Vraag nr. 54 van 24 april 2001
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Taaltoestanden Brusselse urgentiediensten – Dos-sier
In zijn antwoord op mijn interpellatie van 31 janu-ari jongstleden over de taaltoestanden bij de ur-gentiediensten in en rond Brussel kondigde de mi-nister aan dat de Vlaamse overheid een gezamen-lijk dossier zou indienen met wetenschappegezamen-lijke studies en rapporten over de problematiek, e e n overzicht van de klachten die door benadeelde Vlamingen werden ingediend, evenals een nota met de probleemstelling en de standpunten die werden voorgesteld door de Vlaamse overheid (Handelingen Commissievergadering nr. 77 van 31 januari 200 1, blz. 1-5 – red.).
Hoever is dit werk reeds gevorderd ? Wanneer wordt het dossier afgerond ?
Antwoord
Het gezamenlijk dossier waarvan sprake in mijn antwoord op de interpellatie van de V l a a m s e volksvertegenwoordiger van 31 januari 2001, w e r d opgesteld door de vertegenwoordigers van mijn kabinet en van het kabinet van minister Vogels ter voorbereiding van de interkabinettenvergadering over de taalproblematiek in de Brusselse zieken-huizen.
Het document bevat een register van de inhoud en de belangrijkste conclusies van de ons bekende on-derzoeken die de laatste tien jaar werden gepubli-c e e r d . In de gepubli-congepubli-clusie worden een aantal oplossin-gen gesuggereerd om tot een beter tweetalig zorg-aanbod in Brussel te komen.
De Vlaamse overheid stelde daarbij voor om een zogenaamde task force samen te stellen die op basis van de bevindingen van de studies concrete aanbevelingen moet aanreiken voor de interminis-teriële conferentie in het najaar.
Deze nota werd besproken op de werkgroepverga-dering van 16 februari jongstleden. Het laatste voorstel werd niet in samenwerking genomen, omdat het niet in de bevoegdheid ligt van de groep om een task force op te richten. De werk-groep kwam overeen om gefaseerd rond positieve maatregelen te werken.