George Lodewijk Kepper
bron
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton. J. Vlieger, Amsterdam 1881
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/kepp002tijg01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
De tijger in de ton.
EEN Engelsch schip kwam landen Op de Afrikaansche kust, Nu hadden twee matroosjes
Aan boord niet langer rust.
Er was gebrek aan water, Toen namen zij een ton En gingen daarmee zoeken
Naar een rivier of bron.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
ZIJ vonden een rivier dra, Die kostlijk water had, Hier wilden ze eerst ontbijten,
En daarna vullen 't vat.
Maar, wie had 't kunnen droomen, Daar lag in 't dicht geblaèrt, Half slapend en half wakend,
Een Tijger, wreed van aard.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
DIE gast wou ook ontbijten, Maar had geen voorraad meer, Hij vond in zoo'n matroosje
Juist iets naar zijn begeer.
Er was geen kans op vluchten;
Een wedloop om de ton Was 't eenigst, wat nog uitzicht
Op redding geven kon.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
ZOO ging het op een loopen En draaien om de ton, Tot eindelijk de Tijger
Een booze list verzon.
Hij waagde een sprong er over, Maar raakte er bijna in, Dat was den wakk'ren knapen
Bijzonder naar den zin.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
ZIJ keerden met hun beiden De ton heel spoedig om, De Tijger zat gevangen,
Bij vreeselijk gebrom.
Nu sprongen de matroosjes Er haastig boven op;
Daar kwam zijn staart door 't spongat, Dit voer hun vreugd ten top.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton
ZIJ vatten hem en legden Een flinken zeemansknoop, Toen lieten zij den tijger,
En gingen aan den loop.
Aan boord terug gekomen, Vertelden zij 't geval;
Ik wed dat geen van beide Die klucht vergeten zal.
George Lodewijk Kepper, De tijger in de ton