• No results found

Vraag nr. 57 van 24 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 57 van 24 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 57

van 24 januari 2003

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kunstwerken in openbare gebouwen – Stand van zaken

Reeds in 1986 keurde de toenmalige V l a a m s e Raad een decreet goed met betrekking tot de inte-gratie van kunstwerken in openbare gebouwen. D i t decreet bepaalt dat bij bouw of verbouwing die ge-heel of gedeeltelijk ten laste komt van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap, een bepaald per-centage van de kosten moet worden besteed aan in het gebouw geïntegreerde kunstwerken.

De ministers zijn zelf verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van dit decreet betreffen-de betreffen-de integratie van kunstwerken in openbare ge-b o u w e n . De administraties dienen de resultaten aan de administratie Kunst te rapporteren.

1. Ziet de minister toe op de toepassing van dit de-creet voor de gebouwen waar de diensten/VO I ' s onder zijn/haar bevoegdheid gehuisvest zijn ? 2. Welke kunstwerken werden sinds het aantreden

van deze regering geïntegreerd in de betrokken openbare gebouwen ?

N.B. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (Dewael vraag nr. 1 5 , Stevaert nr. 1 7 6 , Vo g e l s n r. 9 8 , Vanderpoorten nr. 5 4 , Landuyt nr. 3 8 , Dua nr. 9 4 , Van Mechelen nr. 7 3 , Van Grem-bergen nr. 5 7 , Gabriels nr. 5 2 , Vanhengel nr. 20).

Gecoördineerd antwoord

1. De minister bevoegd voor Binnenlandse aange-l e g e n h e d e n , C u aange-l t u u r, Jeugd en A m b t e n a r e n z a-ken is ook de beleidsverantwoordelijke inzake een kwaliteitsvol architectuurbeleid voor het eigen gebouwenpatrimonium van de V l a a m s e overheid en haar openbare instellingen. Ter on-dersteuning van de uitbouw van dit beleid werd een Vlaams Bouwmeester aangesteld die een globale beleidsvisie uitstippelt en de V l a a m s e regering in deze materie adviseert.

Alle beleidsinitiatieven die binnen die opdracht van de Vlaams Bouwmeester vallen, worden via de minister bevoegd voor Binnenlandse A a n g e-l e g e n h e d e n , C u e-l t u u r, Jeugd en A m b t e n a r e n z

a-ken meegedeeld aan de Vlaamse regering. D e functiebeschrijving van de Vlaams Bouwmees-ter vermeldt expliciet het integreren van de toe-passing van het decreet van 1986 in een kwali-teitsbeleid voor het architecturaal patrimonium van de Vlaamse overheid en haar openbare in-stellingen.

Uit de respectieve beleidsbrieven van de minis-t e r, verschillende beleidsdocumenminis-ten van de Vlaams Bouwmeester en de jaarverslagen van het team van de Vlaams Bouwmeester blijkt dat binnen het algemeen kwaliteitsbeleid door de Vlaams Bouwmeester stelselmatig de aandacht wordt gevestigd op de toepassing van het de-creet op basis van een horizontale beleidsvoor-bereidende en uitvoerende ondersteuning van het architecturaal patrimonium. Zo wordt de vraag naar kunst en de systematische toepassing van het decreet als een evident gegeven aan de orde gesteld.

Voor elk bouwproject dat onder de verantwoor-delijkheid van de Vlaams Bouwmeester valt, gaat het team uit van een integrale projectbena-d e r i n g. Het projectbena-decreet voor het integreren van kunstwerken is steeds opnieuw onderdeel van de bevraging naar de culturele draagkracht van een toekomstige ingreep. Het team van de Vlaams Bouwmeester schept met andere woor-den voor alle projecten systematisch een kader waarbinnen met de deskundige ondersteuning het decreet kan toegepast worden.

Het team van de Vlaams Bouwmeester buigt zich met name via haar kunstcel zowel beleids-voorbereidend als concreet via projecten over het zinvol toepassen van het decreet. Vanuit de formulering van een opdracht voor een kunst-project binnen de kunst-projectdefinitie voor het bouwproject wordt het kader aangegeven voor een interactie van de omgeving, het toekomstige gebouwde en het kunstproject. Hierdoor enga-geert de opdrachtgevende dienst en/of VOI zich zeer bewust tot het scheppen van ruimte voor een kunstproject dat mee in het ontwerpproces van het bouwen kan groeien en niet te herlei-den valt tot een kunstwerk dat een arbitraire band heeft met de context.

(2)

het bouwbudget volledig ten dienste staat van een kunstopdracht en het percentage voor kunst gelijk is 100 %.

Een voorbeeld hiervan is het "Speelhuisje" van John Körmeling voor het domeinbos Ter Soest in Heusden-Zolder voor de afdeling Bos en G r o e n . Dit voorbeeld geeft aan dat het decreet door de stelselmatige en gestructureerde toe-passing er van sinds het aantreden van de Vlaams Bouwmeester uitgebouwd werd tot een professioneel beleidsinstrument dat geleidelijk aan bouwheren van de Vlaamse administratie en de Vlaamse openbare instellingen bewust maakt van hun culturele verantwoordelijkheid. Uit het overzicht blijkt dat ondanks de korte tijd dat het team van de Vlaams Bouwmeester operationeel is (4 jaar), het vanuit alle hoeken van de Vlaamse overheid en haar V l a a m s e openbare instellingen geconsulteerd werd. Vo o r deze projecten kan een integrale aanpak en be-geleiding door deskundige ondersteuning gega-randeerd worden. Voor de projecten die niet in dit overzicht voorkomen of waar bouwheren zelf initiatiefnemer zijn kan in relatie tot een globaal beleid voor het patrimonium van de Vlaamse overheid en haar Vlaamse openbare instellingen geen geïntegreerde aanpak en in casu een kwaliteitsvol artistiek niveau gegaran-deerd worden.

Concluderend kan bijgevolg gesteld worden dat onder verantwoordelijkheid van de Vlaamse re-gering er door de Vlaams Bouwmeester en zijn team een centrale kwaliteitsaansturing met be-trekking tot het architecturaal patrimonium van de Vlaamse overheid en haar openbare instel-lingen als beleidskader werd uitgebouwd waar-bij met betrekking tot het decreet gewaakt wordt over een zinvolle en systematische toe-passing van dit decreet. Reeds drie jaar organi-seert het team van de Vlaams Bouwmeester een bevraging bij de Vlaamse administratie en de openbare instellingen naar alle op stapel staan-de bouwprojecten, infrastructuurwerken en landschapsinrichtingen.

De lijst van bouwprojecten die aldus ontstaat, wordt onder de naam Open Oproep stelselma-tig ter goedkeuring voorgelegd aan de V l a a m s e r e g e r i n g. Alle ministers hebben bijgevolg een globaal beeld van de bouwprojecten, en bijge-volg de kunstprojecten, die geïnitieerd worden. Deze lijst groeit nog jaarlijks aan.

De voorbeeldfunctie van de Vlaamse overheid werkt erg stimulerend. De Open Oproep

be-reikt immers meer en meer ook lokale overhe-d e n . De kunstprojecten overhe-die niet overhe-door overhe-de proce-dure van de Open Oproep worden aangezet en toch door de kunstcel van het team van de Vlaams bouwmeester worden voorbereid, g e-coördineerd en opgevolgd, worden samen met de anderen in een tweejaarlijkse rapportering aan de ministers kenbaar gemaakt.

2. De toepassing van het decreet op de integratie van kunst wordt pas sinds 1986 consequent toe-g e p a s t . Voor alle bouw- en verbouwopdrachten die sinds de aanstelling van de Vlaams Bo u w-meester op 1 januari 1999 binnen het toepas-singsveld van het decreet vallen en waarvan de bouwheren voor de selectie van een architec-tenbureau een beroep deden op het team van de Vlaams Bo u w m e e s t e r, werd consequent voor elk bouwproject de vraag naar een zinvolle in-teractie van kunst en architectuur in de formu-lering van de projectdefinitie opgenomen. Hierna volgt een overzicht van de kunstop-drachten die sindsdien aan kunstenaars in uit-voering van het decreet werden gegeven (zie bijlage l) . Tevens voegen wij hierbij een a a n t a l projecten die getuigen van de wil en het engage-ment van deze regering om de culturele beteke-nis van het patrimonium van de Vlaamse over-heid in brede zin te versterken.

Het team van de Vlaams Bouwmeester heeft in het kader van haar opdracht om de diensten van de Vlaamse overheid die bevoegd zijn voor infrastructuren en landschappen te adviseren ook projecten opgezet die de culturele draag-kracht en de vormgeving van infrastructuren en landschappen in Vlaanderen valoriseren. N a a r de geest van het decreet werden met andere woorden een aantal experimenten opgezet om op lange termijn de mogelijkheden van de inter-actie van kunst en landschap – kunst en infra-structuur te onderzoeken (zie bijlage 2) . D e z e onderzoeksprojecten zullen geëvalueerd wor-den en wellicht kan dit leiwor-den tot beleidsaanbe-velingen voor de Vlaamse minister van Binnen-landse A a n g e l e g e n h e d e n , C u l t u u r, Jeugd en Ambtenarenzaken die eventueel aan de V l a a m-se regering kunnen voorgelegd worden.

(3)

syste-matische toepassing en uitvoering van dit de-creet te waken.

Bijlage 3 bevat het overzicht van een aantal kunstwerken in functionele bevoegdheidsdo-meinen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In juni 2001 liet het kabinet van de minister weten dat de erkenning van kraamverzorgsters op de agenda stond en dat men in het onderwijs ook meer aandacht aan

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vlaamse administratie – A l l o chtonen en gehandi- capten.

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Kunstwerken in openbare gebouwen – Stand van zaken.

Deze optie gaf de mogelijkheid via het instrument sociale werkplaatsen voor een bepaalde doelgroep en bepaalde activiteiten reeds gedeeltelijk een structureel antwoord te

Een deontologische code moet dan in heldere be- woordingen aangeven dat gelijke kansen, n o n-d i s- criminatie en diversiteit prioriteiten zijn, zowel in de interne samenwerking als

Dat mijn eigen diensten (in casu de diensten van Ruimtelijke Ordening) openstaan voor initiatieven inzake doelgroependiversiteit in de tewerkstelling behoeft geen betoog. Zo zijn

Alle gemeenten, ook deze waarvan de inventaris nog niet is afgerond, kunnen dan een beroep doen op de cel Monumenten en Landschappen voor de uitbouw van hun monumenten en onroerend-e

1 Besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Ge m e e n s c h a p en de regeling van de rechtspositie van het personeel