• No results found

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger · dbnl"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Lilian A. Govey

H.W. Schalkwijk

bron

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger (vert. H.W. Schalkwijk). Gebr. Kluitman, Alkmaar 1925

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/gove009groo01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

2

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(3)

Grootvader was een vroolijke, oude heer, heel dik, met een rood gezicht en een kaal hoofd.

Hij woonde in een lief, klein huisje met een mooien tuin, een uurtje loopen van het dorp.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(4)

4

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(5)

Juffrouw Somber was zijn keuken-, werk- en binnenmeid, alles tegelijk. Zij was een triestige vrouw, met een lang gezicht en een schorre stem.

Jaap, haar zoon, hielp zoo'n beetje met alles. Hij keek scheel.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(6)

6

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(7)

Lorre was een grijze papegaai, die ondeugend uit zijn oogen keek. Hij had een kruk in de eetkamer, maar daar hij een verstandige en welopgevoede vogel was, zat hij nooit aan den ketting, maar mocht gaan waar hij wilde.

Tom was een jongen. Hij logeerde dikwijls bij Grootvader. Hij was acht jaar en een rakker.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(8)

8

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(9)

Op een warmen Zaterdagmiddag in den zomer, was Jaap aan 't wieden in den voortuin en Tom hielp hem.

Grootvader zat in een leunstoel voor het eetkamerraam, dat uitkeek op den achtertuin.

Hij had zijn zijden zakdoek op zijn hoofd gelegd, om geen last van de vliegen te hebben, en hij was op 't punt om een dutje te gaan doen, toen hij iets uit de boschjes achter in den tuin zag sluipen.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(10)

10

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(11)

Het was een groote, gestreepte tijger! Grootvader's oogen gingen wijd open, hij stond op met zijn zakdoek nog op zijn hoofd en deed zachtjes het raam dicht.

Toen holde hij den tuin in, en deed de deur van de gang ook dicht, en toen hij in den voortuin kwam, waar Jaap en Tom aan het wieden waren, pakte hij hen beet en fluisterde met een schorre stem:

‘Loop gauw naar binnen. Er is een tijger in den tuin.’

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(12)

12

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(13)

Jaap en Tom sprongen op als twee elastieke ballen en liepen zoo hard ze loopen konden. Grootvader kwam hijgend achteraan. De wind blies zijn zakdoek weg en die woei net op de oogen van den tijger, die juist om den hoek van het huis kwam, vlak achter hen aan.

Terwijl de tijger den zakdoek met zijn klauw wegtrok, hadden Jaap, en Tom en Grootvader net den tijd om veilig binnen te komen; ze deden de deur op slot en grendelden haar bovenaan en onderaan.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(14)

14

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(15)

Juffrouw Somber dacht dat ze niet wijs waren. Ze stond hen aan te staren met den vatendoek in haar hand. Haar gezicht was nog langer dan anders.

‘Er is een t-t-tijger in den t-t-tuin, juffrouw,’ hijgde Grootvader.

‘Dan zullen we wel allemaal opgegeten worden,’ zei juffrouw Somber neerslachtig,

‘en dan hoeft er niet gekookt te worden voor morgen.’ Ze draaide hun den rug toe en ging kalm door met vaten wasschen.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(16)

16

Terwijl ze zoo allemaal in de keuken stonden, had de tijger een open raam ontdekt.

Het was de openslaande deur van de eetkamer, die Grootvader had vergeten dicht te doen.

Lorre zat in de eetkamer te slapen op zijn kruk, en toen de tijger binnenkwam werd hij wakker. Hij vloog boven op een hooge boekenkast. ‘Ga weg! Ga weg!’ schreeuwde hij. ‘Help, een groote kat zit me na. O, ik ben heelemaal van streek!’

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(17)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(18)

18

In de keuken keken Grootvader en juffrouw Somber en Jaap en Tom elkaar aan. ‘Hij is in de eetkamer,’ zei Grootvader, ‘en daar moeten we hem zien te houden. Ik heb een plan. Juffrouw, breng het vleesch voor morgen eens hier.’

Juffrouw Somber ging naar de provisiekamer en kwam terug met een groot stuk vleesch op een schaal.

‘Nu,’ zei Grootvader. Hij nam het stuk vleesch en zwaaide er mee door de lucht,

‘ik zal de eetkamerdeur opendoen en het stuk vleesch naar binnen gooien. Terwijl de tijger het op eet, zal ik gauw omloopen en de openslaande deur dicht doen, dan zit hij gevangen. Jaap kan dan naar het dorp hollen om hulp te halen.’

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(19)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(20)

20

Tom nam een volle spuitwaterflesch en ze gingen allemaal in de gang. Toen legde Grootvader het vleesch op den grond en bukte zich om door het sleutelgat te kijken.

‘Ik kan hem niet zien,’ zei hij, ‘maar ik ruik hem wel.’

Hij stond op, nam het vleesch in de eene hand en met de andere deed hij langzaam en voorzichtig de deur open.

Maar op het zelfde oogenblik stak de tijger zijn kop om den hoek.

Tom mikte met de spuitwaterflesch onder den arm van Grootvader door, en in eens sprong de tijger terug, want een dikke straal spoot hem net in zijn gezicht.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(21)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(22)

22

‘Goed geraakt!’ schreeuwde Lorre, die als een dolle man op de boekenkast heen en weer sprong, terwijl de tijger zijn neus aan het kleed droogwreef. ‘Spuit hem in zijn oogen, mijn jongen!’

Maar Grootvader mikte vlug het vleesch naar binnen en gooide de deur dicht.

Ze hielden hun adem in en luisterden naar een vreeselijk, knagend geluid in de kamer. Grootvader zei: ‘Nu eet hij het vleesch. Wie - wie wil de openslaande deur dicht gaan doen?’

‘Ik!’ riep Tom en hij nam nog een flesch spuitwater en holde naar buiten.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(23)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(24)

24

‘Ik kan den jongen niet in z'n eentje op laten eten,’ zei Grootvader en hij holde hem achterna. Ze deden de deur stijf dicht.

De tijger was aan zijn laatste hapje. Lorre had zich naar beneden gewaagd en zat vlak bij hem heen en weer te springen.

‘Gulzigaard!’ zei hij. Geef mij een stukje!’ Maar de tijger keek alleen even op, en gromde.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(25)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(26)

26

Jaap was weggehold, toen Tom de deur open deed en liep als de wind naar het dorp.

‘Het beest zou het raam wel eens kunnen breken en zoo vrij komen,’ zei

Grootvader. ‘Ik zou niet graag willen, dat Jaap werd opgegeten als hij terugkomt.’

‘Ik ook niet,’ gilde Juffrouw Somber, en ze schoof de keukentafel voor zich uit, en haar gezicht was nog langer dan anders.

Grootvader en Tom haastten zich om haar te helpen en zoo stond de tafel al gauw tegen het raam geschoven.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(27)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(28)

28

Toen zetten ze de tuinbank tegen de tafel en de grasrol daar weer tegenaan.

Net toen ze klaar waren kwam Jaap terug met mannen van het rondtrekkende beestenspel uit het dorp.

Ze hadden geweren bij zich en daarmee schoten ze den tijger dood.

En nu ligt er een mooie tijgervacht in Grootvader's kamer.

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

(29)

Lilian A. Govey, Grootvader en de tijger

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

wonen kunnen komen teken veilig vinden voordeur planten dieven bezoek gebruik grote avond?. inbreker iedereen verstoppen

Maar de transformatie houdt niet op bij Team DI… Hoe krijg je de gebruiker digitaal? Het grootste struikelblok bij digitaal zaaksgewijs werken is helemaal niet het archief, het is

Zo vertelden al de zienlijke dingen Gods eer en het ganse schepsel zuchtte op die tijd niet zo, als het anders wel deed, wanneer wij het met duistere, vleselijke en

(Ik voel me elke dag goed/ Ik wil dat niet verliezen/ Al wat ik wil/ Al wat ik wil weten/ Is waarom de Duivel al de goede muziek zou moeten hebben/ Ik werd vervuld/ Ik voel me

Maar, wie had 't kunnen droomen, Daar lag in 't dicht geblaèrt, Half slapend en half wakend,.. Een Tijger, wreed

Daarna ging ze naar kleine-Beebs en reed haar in den kinderwagen heen en weer, 't Was tijd om te slapen voor kleine-Beebs en Melia deed net als Moeder dan deed: zacht zong ze

Lanc was hi, in midden smal, Wit hadde hi de huut ende claer, Kersp ende ghelu hadde hi thaer, Dogen alse een valke grau, 150 Sijn lijf scemerde alse een pau;.. Wit was hi als

nieuwe werkwijze Wegbeheerders oefenen gezamenlijk met risicogestuurde aanpak, leren van elkaar en komen tot een werkende set SPI’s voor verkeersveiligheid Jaarlijks