• No results found

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes · dbnl"

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Henriëtte Blaauw

bron

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes. Gebroeders Kluitman, Alkmaar 1923

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/blaa012stev01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

2

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(3)

[Steven en zijn koetjes]

Twee kleine prinsesjes met zwierige rokjes En blozende wangen

en donkere lokjes, Vertelden elkaar

waar de lelietjes groeiden.

En zochten de plekjes waar meidoorns bloeiden.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(4)

4

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(5)

En Steven, die vadertjes koeien moest weiden, Die zag ze daar loopen,

gearmd, met z'n beiden;

‘Hallo!’ - riep het ventje,

‘zeg, kun je niet wachten?’

De kleine prinsesjes die knikten en lachten.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(6)

6

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(7)

Ze gingen wat zitten.

hij moest er eens weten.

Wie of ze toch waren en hoe ze wel heetten:

En vader z'n koetjes? - die liepen te dwalen...

Ze waren verdwenen en waar ze te halen?

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(8)

8

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(9)

't Werd avond, wat moesten de kleintjes beginnen?

Daar schoot de prinsesjes wat prachtigs te binnen, Ze gingen naar 't Hof

en met treurige snoetjes Vertelden ze vader

't verhaal van de koetjes.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(10)

10

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(11)

Direkt gaf de koning z'n strenge bevelen, Ze gingen aan 't zoeken

met 'k weet niet, hoevelen;

Bedienden, lakeien, politie en honden Die werden met spoed

naar de weiden gezonden.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(12)

12

Intusschen kreeg Steven, uit zilveren schaaltjes.

Net als de prinsesjes, de lekkerste maaltjes;

Hij hoefde zich nergens meer mee te bemoeien,

Al kende ook niemand z'n vadertje's koeien.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(13)

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(14)

14

Hij sliep in een kamer met goud langs de wanden, En honderden lichtjes wel

zag hij er branden,

Wat fijn, op dien glimmenden vloer wat te glijden, Je kon er warempel wel

schaatsen op rijden.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(15)

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(16)

16

Al vroeg werd hij wakker, - hij keek door de ruiten...

‘Boe!’ ... kijk eens, wat stonden 'n koetjes daarbuiten!

Niet een was er meer in de weiden gebleven, De koning had zelf

dat bevel ook gegeven.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(17)

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(18)

18

De lieve prinsesjes, met zwierige rokjes, En lachende snoetjes

en dansende lokjes, Die namen hun vriendje

bij 't handje en zeiden:

‘Zeg Steven, wij zoeken ook mee, met ons beiden.’

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(19)

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(20)

20

Ze vonden de koetjes, een bontje en zwartje, Nu was 't ook weer rustig

in Steven z'n hartje, Hij dankte den Koning,

die later aan Steven Een mooie betrekking

aan 't Hof heeft gegeven.

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

(21)

Henriëtte Blaauw, Steven en zijn koetjes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

's Avonds, als het donker was en Loe dikwijls nog lang wakker bleef, stelde zij zich voor, hoe het wel zijn zou, als die groote stoel in de huiskamer nu eens altijd leeg bleef, neen,

Hij beloofde haar, dat ze gauw in Roodkapje mocht komen en toen Co met een beetje benauwd gezicht vroeg, of juffrouw Lize dat wel goed zou vinden, zei opa vriendelijk: ‘Wie zou

‘O,’ antwoordde de boer, ‘ik wil haar niet eens hebben, aan mijn eigen vrouw heb ik meer dan genoeg, wat moet ik met een tweede doen?’ Toen werd de koning boos en riep: ‘Je bent

Voor de trappen van 't kasteel was hij een oogenblik niet eens meer te zien, zoo ver stak het onkruid boven zijn hoofd uit.. Toen hij met zijn vuist de voordeur open had geduwd,

Zonder verder naar hun dooden en gewonden om te zien, ging het ongelukkige troepje, dat niet meer dan zeven of acht mannen telde, op den loop, maar ridder Weetniet en zijn

Ze begreep, dat moeder de kunst eens goed van haar moest afkijken en toen Tilly hartelijk omhelsd werd voor de goede bedoeling en haar ijver, vond ze het niets sneu, dat moeder

De oude heer echter, die het niets prettig vond dat zijn lievelingen een standje kregen en op het punt van kleertjes-scheuren lang zoo streng niet was als zijn vrouw, zei vroolijk:

Een kik-ker met een groo - ten kop En met een gras-groen lijf - je, Die Maar toen een groo-te vrien - denschaar Ook om een plaats kwam vra - gen, Kom En toen, o 't was ver - schrik -