Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Jaarstukken 2017
(versie 3 juli 2018)Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Jaarverslag
Voorwoord
Met het aanbieden van deze jaarstukken kijken wij terug op het jaar 2017. Wij zijn erin geslaagd om veel wat wij ons hadden voorgenomen te realiseren. Dat geldt voor de doelen die wij hebben omschreven in ons collegeprogramma maar ook voor de doelen die gesteld waren in de begroting 2017. De veranderde vraag van onze burgers, bedrijven, instellingen en verenigingen vragen om aanpassingen in onze houding, onze dienstverlening en ons beleid. Landelijke wetgeving (decentralisaties) en ons streven om financieel zo snel mogelijk weer financieel gezond te zijn betekende dat wij voortdurend keuzes hebben moeten maken en blijven maken. Wij zijn tevreden over de behaalde resultaten.
De voorliggende jaarstukken 2017 (overzicht van baten en lasten) is op grond van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV) opgesteld. Het college legt verantwoording af over het boekjaar 2017. De indeling van het jaarverslag is gelijk aan die van de begroting 2017. De jaarstukken zijn de verantwoording over de al dan niet behaalde resultaten van de beleidsvoornemens uit de begroting en de latere besluiten en bijstellingen en geeft een antwoord op de vragen:
Wat wilden we bereiken en is dat bereikt?
Wat hebben we ervoor gedaan?
Wat heeft het gekost?
Met het aanbieden van deze jaarstukken is voldaan aan artikel 24 van de BBV welke als jaarstukken minimaal vereist:
Jaarverslag, met: -de programmaverantwoording -de paragrafen
Jaarrekening, met: -het overzicht van baten en lasten en de toelichting
-de balans en de toelichting
-het overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld -SISA verantwoording specifieke uitkeringen
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
In de programmarekening zijn de concernbalans en -resultatenrekening opgenomen. De integrale cijfers (concerncijfers) worden gepresenteerd, dus inclusief het grondbedrijf. Aanvullend wordt op enkele plaatsen de toelichting specifiek op het grondbedrijf toegesneden.
De toelichtingen bestaan hoofdzakelijk uit de toelichtingen van de verschillen jaarrekening met de actuele begroting (de primaire begroting met daarbij alle begrotingswijzigingen t/m de herfstnota).
Financiële administratie
Bij de wijziging van de BBV-voorschriften per 1 januari 2017 zijn de oude voorgeschreven functies (producten) vervangen door voorgeschreven taakvelden. We zijn verplicht om deze indeling van de taakvelden te gebruiken bij de periodieke aanlevering van de financiële gegevens aan het CBS (de zogenaamde Iv3, informatie voor derden). Ook dient in de jaarrekening een overzicht te worden opgenomen van de baten en lasten per taakveld.
Wij hebben onze financiële administratie, die van meet af aan qua inrichting volledig gebaseerd is op de toen verplichte indeling naar functies (producten), niet aangepast. De opbouw van ons financiële systeem (CiVision Middelen) is ongewijzigd gebleven. Aanpassing zou namelijk een volledig nieuwe inrichting van onze administratie vereisen. Vandaar dat bij de financiële gegevens van de programma’s ook nog de functies/producten zijn opgenomen. Dit is toegestaan.
Wel hebben we een conversietabel samengesteld zodat we ook de verplichte overzichten per taakveld kunnen genereren.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Overzicht baten en lasten 2017 (x € 1.000) + = nadeel - = voordeel
Werkelijk Werkelijk
2016 Primair Herfstnota 2017
Werk en inkomen € 5.749 € 5.406 € 5.972 € 5.856 Jeugd € 6.119 € 5.627 € 5.883 € 5.858 Maatschappelijke ondersteuning € 7.101 € 7.533 € 7.262 € 7.190 Welzijn en educatie € 5.105 € 5.434 € 5.696 € 5.352 Omgeving € 3.820 € 3.005 € 3.230 € 1.800 Openbare orde en veiligheid € 1.357 € 1.431 € 1.426 € 1.399 Bestuur en algemene ondersteuning € 22.570- € 21.963- € 24.228- € 21.372- Onroerende zaakbelasting € 7.040- € 7.190- € 7.020- € 7.015- Overige eigen middelen € 6.291- € 551- € 962- € 1.131- Gerealiseerd totaal saldo baten en lasten € 6.650- € 1.268- € 2.741- € 2.063-
Mutaties in reserves € 518 € 1.067 € 2.501 € 4.482
Gerealiseerd resultaat € 6.132- € 201- € 240- € 2.419
V V V N
Begroting 2017
Belangrijkste uitkomsten jaarrekening 2017
Financiën Resultaat 2017
Het boekjaar 2017 sluit met een nadelig saldo van € 2.419.000. Het nadelig resultaat is nagenoeg volledig ontstaan door incidentele mee- en tegenvallers. Hierna zal dit verder worden toegelicht en een doorvertaling worden gemaakt naar het structurele resultaat.
De resultatenrekening is opgenomen bij de jaarrekening. Hieronder is de verkorte weergave van de saldi opgenomen.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Resultaat concern
Het gerealiseerd resultaat 2017 bedraagt nadelig € 2.419.000 (nadelig € 1.707.000 voor de algemene dienst en nadelig € 712.000 voor het grondbedrijf). In totaal is dit € 2.659.000 nadeliger dan het geraamde overschot van € 240.000.
Resultaat algemene dienst
De algemene dienst sluit met een nadeel van € 1.707.000, tegen een begroot voordeel van € 240.000. De afwijking met de herfstnota 2017 is voor de algemene dienst (na resultaatbestemmingen) dus € 1.947.000 nadelig. De belangrijkste afwijkingen zijn gedurende het jaar bij de zomer- en herfstnota al verwerkt, maar een aantal grote afwijkingen zijn pas later opgetreden. De belangrijkste posten zijn:
Aanvullende stortingen voorziening zandwinning Beuningse Plas N -/- 3.354.000
Voordeel op totaal WMO en Jeugdzorg V 502.000
Voordeel op het totaal van salarissen en vergoedingen V 281.000
Voordeel eenmalige ruimte kapitaallasten V 179.000
Voordeel WWB/Participatiebudget V 167.000
Lagere afwaardering Distelakkerstraat 10 V 115.000
Naheffingen btw en bcf-compensatiefonds 2012 t/m 2017 N -/- 121.000
Collectief vraagafhankelijk vervoer N -/- 110.000
Restantbudgetten stelposten onvoorzien/nominale compensatie V 118.000
Algemene uitkering 2017 V 103.000
Lagere kosten overhead (deels gereserveerd) V 56.000
Verg. herstel-,beheer- en degeneratiekosten (Nutsbedr.) V 70.000
Wet Inburgering; vergoedingen ingevolge AZC V 58.000
Lagere bijdrage ODRN V 53.000
Overige nadelige verschillen (gesaldeerd) N -/- 64.000 V 1.947.000 Zandwinning Beuningse Plas
Zoals aangegeven in het raadsvoorstel Zandwinning Beuningse Plas gaat de gemeente extra kosten maken door de veranderde wijze van transport. Ook deze kosten zijn verwerkt. Op basis van het voorzichtigheidsprincipe en de onzekerheid met betrekking tot eventuele bijdrage van derden (Gemeente
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Nijmegen en Provincie Gelderland) is voor het volledig geraamde bedrag van de extra transportkosten (raadsbesluit februari 2018) een extra storting in de voorziening verricht. Ingaande 2016 komen de extra kosten zandwinning allemaal voor rekening van de algemene dienst.
WMO en jeugdzorg
Het verschil tussen raming en werkelijk bedraagt een voordeel van € 502.000. De ontwikkelingen in het sociaal domein zijn financieel moeilijk te begroten. WMO huishoudelijke zorg heeft geresulteerd in een voordeel van € 230.000. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat inwoners zelf mogen bepalen hoeveel uren ze wensen af te nemen. De afname kan bepaald worden door de eigen bijdrage die men hiervoor moet betalen.
De budgetten voor de jeugdzorg zijn bij de zomernota verhoogd. De verwachting was dat de kosten voor dit programma fors zouden stijgen. Bij de raming is te veel uitgegaan van de werkelijke kosten 2015. De verwachte stijging van kosten is uitgebleven. Deze bijstelling van de raming verklaart het voordeel ten opzichte van het oorspronkelijke budget.
Voordeel geraamde salarissen en –vergoedingen, incl. stelposten en pensioenvoorzieningen De gemeente Beuningen is zelf verantwoordelijk voor de betaling van de pensioenen aan de
wethouders. Voor de toekomstige betaling van de pensioenen heeft de gemeente een voorziening getroffen van €4,3 miljoen. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van de rente en de levensverwachting. De gewenste omvang wordt per 31 december van elk jaar berekend door een externe deskundige. Als gevolg van de in de afgelopen jaren dalende rente, heeft de gemeente Beuningen elk jaar extra geld aan de voorziening moeten toevoegen. Deze tendens lijkt in 2017
gekeerd. De rente is weer aan het stijgen. Deze rentestijging heeft mede geresulteerd in het voordeel van € 281.000 op het totaal van alle salariskosten.
Participatiewet en regeling Besluit Zelfstandigen
In 2017 is de uitstroom vanuit de bijstand naar de arbeidsmarkt verhoogd. Dit succes is het resultaat van een vruchtbare samenwerking tussen onze klantmanagers en het Werkbedrijf. De korte lijnen zorgden voor succesvolle matches waardoor meer mensen deel konden gaan nemen aan het arbeidsproces. Het werkbedrijf en de gemeente Beuningen hebben als doel om een stijging van de bijstandsgerechtigden te bespreken door instroom te voorkomen en de uitstroom te vergroten. Daarbij zijn wij gestart invulling te geven aan het vastgestelde fraude en handhavingsbeleis Participatiewet. Uitkeringen en minimabeleid
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
moeten recht- en doelmatig worden ingezet. De uitstroom en de invulling van het fraudebeleid heeft een voordeel behaald van afgerond € 167.000,-.
Afwaardering Distelakkerstraat 10
Deze reeds in 2016 overgeboekte waarde vanuit het grondbedrijf (voormalig Nieuw Netwerk Landgoederen) is bij de herfstnota afgewaardeerd tot de WOZ-waarde. Dit is nu gecorrigeerd tot de (hogere) taxatiewaarde, waardoor er dus minder afgeboekt hoeft te worden.
Collectief vraagafhankelijk vervoer
Kosten voor het doelgroepenvervoer Avan zijn veel hoger dan begroot. De vervoersorganisatie heeft een onderzoek gedaan naar de oorzaken daarvan. Die zijn grotendeels te vinden in de systematiek van het doelgroepenvervoer en de keuzes die in de aanbestedingsprocedure gemaakt zijn. Hoewel het aantal pashouders uit Beuningen de laatste tijd een stijging laat zien, blijkt uit onderzoek dat dit niet de hoofdoorzaak is van de kostenstijging. De overschrijding is structureel. Als regio wordt gekeken naar de mogelijkheden om een ombuiging te realiseren.
Naheffingen belastingdienst
In 2017 zijn een aantal onderzoeken (deels) afgerond inzake de btw en het btw-compensatiefonds. Het betrof de jaren 2012 tot en met 2017 en had betrekking op de belastingaspecten inzake verbouw sporthal de Tinnegieter, (ver-)bouw MFA Kloosterhof en leerlingenvervoer.
Diversen
Sinds 2016 is de ODRN overgegaan op productfinanciering. In 2017 zijn door de gemeente Beuningen minder producten afgenomen, waardoor de gemeente ook een lagere bijdrage hoeft te betalen aan de ODRN.
In 2017 heeft het COA besloten geen asielzoekcentrum in te richten op het terrein van de Hoge Woerd in Beuningen. De reden hiervoor was dat er minder centra in ons land nodig waren omdat de instroom van asielzoekers fors was afgenomen. Dit besluit leverde een incidenteel voordeel (afrekening) op van € 58.000,-.
De nutsbedrijven in onze gemeente voeren in onze gemeente werkzaamheden waarvoor wij een vergoeding ontvangen voor herstel -, onderhouds-, beheer- en degeneratiekosten. Deze post is moeilijk in te schatten omdat het aantal werkzaamheden en de omvang ervan jaarlijks verschillen. De vergoeding voor dit jaar is aanzienlijk hoger dan de werkelijke kosten.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Resultaat grondbedrijf
Het grondbedrijf sluit met een nadeel van € 324.000. Dit negatieve resultaat heeft de volgende oorzaken:
Resultaatneming Lage Woerd (overboeking MVA) N -/- 1.925.000
Mutaties overige voorzieningen (KH-3, Den Elt en KH-2) N -/- 557.000
Resultaatneming Hutgraaf/Waterdorp (al bij herfstnota geboekt) V 0
Resultaatneming De Linten (overboeking MVA) V 1.641.000
Resultaatneming tussentijds Fruithof V 129.000
N -/- 712.000
Voor het complex de Lage Woerd is door de raad vastgesteld dat hier een zonneveld komt. Dit heeft als consequentie dat deze afgeboekt moet worden omdat het geen woningbouwlocatie meer is. Deze afboeking is verwerkt in deze jaarrekening. In eerste instantie ten laste van het resultaat grondbedrijf. De raad wordt echter voorgesteld om aanvullend te besluiten deze afwaardering ten laste te brengen van de algemene bedrijfsreserve. Voor dit bedrag wordt de reserve grondbedrijf in 2018 dan weer aangevuld. Dit om het geplande wegwerken van het tekort grondbedrijf niet negatief te beïnvloeden.
Van de plannen KH-3, Den Elt en KH-2 zijn de voorzieningen aangepast. Voor KH-2 en Den Elt geldt dat deze door de verbeterde markt kleiner konden worden. Voor KH-3 moest een voorziening van € 881.000 worden opgevoerd, omdat het nieuwe plan (E)cowijk niet kostendekkend is. Het resultaat valt lager uit doordat in de herfstnota 2017 al de winst geraamd is op de complexen Hutgraaf en Waterdorp van € 648.000. Het complex Linten wordt afgesloten in deze jaarrekening. Op dit complex zijn in het verleden meer opbrengsten dan kosten gegenereerd. Dit zorgt ervoor dat er een winst kan worden geboekt. De resterende kavels worden los ontwikkelt binnen de MVA. Op het complex Fruithof is tussentijds winst geboekt. Dit is na wijziging van de BBV verplicht omdat al een relatief groot deel van de opbrengsten gerealiseerd zijn.
Verschillenanalyses
De zomernota en de herfstnota zijn via een begrotingswijziging in de financiële administratie verwerkt. Dit betekent dat bij de jaarrekening alleen verschillen worden geanalyseerd tussen rekeningcijfers en bijgestelde
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
ramingen. De begrotingswijzigingen zijn door de raad vastgesteld. Structurele aanpassingen worden meegenomen naar het volgende boekjaar (Zomernota 2018).
Uitgangspunt bij de analyse is dat als een post niet expliciet als incidenteel is aan te merken, er vanuit gegaan wordt dat deze structureel van aard is. In de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de beoordeling van de belangrijkste verschillen naar hun aard, structureel of incidenteel. Het uiteindelijke resultaat 2017 van € 2,4 miljoen nadelig kan globaal voor € 3,6 miljoen nadelig als incidenteel worden aangemerkt. Resteert een structureel voordeel van ± € 1,2 miljoen. Dit loopt redelijk in de pas met de begroting voor 2018. Deze sluit primair met € 0,1 miljoen maar daarin is al € 0,8 miljoen nieuw beleid verwerkt. Het saldo bestaand beleid voor 2018 bedraagt € 0,9 miljoen voordelig.
Resultaatbepaling en resultaatbestemming
Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten bedroeg voordelig € 2.063.000. Hierna hebben diverse resultaatbestemmingen, dat zijn mutaties met reserves, plaatsgevonden. In de Jaarrekening staan deze mutaties verder toegelicht.
Het BBV schrijft voor dat mutaties met reserves niet functioneel worden verantwoord, maar worden beschouwd als resultaatbestemming. Dit heeft wel tot gevolg dat er op de programma’s vele verschillen kunnen ontstaan, welke later via de resultaatbestemming worden verrekend met reserves.
Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten V 2.063.000
Saldo mutaties met reserves (storting) N 4.482.000
Gerealiseerd resultaat N 2.419.000
Ná deze vastgestelde bestemmingen resulteert er een saldo waaraan de raad in het lopende boekjaar nog een definitieve bestemming dient te geven. Dit resultaat is dan ook afzonderlijk op de balans opgenomen en wordt pas in het boekjaar 2018 als resultaatbestemming vorig dienstjaar definitief geboekt. Hiervoor is de 6e begrotingswijziging 2018 samengesteld. Van dit eindresultaat wordt voorgesteld:
• Onttrekking aan de algemene bedrijfsreserve algemene dienst € - 1.707.000
• Onttrekking aan de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf € - 712.000
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Verder wordt aanvullend voorgesteld i.v.m. Lage Woerd:
• Onttrekking aan de algemene bedrijfsreserve algemene dienst € - 1.924.000
• Storting in de algemene bedrijfsreserve grondbedrijf € 1.924.000
Ook wordt voorgesteld akkoord te gaan met de nieuw gevormde bestemmingsreserve openbare verlichting.
Ingevolge het BBV is de voorziening Openbare Verlichting van € 734.000 overgeboekt naar een bestemmingsreserve.
Tot slot wordt bij deze 6e begrotingswijziging 2018 tevens voorgesteld om de restantbedragen per 31 december 2017 van onderstaande (eenmalige) posten opnieuw beschikbaar te stellen per 1 januari 2018:
• Reserve kwaliteit openbare ruimte Centrum € 255.850
• Reserve eenmalig prioriteiten € 791.431
• Reserve vervanging groen € 44.483
• Reserve Beuningen promotie € 6.268
• Reserve openbare verlichting € 734.388
In totaal een bedrag van € 1.832.420. Voorheen werd dit steeds voorgesteld bij de zomernota, maar nu bij de vaststelling van de programmarekening. Dit om enerzijds de formele beschikbaarstelling op tijd te laten plaatsvinden (belangrijk voor de budgetbewaking), anderzijds om de zomernota compacter te maken en meer te beperken tot het weergeven van afwijkingen.
De verschillen in reservemutaties komen in eerste instantie naar voren bij de diverse programma’s. Daar wordt een en ander inhoudelijk toegelicht. Bij het programma Overige Eigen Middelen is het onderdeel mutaties met reserves zelf opgenomen. Daar vinden we de betreffende resultaatbestemmingen in zijn totaliteit terug. In de jaarrekening staat een totaaloverzicht van alle autorisaties (besluitvormingen) m.b.t. de reserveringen.
Mutaties met voorzieningen blijven buiten de resultaatbestemmingen. Deze mutaties van voorzieningen worden ingevolge het BBV functioneel verantwoord.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Bij de bepaling van het resultaat zijn verder alle posten meegenomen, die bekend waren op het moment van samenstelling van de jaarrekening. Voor zover mogelijke verplichtingen nog niet kwantificeerbaar zijn, worden zij opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen en/of bij de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
Baten en lasten worden verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben c.q. de prestatie is geleverd, ongeacht het moment waarop de gelden worden ontvangen of betaald.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
31.12.17 01.01.17 31.12.16 31.12.17 01.01.17 31.12.16
Immateriële vaste activa € 4.051 € 4.199 € 4.199 Gerealiseerd resultaat € 2.419- € 6.132 € 6.132 Materiële vaste activa € 48.896 € 49.144 € 49.144 Algemene reserve AD € 6.758 € 6.017 € 6.017 Financiële vaste activa € 8.054 € 10.250 € 10.250 Algemene reserve GB € 7.625- € 16.710- € 16.710-
Overige reserves € 2.170 € 1.383 € 1.383 Totaal vaste activa € 61.001 € 63.593 € 63.593
Totaal eigen vermogen € 1.116- € 3.178- € 3.178- Voorraden € 45.032 € 44.761 € 44.761
Af: Voorzieningen € 26.598- € 22.687- € 22.687- Totaal voorraden € 18.434 € 22.074 € 22.074
Voorzieningen € 8.917 € 11.221 € 11.221 Vorderingen € 8.630 € 9.551 € 9.551 Langlopende schulden € 78.539 € 82.922 € 82.922 Liquide middelen € 177 € 361 € 361 Kortlopende schulden € 1.849 € 5.602 € 5.602 Overlopende activa € 5.005 € 5.308 € 5.308 Overlopende passiva € 5.058 € 4.320 € 4.320 Totaal vlottende activa € 32.246 € 37.294 € 37.294 Totaal vreemd vermogen € 94.363 € 104.065 € 104.065 Totaal € 93.247 € 100.887 € 100.887 Totaal € 93.247 € 100.887 € 100.887
Balans per 31-12-2017 (x € 1.000)
Balans (verkort)
Vaste activa
In de toelichting op de balans wordt het verloop van de vaste activa nader uiteengezet. In totaal is de boekwaarde met € 2,6 miljoen afgenomen ten opzichte van 31 december 2016.
In de Materiële Vaste Activa (MVA) is in 2017 voor € 1,6 miljoen geïnvesteerd, zijnde: € 0,2 in wegen, € 0,6 in riolering, -/- € 0,1 waardevermindering Distelakkerstraat en -/- € 0,1 overige investeringen. Tot slot is deze boekwaarde toegenomen met € 1,0 als gevolg van de overboeking Lage Woerd en De Linten vanuit grondbedrijf naar MVA.
In de Financiële Vaste Activa (FVA) is in 2017 voor € 1,2 miljoen geïnvesteerd, zijnde: € 1,0 betaalde voorschotten SVN (starters-, blijvers-,stimulerings- en duurzaamheidsleningen), € 0,1 aandelen DAR en € 0,1 overige investeringen.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Verder is er voor € 2,0 miljoen regulier afgeschreven op vaste activa en voor € 3,4 miljoen aan aflossingen ontvangen op verstrekte geldleningen. Dit laatste bestaat voor € 2,6 miljoen uit vervroegde aflossingen van verstrekte hypothecaire geldleningen ambtenaren.
Vlottende activa; voorraden
Per 31 december 2017 was het geïnvesteerd vermogen complexen grondexploitatie € 18,4 miljoen. De afname in 2017 was € 3,6 miljoen ten opzichte van 31 december 2016.
De voorraden worden netto verantwoord op de balans. De investeringskosten worden verminderd met de saldi van de voorzieningen die voor de betreffende complexen zijn getroffen. De afname van deze boekwaarde zit dus zowel in de uitgaven/inkomsten complexen in 2017, als in de mutaties van de voorzieningen. Hiervoor is al uitgebreid toegelicht hoe het exploitatieresultaat van het grondbedrijf tot stand is gekomen.
Voor verdere specificaties wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid en de toelichting bij de balans.
Vlottende activa; overigen
Deze zijn in 2017 afgenomen met € 1,4 miljoen. De vorderingen worden ook netto op de balans opgenomen, dus verminderd met eventuele voorzieningen in verband met het dubieuze karakter ervan. Dit geldt met name voor de vorderingen achterstallige toeristenbelasting.
Saldi van rekeningcourant tegoeden bij de banken worden gesaldeerd, dus afhankelijk van het eindsaldo debet of credit op de balans verantwoord. Per 31 december 2017 was voor € 5,8 miljoen aan overtollige middelen uitgezet ingevolge het verplichte schatkistbankieren.
Reserves en voorzieningen
Voor de aard en doelstelling van alle reserves en voorzieningen wordt allereerst verwezen naar de laatste nota Reserves en Voorzieningen 2016 die door de raad op 8 november 2016 is vastgesteld. Hierna worden alleen de reserves kort beschreven, de voorzieningen blijven hier buiten beschouwing.
Bij de toelichting op de balans wordt het doel en het verloop van alle reserves en voorzieningen ook kort uiteengezet.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
ALGEMENE DIENST x € 1.000
Saldo 31 december 2016 voordelig 6.017
Resultaatbestemming vorig boekjaar (2016) 1.224
Bijdrage (voormalige) voorziening openbare verlichting -350
Bijdrage tbv doorontwikkeling sociaal team -133
Saldo 31 december 2017 6.758
Onttrekking restant gerealiseerd resultaat 2017 -1.707
Saldo 1 januari 2018 voordelig 5.051
2018
Aanv.resultaatbestemming; Lage Woerd tlv alg.dienst -1.924 Begrotingssaldo na belastingvoorstellen etc. 130
Zomernota 2018 p.m.
-1.794
voordelig 3.257
Mutatieoverzicht reserves (x € 1.000)
+ = voordeel - = nadeel Autorisatie Aanvullend
Omschrijving
Saldo 31-12-2016
Resultaat 2016
Saldo 01-01-2017
Mutaties reserves
Saldo 31-12-2017
Resultaat 2017
Saldo 1-1-2018
Algemene reserve algemene dienst € 6.017 € 1.224 € 7.241 € 483- € 6.758 € 1.707- € 3.127
Bijdrage ABR ivm resultaat Lage Woerd € 1.924-
Algemene reserve grondbedrijf € 16.710- € 4.808 € 11.902- € 4.277 € 7.625- € 712- € 6.413-
Bijdrage ABR ivm resultaat Lage Woerd € 1.924
Overige bestemmingsreserves € 1.383 € 100 € 1.483 € 687 € 2.170 € - € 2.170
Totaal € 9.310- € 6.132 € 3.178- € 4.481 € 1.303 € 2.419- € 1.116-
negatief negatief
Algemene reserve algemene dienst
De algemene reserve is in 2017 met € 0,7 miljoen toegenomen. Het verloop ziet er als volgt uit:
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
GRONDBEDRIJF x € 1.000
Saldo 31 december 2016 nadelig -16.710
Bijdrage algemene dienst in tekort grondbedrijf 1.341 Extra bijdrage tekort grondbedrijf ivm precariorechten 2.035 Extra bijdrage tekort grondbedrijf ivm grondverkoop Gat van Melsen 200 Tussentijdse resultaatneming Hutgraaf en Waterdorp 701
Resultaatbestemming vorig boekjaar (2016) 4.808
Saldo 31 december 2017 -7.625
Onttrekking restant gerealiseerd resultaat 2017 -712
Saldo 1 januari 2018 nadelig -8.337
2018
Aanv.resultaatbestemming; Lage Woerd tlv alg.dienst 1.924
nadelig -6.413
Algemene reserve grondbedrijf
De algemene reserve is in 2017 met € 9,1 miljoen toegenomen. Het verloop ziet er als volgt uit:
Dit negatieve saldo wordt door de algemene dienst aangezuiverd. De bijdrage vanuit de algemene dienst is zodanig dat deze negatieve algemene reserve grondbedrijf in 2022 is teruggebracht tot 0.
Overige bestemmingsreserves
De overige reserves zijn per saldo met € 0,8 miljoen toegenomen. De mutaties waren: de reserve eenmalige wensen (€ 0,2), de reserve decentralisaties (-/- € 0,3), de reserve kwaliteit openbare ruimte centrum ( -/- € 0,1), de reserve revitalisering De Sluis (€ 0,1), de nieuw gevormde reserve openbare verlichting (€ 0,7) en overigen (€ 0,2).
Voorzieningen
Dit zijn de overige voorzieningen, niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de bouwgrondexploitatie of dubieuze vorderingen. De overige voorzieningen zijn in 2017 met € 2,3 miljoen afgenomen. De belangrijkste onttrekkingen waren de vrijval voorziening precariorechten van € 1,2 miljoen en de opheffing voorziening openbare verlichting van € 0.7 miljoen. Verder wordt hiervoor slechts verwezen naar de toelichting bij de balans.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Langlopende schulden
De afname van € 4,3 miljoen is het gevolg van de reguliere aflossingen van opgenomen langlopende. Er zijn geen nieuwe geldleningen opgenomen in 2017. Wel heeft de gemeente Beuningen in 2016 al een lening afgesloten voor de herfinanciering van een lening in 2020. Deze lening heeft als stortingsdatum 3 augustus 2020. Zie verder de paragraaf financiering.
Kortlopende schulden en overlopende passiva
Deze zijn met € 3,0 miljoen afgenomen. Dit is met name veroorzaakt door de afname van het onderhanden werk sociaal domein in vergelijking met de stelpost die hiervoor ultimo 2016 was opgenomen op de balans.
Voorzieningen ingevolge de van derden ontvangen middelen worden bij de overlopende passiva opgenomen, met uitzondering van de zogenaamde ”door derden beklemde gelden”. Deze worden wel onder de voorzieningen opgenomen. Voor de gemeente Beuningen geldt dit alleen voor het rioolfonds.
Begrotingsoverschrijdingen
In de jaarrekening is een overzicht opgenomen van de totale uitgaven per programma, afgezet tegen de begrote uitgaven zoals die zijn geautoriseerd door de raad. De “overschrijdingen” zijn wel gecorrigeerd voor de doorbelastingen van kapitaallasten en ambtelijke uren. Deze ambtelijke uren worden weliswaar per programma geraamd, maar kunnen in werkelijkheid op basis van het organisatie brede tijdschrijven hiervan afwijken en zodoende vinden er verschuivingen plaats tussen de verschillende programma’s. De hierdoor ontstane “overschrijdingen” van uitgaven worden ieder jaar pas achteraf formeel geautoriseerd bij de vaststelling van de programmarekening. Na deze aanpassingen blijkt dat er bij 3 programma’s een overschrijding aan de uitgavenzijde van het programma heeft plaatsgevonden.
Werk en Inkomen
De uitkeringen WWB/Participatiewet overschrijden de ramingen met € 39.000. Hier staan echter voor € 134.000 extra inkomsten tegenover. Daarnaast wordt de post verleende kwijtscheldingen gemeentelijke belastingen overschreden (€ 32.000). Dit is een verplichte uitgave.
Bestuur en algemene ondersteuning
-Munitax was netto in de gemeentelijke begroting opgenomen. Dat betekent dat de bijdrage van de overige gemeente als negatieve uitgaven zijn geraamd. Dit ook om dubbeltellingen m.b.t. de Iv3 opgaven (CBS) te voorkomen. Echter, naar nu is gebleken, dient Munitax volledig, dus bruto, in de financiële administratie te
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
worden verwerkt. Omdat er aan de uitgavenzijde een negatieve bijdrage van € 1.759.000 is geraamd, maar de bijdrages aan de inkomstzijde zijn verantwoord, laat de uitgavenzijde een ""overschrijding"" zien van hetzelfde bedrag. Dit is puur boekhoudkundig, dus geen daadwerkelijke overschrijding van de uitgaven.
-Noodzakelijke stortingen voorziening zandwinning Beuningse Plas € 3.354.000.
Overige eigen middelen
Bij dit programma is een overschrijding opgetreden van € 2,3 miljoen. De oorzaak is de verantwoording van enkele noodzakelijke boekingen bij het opstellen van de jaarrekening grondbedrijf. Hiervoor is tussentijds geen begrotingswijziging gemaakt. Het betreft met name:
-Noodzakelijke aanvulling voorziening Keizershoeve-3 (€ 0,9) -Resultaatneming Lage Woerd (€ 1,9)
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Programmaverantwoording
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Werk en inkomen
Voor iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, is er vanaf 1 januari 2015 de Participatiewet. De Participatiewet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en moet ervoor zorgen dat meer mensen, met en zonder beperking, werk vinden bij een gewone werkgever.
Ambities en ontwikkelingen
Werk
Het afgelopen jaar hebben we samen met het Werkbedrijf de uitstroom vanuit de bijstand naar de arbeidsmarkt substantieel weten te verhogen. De gezamenlijke aanpak waarbij de basisdienstverlening van het Werkbedrijf enkele dagdelen per week op locatie bij de gemeente Beuningen plaats vindt is daarin een belangrijke succesfactor. Hierdoor worden de lijnen tussen de klantmanagers inkomen en de bedrijfsdienstverleners van het Werkbedrijf sterk verkort, waardoor er makkelijker succesvolle matches kunnen worden gemaakt.
Samen met welzijnsstichting Perspectief en het Werkbedrijf hebben we de toeleiding naar de niet- loonvormende arbeid, zoals vrijwilligerswerk en sociale activering ontwikkeld. Mensen die (nog) niet klaar zijn voor de dienstverlening van het Werkbedrijf worden toegeleid naar stichting Perspectief. Na een intake per individu bekeken hoe iemand het beste kan worden geholpen bij het maatschappelijk actief worden.
Inkomen
In 2017 is het Fraude- en handhavingsbeleid Participatiewet (IOAW/ IOAZ/ Bbz) vastgesteld en hebben we een begin gemaakt met de implementatie.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Doel Beperking van de stijging van bijstandsgerechtigden door instroom te voorkomen en uitstroom te vergroten.
Activiteiten We hebben samen met het Werkbedrijf gewerkt volgens de aanpak ‘de basis dichtbij’.
We hebben samen met Welzijnsstichting Perspectief en het Werkbedrijf hebben we het project ‘Beuningen Actief ‘ opgezet.
Financiën Nieuw beleid: €
Risico’s Het Werkbedrijf kan niet voldoen aan de aan haar gestelde prestatie- indicatoren.
Een verhoogde instroom als gevolg van externe omstandigheden (conjunctureel of in verband met verhoogde asielinstroom).
Indicator Uitstroom naar werk: 77
Afgenomen intakes project Actief: 30
Doel We verstrekken uitkeringen en minimabeleid rechtmatig en doelmatig Activiteiten We maken een analyse van het risico op fraude bij aanvang van de
uitkering. Deze analyse wordt zo nodig periodiek herhaald.
We verrichten bijzonder onderzoek indien daartoe aanleiding is.
Financiën Nieuw beleid: €
Risico’s Oninbare vorderingen Indicator Instroom Participatiewet: 166
Uitstroom totaal: 165 Aanvragen IOA: 30
Het totaal aantal opgelegde waarschuwingen in een jaar: 13
Het totaal aantal opgelegde boetes in het kader van de inlichtingenplicht:16 Het gemiddeld bedrag per fraudegeval:13
Het aantal fraudegevallen: 7.568
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Programma: Werk en Inkomen
Saldo: + = uitgaven - = inkomsten + = voordelig - = nadelig
Realisatie Verschil
baten lasten saldo Primair baten lasten saldo 2016 2016
Product saldo baten lasten saldo saldo 2017
Bijstandsbesluit zelfstandigen 204.271 231.284 27.014 20.720 200.000 280.720 80.720 4.271 49.436 53.706 20.751 -6.263
Inkomensvoorzieningen 41.977 484.844 442.867 720 27.000 488.720 461.720 14.977 3.876 18.853 2.043 -440.824
Bijstandsverlening 5.724.816 5.841.602 116.785 483.614 5.589.936 5.779.052 189.116 134.880 -62.550 72.331 607.128 490.343 Wet Integratie Jongeren
Sociale Recherche 73.437 73.437 62.268 88.039 88.039 14.602 14.602 59.295 -14.143
Sociale werkvoorziening 3.391.467 3.391.467 3.046.500 3.404.033 3.404.033 12.566 12.566 3.459.024 67.557
Bijzondere bijstand 88.430 825.581 737.152 714.437 50.000 813.523 763.523 38.430 -12.058 26.371 731.467 -5.685
Schuldhulpverlening 132.370 132.370 156.193 116.193 116.193 -16.177 -16.177 110.031 -22.339
Kwijtscheldingen lokale belastingen 127.351 127.351 82.420 89.420 89.420 -37.931 -37.931 101.728 -25.624
Participatiebudget 807.631 807.631 839.126 779.386 779.386 -28.245 -28.245 657.812 -149.819
TOTAAL PROGRAMMA 6.059.494 11.915.567 5.856.074 5.405.998 5.866.936 11.839.086 5.972.150 192.558 -76.481 116.076 5.749.277 -106.797
Realisatie 2017 Begroting 2017 Verschillen
Ná wijzigingen
Nieuw beleid
Wettelijke verplichting in dienst (detacheren) nemen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
Incidenteel € 10.000 (2017) Structureel € 35.000 (vanaf 2018) Toelichting:
Door de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten worden wij als overheidswerkgever gevraagd een bijdrage te leveren aan het Sociaal Akkoord 2013 om extra banen te creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. De landelijke doelstelling is om in totaal 125.000 extra banen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking: 100.000 banen in de marktsector (van 2015 tot 2026) en 25.000 banen bij de overheid. Per 1 januari 2017 creëren wij twee nieuwe banen bij het team Onderhoud en per 1 januari 2018 één nieuwe baan ergens anders in de organisatie.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Saldo: + = uitgaven - = inkomsten + = voordelig - = nadelig
baten lasten saldo Primair baten lasten saldo
saldo baten lasten saldo
6.059.494 11.915.567 5.856.074 5.405.998 5.866.936 11.839.086 5.972.150 192.558 -76.481 116.076 Begrotingswijzigingen 2017
Nummer Omschrijving Bedrag Realisatie Verschil
Primaire begroting 5.405.998 2016 2016
5 1e Bestuursrapportage (Zomernota) 692.295 saldo 2017
9 2e Bestuursrapportage (Herfstnota) -126.143
Begroting ná wijzigingen 5.972.150 5.749.277 -106.797
Mutaties reserves 2017 (Via progr.Overige eigen middelen)
Nummer Omschrijving Bedrag
Incidenteel
Mutaties voorziening 2017 (Bij progr.: inkomsten en fondsvormingen) (Uitgaven rechtstreeks tlv voorzieningen)
Nummer Omschrijving Bedrag
Mutaties vorderingen Participatiewet (Storting) 24.000 Incidenteel Mutaties vorderingen WWB Bijzonder (Onttrekking) -13.000 Incidenteel
11.000 Ná wijzigingen
Realisatie 2017 Begroting 2017 Verschillen
De belangrijkste incidentele posten zijn: Lasten Baten
Afrekening 2016 MGR Werkbedrijf 22.000
Bijdrage voorziening dubieus Bijzondere bijstand 13.000
Storting voorziening dubieus WWB/Participatiewet 24.000
46.000 13.000
saldo 33.000
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Programma Werk en Inkomen + = voordeel - = nadeel Totaal
Uitgaven en inkomsten: verschil
Gemeentelijk aandeel uitkeringen:
WWB/
Part.wet Nadeel op het totaal van de uitkeringen WWB/Participatiewet Inkomensdeel -22.000 Voordeel op het totaal van de ontvangen bijdrages agv inventarisatie debiteuren soza 135.000
Mutaties vorderingen WWB Algemeen (Extra storting in de voorziening dubieuze debiteuren) -23.000 Inc.
Overschot bijstand 90.000 90.000
Jaarlijks wordt van alle vorderingen WWB beoordeeld in hoeverre deze als dubieus zijn aan te merken. Hiervoor wordt per 31 december een voorziening getroffen. In 2016 is een aanzienlijk deel vrijgevallen.
Besluit Zelfstandigen
Voordeel op het totaal van de uitkeringen (m.n.normbatenberekening) 51.000
Hogere inkomsten en rijksbijdrages. 4.000
55.000 Hogere uitgaven inzake uitbesteding en rapportagekosten (onderzoekskosten) -1.000
Overschot Besluit Zelfstandigen 54.000 54.000
Inkomensvoorzieningen
Voordeel op de regelingen IOAW en IOAZ 19.000
Bijzondere bijstand:
Hogere uitgaven inzake bijzondere bijstand -7.000
Hogere ontvangsten bijzondere bijstand 25.000
Mutaties vorderingen WWB Bijzonder (Vrijval tlv de voorziening dubieuze debiteuren) 13.000 Inc.
Overschot bijzondere bijstand 31.000 31.000
Jaarlijks wordt van alle vorderingen WWB beoordeeld in hoeverre deze als dubieus zijn aan te merken. Hiervoor wordt per 31 december een voorziening getroffen. De storting in deze voorziening bedroeg in 2016 € 29.000.
Schuldhulpverlening
Lagere uitgaven schuldhulpvelening in 2017 3.000
Hogere bijdrage overhead gemeente Nijmegen (Detachering 2 medewerkers) -23.000
-20.000 -20.000
Werkbedrijf
Hogere voorschotten 2017 diverse bijdrages MGR Werkbedrijf -6.000
Idem, afrekeningen over 2016 -22.000 Inc.
Kwijtscheldingen -28.000 -28.000
-32.000 Een groot gedeelte (€ 29.000) wordt verrekend met de afvalreserve en het rioolfonds.
Sociale werkvoorziening
Lagere bijdrages 2017 MGR (oa WSW) 8.000
Overige verschillen 7.000
Urentoerekeningen en overige interne verrekeningen (cat.6.2) -13.000
Totaal saldo 116.000 Het bedrag van de in 2017 verleende kwijtscheldingen gemeente belastingen viel hoger uit de de ramingen.
Jaarverslag 2
Programmaverantwoording 18 Werk en inkomen 19
Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Jaarrekening
Programmarekening 2017
24 Aanbiedingsnota 2
Programma’s 18 Werk en inkomen 19 Jeugd 24
Maatschappelijke ondersteuning 30 Educatie en welzijn 40
Omgeving 49
Openbare orde en veiligheid 64
Bestuur en algemene ondersteuning 70 Onroerende zaakbelasting 79
Overige eigen middelen 82 Paragrafen 101
Lokale heffingen 102 Weerstandsvermogen en risicobeheersing 102
Onderhoud kapitaalgoederen 122 Financiering 133
Bedrijfsvoering 141 Verbonden partijen 145 Grondbeleid 152 Bijlagen 174
Meerjareninvesteringsbegroting Fout!
Bladwijzer niet gedefinieerd.
Begroting grondbedrijf 175
Jeugd
De Jeugdwet geeft de gemeente de opdracht om de zorg voor kinderen te organiseren. Uitgangspunt is om goede zorg voor het kind te garanderen, door de zorg minder versnipperd aan te bieden, met minder zorgverleners per kind en per gezin. Dit kan het beste door de zorg zo dichtbij mogelijk te organiseren. We organiseren de zorg lokaal als het kan en regionaal als het moet. We treden op als regisseur op het brede domein van jeugdhulp, waarbij we inzetten op samenwerking tussen de zorgaanbieders. We zetten de jeugdketen in het gedwongen kader stevig neer.
Ambities en ontwikkelingen
De juiste zorg op het juiste moment
We zetten zorg zo licht en dichtbij mogelijk in. Daar waar kinderen terecht kunnen dicht in de buurt van de wijk waar zij verblijven heeft dit de voorkeur. Zo hebben we in 2017 een verschuiving gezien van JGGZ- behandelingen (jeugd geestelijke gezondheidszorg) in de regio van o.a. Karakter en Pro Persona naar de psychologen in Beuningen. Deze en andere jeugdpartijen werken samen in de “Samenwerkende Jeugd”. Zij maken ketenafspraken over een passende behandeling. Het voordeel van de gecontracteerde psychologen is dat zij een korte lijn hebben met huisartsen en het basisonderwijs. We zorgen dat kinderen met een beperking zoveel mogelijk mee kunnen doen in het normale leven, door bijvoorbeeld informatiebijenkomsten van het Plu praatlokaal voor ouders met kinderen met beperkingen. We zorgen voor een goede aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs. Er is in 2017 op regionaal niveau een convenant overeengekomen tussen gemeenten, regionale (jeugd)zorgpartners en voortgezet onderwijs voor een betere afstemming tussen de partijen. Voor het primair onderwijs is een soortgelijk Nijmeegse convenant omarmd door de regiogemeenten om dit als voorbeeld te gebruiken voor de lokale afstemming tussen gemeente, (jeugd)zorgpartners en onderwijs. Aansluitend op de IKC-ontwikkelingen en het Passend Onderwijs is er een regionale pilot Passende Kinderopvang in Beuningen gestart om vroegtijdig problemen te onderkennen.
Daarna krijgen jonge kinderen en ouders begeleiding binnen de reguliere kinderopvangvoorzieningen, passend en met maatwerk; de juiste zorg op het juiste moment.
Werk en inkomen 22