• No results found

Vraag nr. 100 van 24 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 100 van 24 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 100 van 24 januari 2003

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Tewerkstelling gehandicapten – Actiekit

In 2001 wees een onderzoek op de grote behoefte bij lijnmanagers aan informatie over de tewerkstel-ling van personen met een handicap. Er heerste im-mers veel onwetendheid over bestaande mogelijk-h e d e n , zoals aanpassingen van de werkplek voor personen met een handicap en de mogelijkheid van extra coaching. Ook zijn er onzekerheden over de mogelijkheden en beperkingen van handicaps. U i t "voorzichtigheid" neemt men dan maar geen per-soon met een handicap in dienst.

In het door de Vlaamse regering goedgekeurde po-s i t i e v e-actieplan po-stond dat in 2002 de dienpo-st Eman-cipatiezaken een "actiekit" zou opstellen : een vol-ledig informatiepakket over de aanwerving van en het werken met personen met een handicap. 1. Wat is de stand van zaken m.b. t . het opstellen

van deze "actiekit" ?

2. Wat houdt deze actiekit concreet in ? Hoe en waar werd deze verspreid ? Hoe wordt het gebruik ervan opgevolgd ?

Antwoord

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vlaams administratie – A l l o chtonen en gehandi- capten.

In juni 2001 liet het kabinet van de minister weten dat de erkenning van kraamverzorgsters op de agenda stond en dat men in het onderwijs ook meer aandacht aan

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vlaamse administratie – A l l o chtonen en gehandi- capten.

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kunstwerken in openbare gebouwen – Stand van zaken.

Deze optie gaf de mogelijkheid via het instrument sociale werkplaatsen voor een bepaalde doelgroep en bepaalde activiteiten reeds gedeeltelijk een structureel antwoord te

Een deontologische code moet dan in heldere be- woordingen aangeven dat gelijke kansen, n o n-d i s- criminatie en diversiteit prioriteiten zijn, zowel in de interne samenwerking als

Dat mijn eigen diensten (in casu de diensten van Ruimtelijke Ordening) openstaan voor initiatieven inzake doelgroependiversiteit in de tewerkstelling behoeft geen betoog. Zo zijn

Concluderend kan bijgevolg gesteld worden dat onder verantwoordelijkheid van de Vlaamse re- gering er door de Vlaams Bouwmeester en zijn team een centrale kwaliteitsaansturing met