• No results found

Puur voor de Sport. Sportbeleidsplan Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Dienst Sport P/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13, 9000 Gent

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Puur voor de Sport. Sportbeleidsplan Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Dienst Sport P/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13, 9000 Gent"

Copied!
127
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Puur voor de Sport

Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Dienst Sport P/a Huis van de Sport Zuiderlaan 13, 9000 Gent

Sportbeleidsplan

2008 - 2013

(2)

Beste lezer,

Als kersverse gedeputeerde voor sport ben ik trots op wat er tijdens de voorbije jaren door het provinciebestuur werd gerealiseerd binnen dit beleidsdomein: dit zowel op vlak van infrastructuur, informatie en ondersteuning, als voor wat de sportpromotie en sensibilisatie betreft.

Het afgelopen jaar 2007 was een jaar vol uitdagingen. Niet alleen diende de overgang met de vorige beleidsverantwoordelijke in goede banen geleid te worden. Ook op uitvoerend vlak dienden er heel wat stappen te worden gezet. Hierbij denk ik niet alleen aan het belang van een constructieve begeleiding van de opmaak van de beleidsplanning. Het bestendigen van onze plaats binnen het sportlandschap en het blijvend ondersteunen van de sport in Oost-Vlaanderen, stonden eveneens hoog op de agenda. Naar mijn mening is de balans zeer positief en dit, dankzij al onze gemotiveerde medewerkers en specialisten rond de tafel waarvoor ik hen van harte dank.

Vertrekkend vanuit een weloverwogen visie en waarden, worden heel wat concrete acties afgeleid uit de vooropgestelde strategische en operationele doelstellingen. Prioritair is, met bijzondere aandacht, de uitwerking van deze acties opvolgen en desgevallend na evaluatie bijsturen.

Besluitend, engageer ik me er toe dat ik me blijvend zal inzetten om jong en oud tot (pedagogisch) verantwoorde en kwaliteitsvolle sportbeoefening aan te zetten omdat ik denk dat er op dit vlak nog veel werk aan de winkel is. Daarbij wil ik de Oost-Vlaming betrekken, prikkelen, engageren via diverse provinciale sportactiviteiten en/of uitnodigen naar (top)sportevenementen opdat Oost- Vlaanderen – onder het motto "puur voor de sport" – kan uitgroeien tot DE sportprovincie. Want als de "goesting" er is om te bewegen dan kan je niemand tegen houden!

Hilde Bruggeman Gedeputeerde

(3)

Inhoudsopgave pagina

I. Inleiding 8

II. Mission Statement 12

III. Uitgangssituatie met betrekking tot de sport in de provincie Oost-Vlaanderen 15

1. De provincie Oost-Vlaanderen algemeen 15

1.1 Missie 15

1.2 Bestuursakkoord 15

1.2.1 Financiën 15

1.2.2 Beleidsvoering 16

1.2.3 Dienstverlening (personeel, administratie) 16

1.2.4 Samenwerking met andere besturen en instellingen 16

1.2.5 Herkenbaarheid eigen beleid 17

1.2.6 Beleid via verzelfstandigde organisaties 17

1.3 Financieel beleid 17

2. De provincie Oost-Vlaanderen sportief 19

2.1 Organogram georganiseerde sport in Vlaanderen 19

2.2 Situering dienst Sport binnen het provinciebestuur 20

2.3 De provinciale sportraad 22

IV. Gegevensverzameling 25

1. Inleiding 25

2. Trendanalyse 25

2.1 Methodiek 25

2.2 Demografische trends 25

2.2.1 Vergrijzing 25

2.2.2 Ontgroening 26

2.2.3 Afnemende fysieke fitheid 26

2.3 Maatschappelijke trends 27

2.3.1 De vrijetijdsmaatschappij 27

2.3.2 Individualisering en demassificatie 27

2.3.3 Commercialisering 27

2.4 Mentaliteitsgebonden trends 28

2.5 Bestuurlijke trends 28

2.6 Sportspecifieke trends 28

2.6.1 Recreatietrend 28

2.6.2 Differentiatie 29

3. Interne analyse 30

3.1 Methodiek 30

3.2 Resultaten 30

3.2.1 Algemeen 30

3.2.2 Budget 30

3.2.3 Sportpromotie 30

3.2.4 Sportraad 30

3.2.5 Subsidies 30

(4)

4.1.1 Algemeen 32

4.1.2 Detailuitwerking 32

4.2 Resultaten 35

4.2.1 Algemeen sportbeleid 35

4.2.2 Gehandicaptensport 38

4.2.3 Huis van de Sport 39

4.2.4 Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck 41

4.3 Uitvoerige terugkoppeling en duiding van de resultaten naar het werkveld 42

V. Strategische doelstellingen 44

1. Verhogen van de sport(beweeg)participatie van elke Oost-Vlaming 44 2. Verhogen van de kwaliteit en de diversiteit van het sportaanbod 44 3. Verhogen van de responsabilisatie van alle sportactoren op alle niveaus 45 4. De provincie Oost-Vlaanderen profileren als DE sportprovincie 45

VI. Operationele doelstellingen – Plan van aanpak 47

VI.1. Ondersteuning en stimulering van sportverenigingen op het bovenlokaal niveau 48

1.1 Huidige situatie 48

1.2 Swotanalyse 48

1.3 Centrale beleidsgedachte 49

1.4 Plan van aanpak 49

VI.2 Ondersteuning en stimulering van de sport voor personen met een handicap 51

2.1 Huidige situatie 51

2.2 Swotanalyse 52

2.3 Centrale beleidsgedachte 53

2.4 Plan van aanpak 54

VI.3 Ondersteuning en stimulering van de inter- en bovenlokale samenwerking 57

3.1 Huidige situatie 57

3.2 Swotanalyse 57

3.3 Centrale beleidsgedachte 58

3.4 Plan van aanpak 58

VI.4 Organisatie van een pool van sportgekwalificeerde begeleiders 59

4.1 Huidige situatie 59

4.2 Swotanalyse 59

4.3 Centrale beleidsgedachte 59

4.4 Plan van aanpak 60

VI.5 Provinciaal sportinfrastructuurplan 61

5.1 Huidige situatie 61

5.2 Centrale beleidsgedachte 61

VI.5.1 Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck (PSCP) 62

5.1.1 Huidige situatie 62

5.1.2 Swotanalyse 64

5.1.3 Centrale beleidsgedachte 64

5.1.4 Plan van aanpak 64

VI.5.2 Provinciaal sportcentrum De Boerekreek (PSCB) 67

5.2.1 Huidige situatie 67

(5)

VI.5.3 Golf Puyenbroeck 70

5.3.1 Huidige situatie 70

5.3.2 Swotanalyse 70

5.3.3 Centrale beleidsgedachte 71

5.3.4 Plan van aanpak 71

VI.5.4 Sportinfrastructuurbeleid naar de gemeenten 72

5.4.1 Huidige situatie 72

5.4.2 Centrale beleidsgedachte 72

5.4.3 Plan van aanpak 72

VI.5.5 Mountainbike 74

5.5.1 Huidige situatie 74

5.5.2 Swotanalyse 74

5.5.3 Centrale beleidsgedachte 74

5.5.4 Plan van aanpak 75

VI.5.6 Natuurgebonden sporten 76

5.6.1 Huidige situatie 76

5.6.2 Centrale beleidsgedachte 77

5.6.3 Plan van aanpak 77

VI.6 Beheer en exploitatie provinciale sportcentra 78

VI.6.1 Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck (PSCP) 78

6.1.1 Huidige situatie 78

6.1.2 Swotanalyse 78

6.1.3 Centrale beleidsgedachte 80

6.1.4 Plan van aanpak 81

VI.6.2 Provinciaal sportcentrum De Boerekreek (PSCB) 83

6.2.1 Huidige situatie 83

6.2.2 Swotanalyse 84

6.2.3 Centrale beleidsgedachte 85

6.2.4 Plan van aanpak 86

VI.6.3 Golf Puyenbroeck 89

6.3.1 Huidige situatie 89

6.3.2 Swotanalyse 89

6.3.3 Centrale beleidsgedachte 91

6.3.4 Plan van aanpak 91

VI.7 Huis van de Sport 94

7.1 Huidige situatie 94

7.2 Swotanalyse 95

7.3 Centrale beleidsgedachte 95

7.4 Plan van aanpak 96

VI.8 Gemeentelijke ondersteuning 97

(6)

VI.9 Ondersteuning sportfederaties 101

9.1 Huidige situatie 101

9.2 Swotanalyse 101

9.3 Centrale beleidsgedachte 102

9.4 Plan van aanpak 102

VI.10 Uitleendienst voor sportmateriaal 103

10.1 Huidige situatie 103

10.2 Swotanalyse 103

10.3 Centrale beleidsgedachte 104

10.4 Plan van aanpak 104

VI.11 Ondersteuning en stimulering sportinitiatieven 105

11.1 Huidige situatie 105

11.2 Swotanalyse 105

11.3 Centrale beleidsgedachte 106

11.4 Plan van aanpak 106

VI.12 Sportpromotie 107

12.1 Huidige situatie 107

12.2 Swotanalyse 109

12.3 Centrale beleidsgedachte 110

12.4 A. Plan van aanpak sensibiliseringscampagne 110 12.4.B. Plan van aanpak provinciale sportevenementen 111

VI.13 Informatie – Communicatie 113

13.1 Huidige situatie 113

13.2 Swotanalyse 113

13.3 Centrale beleidsgedachte 114

13.4 Plan van aanpak 114

VI.14 Organisatie dienst Sport 116

14.1 Huidige situatie 116

14.2 Swotanalyse 117

14.3 Centrale beleidsgedachte 118

14.4 Plan van aanpaksgedachte 119

VII. Evaluatie en rapportering 123

VIII. Financieel verslag 126

(7)

1. INLEIDING

(8)

I. INLEIDING

Sport en beweging spelen om uiteenlopende redenen een steeds belangrijkere rol in het leven van steeds meer mensen. Sport is niet langer enkel een vrijetijdsbesteding, maar heeft linken met heel veel andere aspecten en geledingen van de maatschappij.

De beweegredenen tot het opstellen van een sportbeleidsplan voor de provincie Oost-Vlaanderen

• Het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen hecht veel belang aan een goed sportbeleid omdat:

- bijna iedereen op een of andere manier bezig is met sport. Hetzij als actieve beoefenaar, hetzij als liefhebber of toeschouwer. Sport is een gezonde vrijetijdsbesteding en verdient dus terecht veel plaats op de politieke agenda.

- sportbeoefenaars op zoek zijn naar sportdisciplines die passen bij hun persoonlijke behoeften en vrijetijdsbesteding. De sportwereld moet deze vraag naar flexibiliteit gepast kunnen beantwoorden, onder andere door oog te hebben voor innovatie in sportdisciplines.

- begrippen als fairplay en respect voor tegenstanders en spelregels niet alleen belangrijk zijn bij sportbeoefening, maar ook passen in het dagelijkse leven. Sport kan de overdracht van die belangrijke maatschappelijke waarden stimuleren.

- sport de impact kan versterken voor bepaalde groepen in onze samenleving.

- sport een interessante hefboom is betreffende promotie van de provincie Oost-Vlaanderen.

Uitstraling via de sport geeft de provincie een positief imago. Jonge mensen zien vaak in bekende sporters een voorbeeld en daar kan de provincie stimulerend werken.

• Elke organisatie die zichzelf au serieux neemt, doet er goed aan zich geregeld te bezinnen over haar structuur, werking en redenen van bestaan. Het opstellen van beleidsvisies en meerjarenplannen kadert in een modern, managementgericht denken.

• "Het onderzoeksrapport als aanzet voor een sportbeleidsplan van de provincie Oost- Vlaanderen door het Centrum voor Sportmanagement Research en Advies van de Universiteit Gent" in 1997.

• Het decreet houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse .Gemeenschapscommissie voor het uitvoeren van een 'Sport voor Allen'-beleid

Dit sportbeleidsplan is geschreven, rekeninghoudende met:

• het kerntakendebat

• het nieuwe provinciedecreet

• de krachtlijnen van het nieuwe decreet op gemeentelijke en provinciale sportdiensten

• het algemeen beleidsprogramma 2007-2012 'Provincie Oost-Vlaanderen: voor ieder van ons':

missie/visie/waarden en financieel beleid

• het specifieke beleidsprogramma sport zoals opgenomen in bovenvernoemd algemeen beleidsprogramma

• beleidsnota sport 2000-2006

• het gevoerde tevredenheidsonderzoek van de stakeholders

• adviezen van de provinciale sportraad

(9)

Voor de coördinatie en opmaak van dit instrument zorgde een planningsteam bestaande uit de stafmedewerkers van de dienst Sport:

• Luc Derudder, directeur 'Sport, Recreatie en Domeinen'

• Luc Taragola, diensthoofd-sportfunctionaris

• Paul Van Vooren, bestuurssecretaris sport

• Katrien De Clercq, sportfunctionaris A

• Luc Vandemaele, bestuurssecretaris sport

• Stefaan Van Mossevelde, gegradueerde boekhouden

• Philippe Van de Velde, beheerder provinciaal sportcentrum De Boerekreek

• Jo Haentjens, beheerder provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

• Stephan De Sterck, beheerder Golf Puyenbroeck

Om de interactieve bestuursstijl te garanderen werd beroep gedaan op volgende klankborddoelgroepen:

• Sectie Gemeentelijke Sportraden van de Provinciale Sportraad

• Sectie Sportfederaties van de Provinciale Sportraad

• Drie sportfederaties voor personen met een handicap

• Interlokale Verenigingen:

- Schelde-Durme - Meetjesland

- Vlaamse Ardennen - Zuid Oost-Vlaanderen - Leiestreek

- Waasland

Voor de uitwerking van het sportbeleidsplan werd beroep gedaan op de publicatie 'Handboek Sportbeleidsplanning' uitgegeven door het Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) in opdracht van de Vlaamse Overheid en in samenwerking met de Vrije Universiteit Brussel onder leiding van Prof. Marc Theeboom.

Bij de uitvoering van de stakeholdersbevraging werd er door de Universiteit Gent – Vakgroep Sport en Bewegingswetenschappen drie studenten sportmanagement ter beschikking gesteld, in het bijzonder Bart De Block, Thomas Callens en Davy Goossens.

Het plan van aanpak bevat diverse acties verspreid over meerdere jaren. In overleg met de beleidsverantwoordelijke zal jaarlijks een jaaractieplan opgesteld worden waarbij rekening wordt gehouden met de beschikbare werkingsmiddelen en het beschikbare personeel.

Voor het opvolgen van de uitvoering van het sportbeleidsplan zal een vast rapporteringsinstrument gehanteerd worden dat op regelmatige basis naar de provinciale sportraad zal worden teruggekoppeld. Op deze manier wensen wij de interactieve bestuursstijl door te trekken bij de uitvoering van het sportbeleidsplan.

(10)

Het Sportbeleidsplan is als volgt opgesteld:

I. Inleiding

II. Mission Statement

III. Uitgangssituatie met betrekking tot de sport in de provincie Oost-Vlaanderen IV. De gegevensverzameling

V. Strategische doelstellingen

VI. Operationele doelstellingen – Plan van aanpak volgens de beleidsdomeinen VII. Evaluatie en rapportering

VIII. Financieel plan

(11)

2. MISSION STATEMENT

(12)

II. MISSION STATEMENT

De provincie Oost-Vlaanderen als streekbestuur en de dienst Sport als middenveldspeler in het sportlandschap, willen op basis van hun specifieke regio- en terreinkennis een sportbeleid voeren dat afgestemd is op de lokale en regionale behoeften. Dit zowel bij de eigen initiatieven als bij de samenwerking met lokale overheden, Vlaanderen en de sportsector.

Door te investeren in sport wil de dienst Sport enerzijds elke inwoner van de provincie aanzetten tot een gezonde, actieve en sportieve levenswijze (sport voor allen) en anderzijds bijdragen tot een complementair en verantwoord topsportbeleid met in het bijzonder aandacht voor talentontwikkeling.

Door het voeren van een sportinfrastructuurbeleid waarbij rekening gehouden wordt met de uitbouw van de eigen sportinfrastructuur, de coördinerende en stimulerende rol met betrekking tot de ruimtelijke planning en de toegankelijkheid van de sportinfrastructuur en dit voor de meest diverse sporten.

Door het uitbouwen van een optimale horizontale en verticale wisselwerking (samenwerking) met de sportsector wil het provinciebestuur met het oog voor kwaliteit het huidige sportaanbod op een vernieuwende en dynamische wijze aanvullen.

Hierbij ligt het accent enerzijds op het faciliteren, informeren en scheppen van voorwaarden en anderzijds op organiseren.

Onder het motto 'puur voor de sport' wenst de provincie Oost-Vlaanderen zich te profileren als DE sportprovincie.

We hebben hierbij respect voor de vrijheid van elke persoon, het pluralistische karakter van onze samenleving en voor een gezond en veilig milieu.

Verklaring:

 In dit sportbeleidsplan wordt expliciet gekozen voor de Engelse term 'Mission Statement' omdat er geen inhoudelijk identieke Nederlandstalige term bestaat die deze lading volledig dekt.

Bovendien wordt de term hier gebruikt om tevens geen verwarring te creëren met de terminologie die binnen het bestuur zal aangewend worden in het kader van de beleidsverklaring.

Mission Statement omvat het geheel van missie, visie en waarden in een bondige tekst en is een beginselverklaring die de bestaansreden en identiteit van de dienst Sport als organisatie duidt.

 Middenveldspeler in het sportlandschap

Op basis van het organogram van de georganiseerde sport in Vlaanderen beschouwen we de dienst Sport als een middenveldspeler. Het provinciebestuur bevindt zich als intermediair niveau tussen de Vlaamse en de gemeentelijke overheid. De provincie is de aangewezen schakel om enerzijds impulsen vanuit de Vlaamse Gemeenschap door te geven, te coördineren en eventueel te versterken naar de gemeenten toe. Anderzijds is zij ideaal geplaatst om signalen vanuit de lokale besturen door de sturen naar het Vlaamse niveau.

Bovendien situeert de dienst Sport zich op het snijpunt tussen de gemeentelijke sportdiensten, gemeentelijke sportraden en de sportfederaties (via de provinciale sportraad).

 Elke inwoner staat hierbij centraal ongeacht diens leeftijd, geslacht, afkomst, socio-economisch

(13)

 Werkterrein is het volledige grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen

 Gezonde, actieve en sportieve levenswijze

- sporten op een medisch verantwoorde wijze

- de nadruk ligt niet enkel op sporten maar ook op bewegen. Het ontwikkelen van een levenswijze waarbij sport en beweging integraal deel uitmaken van de dagelijkse gewoonten.

 Topsport: talentontwikkeling - jonge beloften, topsportinfrastructuur, topsportevenementen

 Horizontale en verticale wisselwerking (samenwerking)

- samenwerking: niet op eigen initiatief, continue betrokkenheid en wisselwerking met het sportveld. Het sportveld maximaal betrekken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het sportbeleid

- horizontaal: niet enkel de wisselwerking tussen de provinciale sportstructuren maar ook intern het provinciebestuur (dienstoverschrijdend, geïntegreerde beleid)

- vertikaal: tussen de verschillende overheden: lokaal / regionaal / Vlaams

 Kwaliteit: geen half werk, professioneel, constant streven naar vernieuwing, aanpassen aan de noden, niet statisch.

 Faciliteren, informeren, scheppen van voorwaarden en organiseren: streven naar een gezond evenwicht tussen zelf doen en doen doen.

(14)

3. UITGANGSSITUATIE M.B.T. DE

SPORT IN DE PROVINCIE

OOST-VLAANDEREN

(15)

III. UITGANGSSITUATIE MET BETREKKING TOT DE SPORT IN DE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

1. De provincie Oost-Vlaanderen algemeen 1.1. Missie

"Als verkozen streekbestuur willen wij duidelijke en evenwichtige keuzes maken voor de toekomst van Oost-Vlaanderen. Op basis van onze expertise voeren wij een beleid dat gericht is op dienstverlening en dat is afgestemd op de lokale en regionale behoeften van onze provincie. Dat is zo bij eigen initiatieven of wanneer wij optreden in samenwerking met de lokale, Vlaamse, federale en Europese overheden. In alle sectoren waarin we actief zijn, willen we een laagdrempelige, resultaatgerichte én kwalitatieve dienstverlening realiseren voor onze klanten: burgers, openbare besturen, organisaties en bedrijven. We doen dit vanuit het oogpunt overleg, inspraak en participatie en in de geest van goed partnerschap.

Wij hebben hierbij respect voor de vrijheid van elke persoon en voor het pluralistische karakter van onze samenleving. Wij bevorderen gelijke kansen voor alle individuen en groepen in de samenleving en staan voor openheid en diversiteit. Ook de duurzaamheidgedachte vertalen we doorheen ons beleid: zorgen voor morgen. Oost- Vlaanderen kan hiervoor rekenen op een geëngageerd politiek verantwoordelijkheidsbesef en op een goed opgeleide en gecoachte administratie.

Daartoe willen we een optimaal werkklimaat creëren voor onze mandatarissen en personeelsleden."

Dit zijn de waarden van het provinciebestuur:

Publieks- en partnerschapgericht Respectvol voor iedereen

Ondernemend

Verantwoord in ons handelen Innovatief in ons denken Neutraal als tussenniveau Creatief in ons zijn

Integer en correct Expertise: onze kracht!

1.2. Bestuursakkoord 1.2.1. Financiën

Uitgangspunt: een gezond en orthodox financieel beleid met een sluitende begroting dat draagbaar en gezinsvriendelijk is en in functie van de vooropgestelde doelstellingen.

Aandachtspunten

• managementteam betrekken bij het opstellen van de begroting

• alle kosten, inclusief personeel, worden voortaan per beleidsdomein aangerekend

• de kostprijs van een maatregel moet betaald worden door degene die

(16)

1.2.2. Beleidsvoering

Uitgangspunt: het voeren van een integraal beleid Aandachtspunten

• bevoegdheden via zo homogeen mogelijke pakketten parallel aan de begrotingsopbouw => benamingen en bevoegdheden corresponderen met de benamingen in de begroting

• het provinciale beleid wordt systematisch getoetst aan de principes van duurzaamheid, lage fiscale druk, impact op economisch leven en administratieve vereenvoudiging

• ruimte voor nieuw beleid dat een antwoord biedt op maatschappelijke ontwikkelingen (biotechnologie, vergrijzing, groene en sociale economie, …)

• evaluatie van bestaande initiatieven en bijsturen (afschaffen of aanpassen) indien nodig

1.2.3. Dienstverlening (personeel, administratie) Uitgangspunten

• een laagdrempelige, resultaatgerichte en kwaliteitsvolle dienstverlening

• openbare dienstverlening is in de eerste plaats aandacht voor het algemene belang, het welzijn van alle burgers, voor de zwaksten eerst; overleg, inspraak, duurzaamheid, participatie, verdraagzaamheid en deskundigheid zijn hierbij sleutelwoorden

• streven naar administratieve vereenvoudiging

• planlast zo beperkt mogelijk houden voor onszelf én in onze samenwerkingsverbanden met gemeenten en andere actoren

Aandachtspunten

• personeel aanmoedigen tot creativiteit en wederzijdse betrokkenheid

• een hertekening en vereenvoudiging van de administratie enerzijds en anderzijds de beheersing van het aantal personeelsleden, maximaal op het huidige niveau

• geen engagementen op het vlak van nieuwe benoemingen; de noodzakelijk functioneel verantwoorde benoemingen gebeuren op basis van objectiveerbare criteria en op een professionele wijze => voortaan ook assessement voor benoeming boven niveau A4

• intern gelijkenkansen- en diversiteitbeleid

1.2.4. Samenwerking met andere besturen en instellingen Uitgangspunten

• een open partnerschap en een volwaardige samenwerking met de private actoren en met de lokale besturen op basis van gelijkwaardige inzet

• provincie neemt op zich wat echt gemeentegrensoverschrijdend is of een impact heeft op een brede regio; in de andere gevallen is de provincie begeleider, ondersteunen, coördinator of trekker

Aandachtspunten

• het nastreven van publiekprivate samenwerking (vb. Nachtwachtdiensten, verkoop patrimonium)

• samenwerking mogelijk maken met andere instellingen voor het provinciaal instituut Heynsdaele en provinciaal zorgcentrum Lemberge

• de inbreng van de provincie moet niet enkel financieel zijn, maar zeer zeker

(17)

1.2.5. Herkenbaarheid eigen beleid

Uitgangspunt: geen versnipperd beleid en terzelfdertijd streven naar maximale herkenbaarheid van het provinciebestuur

Aandachtspunten

• duidelijke en heldere communicatie

• opstarten regiomarketing: alle krachten bundelen om te werken aan de ontwikkeling, promotie en herkenbaarheid van de provincie

• in alle samenwerkingsverbanden en ondersteuning (subsidies, overdrachten, …) moet de aanwezigheid en de rol van de provincie duidelijk zijn

1.2.6. Beleid via verzelfstandigde organisaties

Uitgangspunt: streven naar rationele en geresponsabiliseerde organisaties Aandachtspunten

• vzw's sensibiliseren om een rationeel beleid te voeren, parallelle acties met provinciale instellingen moeten vermeden worden

• de provinciale vzw's, apb's, domeinen, scholen en Instituut Heynsdaele moeten geresponsabiliseerd worden binnen een duidelijk budgettaire ruimte; zij moeten meer autonomie kunnen krijgen waardoor de administratieve last verlicht kan worden

• EROV, POM en provinciale directie economie moeten in goed partnerschap elk hun expertise inzetten met duidelijke afspraken

1.3. Financieel beleid

Door meer dan vroeger de nadruk te leggen op een budget eigen dienstjaar in evenwicht, wil de deputatie binnen elk beleidsdomein duidelijk aangeven dat de middelen beperkt zijn en dat het gewenste beleid financieel moet vertaald worden via de juiste beleidskeuzes.

Langs de ontvangstzijde zijn er twee aandachtspunten:

• Constante provinciale belastingen

- het aantal provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing blijft ongewijzigd op 295 (niveau 2001)

- de algemene provinciebelasting (APB) wordt aangepast aan de prijsstijgingen sinds de laatste tariefverhoging (2001) via indexatie. Het toepassen van een indexmechanisme is niet ongebruikelijk op fiscaal vlak.

- om budgettaire redenen is een indexatie op het vlak van de Algemene Provinciebelasting verantwoord, vermits ook talrijke uitgaven van de provincie onderworpen zijn aan een indexatie (lonen, huur, …). Hierbij wordt opgemerkt dat sinds begin 2001 de tarieven en aanslagvoeten van de belasting geen jaarlijkse indexaanpassing kenden, waardoor ze – als gevolg van een inflatie van gemiddeld 2,1 % per jaar in de periode 2001 – 2006 – in reële termen zijn gedaald.

Het spreekt voor zich dat bij een indexatie aan uitgavenzijde, ook een inflatiecompensatie aan ontvangstzijde noodzakelijk is.

- de indexatie gebeurt 'ex-post', wat betekent dat ze rekening houdt met

(18)

• Maximaal gebruik van de beschikbare subsidiemogelijkheden

Op tal van beleidsdomeinen stellen andere overheden financiële middelen ter beschikking om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken. De deputatie wenst bij het uittekenen van haar beleid het gebruik van de geboden subsidiemogelijkheden te optimaliseren.

Langs de uitgavenzijde wenst de deputatie tijdens de volledige legislatuur een strikte beheersing van de uitgaven na te streven.

• Personeel

- strikte beheersing van het personeelsbudget door het invoeren van een selectieve personeelsstop met enkel vervanging van vertrekkend personeel en in functie van geobjectiveerde criteria

- een dynamisch personeelsbeleid met voldoende aandacht voor 'the right man on the right place'

• Werkingskosten

- budgetteren op basis van de reële uitgaven

- de budgetverantwoordelijken meer responsabiliseren om correcte prioriteiten te stellen door strikt te budgetteren

- objectiveren (o.m. via benchmarking) van de keuze om taken al dan niet uit te besteden dan wel in eigen beheer uit te voeren

• Subsidiëringsbeleid

De deputatie wenst haar beleid van financiële ondersteuning verder te zetten, en dit binnen de vooraf afgesproken budgettaire krijtlijnen.

Waar nodig en gewenst zal de subsidiëringspolitiek geheroriënteerd worden, in functie van de strategische beleidsplanning.

Een strikte beheersing van het financieel beleid vormt één van de basisvoorwaarden om een coherent provinciaal beleid te kunnen voeren. De deputatie wenst voluit te gaan om verder in te spelen op de verschillende noden die leven binnen de provincie Oost-Vlaanderen, maar daarbij niet voorbijgaan aan de beperktheid van de beschikbare middelen.

Daarom wordt er bij aanvang van de legislatuur geopteerd om enkel nieuwe initiatieven te nemen of engagementen aan te gaan voor zover deze kunnen ingepast worden in de budgettaire ruimte van het lopende dienstjaar.

Projecten die niet in dit financieel plaatje passen, zullen enkel gerealiseerd kunnen worden door te schuiven met de beschikbare budgetten of via de budgettaire ruimte die voortvloeit uit een rekeningresultaat van het voorbije dienstjaar.

(19)

2. DE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN SPORTIEF 2.1. Organogram georganiseerde sport in Vlaanderen

OVERHEID PRIVATE

SECTOR BELEID UITVOERING ADVIES KOEPEL-

ORGANISATIES

KOEPEL- ORGANISATIES Nationaal

niveau

/ / / Nationale

sportbonden

BOIC Vlaams

niveau

Vlaams Parlement (+Raad van Bestuur Bloso)

Bloso administratie VTS

Vlaamse Sportraad

ISB VVSG VVP SVS Vlabus

Vlaamse sportfederaties Fitnessketens Panathlon Vlaanderen

VSF

Provinciaal niveau

Provincie- bestuur

Provinciale sportdienst Burensport- diensten (+Bloso Inspectiedien- sten)

Provinciale sportraad

ISB Oost- Vlaanderen SVS Oost- Vlaanderen Vlabus Oost- Vlaanderen

Provinciale comités van de sportfederaties Sportmedische keuringscentra Panathlon Oost- Vlaanderen Regionaal

niveau

ILV

Burensportdie nsten

Technishe commissie

Gehandicapten- sportorganisaties Lokaal

niveau

Gemeente- bestuur

Gemeentelijke sportdienst

Gemeentelijke sportraad

Sport- verenigingen Fitnesscentra

(20)

2.2. Situering dienst Sport binnen het provinciebestuur

Provinciebestuur Oost-Vlaanderen

Provincieraad Deputatie Provinciegriffier

Directies

11de directie 10dedirectie 9dedirectie 8stedirectie 7dedirectie 6dedirectie 4dedirectie 3dedirectie 2dedirectie 1stedirectie

Dienst 111

provinciaal domein Puyenbroeck

Dienst 112 provinciaal domein Het Leen

Dienst 113 Sport

De dienst Sport ressorteerde bij de oprichting in 1979 onder de Dienst voor Sociale en Economische Aangelegenheden en beschikte over 1 personeelslid in functie als Secretaris Sportaangelegenheden. In 1986 werd de dienst uitgebreid met een Adjunct- secretaris Sportaangelegenheden.

Op 1 februari 1988 werd de Secretaris Sportaangelegenheden aangesteld als Beheerder van het Provinciaal Sportcentrum Puyenbroeck. Dit sportcentrum maakte deel uit van het Recreatiecentrum Puyenbroeck en had geen directe binding met de dienst Sport.

Met de omvorming van de Provinciale Sportraad tot vzw op 1 januari 1991 werd het personeel (2FTE) overgeheveld naar het secretariaat van de Oost-Vlaamse Sportraad vzw, welke erkend werd als dienst Sport in zitting van 6 juni 1991 door de Provincieraad.

De vzw kreeg voor haar werking een jaarlijkse toelage van het Provinciebestuur. Ook het personeelsbestand werd uitgebreid tot 5 FTE.

(21)

Hierbij dient wel gezegd dat slechts 3 personeelsleden voor de vzw werkzaam waren en de andere twee gedetacheerd werden naar VLABUS.

Eind 1992 werd het gedetacheerde personeel teruggeroepen naar de dienst Sport om ingeschakeld te worden in de fel uitgebreide eigen werking.

Het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap dd. 5 april 1995 houdende de erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, de dienst Sport en de Sportdienst van de Vlaamse Gemeenschap verplicht de provincies voor erkenning en subsidiëring aan volgende voorwaarden te voldoen:

• een eigen sportdienst hebben welke als afzonderlijke dienst functioneert met eigen personeel, eigen kredieten en eigen kantoorruimtes;

• beschikken over een sportcentrum.

Teneinde zich in regel te stellen werd het personeel van de vzw overgeheveld naar het Provinciebestuur als contractuelen voor onbepaalde duur. Hiervoor werd beroep gedaan op de Omzendbrief van Minister Peeters.

De dienst Sport werd binnen het organogram van het Provinciebestuur een aparte dienst (dienst 113) welke ressorteerde onder de 11e Directie : Sport, Recreatie en Domeinen.

De voormalige Oost-Vlaamse Sportraad vzw werd omgevormd tot Oost-Vlaamse Sportpromotie vzw zonder personeel.

Bij deze omvorming werd het Provinciaal Sportcentrum Puyenbroeck ondergebracht onder de dienst Sport en niet langer onder het Recreatiecentrum.

In het kader van het Strategisch Plan Sportend Vlaanderen, opgesteld door toenmalig Minister Martens, werd het Bloso-Sportcentrum De Boerekreek op 22 december 1999 door het Provinciebestuur overgenomen. Het Bloso-personeel werd overgenomen als contractueel provinciepersoneel voor onbepaalde duur. Het beheer van het centrum gebeurde door een vzw, waarin zowel het Provinciebestuur als het gemeentebestuur van Sint-Laureins zetelde en jaarlijks een financiële werkingstoelage overmaakte aan de vzw.

Het provinciepersoneel werd gedetacheerd naar de vzw welke jaarlijks de totale loonlast diende terug te storten aan het Provinciebestuur.

Gelet op de grote gevraagde financiële tussenkomst aan het gemeentebestuur van Sint- Laureins werd in juni 2002 beslist de vzw te ontbinden en het beheer van dit sportcentrum toe te vertrouwen aan de dienst Sport naar analogie met het Sportcentrum Puyenbroeck.

In 1999 werd een personeelslid aangenomen, uitsluitend belast met gehandicaptensport.

Sinds 2007 heeft de dienst Sport de uitbating van het gewoon provinciebedrijf Golf Puyenbroeck overgenomen van het provinciaal domein Puyenbroeck. De dienst Sport heeft de intentie de werking van Golf Puyenbroeck te integreren in de werking van de dienst door opheffing van het gewoon provinciebedrijf.

(22)

2.3. De provinciale sportraad 15 mei 1970

Beslissing van de Bestendige Deputatie tot de oprichting van het Provinciaal Comité van de sportbiënnale, voorzitter: Gedeputeerde W. Verleysen.

Taak: uitbrengen van advies over de aanvragen uitgaande van diverse verenigingen.

15 september 1978

Goedkeuring van de statuten van de "Provinciale Adviesraad van de Lichamelijke Opvoeding, de Sport en het Openluchtleven" door de Provincieraad.

Doel: het bevorderen van de lichamelijke opvoeding, de sport en openluchtleven in de meest ruime zin.

Samenstelling

- 2 Gedeputeerden;

- 1 door elke politieke fractie van de Provincieraad aangeduid raadslid;

- 10 afgevaardigden van de gemeentelijke sportraden;

- 1 afgevaardigde van de door de Bestendige Deputatie erkende sportfederaties;

- Bloso Inspectiedienst;

- 1 ambtenaar van de Provinciale Dienst voor Sociale en Economische Aangelegenheden.

Installatie: 10 september 1979.

Voorzitter: Gedeputeerde voor de Sport: W. De Groote.

20 november 1987

Wijziging van de statuten: alle gemeentelijke en stedelijke sportraden worden lid van de Provinciale Sportraad.

31 december 1990

De Provinciale Adviesraad wordt omgevormd tot "Oost-Vlaamse Sportraad" in functie van het bekomen van een subsidie als vormingsbond. De samenstelling blijft ongewijzigd.

De statuten van de vzw werden goedgekeurd tijdens de provincieraadszitting dd.

11/12/1990.

06 juni 1991

De Oost-Vlaamse Sportraad vzw wordt door de Provincieraad erkend als officieel adviesorgaan van de sport van de Provincie Oost-Vlaanderen.

10 december 1997

Goedkeuring van de statuten van de Provinciale Sportraad. Dit naar aanleiding van het Decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 5 april 1995, houdende de erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, de dienst Sport en de sportdienst van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, dient de provincie om in aanmerking te komen voor erkenning en subsidiëring, een sportraad op te richten als adviesorgaan waarin alle verenigingen, groeperingen of organisaties die actief zijn in het provinciale sportleven vertegenwoordigd zijn.

Samenstelling werd behouden zoals de vzw, met uitzondering dat de vertegenwoordigers vanuit de Provincieraad over geen stemrecht beschikken.

Voorzitter wordt gekozen uit de stemgerechtigde leden en is voor het eerst in de geschiedenis van de Sportraad niet de Gedeputeerde voor Sport.

(23)

14 november 2001

Om te voldoen aan het Vlaams decreet van 15 juli 1997 houdende de invoeging van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van man en vrouw in de adviesraden werden de statuten gewijzigd. Elke erkende sportfederatie, gemeentelijke sportraad en sportorganisatie krijgen elk 2 vertegenwoordigers (man + vrouw) met stemrecht in de Sportraad.

12 september 2007

Om te voldoen aan artikel 28 van het decreet betreffende de subsidiëring van de gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een sport-voor-allenbeleid, zijn de nieuwe statuten van de sportraad goedgekeurd door de provincieraad.

19 maart 2007

Samenstelling sportraad conform de statuten.

(24)

4. GEGEVENSVERZAMELING

(25)

IV. GEGEVENSVERZAMELING

1. Inleiding

Om een totaalanalyse te kunnen doen van de werking van de dienst Sport en de resultaten in de sportsector van deze werking, zijn drie types analyses uitgevoerd:

• Een trendanalyse

• Een interne analyse

• Een stakeholderanalyse

2. Trendanalyse 2.1. Methodiek

Vele op het eerste gezicht los van elkaar staande fenomenen die onze maatschappij kenmerken, blijken bij nader toezien een gemeenschappelijk deler te hebben. Onderstaand worden de relevante ontwikkelingen en trends gebundeld in volgende vier categorieën:

• demografische: objectieve waarneembare evoluties in de bevolkingssamenstelling

• maatschappelijke: objectieve waarneembare evoluties in de tijdsbesteding en sociale omgang

• mentaliteitsgebonden: collectieve inzichten die ingang vinden bij brede lagen van de bevolking

• bestuurlijke: tendenzen in beleid en beheer van overheids- en non-profitorganisaties

• sportspecifieke: evoluties in de sportbeleving en -organisatie

Als onderzoeksmethode is hierbij uitgegaan van documentanalyse van bestaande wetenschappelijke en beleidsvoorbereidende literatuur, effectieve beleidsdocumenten en (sport)sociologisch studiemateriaal.

2.2. Demografische trends

De samenstelling van de bevolking is een belangrijke parameter voor het sportbeleid.

Sportpromotieprogramma's werken meestal op basis van doelgroepen, de opsplitsing in leeftijdscategorieën is daarbij de meest gehanteerde techniek.

2.2.1. Vergrijzing

Het aandeel van de senioren (55+) in de totale populatie van Oost-Vlaanderen bedraagt momenteel circa 30% (410.000 op een totaal van 1.387.000 inwoners).

In tegenstelling tot vroeger, blijft deze categorie langer dynamisch en actief en beschikt ze over meer financiële middelen. Dit aandeel zal nog verder stijgen gezien het huidig grote aandeel van 20-54-jarigen (ca. 49%, 675.000 op 1.387.000).

Deze trend biedt mogelijkheden voor het provinciale sportbeleid.

(26)

Aantal inwoners Leeftijd 0-4 jaar

Leeftijd 5-19 jaar

Leeftijd 20-54 jaar

Leeftijd 55+

Totaal 1 387 446 72 374 230 835 675 954 408 283

% 100,00% 5,22% 16,64% 48,72% 29,43%

0 - 4 jaar 5 - 19 jaar 20 - 54 jaar 55 +

2.2.2. Ontgroening

Het aandeel van de jeugd (-19 jaar) in de totale bevolkingssamenstelling is relatief klein, met name 16,5% (230.000 op 1.387.000).

Ook hiermee kan rekening gehouden worden in het sportbeleid.

2.2.3. Afnemende fysieke fitheid

Diverse studies wijzen op een negatieve evolutie van onze fysieke fitheid: jongeren worden groter en zwaarder, het vetgehalte is over de jaren heen blijven stijgen bij de jeugd, ook qua kracht en snelheid is een negatieve evolutie waar te nemen.

(27)

2.3. Maatschappelijke trends

Een ander onafwendbare trend is de komst van de multiculturele samenleving. Het aantal immigranten uit Europese landen en andere werelddelen neemt toe. Dat leidt tot een grotere vermenging van bevolkingsgroepen. De groei van de allochtone bevolking is momenteel vooralsnog geconcentreerd in grotere steden, maar zal in de toekomst uitdeinen naar heel Vlaanderen. Integratie van allochtonen in alle facetten van het maatschappelijk bestel wordt een grote uitdaging voor de nabije toekomst.

Uit recente studies blijkt dat de sportparticipatie in Vlaanderen stijgt maar dat het vooral de hoogopgeleiden zijn die intensiever en op een meer diverse manier aan sport doen. De stijging in sportdeelname betekent niet dat er op heden sprake is van een volledig gedemocratiseerde sportbeoefening.

Er blijven in Vlaanderen opvallende sociale verschillen bestaan inzake sportparticipatie. Hier is een uitdaging weggelegd voor beleidsverantwoordelijken die de 'Sport voor allen' hoog in het vaandel draagt.

2.3.1. De vrijetijdsmaatschappij

Het gemiddeld aantal werkuren per week is in de loop van de 20ste eeuw spectaculair gedaald. De totale loopbaan wordt eveneens ingekrompen. Langere scholing, loopbaanonderbreking en vervroegde vormen van uitdiensttredingen zorgen er mede voor dat de huidige Westerling over aanzienlijk meer vrije tijd beschikt dan vroeger.

De groei van de sport voor allen beweging en de recreatieve sportbeoefening zijn mede te danken aan de toename van de vrije tijd en de gewijzigde arbeidsmentaliteit.

2.3.2. Individualisering en demassificatie

Dit is een van de meeste manifeste trends betreft de geleidelijke individualisering van onze samenleving. Een grotere differentiatie van levensstijl leidt tot een minder uniform gedrag.

Naar sportdisciplines toe kan een opvallende groei vastgesteld worden voor individueel getinte sport-en recreatievormen. Men wil enkel op meer vrijblijvende basis sport beoefenen, los van gedragsregels en van collectieve clubbelangen. Die individualisering houdt echter niet in dat men nu de rug naar de sportvereniging toekeert.

2.3.3. Commercialisering

De sportsector heeft de commercialiteit ontdekt en omgekeerd. Zowel de gewone sportbeoefenaar als de topsporter krijgen te maken met een dominantere financiële impact. Een cruciale factor in de exponentiële stijging van sponsoring en reclame in de sport ligt bij de televisie. TV-covering is de sterkste troef voor sportsponsoring geworden. Kijkcijfers bepalen steeds meer de aard van het sportgebeuren. De passieve sportbeoefenaar wordt verwend met spektakel en entertainment. De drang naar sensatie leidt tot het ontstaan van kicksporten als benjispringen of rafting.

(28)

2.4. Mentaliteitsgebonden trends

Er zijn ook enkele maatschappelijke inzichten te onderkennen die ingang vinden bij de bevolking en relevant zijn in het kader van het sportbeleid:

het groeiende gezondheidsbewustzijn dat leidt tot campagnes tegen roken, ongezond eten, beschavingsziekten en te weinig beweging. Programma's die fysieke fitheid testen en remediëren spreken vooral de middelbare en oudere leeftijden aan

het ecologische bewustzijn: de burger wil meer en meer ontsnappen aan het jachtige ritme en zoekt ontspanning en avontuur in symbiose met, maar vaak ook in confrontatie met de natuur (mountainbike, motorcross, luchtsporten, …). Het rationeel energiegebruik in (sport)infrastructuur is ook een hot item geworden in onze samenleving.

2.5. Bestuurlijke trends

In bestuurlijke middens zijn eveneens enkele ontwikkelingen waar te nemen die relevant kunnen zijn voor het provinciale sportbeleid:

Drang naar meer kwaliteitsbewaking zoals subsidiëring op basis van objectieve kwaliteits- criteria met duidelijke resultaatsverbintenissen;

Drang naar meer performantie en transparantie in de beleidsvoering;

Invoeren van managementtechnieken in de overheidsstructuren;

Voorwaardenscheppende en complementaire overheid: vanuit principes van subsidiariteit zo weinig mogelijk zelf organiseren, maar vooral toespitsen op het vervullen van randvoorwaarden om aan sport te kunnen doen;

Een duidelijk en concreet beleid in overheidsmiddens inzake welzijn, milieu en duurzaamheid

2.6. Sportspecifieke trends

Net als de samenleving is ook de sportwereld voortdurend in evolutie. Het sportaanbod, anno 2007, en de behoefte van de sporter kunnen niet meer vergeleken worden met 10 of 20 jaar terug.

Sportvormen die in de lift zitten, zijn ondermeer:

• avontuurlijke, natuurgebonden sporten, kicksporten, …

• esthetische sporten zoals fitness, bodycultuur, BBB, aerobics, …

• recreatief-toeristische sporten zoals wandelen, fietsen, mountainbiken, oriëntatielopen, paardrijden, …

• nieuwe recreatieve sport- en spelvormen in de New Games-sfeer 2.6.1. Recreatietrend

Zowel op Vlaams, provinciaal als lokaal niveau blijkt de groei van de georganiseerde sport zich vooral op recreatief vlak te situeren. Klassieke sportfederaties moeten hun competitie-afdeling aanvullen met een recreatief aanbod.

Een andere katalysator is de uitbouw van het gemeentelijk sportpromotiebeleid.

Recreatieve sportbeoefening staat daarbij in hoofdzaak op het voorplan. Het aanbod van sportkampen, sportklassen, sportacademies en initiatiereeksen zit nog steeds in de lift.

Andere trends die in de kaart van de recreatiesport spelen, zijn de sportbeoefening in gezinsverband, de voorliefde voor vrijetijdsbesteding in de natuur en de koppeling aan toeristische doeleinden.

(29)

2.6.2. Differentiatie

Het aanbod van sporttakken is exponentieel gestegen. Structureel komt het monopolie van de klassieke sportvereniging als thuishaven van dé sporter te vervallen door de komst van omnisportclubs, private squash- en fitnesscentra en gemeentelijke sportdiensten.

Een andere identificatie van die verscheidenheid is te vinden in de motivaties voor sportdeelname. Waar vroeger de competitiesport enkel de plak zwaaide, stelt men nu verschillende vormen van sportbeoefening vast, telkens corresponderend met bepaalde motieven en een bepaalde organisatiecontext : topsport, wedstrijdsport, recreatiesport, fitnesssport, avontuursport, lust/pleziersport (vb vakantiesporten) en cosmetische sport (vb bodystyling).

(30)

3. Interne analyse 3.1. Methodiek

Voor deze interne analyse is een eerste doorlichting gebeurd van onze organisatiestructuur, organogram, werkorganisatie, communicatie, budget en samenwerking met derden.

Als onderzoeksmethodiek zijn hiervoor 5-tal panelgesprekken georganiseerd met de stafmedewerkers van de dienst sport

3.2. Resultaten 3.2.1. Algemeen

• ontbreken van een geïntegreerd beleid tussen de verschillende diensten

• te lage naamsbekendheid (cfr. audit naamsbekendheid, uitgevoerd door Artex n.v.)

• sportspecifieke scholing van personeel

• ontbreken van een gefundeerde visie op personeelsinzet 3.2.2. Budget

• de opgelegde besparingen 3.2.3. Sportpromotie

• sterk in organiseren

• activiteiten kennen geen duurzaam karakter

• jaarlijks hetzelfde + zelfde locatie

• wisselende sportmonitoren => kwaliteit

• dienst sport doet het werk  Bloso loopt met de eer!!!

• ontbreken van een evaluatie-instrument/effectiviteitsmeting 3.2.4. Sportraad

• log orgaan: dubbele vertegenwoordiging

• leden niet actief betrokken, gezonde dynamiek ontbreekt, hoge leeftijd leden

• geen duidelijke afspraken in verband met adviesverlening 3.2.5. Subsidies

• probleem met provinciaal reglement in verband met reservevorming

• opportuniteit kleine versus grote evenementen

• weinig of geen transparantie in dossierbehandeling (timing, inschaling, …)

• weinig of geen opvolging prestatieovereenkomst met gesubsidieerde instantie

• dragen onvoldoende bij tot naamsbekendheid provincie (input versus output) 3.2.6. Gemeentelijke ondersteuning

• GOSB: geen einddatum

• GOSB: lage huurprijs niet in lijn met finaliteit GOSB-project

• draagt onvoldoende bij tot naamsbekendheid provincie (input versus output) 3.2.7. Interlokale verenigingen

• verschillende regio's per beleidsdomein (cultuur, toerisme, bibliotheek, sport)

• te lage impact op werking en aanwending middelen ILV

• lage betrokkenheid lokale politieke mandatarissen

• draagt onvoldoende bij tot naamsbekendheid provincie (input versus output)

(31)

• te weinig know-how inzake informatie en communicatie

• te weinig gebruik van bestaande informatiekanalen (nieuwsbrief, website, persmededelingen, …)

3.2.9. Huis van de Sport

• ontoereikende capaciteit bureelruimte: vraag groter dan aanbod

• ondermaatse omgevingsaanleg

• ontoereikende capaciteit vergaderzalen 3.2.10. Uitleendienst sportmateriaal

• probleem laden en lossen materiaal

• probleem controle op het ontleende materiaal 3.2.11. Sportinfrastructuur

• geen overzicht bestaande sportinfrastructuur op grondgebied van de provincie

• te lage graad van automatisatie van de provinciale sportcentra

• eigen organisaties: IN versus UIT in functie van opmaak budget

• ontbreken van exploitatierapportering

(32)

4. Stakeholdersanalyse 4.1. Methodiek

4.1.1. Algemeen

In samenwerking met drie studenten sportmanagement van de Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent is de volgende bevragingsmethodiek uitgewerkt en uitgevoerd (detail, zie onder):

• Inventarisatie van de werking van de dienst sport

• Identificatie van de stakeholders per deeltaak

• Consultatie van de stakeholders via - enquêtering

- panelgesprek - bezoekersinterview

• Verwerking van de gegevens met indicatie van - de respons

- de resultaten

• Uitvoerige terugkoppeling en duiding van de resultaten naar het werkveld

• Opmaak van de definitieve SWOT-analyses per deeltaak 4.1.2. Detailuitwerking

STAP 1: inventarisatie van de werking van de dienst sport

De werking kan opgesplitst worden in volgende rubrieken/taken

• Algemeen sportbeleid

• Gehandicaptensport

• Huis van de Sport

• Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

• Provinciaal sportcentrum De Boerekreek

• Golf Puyenbroeck

STAP 2: inventarisatie van de stakeholders per deeltaak B.1. Algemeen sportbeleid

• Gemeenten: schepen van sport, sportdienst, sportraad

• Federaties: Vlaamse sportfederaties en provinciale comités B.2. Gehandicaptensport

• Gehandicaptensportfederaties (3)

• Gehandicapte instellingen/scholen (147)

• Gehandicaptensportclubs (45)

• Personen met een handicap die ooit contact hadden met de dienst sport (115 uit de 1086)

B.3. Huis van de Sport

• de bewoners

• de gebruikers van de vergaderzalen

(33)

B.4. Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

• individuele bezoekers

• zwemclubs (24)

• scholen (37)

• sportclubs sporthal (40)

• organisaties die gebruik maken van het verblijf (70) B.5. Provinciaal sportcentrum De Boerekreek

• hier werd geen gegevensverzameling uitgevoerd omdat men hier volop bezig is met de realisatie van een nieuwbouw

B.6. Golf Puyenbroeck

• hier werd geen gegevensverzameling uitgevoerd omdat het een gewoon provinciebedrijf betreft

STAP 3: stakeholdersconsultatie

C.1. Algemeen sportbeleid

De bevraging gebeurde via het versturen van een enquête die anders was voor de gemeenten en de sportfederaties.

Algemeen werd gevraagd naar het al dan niet kennen, de mate van belangrijkheid en de tevredenheid van de verschillende diensten van de dienst Sport.

De bevraging naar de gemeente (zie bijlage) omvatte volgende grote rubrieken:

• peiling naar de algemene kenmerken van de sportdienst en peilen naar het belang van de verschillende diensten

• sportpromotie: peiling naar de belangrijkheid van diverse doelgroepen en het belang van een aantal taken op het vlak van sportpromotie

• peiling naar de rol die de dienst Sport moet vervullen in verband met sportinfrastructuur en peiling naar tekorten

• peiling naar de rol van de dienst Sport voor de ondersteuning van de gemeentelijke sportdiensten

• de kwaliteit van de huidige informatieverstrekking en mogelijke acties naar de toekomst

• de rol van de provincie betreffende vormingsinitiatieven

De bevraging naar de sportfederaties (zie bijlage) omvatte dezelfde rubrieken als de bevraging naar de gemeenten voorzien van de nodige aanpassingen:

• sportinfrastructuur: er werd tevens gepeild naar de beide provinciale sportcentra

• peiling naar de rol van de dienst Sport voor de ondersteuning van de sportfederaties

• peiling naar het Huis van de Sport

(34)

C.2. Gehandicaptensport

• de gehandicaptenfederaties werden op een kwalitatieve manier bevraagd door een gesprek dat plaats vond op 4 december

• de overige stakeholders werden bevraagd via een enquête (zie bijlage) die grotendeels overeenkomt met de bevraging naar de gemeenten en federaties, maar die werd aangevuld met een specifiek luik rond gehandicaptensport

C.3. Huis van de Sport

De bewoners en gebruikers van het Huis van de Sport werden bevraagd via een enquêteformulier (zie bijlage) waar gepeild werd naar de mate van tevredenheid van de accommodatie en de aangeboden diensten, evenals naar de mogelijke uitbreidingen of verbeteringen.

C.4. Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

• de individuele bezoeker: hier werd geopteerd om een face to face interview uit te voeren gespreid over twee dagen (zondag en woensdag) met de bedoeling diverse gebruikers (baantjes en de recreatieve zwemmers) aan te spreken.

Het interview werd afgenomen na het zwemmen en duurde slechts 1 minuut. De bevraging ging over informatieverstrekking, bereikbaarheid, prijs, tevredenheid over de accommodatie, personeel en diensten.

Tot slot werd ook de mogelijkheid geboden tot het formuleren van opmerkingen en/of suggesties.

• de gebruikers in groep: werden bevraagd door middel van een enquête (zie bijlage) die peilde naar de tevredenheid van alle mogelijke infrastructuren, de aangeboden diensten en naar immateriële middelen zoals klantvriendelijkheid, netheid, hygiëne, onthaal, …

Tenslotte werd de mogelijkheid geboden om de 3 voornaamste verbeteringen of uitbreidingen aan te geven.

STAP 4: Verwerken van de gegevens D.1. Respons

D.1.1. Algemeen sportbeleid

gemeenten: van de 65 gemeenten werden alle schepenen van sport, gemeentelijke sportdiensten en sportraden aangeschreven. In totaal werden er van de 195 verstuurde enquêtes 67 terug bezorgd, zijnde een responsgraad (op niveau van de individuele enquête) van 34 %, waaronder:

 14 van de schepenen van sport,

 41 van de gemeentelijke sportdiensten

 12 van de sportraden;

We konden een responsgraad van 76.9% noteren op niveau van de individuele gemeente: 50 gemeenten van de 65 dienden hun ingevulde enquête terug in

sportfederaties: alle landelijk erkende sportfederaties (74) en alle provinciale comités van de sportfederaties die lid zijn van de provinciale sportraad (64) werden aangeschreven. In totaal dienden 17 van de landelijke federaties hun enquête terug in (29%); 44 van de provinciale comités (68.75%).

(35)

D.1.2. Gehandicaptensport

instellingen/scholen: 38 van de 147 dienden hun enquête in, zijnde een respons van 26 %

sportclubs: 12 van de 45 dienden hun enquête in, zijnde een respons van 27 %

gehandicapte sporters: 12 van de 115, zijnde een respons van 10 %

panelgesprek op 04/12/06 met de gehandicaptensportfederaties: 3 van de 3 federaties waren aanwezig (100 %)

D.1.3. Huis van de Sport

gebruikers van de vergaderzalen: 35 van de 131, zijnde een respons van 26 %

Huurders in het Huis van de Sport: 22 van 25, zijnde een respons van 88 % D.1.4. Provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

Gebruikers sportcentrum: er zijn 163 enquêtes zijn verstuurd, waarvan er 62 zijn ingevuld. De respectievelijke responsgraden zijn:

- scholen: 54 %

- sportclubs sporthal: 66,7 % - verblijvers: 25 %

- sportclubs zwembad: 15,3% (de respons kwam wel van de belangrijkste gebruikers)

er werden in totaal 88 individuele bezoekers geïnterviewd

4.2. Resultaten

4.2.1. Algemeen sportbeleid Gemeenten

• de dienst Sport wordt geassocieerd met de termen informatief, nuttig en ondersteunend

• de meest gekende diensten zijn subsidiëring, uitleendienst, natuur & sport

• 'ondersteunen van gemeenten' scoort niet zo hoog

• de belangrijkste doelgroepen zijn jeugd, senioren en personen met een handicap

• taken in verband met sportpromotie: ondersteunen via uitleendienst, informeren en doorverwijzen naar het bestaand promotieaanbod en ondersteunen via lesgevershulp. Organiseren van sportkampen is niet belangrijk.

• belangrijkste provinciale sportevenementen: DAS-beurs, Kriebelmania, Senior Sportief en Sportgala

• gehandicaptensport: stimuleren tot sporten, informeren en doorverwijzen

• sportinfrastructuur: subsidiëren en advies verlenen in functie van toegankelijkheid

• vraag naar atletiekpistes en zwembaden

• ondersteuning gemeenten: project sportpromotoren, de ILV

• informeren: het huidige aanbod scoorde niet zo hoog. Er is vraag naar nieuwe informatiekanalen zoals een sportdatabank, Tv-programma, sportfunctionarissenoverleg en ontwikkeling van een elektronische nieuwsbrief

(36)

Intern Sterktes Zwaktes - positieve evaluatie naar

informeren en ondersteunen - positieve evaluatie naar het

inventariseren en stimuleren - het luik subsidiëring wordt als

belangrijk beschouwd - de sportdatabank is rijk aan

informatie en wordt veel gebruikt

- promotieactiviteiten rond CAS zijn weinig gekend

- het organiseren van bepaalde sport- promotieactiviteiten, sportkampen wordt niet als belangrijk aanzien

Extern Kansen Bedreigingen

- naar sportinfrastructuur: hoge respons om de provincie zelf (of in partnership) infrastructuur aan te leggen

- nieuwe vormen van informatie- verspreiding worden

aangemoedigd

(naambekendheid van bepaalde projecten verhoogt)

- het niet afstemmen van de rol van de dienst sport naar de

gemeenten toe. Vooral de nadruk leggen op informeren en

ondersteunen en de organisatie van evenementen in sterk overleg plegen.

(37)

Federaties

• de dienst sport wordt geassocieerd met informatief, ondersteunend en professioneel

• meest gekende facetten van de werking zijn het Huis van de Sport, de Sportraad, het Sportcentrum Puyenbroeck, subsidies en sportpromoties

• de belangrijkste doelgroepen zijn: personen met een handicap, jeugd en kansarmen

• taken in verband met sportpromotie: informeren en doorverwijzen naar bestaand aanbod, ondersteunen via subsidie, uitleendienst en organiseren van provinciale sportevenementen

• belangrijkste provinciale sportevenementen: DAS-beurs, de georganiseerde schoolsportdagen, Kriebelmania, Sportgala

• gehandicaptensport: stimuleren tot sporten, informeren en doorverwijzen

• sportinfrastructuur: detectie tekorten, subsidiëren en advies verlenen

• geen echte voorkeur naar specifieke sportinfrastructuur

• provinciaal sportcentrum Puyenbroeck is goed gekend maar minder gebruikt

• provinciaal sportcentrum De Boerekreek is onbekend

• ondersteuning federaties: subsidies, Huis van de Sport (vergaderzalen)

• informatie: sportdatabank, TV-programma en elektronische nieuwsbrief

• vorming: inventariseren en ondersteunen

Intern Sterktes Zwaktes

- de dienst Sport wordt ondersteunend beschouwd - het luik subsidiëring wordt

positief geëvalueerd - Puyenbroeck (sterke

naambekendheid, hoog gebruik, positieve evaluatie na gebruik)

- het organiseren van bepaalde

activiteiten betreffende sportpromotie wordt minder geapprecieerd

- de naambekendheid van bepaalde sportpromotieactiviteiten is laag, vooral die uitgaande van CAS - De Boerekreek (minder

naambekendheid, lager gebruik)

Extern Kansen Bedreigingen

- sportinfrastructuur: hoog

percentage zelf of in partnership - verhoging in de toekomst naar

het gebruik van de accommodatie (vooral

vergaderzalen) van het Huis van de Sport)

- andere vormen van informatieverspreiding zijn welkom (naambekendheid verhoogt)

- het slecht afstemmen van de rol van de dienst sport: het

organiseren eerder zien in samenwerking mét de federaties en ondersteunend, eerder dan de organisatie te zien vanuit eigen initiatief

(38)

4.2.2. Gehandicaptensport

• kenmerken van de dienst Sport: klantvriendelijk (22), nuttig (20), ondersteunend (20) en informatief (19)

• diensten/facetten gekend, tevreden, belangrijk:

- Puyenbroeck: gekend (34 – 6), tevreden (29), belangrijk (26)

- sportevenementen/sportpromotie: gekend (32 – 7), tevreden (23), belangrijk (23)

- uitleendienst sportmateriaal: gekend (34 – 9), tevreden (26), belangrijk (28) - worden ook belangrijk geacht maar in veel mindere mate gekend: CAS,

informatieverstrekking en subsidies

• sportpromotie (belang van taken)

- door bijna iedereen aangekruist: personen met een handicap stimuleren tot regelmatige sportbeoefening (55), informeren over en doorverwijzen naar het bestaand sportaanbod voor personen met een handicap (51), ondersteunen van sportinitiatieven voor personen met een handicap (53), ondersteunen via subsidies voor de aanpassingswerken en uitrusting aan openbare sportaccommodaties ter bevordering van de toegankelijkheid (52), ondersteunen via subsidies voor projecten ter bevordering van het sporten door personen met een handicap

• sportpromotieactiviteiten gekend, tevreden, belangrijk:

- over het algemeen zijn de sportpromotieactiviteiten weinig gekend. Bij geen enkele activiteit geeft meer dan de helft aan het te kennen

- CAS-omnisportdag (24- 27), Specialmania (27 – 14), georganiseerde schoolsportdagen (19 – 23) en Doe-aan-Sportbeurs (21 – 20) zijn de best gekende. De cijfers van tevredenheid zijn respectievelijk (13-18-13-12).

- provinciaal sportcentrum Puyenbroeck

- het is overduidelijk dat men verwacht dat de dienst Sport een coördinerende en bemiddelende rol moet vervullen met betrekking tot de behartiging van de toegankelijkheid van sportaccommodaties. De cijfers liegen er niet om (40 – 2), en deze vraag werd niet gesteld aan de sporters, dus dit zorgt voor een 40 op 50.

- het sportcentrum is door bijna iedereen gekend (56 – 3) en de helft maakt ook gebruik van het sportcentrum (27), van de 30 die aangeven geen gebruik te maken zijn 10 G-sporters

- iedereen die aangegeven heeft gebruik te maken van het sportcentrum is tevreden over de dienstverlening en de toegankelijkheid.

- de helft zal in de toekomst nog gebruik maken van het sportcentrum.

• provinciaal sportcentrum De Boerekreek

- het sportcentrum is niet gekend en er wordt ook geen gebruik van gemaakt

• subsidies

- de subsidies zijn bijna helemaal niet gekend met uitzondering van de subsidies voor projecten ter bevordering van het sporten door personen met een handicap en de subsidies aan de deelnemers van de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Wereldspelen, Deaflympics, die iets hogere waarden van bekendheid omvatten, respectievelijk 14 en 16. In vergelijking met de cijfers van bekendheid, mogen we wel zeggen dat de subsidies belangrijk worden geacht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doelstelling: Tegen 2020 scoort de HBL minimaal 80% op de meting goed Bestuur (Harde indicatoren) en stelt het zich in orde. met de vooropgestelde doelstellingen vermeld in

• Waar kansen zich voordoen voeren SRO, SportSupport, Netwerk Sportakkoord en de gemeente investeringen uit op sportaccommodaties en/of in de openbare ruimte om nieuwe vormen van

Als je het vereiste diploma in een andere taal dan het Nederlands hebt behaald moet je bij aanwerving aantonen dat je geslaagd bent voor een taalexamen “artikel 7” bij

Voeding, beweging en sport staan erg in de belangstelling, zowel binnen topsport, recreatiesport als het brede terrein van sport, bewegen en gezondheid.. Men doet onderzoek,

komt in de raad van oktober 2015 vanwege dat de agenda van juni 2015 overvol is Plan is om de cultuurhistorische waardenkaart in juli 2015 aan het college voor te leggen april

De enquête wordt voor de vergadering door de leden van de raad van bestuur ingevuld en punten waar grote verschillen zijn kunnen dan tijdens de vergadering besproken worden.. Op

• Deelname aan het Sportpakket 2 (BBB-total body, gym-omnisport en/of zwemmen) is betalend (slechts € 30 voor het totaalpakket voor- of najaar met bovendien tussenkomst.. door

En burgers die het financieel beter hebben, mogen steeds langer gaan werken om de groeiende kosten van werkloosheid, sociale zekerheid, leeflo- nen, sociale woningen,