zien. De formulering van de financiële, economi -sche en sociale paragrafen
in het regeerakkoord ver -gen niet alleen een pol
itie-verkiezingen gepubliceerd werd, het rapport van de Commissie-Andriessen
'De onderste baan boven' over het
'laagste segment van de arbeidsmarkt'
en het advies van de ambtelijke Centraal Economische Commissie
(CEC) over het beleid in de periode 1995 tot en met 1998. Dominant in de
ke weging van de beschikbare
ingrediënten. Er is ook een econo-misch-technische beoordeling nodig van de diverse recepten. Weliswaar
heeft het Planbureau met zijn modellen de effecten van allerlei plannen van
cij-fers voorzien, maar die cijfers zeggen lang niet alles over de economische
CDV 6/94
t
I
wijsheid om het betrokken recept in praktijk te brengen.
Voor de twee genoemde hoofdpunten,
ligt de receptuur in het eerste geval
-dat van de openbare financiën -relatief simpel. Daarentegen gaat het bij de
werkgelegenheid niet alleen politiek
maar vooral ook sociaal en economisch
om een zeer complexe problematiek;
simpele eieren van Columbus moeten
op dit tweede terrein met achterdocht
worden bezien.
Openbare financiën
Vooreerst dan de openbare financiën.
De Nederlandsche Bank heeft in zijn jongste verslag voorgerekend dat het financieringstekort in 1994 - trucs en cosmetica niet meegerekend -nog veel te hoog is om te bereiken dat de staats-schuld, conform het
ver-de hogere cijfers in de diverse verki
e-zingsprogramma's, zoveel heeft willen
verhogen, als nog net vcrantwoord is om de doelstelling van een matiging van de groei van de staatsschuld
bin-nen bereik te houden. De l
aatstge-noemde doelstelling is door de politiek
gedragen. Het is aan de rekenmeesters om uit te rekenen, welk financierin gs-tekort daarbij hoort. Nu de beste des-kundigen na een en andermaal cijferen
uitkomen op 2,25% moet onze partij
dat mijns inziens als een duidelijk fi -nancieel feit accepteren. Een keuze
voor een hoger financieringstekort zou in feite inhouden, dat wij met onze op-gave als rentmeester zouden gaan
sjoe-Jnelen. _.,..
Duisenberg heeft met het oog op de
werkgelegenheid ook gepleit voor ver
-laging van belastingen en sociale
pre-mies tot een bedrag van
kiezingsprogramma van het CDA, minder hard
groeit dan het Bruto
Binnenlands Produkt
(BBP). Vorig jaar heeft een
ambtelijke commissie
on-der leiding van het
Ministerie van Financiën
-die qua samenstelling vr
ij-wel gelijk was aan de
CEC, die onder voo
rzit-terschap staat van het
Ministerie van Economi
-Binnen drie
f. 9 miljard om dedruk-stijging, die in de afgel
o-pen kabinetsperiode ·
-tegen geest en letter van het regeerakkoord - was opgetreden althans ten dele ongedaan te maken.
Dit is zeker geen overdr e-ven bedrag gelet op de
sterk gestegen werkl
oos-heid. Om het financi
e-maanden moet
binnen het CDA
aan de
wenselijke
herijking van de
sociale zekerheid en
de
arbeidsverhou-dingen vorm te
ringstekort en de belas-tingen en premies te ve r-minderen kwam Duise
n-sche Zaken - geadviseerd
geven zijn.
het financieringstekort te
verminderen tot I ,75% van het BBP. De CEC adviseert nu een iets hoger cijfer van 2,25% met de aantekening,
dat bepaalde meevallers dienen te wor-den benut om het tekort verder te ver -minderen. Het verschil tussen de twee genoemde cijfers is erg klein. De
be-perkte verhoging geeft aan, dat de CEC de norm voor het tekort, gelet op
CDV 6/94
berg tot de slotsom, dat de collectieve uitgaven met f. 18 mil
-jard in de jaren 1995 tot en met 1998
moeten worden omgebogen (niet mee
-gerekend de f. 5 miljard aan ombuigin -gen die het demissionaire kabinet zich heeft voorgenomen maar nog niet heeft ingevuld). Het verkiezings
pro-gramma van het CDA bevatte vrijwel
eenzelfde ombuigingsbedrag, te weten
0 u..J ___J u..J
u
0
Vlz
u..J Iu
Vl2:
0z
0
u
u..J u..J u..Ju
z
<t:z
t..L..Een nieuw kabinet moet uitgaan van een financieringstekort van
2., 2.5%
in
1
99 8
en ombuigingen bij de collectieve uitgaven die tot
en met
1998oplopen tot circa
18à
2.0
miljard, met een accent op
de overdrachtsuitgaven. Beleidsconclusies over hervormingen op
de arbeidsmarkt en bij de sociale zekerheid vragen meer
tijd
voor
uitwerking.
N
u de verkiezingen achter de rug ZIJn, IS een n1euwefase in de voorbereiding van het beleid van het
nieuwe kabinet begonnen. Op basis
van het eigen verkiezingsprogramma zal met andere partijen
onderhandeld moeten
worden over een nieuw
regeerakkoord. Daarbij dienen ook nieuwe feiten
en nieuwe rapporten te worden betrokken. Tot de belangrijkste nieuwe
do-cumenten op financieel, economisch en sociaal
ge-bied behoren het Verslag
van de Nederlandsche
nieuwe rapporten zijn de dubbele noodzaak om a) de openbare financiën
verder te saneren en b) de we rkgele-genheid sterk te bevorderen. Samen
met de verkiezingsprogramma's en e
n-kele eerdere publikaties van het
Centraal Planbureau
(CPB) ligt er een zo
om-vangrijke stapel van diag -noses en remedies, dat het
niet voor iedere informa-teur of formateur gemak-kelijk zal zijn om door de
bomen het bos nog te zien. De formulering van
de financiële, economi -sche en sociale paragrafen in het regeerakkoord
ver-Bank, dat vlak voor de
Prof. dr FW
Rutte11
gen niet alleen een politie-verkiezingen gepubliceerd werd, het ke weging van de beschikbare rapport van de Commissie-Andriessen ingrediënten. Er is ook een econ o-'De onderste baan boven' over het miseh-technische beoordeling nodig
'laagste segment van de arbeidsmarkt'
en het advies van de ambtelijke
Centraal Economische Commissic (CEC) over het beleid in de periode
1995 tot en met 1998. Dominant in de
van de diverse recepten. Weliswaar
heeft het Planbureau met zijn modellen de effecten van allerlei plannen van cij -fers voorzien, maar die cijfers zeggen lang niet alles over de economische
CDV 6/94
wijsheid om het betrokken recept in praktijk te brengen.
Voor de twee genoemde hoofdpunten,
ligt de receptuur in het eerste geval -dat van de openbare financiën - relatief
simpel. Daarentegen gaat het bij de
werkgelegenheid niet alleen politiek
maar vooral ook sociaal en economisch
om een zeer complexe problematiek; simpele eieren van Columbus moeten op dit tweede terrein met achterdocht
worden bezien.
Openbare financiën
Vooreerst dan de openbare financiën. De Nederlandsche Bank heeft in zijn
jongste verslag voorgerekend dat het
financieringstekort in 1994 - trucs en cosmetica niet meegerekend -nog veel te hoog is om te bereiken dat de staats-schuld, conform het v
er-de hogere cijfers in de diverse verki e-zingsprogramma's, zoveel heeft willen
verhogen, als nog net verantwoord is
om de doelstelling van een matiging van de groei van de staatsschuld bin-nen bereik te houden. De la
atstge-noemde doelstelling is door de politiek
gedragen. Het is aan de rekenmeesters om uit te rekenen, welk financierin
gs-tekort daarbij hoort. Nu de beste des-kundigen na een en andermaal cijferen
uitkomen op 2,25% moet onze partij dat mijns inziens als een duidelijk
fi-nancieel feit accepteren. Een keuze voor een hoger financieringstekort zou
in feite inhouden, dat wij met onze
op-gave als rentmeester zouden gaan sjo
e-Inelen. .,-..
Duisenberg heeft met het oog op de
werkgelegenheid ook gepleit voor ver
-laging van belastingen en sociale pre-mies tot een bedrag van
kiezingsprogramma van
het CDA, minder hard
Binnen drie
f. 9 miljard om de druk-stijging, die in de afgel o-pen ka bi netsperiode - -tegen geest en letter van
het regeerakkoord - was
opgetreden althans ten
dele ongedaan te maken.
Dit is zeker geen overdr e-ven bedrag gelet op de
sterk gestegen werkl
oos-heid. Om het financi e-groeit dan Binnenlands het Bruto Produkt
maanden moet
binnen het CDA
(BBP). Vorig jaar heeft eenambtelijke commissie on-der leiding van het
Ministerie van Financiën -die qua samenstelling v
rij-wel gelijk was aan de
CEC, die onder voor
zit-terschap staat van het
Ministerie van
Economi-sche Zaken - geadviseerd
aan de wenselijke
herijking van de
sociale zekerheid en
de arbeidsverhou
-dingen vorm te
geven
z
ijn.
ringstekort en de bel as-tingen en premies te ver
-minderen kwam Duisen
-het financieringstekort te
verminderen tot I ,75% van het BBP.
De CEC adviseert nu een iets hoger cijfer van 2,25% met de aantekening,
dat bepaalde meevallers dienen te wor
-den benut om het tekort verder te
vcr-minderen. Het verschil tussen de twee
genoemde cijfers is erg klein. De
be-perkte verhoging geeft aan, dat de
CEC de norm voor het tekort, gelet op
CDV 6/94
berg tot de slotsom, dat de collectieve uitgaven met f. 18 mil
-jard in de jaren 1995 tot en met 1998
moeten worden omgebogen (niet
mee-gerekend de f. 5 miljard aan ombuigin -gen die het demissionaire kabinet zich heeft voorgenomen maar nog niet
heeft ingevuld). Het verkiezings
pro-gramma van het CDA bevatte vrijwel
eenzelfde ombuigingsbedrag, te weten
u
Vlz
Iu
Vlz
u
w LL: wu
z
z
f. 18,4 miljard De CEC: advi<,eert nu lot een hedrag van f. 20 miljard aan ombuigingen. l3ij een vergelijking met het C:DA-verkiezingsprogramma zijn cr diverse plus- en minposten te noc-mcn. Nadal de herekeningcn voor het CDA-programma waren afgesloten, zijn zich inmidde]<, overschrijdingen hij de collectieve uitgaven van f. 4 mil-jard gaan aftekcnen llij de inkom<,ten zijn er tegenvallers (aardgasbaten) en mecvallcrs (belastingen) tc signalcren. Ver<,chillen met de C:EC houden voort<; verband met een iets hoger cijfer voor de economi'>che groei en een wat lager normcijfcr voor het overheidstekort, dan in het C:DA-programma waren verdisconteerd. Over de wij'>heid van I. 1 of 2 miljard meer of minder ombui-gingen op een termijn van 4 jaar valt natuurlijk te twisten. De orde van grootte tekent zich in de diverse docu-menten echter wei duidelijk genoeg al. Willen wij ernst maken met soliditeit bij 's Ri]k'> I inancicn en met hers tel van de werkgclegcnheid dan zal de uit-komst van de formatie op dit onder-dee] in de orde van I. 18
a
20 miljard moeten I iggen.Werkgelegenheid en sociale
zekerheid
Zoals gezcgd ligt de economische be-nadering van de werkgelegenheid veel complexer. De verkiezing'>programma\ tonen een bonte varieteit van meer conducteurs en mecr plantsoenwerkcrs, diverse vormen van lastenvcrlichting, hervorming van de socialc zekerheid, mecr flcxibiliteit bij de loonvorming, <,choling enzovoort. Die varicteit doct recht aan de aard van het probleem. Fr i'> niet ccn wondermiddel. Fconomen, ook die van het C:entraal Planbureau, kunnen niet nauwkeurig de eHectcn van diverse maatrcgelcn berekencn.
Dat is een reden temcer om niet alles op ccn kaart te zettcn.
Het rapport van de Commis-,ie-Andrics<.en wil vooral het verschil tus-scn de laag'>te Iemen en de socialc uitkeringen vergroten. Dit kan op meerdcre manieren. In de relaticf goedkope variant wordt een hdfing'>-korting bij de loonhelasting ingcvoerd. die voor iedere wcrkende cen in gul-dens gelijk voordeel meehrengt De verwachting van de C:omm1ssie i-,, dat deze extra beloning voor werk vee] men<,cn motiveert om zich op de i!r-heid<.markt aan te biedcn. Dit extra ar-beidsaanbod matigt de loomtiJging en daardoor trckt vcrvolgem de wcrkgelc-genheid aan.
0 ....J w ....J <( <(
u
0z
w Iu
Vl2
0z
0u
w ....J w wu
z
f. 18,4 miljard. De CEC adviseert nu tot een bedrag van f. 20 miljard aan ombuigingen. Bij een vergelijking met
het CDA-verkiezingsprogramma zijn
er diverse plus-en minposten te noe -men. Nadat de berekeningen voor het CDA-programma waren afgesloten,
zijn zich inmiddels overschrijdingen bij de collectieve uitgaven van f. 4 mil -jard gaan aftekenen. Bij de inkomsten zijn er tegenvallers (aardgasbaten) en meevallers (belastingen) te signaleren. Verschillen met de CEC houden voorts verband met een iets hoger cijfer voor de economische groei en een wat lager normcijfer voor het overheidstekort,
dan in het CDA-programma waren verdisconteerd. Over de wijsheid van f. I of 2 miljard meer of minder ombui -gingen op een termijn van 4 jaar valt natuurlijk te twisten. De orde van grootte tekent zich in de diverse doc u-menten echter wel duidelijk genoeg af. Willen wij ernst maken met soliditeit bij 's Rijks financiën en met herstel van de werkgelegenheid dan zal de uit -komst van de formatie op dit onder -deel in de orde van f. 18 à 20 miljard moeten liggen.
Werkgelegenh
e
id e
n s
ocia
le
z
e
kerhe
i
d
Zoals gezegd ligt de economische b e-nadering van de werkgelegenheid veelcomplexer De verkiezingsprogramma's tonen een bonte variëteit van meer conducteurs en meer plantsoenwerkers,
diverse vormen van lastenverlichting,
hervorming van de sociale zekerheid, meer flexibiliteit bij de loonvorming, scholing enzovoort. Die variëteit doet recht aan de aard van het probleem. Er is niet één wondermiddel. Economen, ook die van het Centraal Planbureau, kunnen niet nauwkeurig de effecten van diverse maatregelen berekenen.
Dat is een reden temeer om niet alles op één kaart te zetten.
Het rapport van de Commissie -Andriessen wil vooral het verschil tus -sen de laagste lonen en de sociale uitkeringen vergroten. Dit kan op meerdere manieren. In de relatief goedkope variant wordt een heffin gs-korting bij de loonbelasting ingevoerd,
die voor iedere werkende een in gul-dens gelijk voordeel meebrengt. De verwachting van de Commissie is, dat deze extra beloning voor werk veel mensen motiveert om zich op de ar-beidsmarkt aan te bieden. Dit extra ar -beidsaanbod matigt de loonstijging en daardoor trekt vervolgens de werkgele -genheid aan. De uitkomsten van het pla n-Andriessen zijn volgens de CPB-com -puter zeer gunstig voor de w
erkge-legenheid. Er zijn echter wel een aantal
kwalificaties op zijn plaats. Nu er zo'n groot tekort aan werkgelegenheid is,
ligt het niet zonder meer voor de hand de prikkel in eerste instantie geheel te
leggen aan de aanbodkant van de ar-beidsmarkt. Verder is het dubieus, of het extra arbeidsaanbod wel zo'n sterke neerwaartse druk op de lonen uitoe
-fent, als het model van het Planbureau aangeeft. De jaarlijkse stijging van de CAO-lonen zou dalen tot 0,5% per jaar, terwijl de prijsstijging circa 2% zou belopen, mij komt die uitkomst niet zeer plausibel voor bij de huidige wijze van loonvorming. Voorts wringt de figuur van de heffingskorting met ons fiscale stelsel. Ook worden de ge -pensioneerden met een aanvullend pensioen van f. I 0.000 à 30.000 wel
heel hard 'gepakt' door de voorgestelde premieheffing over aanvullende pen-sioenen. Het is hier niet de plaats alle pro's en contra's van het rapport van de Commissie-Andriessen te bespreken
CDV 6/94
Er zitten zeker goede gedachten in, maar het is te eenzijdig om als dé op
-lossing te gelden. Het rapport bevat mijns inziens ook onvoldoende aan -knopingspunten om de lange-termijn -problematiek rond de sociale zeker -heid en de werking van de arbeid s-markt breed genoeg aan te pakken. Dat er ruimte is voor alternatieve benad e-ringen, wordt geïllustreerd
programma, geprivatiseerd. De We
rk-loosheidswet (WW) kan niet worden
geprivatiseerd, omdat het betrokken ri-sico niet op de private verzekerings -markt te dekken is. Wel is de WW te versoberen om aldus de prikkel tot het zoeken van nieuw werk, eventueel via het tussenstation van scholing, te ver -groten. Voor de WAO noemt de CEC een aantal varianten. Een door het feit, dat des kun-digen van het Centraal Planbureau en van het Ministerie van Sociale Zaken, die hebben gehol -pen bij de voorbereiding van het rapport van de Commissie-Andriessen, in het kader van de Centraal
De
wer
kge
ver m
o
et
daarvan is het voorstelde Commissi e-van
op ba
sis
van
e
en
Buurmeijer, dat voor nie u-we gevallen de WAO slechts open stelt bij een arbeidsongesch iktheids -graad van meer dan twee -derde. Economisch doel -matiger lijkt mij de va -riant, waarbij de werk ge-ver op basis van een wettelijk voorschrift ver -plicht wordt zijn werkn e-mers tegen het financiële risico van arbeidson ge-schiktheid op het niveau van een minimumuitke-w
et
t
eli
jk voor
s
chrift
v
e
r
p
l
i
c
h
t wor
d
e
n
zij
n we
r
k
n
eme
r
s
te
ge
n
he
t fin
anci
ële
Economische Commissie steun hebben gegeven aan een bredere aanpak, die de zwaartepunten anders kiest.r
isico v
an a
rb
eid
s
-ong
e
sch
ikth
eid
o
p
he
t
n
iv
eau
v
an
een
mi
ni
mum
uit
kering
Het CEC-rapport bevatte ver
ze
k
e
ren.
op het gebied van dewerkgelegenheid twee
hoofdelementen: a) verlaging van ar-beidskosten voor de werkgevers en b)
vermindering van de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van de werkn e-mersverzekeringen. De berekende ef -fecten op de werkgelegenheid doen bepaald niet onder voor die van het rapport Andriessen. Voor de verlaging van de arbeidskosten voor werkgevers wordt een figuur gekozen, namelijk ge-leidelijke afschaffing van de zogenaam -de overhevelingstoeslag (in eerste aanleg tot het niveau van het mini -mumloon), die een schoonheidsprijs verdient en vrijwel zeker een aanzie n-lijke werkgelegenheidswinst genereert. Bij de werknemersverzekeringen wordt de Ziektewet, in lijn met het CD
A-CDV 6/94
ring te verzekeren. Boven dat minimum kunnen werkgever en werknemer een aanvullende uitkering overeenkomen. De kosten komen aldus te liggen op het micro-niveau, zodat het afschuiven van kosten op de col
-lectiviteit zoveel mogelijk wordt uitge -bannen.
Er zijn op dit terrein nog vele andere kwesties te noemen zoals: a) an ti-frau-de-beleid, b) verruiming passende ar -beid, c) betere scholing en arbeid s-bemiddeling, d) verandering van de al -gemeen verbindend verklaring van Collectieve Arbeidsovereenkomsten
0 LLl <( <(
u
0
z
LLl Iu
2
0z
0u
LLl LLl LLlu
z
<(z
Commissie-Andriessen en het rapport van de CEC. Beide rapporten bevatten waardevolle elementen, met de aante-kening dat het CEC-rapport een bre
-der terrein bestrijkt. Ik heb bepaald niet de pretentie voor dat brede terrein hier een optimaal pakket te schetsen, al moet zo'n pakket wel binnen afzie nba-re termijn vorm krijgen.
Hier wil ik slechts attenderen op twee algemene aspecten, die in de nieuwe
beleidsbenadering tot hun recht moe-ten komen. Vooreerst is het geboden,
dat de arbeidsmarkt beter gaat werken,
in die zin dat onder meer
CPB in een studie tot het jaar 2015 als taxatie gegeven dat een schokeffect in de sociale zekerheid onvermijdelijk wordt, zodra het aantal uitkeringen uit hoofde van werkloosheid en arbeids-ongeschiktheid meer dan 2 miljoen
gaat bedragen. In de afgelopen kabi
-netsperiode is het betrokken aantal uit
-keringen met 200 à 250 duizend gestegen tot het huidige niveau van 1 .750.000. Als wij zo doorgaan, wordt
de grens van 2 miljoen met bijbe horen-de schokeffecten rond de eeuwwisse-ling bereikt. Alsdan zouden ingrepen
noodzakelijk worden die op het gebied van de
loonvorming een
dusdani-ge flexibiliteit ontstaat, dat vraag en aanbod weer
binnen een redelijke ter-mijn tot elkaar komen. Dat is al jaren niet meer
het geval. Bij iedere reces -sie loopt de werkloosheid
(of een andere vorm van inactiviteit) sterk op om
vervolgens tijdens het economisch herstel slechts
in beperkte mate te dalen.
Dit heeft geleid tot een structurele stijging van de
werkloosheid ( inactivi-teit), die tot staan moet worden gebracht en in
De herijking van de
ook 'oude gevallen' en metname ook ouderen zwaar
zouden treffen. Het is na-tuurlijk niet met precisie
te zeggen, bij welke
pre-cieze getallen de grenzen
van de houdbaarheid van de welvaartsstaat worden
overschreden. Het zou
echter onchristelijk zijn in dit opzicht te grote risico's
te nemen en maar af te
wachten waar het schip
strandt. De zwakkeren in de samenleving zouden daarvan immers de dupe worden. Los van de vraag
waar de houdbaarheid
s-sociale
zekerheid
zal
betrekking moeten
hebben op de
zogenaamde
'nieuwe
gevallen'. Op
termijn worden de
besparingen dan
allengs groter,
omdat 'oude
gevallen' geleidelijk
verdwijnen.
zijn tegendeel moet worden gekeerd door liberalisering van de loonvorming en van de arbeidsmarkt.
In de tweede plaats dient de ve rhou-ding tussen inactieven en actieven in de beroepsgeschikte leeftijdscategorie niet verder te stijgen doch te gaan da-len, wil de welvaartsstaat niet bezw ij-ken. Dit klemt temeer vanwege de vergrijzing die in de eerste helft van de volgende eeuw ten volle voelbaar wordt. Enkele jaren geleden heeft het
grens precies ligt, staat buiten twijfel dat die grens nu binnen zicht is gekomen. Het CDA is als
christelijke partij gehouden om te
voorkomen dat die grens wordt
over-schreden. Daarom moet de houdbaar-heid van de welvaartsstaat nu een essentieel doel zijn bij het uitzetten van het beleid voor de nieuwe kabi-netsperiode.
Slotopmerkingen
Hierboven heb ik onderscheid
ge-CDV 6/94
•
maakt tussen de relatief eenvoudig te taxeren inspanning op het gebied van de openbare financiën en de veel
com-plexere vraagstelling op het terrein van de werkgelegenheid en de sociale
ze-kerheid. In feite is die tweedeling na
-tuurlijk niet strikt vol te houden, omdat de inspanningen bij de openba-re financiën in belangrijke mate ten doel hebben vooral via lastenverli
ch-ting bij te dragen tot de werkgel
egen-heid. Verder zullen de ombuigingen bij de openbare financiën voor een be-langrijk deel betrekking moeten h
eb-ben op de sociale zekerheid om mede via de aard van de ombuigingen het
werkgelegenheidsprobleem te lijf te
gaan en de houdbaarheid van de we
l-vaartsstaat veilig te stellen. Alles hangt
dus met alles samen, maar dat neemt niet weg dat op het terrein van de
openbare financiën in kwantitatieve zin al min of meer definitieve concl
u-sies kunnen worden getrokken, terwijl
beleidsconclusies over de h
ervormin-gen op de arbeidsmarkt en bij de socia
-le zekerheid nog meer tijd voor
uitwerking vragen. De conclusies op fi-nancieel gebied dienen zoals gezegd te
zijn: een financieringstekort van 2,25% in 1998 en ombuigingen bij de collec-tieve uitgaven die in de jaren 1995 tot
en met 1998 oplopen tot circa f. 18 à
20 miljard, met een accent op de over-drach tsuitgaven.
Wat de sociale zekerheid betreft, lag in het verkiezingsprogramma al de we
n-selijke principiële wijziging besloten in de vorm van overdracht van de
werk-nemersverzekeringen, met name ZW
en WAO, aan werknemers en werk ge-vers. De ratio daarvan ligt hierin, dat
werkgevers en werknemers zoveel
mo-gelijk op micro-niveau met de kosten
van deze verzekeringen worden
gecon-CDV 6/94
fronteerd. Aldus kan het probleem van afschuiven van de kosten van inactivi
-teit in verband met ziekte en arbeids-ongeschiktheid op de anonieme
collectiviteit in beginsel worden opge
-lost. Het verkiezingsprogramma gaf echter nog onvoldoende aan, hoe die overdracht in concreto zou moeten plaats vinden.
Een minder gelukkig element in de be-rekeningen rond het verkiezin gspro-gramma, ten behoeve van het Centraal
Planbureau, was de bevriezing van de AOW. De economie en de arbeid
s-markt gaan natuurlijk niet beter werken door op het AOW-pensioen van ie-mand van 75 jaar te beknibbelen. Onder omstandighedel) kan enige b
e-perking van het welvaartsvaste
pen-sioen, vanwege een achteruitgang van de nationale economie, verdedigbaar
zijn, maar normaliter is het niet ge-rechtvaardigd hierop vergaand te
be-zuinigen. De ouderen hebben op dat basispensioen gerekend, als zij vanaf
hun dertigste jaar dat vooruitzicht niet hadden gehad, was hun spaargedrag anders geweest. Nu is voor een 75-jari
-ge een verandering van zijn spaarp
a-troon natuurlijk niet meer aan de orde. Door een forse vermindering van de koopkracht van het AOW-pensioen komen de bestaansmogelijkheden voor grote groepen mensen en daarmee ook de betrouwbaarheid van de overheid
en van de politiek in het geding. Na
een decennium van versobering, de aankondiging van een koopkrachtver
-lies van 6% in de komende kabinetspe -riode en de dreiging van een verdere
achteruitgang in verband met de ve
r-grijzing is de reactie van veel kiezers begrijpelijk.
De AOW-affaire moet niet tot de
con-clusie leiden dat om verdere electorale
lllZlZlkt lu<;<;en de reiZltiel eenvouclig te tJxcrcn 111'-ipJnning op hct gchiccl van de openhJre linZltKii'n er1 de vee\ com-plcxcrc vraog-..tclling op hct tcrrcin vun de wcrkgelcgenheid er1 de <;oCiZllc ze-kerheid In kite i<; die twecdcling tlZl-tuurll)k nict <;trikt vol tc hmrdcn, omdZlt de itl<;pZlnningcn hit de opcnhJ-rc ltnancil;n in hciJngrijkc mate ten doc\ hehhcrt vorli·JI vrZl IJ<;tcnvcrlich-ting hij tc dragcn tot de wcrkgclcgcn-lwid. Verder zullcn de omhuigrngcn hii de openhJrT hnZltKii'tl voor ccn he-IZlngriik dec\ hetrckking mocten heh-hen op de <;ociZllc zekcrhcid om mcclc vtJ de JJrd van de on1huigingcn hct wcrkgclcgcnhcid'>prohlccm lc !itt tc gZlZltt en de houdhJZlrhcrd vJn de wcl-vJJrl<;<;lZ\Jl vcdig le <;tc\lcrt ,\1\e, hZlngt du<; met Zlilc' <;Jmc·n 111ZlZlt dJt rtcemt nret \\Tg cbt op het tcrrcin VZ\11 de opcnhorc !inancii..;n in kwJtHttZlticvc zin Zli minot rnccr dclinittcve crmclu-'ie' kunnen worden getrokken tnwitl helcid<;ctlnc\u<;ic·<; over de hervormin-gen op de JrherchntJrkt en hiJ de
<;ociZl-lc zckcrhcrd nog mccr ti)d voor
urtwcrkrng vr-<tgen l k conc\u<;ie<; op li-nJnciccl gchtcd dicncn zoal'-1 gczcgd tc
ziin: ccn tintlncicring'itckort van 2,25(X) rn I 'JCJ:S en omhuigingen hit de collcc-trcvc utlgZlvcn die in de )Jt-cn I 'J')5 tot cr1 met I 'i'Jk oplopen tot circa I IS
a
2(1 miltZlnl, met ccn Z\cccnt op de uver-dracht...,uttgavcn
W<tt de <;ouitlc zckct-hcrd lxu·dr. l<tg in hct vcrkiczing-.programma a! de wcn-<;c\iJkc prirKipiclc wiJziging hc,\oten rn de vorm v<tn ovcrdrocht vJn de wcr·k-ncnlcr...,vcrzckcnngcn lllCl !lZllllC Z'VI./ en \VA(), Z\<111 wcrkncmcr<; en wcrkgc-vcr-.. l_)c ratio daarvan ligt hicrin, dot wcrkgcvcr..., en wcrkncn1cr<., zovccl
1110-gclitk op mrcro-nivcJu met de ko<;tcn vJn dczc vcrzckcringen \Vorden
gccon-( J)V t1 1ll
trontecrcl. Alc\u<; kiln hct prohlccm van Jt..,chuJvcn vJn de ko...tcn vJn
inoctivi-tcit in vnh<tnd mel zickte en
ariKid<;-ongc,chiktheid op de Jnonremc
collcctivitcit rn hegin<;c\ wenden opgc-lo...t t-1ct vcTkJczing<.,progrJnlnlu gul
echtcr twg orwoldocnde Z\Zln, hoc die ovcrdr<tcht rn u>rlcrcto zou moctcn piJJl<; vtndcn.
Fen minclcr gclukkig clement in de hc-rekenrngen roncl het verkiezrng<;pro-gr<J111lllll, ten hchocvc van hct C~cntraul I'IZlnhurcJu, WJ'> de hevriczing van de AOW. \)e economic en de Zlrhcick markt g<tJn nZltuurliik nicl hetcr wcrkcn door op hct AO\X'-pcmiol'll vJn ie-mand vZln 75 tJJr tc hcknihbelcrt. Onder ormtJndighedcn kiln cnige he-perking von hct wclvJart<.,va...te
pcn-'->Jocn, vanwege ccn <JchtcruitgJng van
de nJtronZllc economic, vcrcledtgh<tZlr zijn, nlaJr norn1ZI1llcr i.., het nict
ge-rcchtvaardigd hicrop vcrgJand tc bc-zuinigcn. l)c ouclcrcn hchhcn op dat hJ<;i<;pcmioen gcrekcnd, J\<; ZtJ vilnZlt hun dertig<;tc jJJr dat voorurtzicht ntct hJddcn gchJd, \VJ~ hun <.,paargcdrag ander<., gcwcc<.,t. Nu i.., voor cen
/5-Jari-gc cen vcrundcnng van zijn
-;pui:trpa-troon nJtuurliik nrct mccr ililn de orde Door cen lor<;e vcrrnindering v<tn de koopkracht van her AOW-pcn<;iocn komcn de he<;tiliJn<;nwgeliikheden voor· grotc grocpcn mcn'icn en dJJrn1ce ook
de hctrouwhJarheid VZ\11 de ovcr·hcid cr1 vZln de politick in het gcding. Nil cen decennium van vcr,ohcring, de aankondiging van ccn
koopkrachtvcr-lic<; v<1r1 6% in de korncnde bbinehpe-riodc en de drcigi ng van ecn vcrdcre
achteruitgang in verhond n1et de
ver-grijzJng is de react1c van vee\ kiczcr<.,
hegrl)pcliJk
De AOW-aiiZlttT nwct niet tot de con-c\u<;ic lcidcn dZlt orn vcrderc clcctoralc
z
7
>
WJ v:
z
Iu
v:u
WJu
z
<r:z
schade te vermiJden ieder deelbelang voortaan moet worden ontzien. [r be-;,taat zeker ook hij het groot<,te dee! van het clcctoraat bchocfte aan een zo-danige herijking, dat de sociale zeker-heid weer houdbaar wordt. Het proces ·van ombuigcn op de collectieve uitga-ven is nu 12 jaar aan de gang De me-thode van korten en bevriezen kan niet tot in lcngte van jaren worden voortge-zet.
Steeds nieuwe ingrepen lciden er toe dat de sociale zekcrheid voor de be-trokkenen verwordt tot hct tegendeel van zekcrheid. De herijking zal betrek-king moeten hcbben op de zogenaam-dc 'nieuwc gevallen' Op termijn worden de besparingen dan, vergelc-kcn met ongewijzigd beleid, alleng'> groter, omdat 'oude gevallen' geleide-I1Jk verdwip1cn De nodige hervormin-gen bieden uitzicht op herstel van de koppelingen, in de eer'>te plaat'> van de A OW.
Aan hervnrming van de socialc zekcr-hcid en de werking van de arheids-markt kan niet hap-snap bij een bami-schotel vorm worden gegeven. Ook de oude weg van een SER-advie-, is in deze fase niet vruchthaar Vorig jaar hecft in Zweden een commissie van deskundigcn onder Ieiding van de bcroemde cconoom Lindbeck binncn drie maanden een goed samenstel van voorstellcn voor sociaal-economische hervorming ter tafcl gebracht. 1 Hinnen
cenzelfde termijn moet hinnen de par-tij aan de wenselijke heriJking van de sociale zekerheid en de arheidsverhou-dingen vorm te gcven te zijn, zeker nu al divcr<,e npties zijn uitgewcrkt. i\lcde gelet op het feit dat de kahinetsforma-tie nog wei enige tijd zal vergcn, kan het CDA voor de volgcnde kabinet'>pc-riode goed beslagen ten ijs komen. De zorg voor de naaste is de centrale
op-gave van de partij,. die is aan de ordc bij deze herijking
Prof d, F W
Rut tell ( 191 1) IS !Joor;lt,-aar {Jijde
uak!)rocf' El0110I111Schcpolitrek
111111de
fras111115 LllliPersitcit Rotterda111I ( )fliiO!I., _{o1 fc OIIOJIIIuil ,uicl Poli!Iut! P.l}nllll 111 ~li'dnr
De Europese partijen en hun kiezers zijn kennelijk op drift geraakt.
Wij kunnen ons niet voorstellen dat bijvoorbeeld Lubbers
opge-volgd zou worden door de manager-eigenaar van RTL
4.
Tach is dat
in ltalie gebeurd. De media aan de macht! De socialisten in Spanje
zijn uit de gratie; de Britse Conservatives verwachten een
verplette-rende nederlaag; velen stemmen nog slechts op mode en imago!
Reden te over om ons af te vragen wat er op het spel staat op
9juni
aanstaande bij de verkiezingen voor het Europees Parlement.
D
e luropese lntegratte iseen produkt vatl de chris-ten-demouatie. VandJJr
!tjkhetdwerdeling vindt. zo luidt de term. pbJts volgem het \ubsidiJriteit<;-principe· De stJJtslieden vJn de )Jt-cn
vijftig, wier intu.ttie dicp-gJJnd door de btholickc snciJic leer hc"t"twloed WJS, ontlcenden JJn die leer ecn eigcn ueJtiviteit. Zij concludeerden dJt er een dJt wij
hevi-get· hetrokken ziJn bij het reilcn en zetlcn vJn de CemecnschJp dan menige Jndne partij Voor om is hct ccn god~dicnstig gc-tundecrd <;tt-cven nJar cen
'goede overheid' Zo'n
overheid kenmerkt zich. Jldus de sociJic encyclie-ken. door getu.htigheid. solidJritetl en respect voor
de mem e1ls sociae1l wezen
J),·s Ai\1. Oostlo11dn
hogcr gczag-,orgaan gc-schJpen nwest worden.
aangczicn de nationzdc
-.tatcn n1ct 111 ...,ttlat wZltTn
gehlcken om de ondcrlin-ge vrede. de rechtsot·dc en de solidJriteit te hJndhJ-;\Is deze uiteria. in bepaalde gevJllen.
nict door nJtlondlc rcgcringcn atdocn-de zijn tc gJranatdocn-deren. atdocn-de1n moet ectl hogcr gczag-..orgaan de vcrantwoordc-lijkheid overnemen Die tt-cedt dan vom de lagere in de plaah vet·vult suhsidtJir de rol die ck Jndet"Ctl moes-tcn 1Zlmoes-tcn liggcn. {)czc
vcrant\voordc-t llV "OJ.J
vcn. De1t het vervolgcns tot een schnk· barcnde schcnding vJn de WJJrdighctd van n1cn-..cn gckon1cn \va...;, ondcrstrccp-tc het gevJar vJn bckt-ompen nJtionJ-lisme.
Hct streven naar een pJdemcntJir-dc-nlocrJtisch gccontrolccrdc
intcrnatio-c
<
z
u..:
v
z
N u..:>
u..: U! LLnalc reclw,ordc. die zich kcnmnkr door grcmovcrschrijdcnck solicbritcir, hedt derldve een zeer chri<,telijkc dy-namick. Als l.uhhcr-; het over het her-<,tel van de normen C!l wa<1rder1 van Europa l1eeft en al-; Delor'> vrJJgt om 'cen [umpJ met ccn ziel' dJn gJJt het over dcze dicpere motrcvcn, die men kJn zien Jls een politick Jntwoord op de oprocp van hct EvJngclrc. C:hmtcncr1 vJn diverse kerkeli)kc Jch-tngrond, i:·n velcn die zich op hurl wij-zc willcn orii.'ntcrcn op de wJardcn en normcn vJn onze Jood-;-chn<,tcli)i<.c
url-tuur, hcgrijpcn waor hct hicr on1 gaat
Europa kan nict zoncln zip1 chri-,tcliJk-'ociJic wortels hcgrepen worden en waarschijnlijk ook nrct zonder dcze wor·tels voortbcstJJn.
De tqd, WJJrirl we dit <,treven naJr eer1 solicbire intcrnati<lllJic rTchhordc op Luropcsc schJJI Jl<, ccn Jutomarismc kondcr1 hcschouwcn i-; al lang vumhiJ. In het Furopccs I'Jrlcment zrttcn vrcemde grocperingcn, die geen bood-schJp aJn zo'n idccel <,trcven hchher1. FJsci-;tcn, ouderwetsc con1n1unistcn, Jnti-marketecrs, nJtionJiistcn, proli-tcurs, ze zittcn er allcmJJI en ze wor-den Ill het lliCll\\'C I'Jrkment wJarschijnliJk nog wJt sterkcr ook1 In dJr parlcrncnt worden zc nog in loom gehoudcn door ccn tJmeliJk wore, Luropces dcnkende en lrJcticgcwijs oordelcndc mcerdcrhcid. DJt is nier Jl-tijd ecn meerderhcid met een, volgen<, om, optimalc politicke ethiek . . ".bJr het voor·dcel vJn ccr1 dcmocrJtisch par·-lemcnt is cbt de polirick-nwrelc kwJii-rcrt VJrl ziJn hcsli<;<;ingen JlthJm nict slcchter is cbn hct gemiddelcle van zipl lcdcn. De lrJcticgcwiJZC ophouw vJn het pJricnlent hetckcnt tcvcm dJt poli-tickc idealcn er1 hcgin<,elcn de doorsiJg gevcn. Dar komt de moralitcrt van de
hc•,lurtvonning ten gocdc.
i\loeilijker ligt her biJ de brropcsc
ra-dcn vun 111inic.tcrs. In de zogcnaan1dc
in tcr-gouverncmenreel gcstructureerclc, 'zuilcn'. WJJrin de huitcnbndse en vei-ligherds-politick en de gcmecnschJppc-li)kc justitic- en hinneniJndse pmblcmatiek hchandelcl worden, wmdt doorgJam nict hrj ecrwoudigc mecrdcr-hcid hesl"t. Fr is dJar spr·Jkc vJn vcto-rcchten ol vJn klcinc hlokkcrendc mindnhcden. Bovcndicn hetekcnt
111-tcr-gouvcrncmcn tclc he.., lui l\'Or!l1i ng, dJt men pnn1air gcacht wordt tc rcagc-rcn vanuit nationaal cigcnhcbng ot
dJartoc volop de ruimtc krqgr. De poli-tick-morcle kwalitcit vJn de Jldus gc-nomcn besl "'i ngcn ovnst i jg t derhalve nrer het niveau vJn her. 111 dJt opzicht, zwJbtc lrd ol de zwJk<,tc hlokkercndc minderhcicl. En dar" in de resultatcn te
n1crkcn~
Fr
zijn nu ccnnElal rcgcringcnvJrl lidstJterl, die met grote
orwcrschil-lighcid voorhij gaan aan buitcn<..,porig
Iced in hurl naa<,tc omgeving en die gccn bclwdtc hcbhcn 0111 zulk Iced daJdwerkclijk rc hccindigen h zijn
tc-vcns rcgcringcn die ccn tamclijk
para<..,i-lJirc opvJtling hchhcn over hun lidmJJlschap \'Jrl de l::uropc<,c Llnic
Macht en onmacht van de
Europese burger
Hct Vcr·drag VJrl !\laJstricht hcdt de portdcuillc van het Europecs i'Jrlemcnt en de Europe'>c C:ommissre in hclangrij-kc mate JJrlgcvulcl. De parlcmcntJrrc controlc is op ecn reck' VJil gebicckn al vrii <;terk DJt is de oorzJJk \'Jil hct lcir cbt diverse collcgJ\ door lobhvis-ten worden hcstor·md, dJJrom kurmcn
hcgroting<..,rtlpportcur<.., \'till hct
parlc-menr heiJnghehhcndcn de stuipcn op het lijl )agen door met pmtcn te
....rcn1-111111g over de uitbrciding van de
Ccmccn,chap hckctdc doch dringcndc
hricvcn van divcr-..c zccr gC\\'ichtigc rc-gcring-.,\cidcr">. En zo kunncn we nog
wei even doorgaan. ( lndcrzock van de puhlieke opin1e' in de lid,tatcn lc:en om dat in Nededand een hctrekkciJjk omcali't"che vi,ie he,tJJt op de moge-il}khedcn VJn hct Luropce' l'arlcmcnt. Dati' wcllicht in dc hand gewcrkt door
de n1crkwaordigc gcwoontc van
hcpaal-dc EuroparlcmeJllJncr' 0111 alti]d maar tc klagen over her tekort aan hcvoegd-hcdcn. In wcrkcliJkhcJd ,iJat die k!Jcht met name op de nieuwe tcrreincn die Jan de intcrgouvcmcmcntcle
hc,Juit-vorming van de Raad zi)n ovcrgclotcn.
Het parlcmcnl kan op de andere gchie-dcn JlJct mccr gcpJ"ccrd worden en
luncttoncc-rt vulw(lJrdig.
met de burger<, Om die redcncn nwct her tcderalc perspcLlicl worden open gchoudcn. Dat ,chcpt nameli1k t.Tn heldcrc vcrantwomdcliJkllCidwcrdc-ling, duidclijke adrc"cn tot wic men zich wende11 bn en cen dcccntJ·alc
de-1110CrOt1C
Beginselpolitiek contra
reaalpolitiek
Hct lcderalc per,pcctid i' tcgclijkcrtiid ccn auiepunt tcgen hct opkomendc na-lJonali"llC in Luropa en hct daarmec vcrbonden anti-parlemcntJri<,me Hct
cyni~n1c ten oanzicn van de Europc'->c
1ntcgratie, dat men bij ccn aantalmodi-euzc type' aantrch, hcelt ccn inhoudc-li)k vcrband met hct platvlocr'e 'Ligen volk ccrq' 7:ij die zo tmt' ziJil op dit
cyni~n1c plcitcn cloorg0an...,
C~ccn gck!Jag du~., over de zogcnJJ!ndc nlzKhtcloo<..,-hcJd. De Furope'c burger kan zich wclterdcgc cllcc-tH.?l vcncgcnwoordigd we-ten door zijn parlcmcnl.
Er zijn regeringen
die een tamelijk
voor de zogcnaZ1n1dc
rc-aalpolitiek, dati' cc11 poli-tick die de relcvontic va11 hct nwrclc ontkent. Dczc nlcn,cn hc,chouwen die voorkeur voor a-morclc benadcring van de politick al'> cen bcwiJ' van hun vakmamchap. ldeologi,ch
.~1JJr de vcrhctering VJn de Lurope'e 'tructuJTn hlijlt wei ccn pnoritcit
parasitaire opvatting
hebben over het
lidmaatschap van de
Europese Unie.
WJJr nwgelijk nwcl de hc,Juitvonningin de RaJd zich ontdocn van vcto-rcch-ten en hlokkerendc mindcrhcdcn. l'arallcl daarmce moct aile' wat niel mccr cllccticl door nationalc parlcmcn-tcn ken worden gccontrolccrd onder de hcvocgdhedcn van hct f'uropcc' l'odcmenl vallcn Naa't ccn he,tuurll}-kc 'uh,idiarllcil i' er JmmeJ-, ook ccn ,uh,idiaire vcrhouding tu"cn
volkwcr-tcgcnwoordtg!ngcn ,.\\lccn zo kztn rcLht worden gcdZlon JJil de burger a\-.,
politick veJ·antwoordclijk wczcn l)at hctckcnt tevcm de ontwikkeling van
ccn wctgcving op de opcnhoorhc1C.1 van hc..,tuur en ccn opt!n1alc CO!lllllllllicatic
\ [)\'
,,.,,
gczien pa't dit heel gocd hij de gcdachtcnwcrcld van de
Tory-1'"'-ly. dic in haar olliciclc documcntcn
h!ijk gcctt van nlinachttng voor en
wantrouwcn tcgcn ·,;r<~Jd <111d nof,fc ,,lr<~s' l'rccic' hct tegendccl van hcgin,cl-poli-tick du'
Vanu1t de chrl'>ten-democratic i' hct ccn en andcr op tc merkcn over opvat-llllgcn over intcrnationalc politiekc ontwikkclingcn. Het gcdrag van de Raad inzakc cx-locgmlavic laat zie11 dat ccn invlocdrijke rcgcring al, d1c van hct Vcrenigd Koninhiik UJtgJal van de gcdachtc dat zo'n gcwclddadigc Ollt-wikkeling biologi'>ch en hiqor"ch
z
N
>
De film
cletennineerd i'> Dit i'> een vi<,ie op po-litick die we eercler in het
nationaal-'>o-cialisme tegen kwamen. In het
!:uropce'> l'arlcmcnt kondcn we zulkc opmerkcliJkc ;maly,e< optekenen uit de mo11Cl van de hamc. <,ociali'>ti'>chc oud-ntini<,tcr en c)ud-con1n1 i.:;<.;ari'->
(~hcy'-l~on. f)czc atgcvaardigdc gc-hruikt zell, ecn onvcr,ncckn hloed- en bodcmterminologic om de etni,chc de-ling VJn Bo~nie-Hcrzcgovina a\-, ccn pr·aktisch nuttigc en onontkoombare 'uplo<,<,ing' te hctitelcn. Dougla, Hurd i'> cr. '>inc!, zijn voorzitter,chap van de Raad, op uit gcwee'>l om het 'n.:cht van de <,tcrkqe' in Bmnrc zijn loop tc Iaten [ )c pragn1ot1schc wcg naor ccn c.nel hcr'>lel van \tahiliteit' (cen woord dat opvalt door zijn <,trikt a-morclc karak-ter' 1 loop! via hct overtuigert van de waarschijnlijke verliezcr dat ovcrgavc onontkoomhaar is. DaarbiJ hoort een
cindcloo~ tocgcvcn oun de milituir '>lerhtc. Dat i'> de lundamcntclc rcdcn voor de \VCigcring 0111 de \VCtttgc rcgc-ring van BosniC de \Vapcn- en n1ilitairc
'itcun tc gcvcn waaron1 dczc vraagt. l)ougla-, Hurd zcgt openlijk dat hij daarvan ccr1
Schindlers' list is
Ianger- durendczcllverdcdi-op te vatten als een
g1ng vrccq. In plaah van degcvraagdc qcun \Vordcn
gmndtroepen gezonclen die nog het ellccticfq zijn als he-<,cherrncr<, van eer1. voor de -;tcrk'itc parti_j gunqigc, ~lo/u-; quo
vervreemdende
weergave van wat
heden in Bosnische
steden en dorpen
plaatsvindt.
I let dreiger1 met terugtrek-king hedt voort<, uihluitcnd hctckcni'> a!, drukmiddcl tc-gen de llosnische rcgcring, die zich maar niet hij het zegevierend onrccht en de vcr-dcr-e 'zuivcrrngen' en ah,lach-tingcn \Vii nccrkggcn. f)c zogcnaamdc hiologi,ch- hi'>tori'>chc gedetcrmi nccrd-hcrd i'> cen aantrekkelijke thcorie voor
allen die reden hebbcn 0111 hun politie-ke vcrarllwoordelijkhcid tc ontkcnr1cn en te cmtlopen. Het i'> prcttig ont tc kur1ner1 beweren clat hct gcwcld zrch ver weg, lm van de eigen polctrekc be-slr<,<,ing,macht. voltrckt al'> grng hct om ccn llJ.lUU!TZllllp. Tcrn1cn o]..., 'uithran-dcn' en 'uitziekcn' zip1 hii dit type poli-tici populair Ze makcn zeit, de rndruk dat de gehrurker'> van zulkc termen ccrt extra diep inzicht hchben in hct ver-loop van dezc 'natuurprocc<,<,en' !let is eigcnli1k nict zo moeiliJk o111 het natio-naal-'>ociali,mc a!, denkmodel hij gc-wclddadige politrci a!, Kar-adzrc aart te \\'IJZen. Divcr'>e minister'> van de Raad en hun <,econdanten i zoa!, ])avid Owen r menen ondanb dat dat cen neutrale op<,tclling aanvaardhaar i'>. huewcl ecrclcr een keuze voor demo-cratic en anti-apartheid voor de hand llgt
I let kan om clan ook nict verhazen clat aan hct opkomendc nationaal-socialis-me en fCJ'>Ci<,n;e rltalii'l vee! tc weinig tegen'>pcl wordt gcbodcn. Har-der dan ooit worden de kitl"n getooncl; de I rim Sc!Jind/cr\II<I '>peclt zich nict aileen at in het Polen van een halve ceuw geledcn. n1aa.r i-.; ccrdcr op tc vattcn J]-.; ccn
vcr-vrccnldcndc wccrgavc van \VJ.t hcdcn
in llosni'>Che clorpen en stcclen plaat<,-vindt. Ftni'>che zuivcringcr1 worden uit-gevocrd met prakti'>Ch de gocdkeuring en '>Om'> met medewcrking van L:C en VN. Daardoor worden op z'n min<,t an-dere geweldenaren elder·, in de wereld tltlllgcnlocdigd om cvcnccn'-. drt pud op tc gaan.
In de komencle periode zal de vraag he-antwoorcl 111oeten worden welk karak-tcr de intcrnationak vcrantwoor-delijkherd van de hrrope'>e llnre zal aannemen. Zal hct ecr1 llnie zi;n die de dcn1oncn van de JZl!Til dcrtig en vccrtig,
(!1-on1 'pragn1at1schc rcdcnen' \veer
op-rocpt' L:r i'> bchocltc aan tTn hcldcrc chriqcn-dcmouatische vi'>ie op de bui-tcnlandsc polittck. Dezc staat haaks op de traditionele vormen van rcaalpoli-ttek. Fen verwijzing naar de nadclige en son" zclls gruwclijkc gevolgcn van al-lcrlci graden van nationali,mc is in dc-ze tijd zccr op zijn plaats Cclukkig zijn wij niet de cnigen die dat inzien. C:hristcliJk-<,ocialc grondprincipes hcb-hcn voldocndc innerlijkc ovcrtuigings-kracht om padcmentairc mccrderhcden op tc lcvercn. Vout- cen vcr<,tcrking van hct J:uropccs normcn- en waardenbcsef is hct zccr gewcnst dat Del or' I zcll ac-tid op dat gcbicd i wordt opgcvolgd door ecn man a!, Lubbers. die bij mecr-dcre gelcgcnheden hedt Iaten merkcn dat dczc zaken hem zeer ter harte gaan.
De Oosteuropese uitdaging
Vanuit christcliJkc verantwoordclijk-heid gczien hicden Ccntraal- en Omt-Furopa on'> ccn lantasti'>che uitdaging. Het U );\ heel t vee! lcring getrokkcn uit de crvaringen in de Derek Wcrcld. l)c nota die hct Wctemchappclijk lnstituut voor hct C:DA daJrover dcs-tijd'> schreel i'Wercldcconomie en Ontwikkcling', 19H6 I, biedt. evenals de daarna gcpublicccrdc nota over hct Furopce<, middcnveld I 'Furopa en ,'-.\aahchappclijkc Organisaties', 11)')3 )en hct in de steigcrs <,taande rapport over de maat'>chappeliJkc en politickc relatic'> met de van hct totalitarismc hc-vrijde Ianden, tal van aanknoping'>pun-tcn voor bclcid De christen-democratische bcnadcring zal daarbiJ zecr prakti'>ch blijkcn en ecn sterkc, dc-mocrati'>crcnde inslag hcbbcn. De t\cdcrland<.e maat>;chappijstructuur, die in hoge mate door chn>;tcliJk-<,ocia-lc concepten gestempcld is. hicdt vechn>;tcliJk-<,ocia-lc voorbcclden van een in diverse
Ievens-\ llV ,,,q
l)fcrcn gcdcn1ocrati-;ccrdc san1cnlcving.
Ook door Wc'>tcuropcse collcga's wordt onzc maatschappij daardoor als '>llj)CT-dcmocratisch hc,chouwd. luist in Ccntraal- en Oost-Europa worden we daarorn met grotc belang>;telling en Ja-loczic hckcken. De 'export' van onze concepten I hiJvoorbeeld over de opzet van ccn niet door de overheid hehecrst ondcrwijs) ondervindt rnccr steun van Bru<,<,clse diensten dan van Nederlandse departementcn.
Vcel ang'>t, agtT>;Sie en cllcnde komt voort uit ccn vol>;trekt onthrcken van inzicht in de hetckenis van maatschap-pelijkc en politicke democratic. len aangepast 'zuilcn-systeem', met ziJn ge-weldige vrijhcid voor minderhedcn. had, en zou nog, in diverse <.trekcn met culturecl-rcligicu<, gcmcngdc bevolkin-gcn, ma>;Saal lcvensrcddend kunnen zijn. Sinds de genocide en de etnischc vcrdriJvingen in Bosnic vcrdient hct obligate gcrnoppcr up 'de zuilen' slccht'> minachting Wic de hc,cher-ming van minderhedcn crnstig mccnt kan gccn kwaad mccr horen over ecn door de ovcrhcid gestcundc pluralisti-sche zellmganisatie van
minderheids-grocpcn.
Cultuurpolitiek in Europees
kader
Feitclijk gaat het hier over cultuurpoli-tiek. Her Verdrag van 1\ laastricht er-kent cultuur als ccn zclfstandig politick thema. Het cultuurheleid van de ltdsta-tcn <,tond dcstijds zwaar onder druk van de ccnziJdig-economischc actics en bc-vncgdhcdcn van de luropesc Ccmccn-<,chap. Hct i'> cen hoog'>t merkwaardig miwcrstand dat de crkcnning van
cul-tuur a]-, ccn cigcn ")Cctor ccn hcdrc1ging
van de cultuur zou zijn' Nict 'Furopa' ot de culturcn van de omringendc
lidsta-<
N
z
z
N
>
ten hedreigen de Nederlandse cultuur. maar het domJneJTil van economische henaderingen, de kolonisatie van de cultuur door de markt. lui<;t om het ge-vaar van nivellcring door het marktden-ken te voorkomen is er ecn culturelc vcrantwoordelijkhcid van de FC gdor-muleerd
C:ultuurhelcid i-; altijd een helcid dat de veelvormigheid van culturcn bcvordert. Furopccs cultuurhelcid maakt daarop geen uitzondcring. Vandaar dat Europa hqvoorbceld positiever <,taat tegenover minderheidstalen dan de lidstaten zclf De EC doet aan pmiticve cli-;criminatie ten hate van de klcincrc cultuurgchie-den. Dati-; geen hiJzondere vriendeliJk-lwid, maar een nor111aal uitvloci-;e\ van hct voeren v<~n cultuurbeleid. t'\1, cr du-; gevraagd wordt 0111 respect voor de ver<;cheidcnhcid van de nationak cultu-IT11, dan is d<~t nieh anders dan ee11 vraag om Furope<;e cultuurpolitick.
Die politick laat zich overigens niet hc-pnkcn tot de nationale diver<;iteit. Fr is ook ee11 cliversiteit in Luropa die 111et prin1air nationaal van aJrd i'-1.
1\ationali<,ten vcrgeten dat
Lr
i<. een protcstantse cultuur, cen katholicke, ecn humani<;tischc, etc., ook a\ vcrzct het oude en hct modemc 'umserv<~ti<;me' 11n de politicologi<;chc, angelsak-;i--;chc bctekenis van het woord I zich tegen de culturcle geprolilccrdheid v<~n
mindcrheidsgroepen. Chn-,ten-demo-crutcn WtJntrou\ven vanoud.:., de overnla-tige nadruk op de cenhcid van de
n<~tionalc cultuur. Die nadruk pa<;t cn-der bij hct Tclly-con-;crvati<;111e en in nog stcrkcre mate hij hct vooroorlog-;c la<;cis111e !de NSB was de uitvindcr van het <;chcldwoord 'hokjesgeest' 1.
,'domentccl trdt men die het <;tcrkq ililn hij degcnen d1e niet vies ZIJ!l van de
-;logan 'Figen volk ccrst' of mccr he-<;chaaldc vcrsic<; daarvan.
Naar hlllten toe vocn Nederli!nd een uiter<;t hescheidcn cultuurhclcid. AI, Furoparlcmentaricr kun )e Je wei ccm crgercn oan die a-culturclc houding. Het scheppen van ang<;t voor Europee<; cultuurhelcid valt dan op <~I<; huitcnge-worm hypocriet en onredeliJk. Het i<; nweilijk om je aan de indruk te onttrek-ken dat die ang<,t o111 populi'>tischc
rc-denen worclt opgevoerd Hij het
opko111cnde nationali-;111e kan men met zulke anti-Furopesc thcma\ gcm<~kke
lijk de h<~nden op elkaar kri)gen f let " goed on1 ccr')t ccn~., tc ovcrwcgcn \VJ.Zlr
men de burgers hecn gidst al-; men zo op de 111stinctcn <;peelt
De pmitic van hct onderwiisheleid " 1110lllcntcc1 gocd in de vcrdrogcn gcrc-gcld. Loa\<; te vcJw<~chten vic\. " de
vrcc~ voor luropcsc inn1cnging in de nationale stel<;c\s i)del geblcken !let kosttc nict a\ tevecl moeite om de lor-mule-; op de gcwenstc wiJze 111 het Verdrag van ,\ 1aastricht te kri)gcn De zeggcnschap van hct parlcmcnt ko111t in rcde\ijke mate tot z'n recht, hetgeen ccn extra bcvcilig1ng vornH tcgcn ccn loutief gehruik van het suh<;idiaritcit<;-hcgimel Ook hier was de angst een slechte raaclgcver De erkenning van het ondcrwijs a\-, een cigen tcrrein. en nict als <;lccht<; cen <~fgelciclc van hct in-teme marktbeleid, moet vanlllt chri<,-tcn-democratisch oogpunt a\<; wimt gc1·ekend worden
Naar een Europees
middenveld
LliterJJrd i-, het nu hJrd nodig om rui-mc aandacht tc gcvcn aan de ontwikke-ling van een [uropee-; 111iddenve\d dat op allcrlci tcJTeJncn vorm gccft aan de