AD 18 - 2003 - 1 / 4
ADVIES Nr 18 / 2003 van 27 maart 2003
O. Ref. : 10 / A / 2003 / 002
BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het systeem van informatieverwerking voor de uitgesloten spelers aan de kansspelinrichtingen van klasse I en klasse II.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
Gelet op de wet van 8 december 1992 betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 29;
Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Justitie d.d. 29 januari 2003;
Gelet op het verslag van de heer S. MERTENS de WILMARS;
Brengt op 27 maart 2003 het volgende advies uit:
AD 18 - 2003 - 2 / 4
1. ONDERWERP VAN HET VERZOEK ---
Het verzoek van de Minister van Justitie betreft het systeem van informatieverwerking voor de uitgesloten spelers aan de kansspelinrichtingen van klasse I en klasse II.
Het gaat om het systeem bedoeld in artikel 54, §3, van de wet van 7 mei 1999 (B.S. d.d.
30.12.1999)1 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
2. ANALYSE VAN DE CONTEXT VAN HET ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT ---
1. De wettigheid van het systeem van informatieverwerking voor de uitgesloten spelers is omschreven in artikel 54, §5, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (hierna de wet genoemd).
2. De doeleinden en de evenredigheid zijn bepaald in artikel 55 van de wet, waarin het volgende is vermeld:
“De doelstellingen van dit systeem zijn:
1° de kansspelcommissie in staat te stellen de bij deze wet toegekende opdrachten uit te oefenen;
2° de exploitanten en het personeel van de kansspelinrichtingen in staat te stellen de naleving te controleren van de ontzegging van toegang bedoeld in artikel 54.
Voor iedere persoon maakt de volgende informatie het voorwerp uit van een verwerking:
1° de naam en voornamen;
2° de geboorteplaats en -datum;
3° de nationaliteit;
4° het identificatienummer bedoeld in artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen of, bij ontstentenis van dit nummer, het nummer van het paspoort2;
5° het beroep;
6° voor zover ze bestaat, de beslissing van ontzegging van toegang tot de speelzalen van de kansspelinrichtingen uitgesproken door de kansspelcommissie, de datum en de motivering van deze beslissing.
Tegen betaling van een bijdrage, wordt een vaste on-line toegang verleend aan de kansspelcommissie tot alle categorieën van informatie bedoeld in het derde lid.
Bij een in Ministerraad overlegd besluit en na advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, bepaalt de Koning het bedrag van de in het vierde lid bedoelde bijdrage, de beheersregels van het systeem van informatieverwerking en de nadere regels inzake de informatieverwerking en de toegang tot het systeem.”
1 Deze wet wordt verder in de tekst de «wet van 7 mei 1999 » genoemd.
2 Het gaat om het Rijksregisternummer.
AD 18 - 2003 - 3 / 4
3. ANALYSE VAN HET DOELEINDE VAN DE DOOR HET KONINKLIJK BESLUIT INGESTELDE VERWERKINGEN
--- 3. Bij het ontwerp van koninklijk besluit dat voor advies wordt voorgelegd aan de Commissie is geen enkel verklarend document gevoegd, zelfs geen Verslag aan de Koning. De enige informatie betreffende het doeleinde van de verwerkingen is die welke in artikel 55 van de wet van 7 mei 1999 is verstrekt. De Commissie heeft in haar advies 08/98 reeds gevraagd « dat de wet de doeleinden nader verduidelijkt waarvoor de aldus geregistreerde gegevens mogen worden gebruikt.»3
4. GRONDIGE ARTIKELSGEWIJZE ANALYSE ---
Artikel 1
4. In dit artikel wordt gewezen op de wettelijke grondslag van het verwerkingssysteem. Tevens worden de gegevens waarop het verwerkingssysteem is gericht, omschreven met verwijzing naar het artikel van de wet (zie nr. 2 hierboven).
Artikel 4
5. De rechtstreekse toegang tot het register voor de leden van de kansspelcommissie, haar secretariaat, of eenieder die door de kansspelcommissie wordt aangewezen, wordt verantwoord door artikel 15, §1, van de wet van 7 mei 1999.
In dit artikel wordt de in de wet bedoelde toegang beperkt tot de kansspelcommissie en tot de leden van haar secretariaat die de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie hebben.
Artikelen 5 en 6
6. De rechtstreekse toegang voor de exploitanten van de kansspelinrichtingen wordt bepaald door deze twee artikelen. Het verwondert de Commissie dat het besluit is beperkt tot de exploitant en de toegang niet wordt uitgebreid tot de personen die vooraf daartoe zijn aangewezen. De Commissie betwijfelt immers dat de exploitant voortdurend de identiteit vaan de kandidaat- spelers zal nagaan.
Artikel 7
7. In dit artikel wordt de wijze bepaald waarop de exploitant te werk moet gaan wanneer geen verbinding met het gecentraliseerd systeem mogelijk is. De Commissie waardeert de zorg waarmee dit artikel is opgesteld.
3 Advies 08/98 betreft artikel 58 van het ontwerp van wet, later artikel 62 van de wet van 7 mei 1999.
AD 18 - 2003 - 4 / 4
OM DEZE REDENEN,
Brengt de Commissie een gunstig advies uit betreffende het haar voorgelegde ontwerp van wet.
Het verwondert haar dat zij niet gelijktijdig het ontwerp van koninklijk besluit genomen overeenkomstig artikel 62 van de wet van 7 mei 1999 heeft ontvangen. Zij herinnert met aandrang aan het verzoek dat zij in haar advies 31/2002 van 12 augustus 2002 heeft geformuleerd.
De secretaris, De voorzitter,
(get.) J. BARET, (get.) P. THOMAS.
