Netwerk tegen armoede
Het Netwerk bestaat meer dan 10 jaar en vertegenwoordigt een 60-tal verenigingen waar armen het woord nemen. Deze verenigingen ontvangen wel of niet subsidies van de overheid, bevinden zich in centrum- en kleinere steden. Er zijn ook enkele verenigingen op het platteland of in het mijngebied in Limburg.
Ze werken allemaal volgens dezelfde principes.
Het netwerk zelf is gevestigd in Brussel. De medewerkers zijn constant onderweg in Vlaanderen.
De verenigingen werken niet caritatief, maar een caritatieve noot vormt soms de instap om mensen over de vloer te krijgen.
6 criteria
Armen verenigen zich Armen nemen het woord
Werken aan maatschappelijke emancipatie Veranderen van maatschappelijke structuren In dialoog gaan met de samenleving en het beleid Armen blijven zoeken
Zichzelf ontschuldigen
Mensen in armoede moeten de denkpiste verlaten dat zij de schuld zijn van hun armoede.
Er is meer aan de hand. Een aantal structurele zaken zijn problematisch.
Het Netwerk trekt met mensen naar de overheid, naar scholen, naar de VDAB om structurele problemen aan te kaarten.
Het Netwerk heeft niet de bedoeling alle armen te bereiken, maar wel in hun naam te spreken.
Het doelpubliek van de lokale verenigingen is zeer gevarieerd.
Het Netwerk en de lokale verenigingen ressorteren onder Vlaamse regelgeving.
In Wallonië zijn initiatieven meer versnipperd.
Pionier
Het Netwerk is pionier op wereldniveau en zeker op Europees niveau.
Men vertrekt niet vanuit caritatief werk. De nadruk ligt op empowerment, mensen stimuleren om hun leven in eigen handen te nemen.
Er is de opleiding van ervaringsdeskundigen in uitsluiting en armoede.
De armoedetoets is decretaal vastgelegd. Heel wat regelgeving moet hiermee aan de slag?
Theorie en praktijk zijn niet altijd gelijksporend.
Het Netwerk en grondrechten Inkomen
Wonen Gezondheid Rechtsbedeling Cultuur
Werkgelegenheid Onderwijs
…
Binnen onderwijs wil het Netwerk ondersteuning bieden rond o.m. regelgeving. Wat mag wel, wat mag niet. Het Netwerk neemt ook deel aan de LOP’s.
Initieel trachtte het Netwerk zoveel mogelijk mensen in armoede zelf in de LOP’s te laten deelnemen.
Daar is men van af gestapt. Het is moeilijk om mensen te vinden, te begeleiden en een langdurig
engagement binnen de LOP’s aan te gaan. In de LOP’s komen veel technische zaken aan bod. Gevolg is dat mensen afhaken.
Het Netwerk is daarom overgeschakeld naar ondersteunen van deelname door de verenigingen om mensen in armoede een stem te geven.
LOP’s waar thema’s schoolkosten, communicatie, … geregeld op de agenda staan, hebben wel succes.
Deelnemers hebben het gevoel dat ze een verhaal te vertellen hebben en een echte inbreng in deze thema’s hebben.
Het Netwerk en onderwijs
Ondersteunen van de verenigingen/oudergroepen
Een aantal lokale verenigingen stelde in het verleden een dossier samen dat relevant kan zijn voor andere verenigingen. Het Netwerk ondersteunt lokale acties, lokaal overleg.
Sensibiliseren van scholen
Persberichten, engagementsverklaring, brochure met tips rond schoolkosten, communicatie met ouders in armoede
Vorming
Met een andere bril naar armoede leren kijken.
Niet kunnen betalen wordt (te) snel als niet willen betalen geïnterpreteerd.
Eenmalige vormingen brengen niet veel zoden aan de dijk. Het blijft een moeilijk thema, waarbij procesvorming nodig is. Je staat als school al ver als iedereen op dezelfde golflengte zit.
Adviseren van het beleid.
Oudergroepen en themawerking vormen de basis voor een 6-wekelijks overleg. Hieruit worden standpunten geformuleerd.
Het automatisch toekennen van schooltoelagen en opvolging ervan is 1 van deze adviezen.
Terug naar de intentie van de engagementsverklaring met wederzijdse afspraken is een ander voorbeeld. Nu is ze te vaak eenrichtingsverkeer met regels i.p.v. afspraken.
Maximumfactuur voor het secundair onderwijs met aandacht voor BSO en TSO. De perceptie van hoge studiekosten voor bepaalde richtingen, stuurt de studiekeuze.
Brochure: Maak je sterk tegen armoede op school.
Werd bekend gemaakt via Klasse, ze wordt herdrukt, kent een ruime verspreiding via de LOP’s, nog steeds gratis te verkrijgen.
Bestaansrecht van het Netwerk
Adviseren met inbreng van de mensen zelf en hun ervaringen.
De werking kent een evolutie van luisteren naar een krachtigere stem in het debat.
Verticaal overleg is decretaal vastgelegd. Minstens 2 keer per jaar is er een overleg per minister. Het Netwerk bepaalt de agenda.
Er is een verschil in aanpak door opeenvolgende ministers. Voor onderwijs verloopt het overleg vlot, ook meer dan 2 keer per jaar.
Hoofdthema binnen onderwijs
De laatste jaren is veel gewerkt rond (school)kosten.
Uit deze werking is een dossier samengesteld. (zie map, verkrijgbaar op aanvraag)
Op de agenda: hervorming van het secundair onderwijs en ongekwalificeerde uitstroom. Voorstellen naar een modulaire derde graad en deelcertificaten.
Digitalisering van het onderwijs: Smartschool, tabletscholen, het thuis beschikken over een pc zijn thema’s die eraan komen.
Aan het einde van de tweede graad secundair onderwijs moeten basisvaardigheden verworven zijn. Het is moeilijk om de onderwijspartners daarvan te overtuigen.
Erkenning van verworven competenties, ook buiten het onderwijs.
Uitgangspunt: 18-jarigen moeten minstens over de vaardigheden en kennis beschikken om op een gezonde en zelfstandige manier in de maatschappij te functioneren.
Tenslotte
Armoede is een genuanceerd verhaal dat veel ruimer gaat dan het financiële luik. (verslag: Marianne Bogaert)