• No results found

SHELF sc

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SHELF sc"

Copied!
127
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

16mm

c

C\ \5;c- COMICI lID

2- \ :

I

\'S-7· 2000

I

MM69L-OOO1)(

FilmsoortI Size offilm:

Deeldplaatsing I/mage placement:

Reductie moederfilm I Reduct"on master film:

Startdatum verfilmingI Datefilming hegan : Camera-operateur / Camera operator:

..

Terwinde, Pam

Luuk's laatste schooljaar / door Pam Terwinde ; met teekeningen van Hans Borrebach. - Amersfoort: Valkhoff & Co., 11930). - 241 p. : zw. tek. ; 2S cm Met 2 pag. uitgeversreclame.

Ing.

Geb.

MOEDERNEGATIEF OPSLAGNUMMER:

MASTER NEGATIVE STORAGE NUMBER:

Signatuur van origineel / Shelf number of original copy:

M cc 327 N

Signatuur microvorm / Shelf number microform:

M META0899

...-.-.-...OG sc VE SLAG

BIBLIOGRAPHIC RECORD

• •

MMETA 0899

SHELF NUMBER

MICROFORM:

(2)

E

&CO -JjMERSFOOR

.. - -

VALKHOFF

R

(3)
(4)

LUUK'S LAATSTE SCHOOLJAAR

(5)

-~--

vc.r ,~

'1 .\) .

"-l/!IlD_ r. 'Cl"~''''

j

PAM TERWINDE

AMERSFOORT - VALKHOFF & Co.

DOOR

MET TEEKENINGEN VAN HANS BORREBACH

LUUK'S LAATSTE SCHOOLJAAR

000

Blz. 60. Want natuurlijk barstte Tom's grunzeUach weer los.

(6)

HOOFDSTUK I

"Carla mia,

Je weet natuurlijk niet, dat we vacantie hebben, Luuk beet peinzend op haar vulpen.

Ze zat in de hangmat, de lange bois-de-rose-ge- kouste beenen in opperste nonchalance naar omlaag hangend, het schrijfbloc op tr schoot.

Gek, een brief aan Car wilde nooit vlotten. Als

~eaan Dee pende, of aan JooP, dan kwamen de woor- den va~elf, dan piekerde ze nooit, schreef ze vel- len vol.

Maar Car! Die fnuikte haar schrijfambitie. Ze kon geen fatsoenlijke boom met Car opzetten, zelfs op papier niet.

Luuk moest er van zuchten.

Ze las nog eens over wat ze een kwartier geleden had neergepend:

(7)

6

want volijverig als jij bent, vind je vacanties natuur- lijk zóó buitensporig en overbodig, dat je je er wel nimmer in verdiepen zult, wanneer of die schoone tijd voor ons, moegewerkte scholieren, aanbreekt.

Daarom acht ik het noodig, je geheugen eens op te frissehen.

Gisteren, om elf uur, is onze Septemberholiday be- gonnen - of moet 't "holidays" zijn? - tot m'n onbeschrijflijke gelukzaligheid.

Vacantie! goddelijke uitvinding van de een of an- dere philantroop, die in waarheid besefte, wat een menschenkind toekwam.

Denk es aan, Car! drie weken geen Kweek, drie weken geen onaantrekkelijke, melige leeraarshoof- den, drie weken geen onvoldoendes voor ongeleerde en nietgekende lessen. Wélk één wéélde!

Je bent, natuurlijk laaiend benieuwd naar mijn lijst, hè? Nou, voor een eerste rapport in een nieuwe klas kan-ie er mee door.

'k Heb slèchts drie vieren. Je weet nog wel, dat ik er 't vorig jaar zeven had prijken, 't eerste kwar- taal.

'k Heb een vier voor rekenen en een vier voor na- turis en nog een eentje voor teekenen.

0, en dan heb ik nog een drie voor zang, maar die heb ik vast niet verdiend, want je hebt zelf immers eens gezegd, dat er een fortuin in m'n keel school?

Helaas negeert de "Swersman" dat fortuin, zoo- lang ik nog geen begrip heb van intervallen en melo- dische mineurtoonladders.

7

o

ja, en dan nog een drie voor Geschiedenis, en óók onverdiend, want ik heb maar één mondelinge beurt gehad, en daar heb ik minstens een zes voor gekregen. Vast!

Troost je nu maar met de gedachte, dat het erger had kunnen zijn. Dat vindt Papaatje ook".

- Toen was er een vette klad op 't papier geval- len, en grinnikend, want Luuk wist vooruit, hoe Car vellen vol zou dazen over haar - Luuk's - "verre- gaande slordigheid", had ze achter de klad gekriebeld:

- "Neem me deze klieder niet kwalijk. Hij kwam onverwachts en ongewenscht".

Dat was 't laatste, wat ze had neergepend. Nu wist ze niets meer.

Ze schommelde met de lange kousebeenen. Ze stak een vinger door een maas van de hangmat.

De kemoeningblaadjes boven haar hoofd woeien uiteen. Een regen van zonnevlekjes sproeide over haar jurk. Ze ving een zonneglimp in 't diamantje van haar ring. 't Schitterde fel - vonkte straaltjes naar buiten.

Mooi was zoo'n ding toch. Ze bekeek 't.

Van Papaatje gekregen, toen ze achttien werd.

Luuk zuchtte.

Ze dacht eraan, hoe vaak Car Papaatje had ge- zegd: "U voedt haar absoluut verkeerd op, Vader.

U geeft haar in alles toe. Ze moet flinker aangepakt worden. Zooals U en de jongens haar bederven! -".

Dan keek hij schuldbewust en dan zou ze Car kun- nen slaan! -

(8)

8

Ben zei: "Laat 'r toch zaniken, als ze er puf in heefttt. En Tom ruziede met Car, als ze hem met haar opvoedingstheorieën aan boord kwam, en werd scherp. Terwijl Jan haar in 'r geûcht uitlachte.

Luuk ging rechtop zitten. Ze schudde in een wrevel haar schouders.

- Car, met 'r waanwijze gezwam. Wat gàf 't, al werd ze verwend! Zij had er toch geen hinder van.

Waar bemoeide ze zich mee.

Ze schreef voort met nijdige halen en vinnige pun- ten.

- "En hoe staat 't Leven daarginds in die schoone boeaja-stad I)? Dat je 't nog altijd uithoudt, zeg! in die snikhitte en op dat taaie B. P. M.-kantoor. Ruik je nog niet naar petroleum?

Niks voor mij, hoor! - ik haat alle kantoren en alle zakenmenschen. Behalve jou, natuurlijk:'

Luuk lachte geamuseerd. Wat Car zich nijdig- maken zou!

- "Is je baas nog altijd zoo verrukt over je pres- taties op type-gebied? Ik snap niet, dat ie niet in liefdegloed ontvlamt voor je. Of is hij al aan een gade geketend. Ik meen, dat je schreef van niet.

Luuk genoot bij de gedachte aan Car's veront- waardiging, als ze dit zou lezen.

- En wanneer krijg je weer opslag? Schenk je mij dan een nieuwe baldroom? Zoo'n stijljurk van

~lverlamé en tule is op 't oogenblik m'n hoogste

I) Krokodillenstad Soerabaja.

ideaal. Zul je aan me denken, lieve Carolus? Zien we je weer hier, met de Kerst? Ja, toch zeker - ik snàk naar een uitbrander van je.

En nu is 't, dunkt me, welletjes geweest - we zullen 't maar voor geûen houden, vin je ook niet?

Bekijk asjeblieft niet al te critisch m'n calligra- phische letteren, want ik zit op 't oogenblik te pen- nen in m'n dierbare hangmat. En die schommelt.

Groet je baas van me. En tracht hem '1,'n beeltenis te ontfutselen.

De mannenafdeeling hier laat je omhel'1,en. Maar daar ik wel weet, dat je dit uit hygiënisch oogpunt niet zult apprecieeren, zal ik me tevreden stellen met een zusterlijke shakehand. Sluutjes! Je toegewijde

Luuktt•

Ze kraste een streep onder haar naam, vloeide de brief af en loosde een diepe zucht van tevredenheid.

Ze kreeg altijd zoo'n heerlijk gevoel van opluchting, als ze een brief aan Car af had - .

Enfin - ze had nu haar plicht weer gedaan.

Ze mikte het schrijfbloc op 't tuintafeltje. Zoometeen in de bus gooien. Ze was nu te lui.

Ze ging lekker languit liggen, de handen achter 't hoofd. Ze keek op naar de groene kemoening- blaadjes. Over een tijdje zou de boom in bloei staan, zalig!

Ze was dol op de witte bloempjes, die zoo sterk konden rieken.

Haar gedachten doolden. Morgen kwam Dee, met

(9)

10

de trein van half acht. Zouden ze haar in triomf binnenhalen.

Ze zou Papaatje een fuif afbedelen, de volgende week, als JooP er óók was.

Die arme JooP had maar één zielige week vacantie en jammerde er over, dat het noodlot haar op een Hollandsch- Inlandsche School geplaatst had.

Ja. Sneu was 't wel. Dan waren Dee en zij er beter aan toe, nu ze nog in de onbezorgde scholierenstaat verkeerden. Drie lange, goddelijke weken!

Luuk breidde de armen uit, als wilde ze de hee1e wereld omvamen.

Een voetstap knerste over 't kiezel. - Tom kwam 't gras over.

"Wat ben jij aan 't uitspoken'?" wou hij weten,

"heb je weer niets te doen'?"

"Ik lig te mijmeren", zei Luuk.

"Kind, daar heb je immers geen geûcht voor".

Hij lachte hartelijk, rukte aan de hangmat, dat Luuk er haast uit tolde.

Ze schoot overeind, gooide haar beenen buiten boord.

"Bèn je alweer thuis'?!"

"Zooals je ziet. Wees me dankbaar, dat ik m'n ge- zelschap aan jou verspil".

"Hush! 'k heb net zoo lief een karbouw tot ge- zelschap". Ze schopte naar'm.

"Wat heb jij een schandelijk korte rok aan", zei Tom.

"Zoo - vin'je'?" Luuk keek naar haar zoom, die heel even haar knie bedekte.

11

"Zeg dat maar tegen Wiki, die draagt 'r rokken een decimeter boven de knie".

,,0, maar Wiki heeft tenminste fatsoenlijke bee- nen".

"Ik ook".

"Bah!! die stokken van jou! Je reinste djagoeng- 1) stengels"•

Luuk strekte haar beenen, bekeek ze aandachtig.

"Er zit niet de minste vorm aan", ging Tom on- barmhartig voort.

Luuk keek op. "In ieder geval". zei ze, "heb ik kleine voeten en niet zulke fameuze monsters als Wiek. Die draagt No. 37. 't Kan ook 38 zijn".

"Ja, dat is zoo", gaf Tom toe. En Luuk triom-

h d O P' .

peer e." zoo. zel ze.

"Heb je zitten pennen'?" vroeg Tom met een ge- baar naar 't Mailbloc.

" Yes Sir! Aan Car".

"Gè>è>èè>!" Tom sloeg z'n hand voor z'n mond,

"wat een moed". Hij sloeg 't vloeiblad op, begon te lezen.

"Och", legde Luuk uit, "Papaatje wou, dat ik ' r vertelde van m'n lijst. Je weet - m'n cijfers, daar interesseert ze zich altijd zoo voor. En 't werd ook tijd, dat ik 'r brief beantwoordde. Is ie zoo goed'?" - vroeg ze dan. Tom schoot in een lach.

"Wat zal ze niet woest zijn, zeg, om die cijfers.

En dat onschuldige gedaas van jou ernaast".

"Mij 'n zorg", zei Luuk onverschillig.

I) maïs.

(10)

13 Tom floot doordringend.

Ben kwam om 't rozenperk heengefietst.

.,Hollie!!" gilde Luuk.

Hij ~waaide met ~'n arm, reed door naar de bij- gebouwen.

Even later zat hij ook onder de kemoening.

.,Druk gehad", vertelde hij, met de vingers strij- kend door z'n warrige haar, waar een luchtige golf doorheen sloeg. ,/k Ben naar Pengalengan geweest, naar de Centrale"•

.,En je hebt mij heelemaal niet gewaarschuwd", zei Luuk verontwaardigd•

.,Och kind, je zou er immers toch niets aan gehad hebben. En bovendien sliep je nog. Ik was om vijf uur al weg".

.,0", ~ei Luuk.

,,'tWurm heeft 'r tijd zoekgebracht met pennen", zei Tom en reikte Ben de brief aan Car.

.,Bewonderenswaardig", vond deze, .,nee, zeg, 't zal wel fraai wezen, ik ben nu te moe om me voor brieven te interesseeren"•

.,Vin' je dat ik mooie beenen heb, Ben?" vroeg Luuk, haar been naar hem strekkend.

Hij greep haar schoen vast.

.,Te weinig vleeseh", oordeelde hij dan.

.,0, mirakeI!" Luuk rukte haar voet los.

Tom grinnikte. .,Bamboestokken", zei hij, .,ik zou voortaan m'n rok tot aan m'n enkels dragen, om die dunne spijlen te bedekken. Ze zijn zoo foei- leelijk"•

12

"Wat is er?" want Tom schudde.

"Je bent niet goed!" lachte hij, "wat zal ze zich nijdig maken over die chef".

Hij gooide 't bloc weer op tafel en strekte z'n lange officiersbeenen.

"Weet je dat er Jaarmarkt is in Soerabaja?"

"Daar boft Car dan bij. Misschien sjouwt die baas d'r wel mee. Ik kan er niks aan doen, maar ik heb zoo'n idee, dat ie vues op Car heeft".

"Och kind, je bent stapel! Car is nogal een type om je hart aan te verliezen".

" Nou", trok Luuk Car's partij, "ze kan er reuze- leuk uitzien, hoor, als ze niet zoo onwelwillend kijkt. Als ik een man was, ging ik ' r beslist ado- reeren.

"Om een blauwtje te loopen - merci!"

,,0, dat 's een andere kwestie". Luuk keek pein- zend. "Ja, Car haat, geloof ik, mannen. Als ze een beetje toeschietelijker wou zijn".

"Ze heeft een marmeren hart. Ze zou niet eens toeschietelijk kunnen zijn, al zou ze willen".

"Nou, dat 's onzin. Car kan reusachtig ond,er- houdend zijn. En als ze lacht, is ze schattig".

"Lacht ze wel eens'? Nooit gezien", overdreef Tom. "Ze kijkt eeuwig zuur. Ik geloof dat ze zuur geboren is. Maar-e hoe kom je ineens zoo enthc\u- siast over Car'?"

Luuk haalde de schouders op.

"Heelemaal niet enthousiast - ik vertel niets dan waarheden".

(11)

"Dag Papaatje!" gilde Luuk ••••

sloeg haar arm om Papaatje's hals, legde haar wang tegen de zijne.

"Zoo, kleine meid", zei hij, en hij lachte met fijne rimpeltjes om z'n ouwe, schattige oogen.

Papaatje reed de garage binnen.

Luuk sprong weer op de begane grond.

"Toe dan, Papaatje".

Hij stapte voorzichtig uit. "Fijn geluierd?" plaagde hij, z'n arm om Luuk's schouders.

"Geluierd?" herhaalde ze verontwaardigd, "dat zou je maar denken".

En terwijl ze samen op 't huis toe liepen, langs de rijen gladiolen, die vroolijk in bloei stonden, ver- telde ze, wat ze Car had geschreven.

Ben lachte.

"Maar ik draag tenminste No. 34", begon Luuk,

"en Wiki •.• /' Maar Tom legde haar met een ver- moeid gebaar ' t zwijgen op.

"Groote genadigheid, kind, schei uit! Je moet niet alles, wat je zegt, herhalen, - zóó geestig ben je niet!"

Luuk wou uitvaren, toen Ben haar een zakje likeurbonbons toegooide.

"Zoet nou", zei hij, "eet nou maar en luister niet naar hèm".

"Je bent buitengewoon, Ben, zalig! likeurtjes!!

Moet je een anisette?"

"Als jij 't papier eraf haalt".

"Geef mij er ook een", verzocht Tom.

"Kun je begrijpen! Eerst m'n beenen uitschelden, hè?" Ze stak Ben 't onthulde chocolaadje toe.

"Kijk es Luuk", plaagde Tom en hield een be- geerlijke doos marrons glacés omhoog.

"Voor Wiki?" vroeg Luuk onverschillig.

"Ai, ze hapt niet. Nee, dot! voor jou. Hier, vang!

Krijg ik nou een triple sec?"

"Twee", zei Luuk gul. "Hier, zoek zelf maar uit. Je valt me reuze mee. Ik zal jullie straks zoe- nen".

"Dank je stichtelijk!" zei Torn.

"Niet? Nou, zooveel te beter voor mij", vond Luuk. Ze stak 't hoofd op -luisterde. Dan sprong ze de hangmat uit.

"Papaatje", zei ze.

(12)

"Nou jongelui, tot straks". Tom stapte weg, kaarsrecht en met gestrekte beenen.

Luuk keek hem na. Hij zag er wel kranig uit. En 'n massa meisjes schwärmden met 'm, vandaar dat hij zoo onuitstaanbaar pedant kon doen, soms. Hij wist best, hoe hij geadoreerd werd, hij veranderde haast elke maand van uitverkorene.

"Misselijk!" vond Luuk.

Ze keek naar Ben en VaderI die in beslag genomen werden door een krant. Ze hadden vast niets van de

hee1e discussie gemerkt.

Ben leek op z'n Vader, in z'n uiterlijk, zoowel als in z'n doen en laten. Hij was alleen wat ernstiger, had niets van Papaatje's vroolijkheid, die soms uit- bundig kon ûjn, hij was wel wat te stroef voor een moderne jongeman.

Er woeien een paar boengoerblaad;es af. Eén bleef als een luchtig lila vlindertje liggen op Pa- paatje's hoofd. Ze boog zich opûj, streek 't zachtjes weg. Papaatje keek op.

"Er zat een blom in je kuif", zei Luuk. "Drink je je thee niet?" ze voelde aan 't kopje. "Zie je wel, steenkoud!"

De krant werd neergelegd. 't Kopje werd leeg-

• gedronken.

"Nog een kop?" vroeg Luuk.

N I H ' . T ?"

" ee, pru. e, 1S om weg.

"Ja, die is daarheen, waar z'n hart 'm trekt".

Papaatje lachte. "En waar is dat wel, tegenwoor- dig?"

Luuk's laatste Schooljaar. :I

Van de rapportcijfers - en van de petroleum- chef, die vues op Car moest hebben ••••

16

,s Middags, toen ze theedronken onder de groote stralendbloeiende boengoer, zei Tom: "Zeg Luuk, wie was dat meisje in die oranje jurk, dat gisteren met je fietste?"

,,0 hemel! heb je alweer genoeg van Wiki? Van- morgen heb je haar beenen nog zoo zitten ophe- melen".

"Och, zeur! vooruit nou! wie was 't?"

"Rens van der Soest. Ze is nog niet lang op school. Ze komt uit Holland. Daar is ze gestraald, en nu probeert ze 't bij ons op de Kweek nog eens".

"Een leuk type wel, hè?"

"Ze is al verloofd'~, loog Luuk, "in stilte. Haar lover zit in-e-Arnhem, geloof ik. Je hoeft je dus geen illusies te scheppen. En ik vind, dat je een reuze onstandvastig karakter hebt".

,,stel m' es aan 'r voor", verzocht Tom, niet uit 't veld geslagen.

"Dank je hartelijk. Rens háát officieren. En ze zal jóu vast een misbaksel vinden".

"Als ik 'rin de Concor zie, vraag ik 'reen dans".

,,0, laat ik je die hoop direct ontnemen, ze is hier in 't I.E.N. pensionnaat en ze mag nooit uit".

Tom stond op. "Ik moet naar Wiki", zei hij "we gaan wat fietsen".

"Je bent een onbetrouwbare knuppel", schold Luuk, "ik zal Wiek waarschuwen".

(13)

19

precies! Niet? De dag en 't uur?" Luuk keek on- deugend.

Ben kreeg warempel een kleur. Hij kon nog ~oo

eenig blossen, ondanks ~'n dertig jaren. Iets, waar hij altijd met kracht tegenop kwam.

"Ja, ~e heeft me geschreven, dat ze Zaterdag komt", bekende hij.

,,0, dàt vergeet ie nied" ~ei Luuk.

D k'" . h··

" raa. ~el IJ.

Luuk schoot plotseling overeind. "Zeg Pap",

~ei ze, "voel je niks voor een fuif van de week? Als Dee en JooP er ~ijn. Zoo'n ~alige fuif als laatst, toen ik over was. Wat 'n bende was 't, hè?" Ze lachte bij de herinnering.

"Toen jullie haast 't huis hebt afgebroken?"

"Hè nee, nou overdrijf je gruwelijk! Je bent niks aardig, hoor!"

"Zoo? •••• Nou, enfin. Maar-e wanneer wou j~

dan de boel op stelten ~etten?"

HDe boel op stelten ~etten? Nee, ik wou alleen maar fuiven".

"Goed, fuiven dan".

"Nou, Zondag bijvoorbeeld. En dan geven we een lampionfeest, eenig!"

Ze spon meteen enthousiast voort. "Dan plaatsen we de heele tuin vol zitjes en we spannen meters touw met lampions. 0, 't wordt schitterend, zul je zien! En Zondag zal 't wel ongeveer volle maan wezen, verrukkelijk!! En ik zal de jazz-lui van school wel optrommelen. En ik vraag hoopen menschen•

0, 't zal fijn worden!!"

HO, je schijnt 'm dus ook goed te kennen. 't Is Wiki Bronsveld, dat schepsel met die roode ragebol, weet je wel?"

"Niet de eer", ~ei Papaatje, "zoo, dus 't is Nelly niet meer?"

"Pap!!! Nelly dateert van drie maanden terug!

Tusschen haar en Wiki zijn er alweer twee geweest.

Je bent slecht op de hoogte, hoor!"

En weer lachte Papaatje. En hij .zei: "Och, die jongen".

Luuk dacht: "Die Papaatje, die zoo teeder "jon- gen" ~ei van Tom, alsof hij vijf was inplaats van vijf-en-twintig. Tom had zich beleedigd gevoeld, als hij 't gehoord had.

H'k Snap niet, dat Jan maar niet schrijft", zei ze dan. ,,'t Is al drie weken geleden, dat ik m'n brief heb weggestuurd. De luilak!"

"Pot en ketel", plaagde Papaatje.

"Ja, dat is zoo", moest Luuk toegeven, "ik heb ook oer ' t land aan pennen".

,,0~oo!" ~eiBen, uit z'n krant opkijkend. Hij legde 't blad weg, dronk ~'n thee uit.

"Ga je morgen mee, Dee afhalen?" vroeg Luuk hem.

"Komt ~e morgen al?"

"Hè Ben, dat heb ik je toch ~eker al een twintig keer verteld!"

"Ja, kind", lachte Ben, H'k heb ook .zooveel aan m'n hoofd".

...Maar wanneer JooP komt weet je natuurlijk 18

(14)

20

"Welja! welja", kalmeerde Papaatje, ..ik heb nog heelemaal mijn goedkeuring niet gehecht aan dat plan van je".

..Natuurlijk vin je ·t goed", zei Luuk.

,.Er is eigenlijk heelemaal geen reden voor een fuif", plaagde hij, ..je cijfers zijn ••• :.

Maar Luuk legde haar hand op z·n mond.

.,sst! Niet gemeen worden, Paps, dat is niks voor jou. Geen reden, zeg je? En Dee en JooP dan? ·t Is ook een fuif uitsluitend voor hun pleÛer".

Ben, die zwijgend en lachend de conversatie had aangehoord, zei nu: ..Leve de diplomatie! Geef maar toe, Pipa".

,.Ik ben veel te goed voor je", zei Papaatje.

"Weet ik wel. Je bent een dot", zei Luuk, ..dus Zondag, hè?"

"Ga jij je gang maar, hoor!"

"or· -

en Luuk sloeg zich voor de mond, ,.wat

een uiligheid van me. Zondag gaat ·t natuurlijk niet, want de volgende dag is ·t vroeg op voor jullie, dat

·s waar ook!"

"Nu ja", weerstreefde Papaatje.

..Nee", zei Luuk, ..dan maar Zaterdag over twee weken. Dat ·s dan ook nèt mooi. ]oop's laatste dag.

·t Wordt een stralend vacantie-einde voor d'r".

..Zou ·t niet te vermoeiend wezen voor Joop", aarzelde Ben. "Ze moet de ochtend daarop nog zoo·n vermoeiende reis maken"•

..Och kom, maak jij je maar niet ongerust, hoor! JooP is onvermoeid, dat weet je best, als ·t op

21

fuiven aankomt. En ze maft wel in de trein uit".

Luuk sprong op. Ze zette zich op Papaatje's arm- leuning, ze duwde haar kin in z'n grijze, ruige haar.

S h f" .

" c at. zei Ze.

,.Dat is om de fuif, Vader", zei plagend Ben.

Papaatje lachte en streelde Luuk·s knie.

Luuk dacht: .:t Was zoo fijn, zoo te zitten, dicht bij Papaatje, zoo veilig". Ze voelde zich drie in- plaats van achttien.

Ben stond op. "Kom, ik ga nog wat werken".

Hij kneep Luuk in haar neus. "Ik vin je neus niet mooi, Puck", zei hij.

,.Wat zeg je dat nober', vond Luuk, "ik vin· de jouwe een monster van monsterlijkheid".

En Ben lachte luid, terwijl hij wegstapte.

..Papaatje", vleide Luuk, "heb je ·t niet fijn, zoo bij me?"

"Nou!" deed Papaatje en kneep in haar arm.

·t Was even stil. Dan zei Luuk: ,.Ik ben benieuwd of Jan al een meisje heeft opgeduikeld in Salatiga".

"Wat is dat nou voor een uitdrukking, Puck, een meisje opduikelen, wie zegt dat nou!" zei Pa- paatje•

,,0, wij allemaal", vertelde Luuk, ,.dat ·s college- slang. Maar wat denk je, zou hij al?"

"Hoe weet ik dat nou, vraag ·t ·m maar"•

..Hèb ik al gedaan". Ze zweeg even.

,:t Zal me benieuwen, wat voor luguber mans- persoon er later in mijn leven zal treden", zei ze dan.

(15)

HOOFDSTUK 11

Dee zei, terwijl ze haar jurken uit de koffer in Luuk's hangkast hing: "Je snapt niet, hoè zalig ik 't vind, dat ik drie weken vacantie heb".

"Nou, dat snap ik best", zei Luuk, die op 'r bal- dakijn zat en met de beenen zwaaide.

- "Dat je nog niet weggeloopen bent in die drie maanden!"

"Al deze dodden". - Dee weesopdehangendekort- rokkige, laaggehalsde en mouwlooze jurkjes - "heb- ben doelloos bij Tante gehangen:'

Ze hield een goudkleurig fluwee1en japonnetje om- hoog met mouwtjes van vier centimeter.

"Dee, wat een dot is dad"

"Ja, hè?" - Dee streelde even 't glanzige lijfje.

Ze hing de jurk in de kast.

Luuk keek naar haar slanke, rechte figuurtje. Ze keek naar haar eigen armen, waarvan Ben zei: "Te mager". En waarvan Tom zei: "Ze zijn wanstaltig leelijk"•

Ze sprong op. "Zeg, laat me je helpen. Ik zit maar toe te kijken". Ze knielde bij de koffer.

"Wat zit hierin?" wou ze weten, een doos opne- mend.

22

Papaatje schudde 't hoofd. "Denk je daar nu al over?"

"Natuurlijk denk ik erover".

"Heelemaal niet natuurlijk", wees Papaatje te- recht, "voorloopig heb je alleen aan je examen te denken en aan ••• :'

"Dat heb je niet uit jezelf", zei Luuk bestraffend

"dat zijn Car's wijsheden. 0, Papaatje wat val j;

me tegen".

"Maar ik méén 't, Luukie".

"Geloof ik niks van. Je zou 't inlam vinden als ik eeuwigdurend over lessen zat te

zwamme~

en

aan niets dacht dan dat stomme examen".

Papaatje antwoordde niet, hij glimlachte even.

"En 't is de gewoonste zaak van de wereld vin' ik

d Ok ' ,

at lover m'n toekomstige gemaal denk. Ik moet me toch eenigszins een voorstelling van 'm kunnen maken!"

"Je schijnt er nogal zeker van te zijn •• :' begon Papaatje ondeugend ••••

"Dat ik trouw, later? Maar natuurlijk!W' zei Luuk.

"Zóóóóóó!?" zei Papaatje.

(16)

25

"Speel es een tango", verzocht Luuk.

En ze zong met Dee mee: "Ich küsse Ihre Hand, Madame, - und traüm es war Ihr Mund".

Toen hield Deeop.Zekwam naar de divan toe. "Doe dat vieze been van je weg!" zei ze tegen Tom, die z'n knie op een oranje kussen had gelegd, "ik moet naast je zitten".

Tom sloeg z'n arm om haar heen, legde z'n

En zij zong met wang tegen de

Dee mee.. • hare.

Dee en schoof

"Bah!" riep van 'm af.

Papaatje lachte. "Deetje, Deet- ,. je", zei hij, "je bent nog niets

veranderd"•

"Nee", lachte Ben ook.

"Ze is nog brutaler geworden", zei Tom somber.

Dee leunde achterover in de kussenverscheiden- heid.

"Maar ik dènk er niet aan, te veranderen, lieve O ' il 1"

" , m n to etromme •

"Die hoort op de kaptafel. Werk je nog altijd met lippenstift en rouge?"

"Natuurlijk!"

Een klop op de deur. Papaatje vroeg: "Komen jullie eten?"

"Joe!" riep Luuk.

Dee sprong overeind. Ze trok haar jurk glad.

"Kom Lucas, straks vertel ik wel verder". Gearmd gingen ze de kamer uit.

Luuk kreunde opeens verrukt. "Ik vind"'t zóó dol, dat je 'r weer bent", zei ze.

In de achtergalerij zaten Papaatje, Tom en Ben al aan tafel.

"Zoo, komen jullie eindelijk?" vroeg Tom veront- waardigd en trok naast zich een stoel achteruit. "Je

mag naast me zitten", zei hij tegen Dee.

"Wat een ontzèttende eer!" vond Dee.

En Tom knikte pedant ,,0 zoo!"

En Dee at.

En ze maakte, dat Papaatje zich bijkans verslikte in een stukje biet, zulke zotte verhalen deed Ze.

Tom brulde aanhoudend. En ook Ben werd lusti- ger dan gewoonlijk.

Na tafel gingen ze in 't boudoir zitten. Papaatje en Ben in een fauteuil, Tom lui op de divan en Luuk op een pouffe, met de kin op de knieën.

Dee schoof voor de piano. Ze speelde een vroolijke luchtige danswijs. "Ik heb in geen maanden een toets aangeraakt", vertelde ze.

(17)

menschen, waarom zou ik! Ik vin'mezelf best zoo".

"Car vindt dat je een slechte invloed op me uit- oefent", vertelde Luuk.

,,0 ja? Zegt ze dat echt?0,wat eenig!-A propos, hoe gaat 't met Car, zeg? Schandelijk, dat ik hee1e- maal niet naar d'r gevraagd heb".

,,0, excellent. Ze werktin de petroleum, zooals je weet. En ze heeft zoo'n dot van een baas. Die is gèk op 'rtt.

"Kom Luuk", vermaande Papaatje, maar hij lachte.

"Zegt Car dat zelf?" vroeg Dee ongeloovig.

"Nee", bekende Luuk, "dat is een uitvloeisel van m'n eigen phantasie. Maar ik voel 't zoo. Je zult zien, dat Car nog es aan die baas vastgeklonken raakt".

Dee gilde om de vastgeklonken Car.

"Wanneer komt ze weer?" informeerde ze dan.

"Met Kerst denkelijk".

"En kom jij dan ook weer?" vroeg Ben aan Dee.

"Graag, als ik mag". Dee keek Papaatje aan.

Hij zei hartelijk: "Kom jij maar zoovaak je wilt, hoor Deetje".

D 1," . D .

" o. zet eetje.

Dan vroeg Papaatje: "Heb je goeie berichten van je ouders?"

,,0 ja! Moes gaat schitterend vooruit, - schrijft Vader, - de lucht daarginds moet zoo prachtig zijn"•

Dee's ouders waren vier maanden geleden naar Davos vertrokken, om haar moeder, die een zware longziekte gehad had.

,.

27

En daarom was Dee bij de zusters ondergebracht zooals Dee zelf 't uitdrukte, was ze naar de klooster- school in Bangkong gezonden.

't Was even stil.

Dee's gedachten vlogen naar Zwitserland. Maatje die ze hier haast verloren hadden. Die niet gewild had naar Davos. Ze had er uit alle macht tegen ver- zet, om Dee, die nooit alleen was geweest.

Maar zij had er op aangedrongen, mèt Vader.

Mèt alle vrienden en kennissen. Al haar overredings- kracht had ze aangewend.

En eindelijk was Maatje gezwicht.

En ze waren gegaan.

En Dee? Dee had kunnen gillen van ellende, toen ze achterbleef op de kade in Priok en de P. C. Hooft zich verwijderde - al verder van de kust.

Ze had plots moeten denken aan de mogelijkheid dat ze Maatje nooit weer terugzag, dat ze daar in dat Davos ••••

Ze had niet verder durven denken.

Maar op de terugrit, in de auto, had ze gesnikt, gesnikt, dat ze er pijn van kreeg in de borst en een suf gevoel in ' t hoofd.

Later, bij de zusters, was het gevoel van verlaten- heid nog grooter geworden, had haar de afschuwelijke leegte nog intenser geleken. In den beginne had 't haar toegeschenen dat de dagen niet om door te komen zouden zijn. Gaandeweg was 'tbeter ge- gaan. Maar toch ••••

Drie maanden pas waren er om. - De tijd kroop,

(18)

29 vond Dee. Ze drukte de nagels in de palmen.

"Als ik slaag, ga ik ook", zei ze en haar stem was diep en trilde, "dat heeft Vader me beloofd. Dan ga ik ze halen. Nog negen maanden ••• /'. Haar lach beefde.

"Natuurlijk slaag je", zei Luuk, die troosten wou.

Luuk, die wist van Dee's verdriet en die haar al zoo vaak uit een downe bui had geholpen door een brief vol opbeurende nonsens, ••••• malle bedenksels. -

,,'k Hoop 't," zei Dee, "ik blok wel. Je moet er wel blokken, anders verveel je je grauw".

Ze had haar laat-maar-waaien-gezicht weer.

Buiten hoorden ze een fiets over 't kiezel.

"De posd" zei Luuk en sprong op. Ze rende naar de voorgalerij, rukte de deur open.

Ze kwam weer binnendansen, zwaaiend met drie brieven. "Een voor jou, Ben. Van Joop. Ik heb er ook een. En nog eentje van Jan".

Ben stak z'n briefin z'n zak.

"Ga je die straks pas lezen'?" plaagde Dee, "met Joop's portret voor je'? Hè toe, Ben, lees 'm nou voor.

Toe Ben!"

Ben gloeide. En greep Dee's arm.

"Nest!" zei hij, "een pak rammel moet je heb- ben".

,,0 zoo!" zei Tom goedkeurend. Waarop Dee hem kneep.

Vader vroeg aan Luuk, dien in Jan's brief verdiept zat: "En Luukie, wat vertelt die zoon van me'?"

Luuk kreeseh, terwijl ze enthousiast Papaatje's knie

omvatte: "Hij heeft een meisje, zeg! 0 wat gek!"

" Waarom nou gek", zei Dee, "waarom zou hij géén meisje hebben".

Luuk las verder. "En hij komt óók, in December", juichte ze, "veertien dagen. En jullie hebt allemaal z'n groeten". Ze reikte Papaatje de brief.

Ze scheurde Joop's epistel open.

"Lees voor", vroeg Dee. Luuk las:

Luukie-dear,

Er wacht een stapel opstellen voor me, om nage- keken te worden. Wees dus asjeblieft niet veel- eischend en stel je tevreden met dit eene velletje.

Thanks voor je schoone letteren en voor al je heil- wenschen. En voor dat geestige kussen. Ik ben er in extase over. Van Ben heb ik". - Luuk keek Ben aan.

- "dat mag ik niet voorlezen, zeker". Ze knip- oogde naar ' m. Ze las verder:

- ,,'k Heb mt= dol geamuseerd met je verhaal over Dikke Dot, zeg! Is ie nou weer goed op je'? De schátH'?

't Leven hier in dit amusante plaatsje rolt nog altijd even eentonig en emotieloos voorbij.

Ik loop eeuwigdurend te hongeren naar brieven.

En ik tel de dagen, die er nog verloopen moeten, eer ik weer Bandoengsche lucht in kan ademen.

Nog maar zes dagen, Luuk. Dee is er zeker al, groet 't schaap van me".

,,'t Schaap", zei Dee verontwaardigd. - "M'n baas schijnt met den dag zwijgzamer te worden. Ik geloof, dat hij me haat. Om m'n korte rokken, waar hij altijd

(19)

30

uiterst afkeurend naar lookt. De arme! Ik hoop voor ,m, dat ie nog eens een gade krijgt, die meters been laat zien.

Zeg Luuk, als je Lou spreekt, zeg ,r dan, dat ze kleerhangers voor me koopt. 'k Heb een massa jur- ken bijgemaakt en geen zin, om al m'n hangers mee nach Bandoeng te sjouwen.

Nu hertelief, as far as this. M'n opstellen roepen.

Zoen de bende rond. En Papaatje, die ik apart noem, want die hoort niet tot de bende. Ladingen liefs van

Joop.

"Ga jij 't morgen tegen Lou zeggen, van die kleer- hangers", zei Luuk tegen Ben, "ik denk er toch niet aan".

"All right", zei Ben.

Dee vroeg: "Is Lou nog altijd zoo leuk?"

,,0, eenig! En die Wim is zoo'n type, zeg! Hij leek nogal saai, hè? toen we ' m pàs kenden. Maar hij valt reuze mee. 0, en weet je, dat JooP tante gaat wor- den?"

"Ja? 0,wat leuk! Wat zal ze trotsch zijn. die JooP is zoo dol op kinderen".

"Ja", zei Luuk. Ze keek naar Ben, die glimlachte.

Z'n oogen stonden teeder. Ze dacht:

"Ben en JooP later met zoo'n kleine dot, wat eenig zou dat wezen!" -

"Ik vind alle kleine wurmen beroerd", kwam Tom minachtend.

"En Luuk liep je uren te zoenen, toen ze nog een

baby was!" riep Dee uit, "is 't niet, Meneer?"

Papaatje lachte. Hij legde Jan's brief op tafel.

"Hij zoende alle baby's uit de buurt", vertelde hij.

"Nou jij!" tartte Luuk en ze keek triomphanteli;k naar Tom.

Die had een verachtelijke streep langs z'n mondhoe- ken. "Och", zei hij, "dat zijn van die baldadigheden, die je aan jeugdige overmoed toe moet schrijven.

En bovendien zoende ik alleen de meisjes".

"Je was dus in je prille jeugd al verdorven", zei Dee streng.

"Verdorven noem je dat? Maar kind. Ze wilden ,t graag! Je moet me liever prijzen om m'n vroeg ontluikende galanterie".

,,tt

Zal wel", zei Dee.

Luuk schold: "Verwaande kwibus!" Ze trapte een deuk in z'n lakschoen.

Tom sprong overeind.

"Laat U die kinderen toch naar bed gaan, Vader, - ze weten zich nog niet te gedragen".

,,tt

Is geen kwaad advies", lachte Papaatje met een blik op de klok, die half twaalf wees.

"Ja", zei Ben ook, "laten we 't maar voor gezien houden". Hij drukte even de hand tegen z'n zak, wat Dee deed opmerken:

"Ben popelt al naar Joop's brief. Hoe hèb je 't nog zoo lang uitgehouden, hè? Ben Hur?"

Hij trok haar op aan de arm, die ze hem toestak.

"Ik vind, dat je enorm veel praats hebt, vanavond", zei hij.

(20)

3

33

"Ben je wijs! Natuurlijk niet. Maar ik mag ,m toch wel apprecieeren'?"

"Apprecieer maar raak", Luuk schoot in een pya- ma. "Och", zei ze dan, ,,'k heb wel geschikte broers, dat is zoo".

"Gek, dat Car zoo heel anders is dan jullie", be- dacht Dee.

lISpeling der natuur", Luuk keek somber. ,,'t Is wel lastig, voor mij speciaal".

- Toen ze in bed lag en't donker trachtte te peilen, - Dee sliep al- dacht ze: Ja, Car was wel heel anders.

Ze leek hee1emaal niet te passen in hun kringetje.

Papaatje had eens gezegd, toen zij, Luuk, uitge- vallen was over Car: - Och, kindje, zoo moet je niet spreken - je moet haar een beetje trachten te be- grijpen. Ze heeft altijd zoo aan Moeder gehangen, toen ze kind was, ze was altijd om en bij haar. En toen zij stierf". - Papaatje had ineens zoo oud gele- ken - "toen kon ik niet dàt voor haar zijn, wat Moeder voor haar geweest was. Ze wàs al stug, ze gaf zich heel moeilijk. Maar nadien heeft ze zich heelemaal teruggetrokken".

Och, Luuk begreep 't ook, en ze had 't graag aan Car getoond.

Maar 't was Car zelf, die met haar koele onwelwil- lendheid elke poging tot toenadering weerde.

En toch hield ze wel van Car. Toch had ze 't lam gevonden, toen Car wegging.

Ze stopte haar kin in de goeling 1). Wat een tijd

I) Rolkussen.

Luuk's laatste Schooljaar.

32

Luuk geeuwde onbehoorlijk. Ze legde haar wang tegen Papaatje's gladgeschoren gezicht.

"Nacht Papaatje"~Dee zei 't haar na.

"Wel te rusten, meiskes".

"Draag je me'?" vroeg Dee aan Tom.

Maar ze gilde, toen Tom haar werkelijk oppakte.

"Wat een veer ben je", zei hij, ,,tt is griezelig!"

Luuk en Ben kwamen lachend achter hen aan.

Voor Luuk's kamer zette Tom Dee neer. "En krijg ik nou een zoen'?" vroeg hij, en sloeg een arm om haar schouders, "voor de moeite".

"Ik zoen liever de kebon", zei Dee en ze worstelde zich los. Ze vluchtte de kamer in.

"Mispunt!" schold ze.

Luuk flapte vlak voor Tom's neus de deur in't slot.

"Nacht, mirakels!" hoorde ze hem nog.

"Maf ze!" riep Dee terug.

Ze wees op de koffer. "Dat zullen we morgen maar voortzetten, hè'? 'k Heb nou te veel maf".

"Natuurlijk", zei Luuk. Ze trok 'r jurk over 't hoofd.

"Zeg, Luuk".

"Joe'?"

"Ben je niet dol op Ben en Tom'?"

" Och", zei Luuk, "dol •••• Ben is een schat! Tom gaat wel".

Ja, hij is wel een beetje pedant, maar van inborst is hij magnifiek".

"Bah!" smaadde Luuk, "zeg. je gaat Tom toch ook niet beschwärmen'?"

(21)

HOOFDSTUK 111 De lampions hingen.

"Geestig!" riep JooP vanuit de hangmat.

JooP vond altijd alles geestig, van de schitte- rendste zonsopgang af, tot de meest onaanzienlijke kadal1), die eens een ongewone luchtsprong maakte.

- "En als ze branden, vanavond, zal 't nog veel geestiger wezen!"

"Schik es op", zei Luuk, "dan kom ik naast je".

Ze keek de belampionde tuin rond. "Ja, leuk is 't, hè? Zeg Dee!"

Dee, die nog een laatste roode bal ophing, keek om.

"Je moet 'm wat hooger hangen, aan die palm daar".

Dee klom gehoorzaam van de tuintafel, die ze overal meesleepte, af. Ze hing de lampion aan een hooge palmtak.

"Zoo goed?"

"Yes. Kom nou maar hier - uitrusten. Zoometeen komt Tom en dan zullen we hèm aan 't werk zetten•

.En Ben".

"Hè, hè!" Dee plofte pardoes in 't gras, 'tis een karwei, jongens,

zoo

in de zon".

I) Hagedissoort.

34

was dat al geleden. In Januari was Car weggegaan.

En nu hadden ze al haast October. Zou ze veranderd zijn, als ze kwam met de Kerst? Zou ze wel komen? -

In 't andere bed woelde Dee.

Dee, die zoo flink was, - en zoo begrijpend - Een schat was Dee.

Maar Car vond Dee geen geschikte vriendin voor haar.

- Och, zwam! - Luuk haalde de deken op tot haar kin. Car mocht willen, dat ze was zooals Dee.

Ze rekte zich behaaglijk uit.

Twaalf uur - sloeg de staande klok in de zitka- mer. Buiten klonk van de straat onduidelijk 't ge- praat van een paar Inlanders.

Een tjitjah1), ergens in de kamer, riep z'n na- drukkelijk: "tjiek-tjiek-tjiek", heel vlug en zenuw- achtig.

Luuk geeuwde.

Zalig - drie lange weken met Dee. - En JooP, die Zaterdag kwam.

Even later sliep ze.

I) Hagedis.

(22)

"Bevorderlijk voor de slanke lijn", zei JooP, "je bent afgrijselijk aangedikt in deze twee weken, Dee".

"Ja", zei Dee, "ik eet ook zoo schandelijk veel.

Zie je", legde ze uit, "ik haal hier m'n scha in. In Semarang is 't veel te stikkend om honger te heb- ben". Ze zuchtte. "Nog een week en dan moet ik weer weg".

"Ja, hoe de tijd is omgevlogen", zei Joop".

"Morgen weer naar Poerwokerto en overmorgen sta ik weer voor m'n Javaantjes". Ze zuchtte ook.

Dan zong Luuk: "Schep vreugde in 't Leven ••••

Niet treuren, kinders, 't leven is zoo scheun.

Ik vin 't ook verre van gezellig om over een week weer Kweekwaarts te trekken, maar ik zanik er niet over. Ik ga me nu alweer verheugen op de Kerst- vacantie"•

"Ja, jij bent altijd onverdelgelijk optimist ge- weest", vond Joop.

"Nou, heelemaal niet! Integendeel! Ik weet b.v.

zeker, dat ik bak van 't jaar".

N I" . D

"ee. ze1 eet

"Wel! ik weet nog geen aap, zeg! 'k Heb niks uit- gevoerd zoowat, in de derde, vooral toen Car weg was. Je snapt, toen was er geen gedienstige geest meer, om me aan te sporen. Ik snap niet, dat ze me nog over hebben laten gaan".

"Ja, je was beestachtig lui in de derde", zei Dee.

"Och", zei JooP, "ik vin 'twel geestig. En je komt er best, hoor! Wie had ooit gedacht, dat ik

37

slagen zou! Ik had er zelf geen hoop op en Lou ook niet"•

"Nu, ik heelemaal niet", beaamde Luuk, "je voerde, geloof ik, nog minder uit dan ik nu. Daar kwam nog bij, dat je verliefd was".

JooP lachte en bekeek haar ring. "Ja", zei ze,

"ik dacht altijd en overal aan Ben en ik zat onder de les altijd interieurs te teekenen. Zooals ons huis er uit zou zien, later. En ik ontwierp bruidstoiletten".

"En toch wou je niet trouwen, toen je geslaagd was", zei Luuk verwijtend. Ze dacht eraan, hoe down Ben geweest was, in die dagen. JooP bloosde even. "Ik wou wàt graag", zei ze zacht, "en ik wil nu nOg graag, maar je weet - ik wil eerst Lou terugbe- talen, wat ze voor m'n Kweekstudie heeft uitge- geven".

"Dat kan je toch ook, als je getrouwd bent", zei Luuk.

"Ja-a", JooP aarzelde. Dan zei ze: "Misschien vin je 't overdreven, maar zie je, - ik wou zoo graag Lou teruggeven van m'n eigen verdiende geld. 0, ze heeft genoeg gesputterd en opgespeeld en me idioot genoemd, en Wim ook, maar ik heb voet bij stuk gehouden. En ten slotte hebben ze er zich maar bij neergelegd. - 'k Heb er nog geen spijt van. Hoe- wel ••••". Ze zweeg even. "Ik ben zoo blij, dat Ben 't me niet moeilijker maakt. Hij dringt niet aan. Hij begrijpt 't. - 0, Ben is zoo'n schat!!" riep ze op- eens.

"Nou!" zei Luuk geestdriftig.

(23)

38

JooP lachte, - haar ge~icht straalde. Ze strekte ver de armen vooruit.

,,tt

Duurt niet eens ~oo lang meer", jubelde ~,

"nog vijf of ~es maanden, dan heb ik m'n schuld wel ~oo ongeveer afgedaan. En dàn. 0, kinderen, ik wor' koud als ik eraan denk, ~ÓÓ heerlijk is 't".

"Neem je dan je ontslag?" vroeg Dee.

"Natuureluurelijk"•

Fietsgeklingel, dat Tom aankondigde. Die kwam over 't gras gepeddeld, - op ~'n stuurstang ~at Bombay, 't donkerbruine kind van tegenover, dat 'r bijnaam dankte aan heur couleur de café. Bombay had een vurige liefde voor Tom opgevat, die ze op de meest ongewenschte tijden en manieren demon- streerde.

"Dááhl" schreeuwde Bombay en haar donker- bruine snoetje straalde van ple~ier.

Ze had pientere ~arte oogjes en een schrikwek- kend plat neusje en ~e sprak het afgrijselijkste Indisch.

"Zoo jongejoffer", en Tom tilde haar van de fiets, zette die tegen de kemoeningstam.

"Dit stuk schandaal stond op de hoek al op me te wachten", vertelde hij, "en ~e schreeuwde me

~ooalleronbehoorlijkst toe, dat de heele straat omkeek.

Hè? ~wartkop?"

Dee had Bombay naar zich toegetrokken. Maar

~e spartelde heftig tegen. "Niet! nie-ietll wllll niet11!"

JooP sprong uit de hangmat en liet zich in 't gras

~akken.

39

"Kom es hier, Bom, bij Joop", vleide Ze.

En gedwee kwam 't kind.

Dee dacht: "Die JooP, die alle kinderen direct won' \

"Ze is erg stout, Joop", ~ei Luuk, "niet Bom?"

"Niet eéns!" zei Bom met een woeste blik naar de hangmat, "djij stof'.

"Nee, hè? Bom is ~oet, hè?" suste Joop.

"Tierlijk". Bombay keek eens onderzoekend JooP aan.

"Na-tuur-lijk", corrigeerde Torn, "je moet onze schoone taal niet zoo verbasteren, jongedame"•

En Bom waagde, terwijl ze aanbiddend naar Torn opkeek: "Natrielijk".

"Heb je met Hansje gespeeld?" vroeg Luuk.

Hansje was een buurjongetje en de trouwe speel- noot van Bombay. tt Bruine toetje werd norseh.

"Nin, wil niet".

"Waarom niet? Hansje is zoo lief".

"Niet-eens!!"

,,0 heden, is er weer heibel geweest? Herrie ge- had met de geliefde?" vroeg Torn.

En Bombay antwoordde alsof ~e wonderwat van Tomts vraag snapte: "Hij haat aldoor mij plahen".

,,0, dat ts leelijk", ~ei Luuk, "en wat deed jij?"

"Ik haat hem beuken, tierlijk", en haar gezichtje glom van voldoening.

"Dat is niet netjes van je, Bombay-kind", be- strafte Torn, "jullie vrouwen moeten onderdanig

~ijn. Jullie bent ons slaafsche gehoor~aamheid ver- plicht".

(24)

40

"Tom, schei uit met die nonsens!" zei lachend Dee - "dat kind kijkt je aan als lamme Louis".

Maar Bombay zei, met een wereld van vereering in haar ronde zwarte oogjes:

D ' T "

" Ja, om.

Waarom ze gilden!

Toen kreeg Bom de lampions in 't oog. Ze pakte Joop's arm. "Die voor wat?" wou ze weten.

"Dat zijn lampions", legde JooP vol geduld uit,

"daar gaan we vanavond kaarsjes in branden, ja?"

"Ja", zei Bombay.

"Ze doet, alsof 't haar nu zoo helder is als glas", lachte Luuk, "dat kind wordteenreuze huichelaarster".

"Ik mah ook, ja-a, bbraanden?" smeekte Bom met heerlijk stootende b. Ze plofte altijd afgrijselijk met de b's en d's, - als een rasechte Djocjanees, zoo- als Luuk zei.

"Mag, hoor!" knikte Tom, "als je 't maar uit je hart laat, om mij te zoenen in vol gezelschap".

Waarop Bom hem weer in sprakelooze verrukking aanstaarde.

's Avonds - - -

Brandende lampions door de heele tuin, - geu- rende kemoening en seringen - fleurige, kleurige baljurkjes en 't conventioneel zwart van smokings - klaterende vroolijkheid - èn flirt. •••

En de besterde hemel, die zich hoog en wijd koe- pelde en die doorzichtig leek van klaarheid. En de maan, die 't geheel tot een sprookje maakte.

,,tt Is feeëriek", zei Papaatje.

"Een droom", vond Dee.

En JooP zei natuurlijk: ,,0, wat dolgeestig!"

Luuk fladderde af en aan, één en al straling, de levensblijheid sprankelend in haar jolige, grijze oogen, die haast zwart leken, 's avonds.

"Luuk!" riep Wies Lamster, "laat ze straks een tango geven".

"All right", beloofde Luuk, "zoometeen". Ze ging even zitten, stak haar arm door die van Gert Bruins. "Amuseer je je, jongens?" vroeg ze.

Syd Fenton, een Engelsche tennisvriend van Luuk, zei: "Je bent adorable vanavond". Waarop Luuk coquet naar 'm lachte en vroeg: "Alleen vanavond?"

En Syd sloeg z'n oogen ten hemel en galmde:

"Always - always".

Papaatje, troonde tusschen een dartele meISJes- schaar. 't Deed 'm goed, al dat luchte, jonge gedoe aan te zien. Z'n vroolijke, diepe lach schaterde tel- kens op.

JooP en Ben wandelden wat rond, een beetje afgezonderd, achter in de tuin. Ze hadden nog zoo'n massa te bepraten, deze laatste avond van Joóp.

Luuk zag ze wel. Ze liet hen stil begaan. Ze zocht Dee op. Die zat te ruzie-en met Tom, zooals ze altijd met 'm ruziede.

"Zeg, schei nou uit", verzocht Luuk, "help me liever gastvrouw spelen. Ik moet overal tegelijk we- zen. Doodmoe ben 'k gewoon".

(25)

43

sluitend zoo beminnend aankeek. Alweer een illusie minder", zuchtte hij.

"Och, zwam!tt zei Luuk.

Ze dansten voorbij Ben en JooP, die stráálden allebei. Maar JooP had gehuild, geloofde Ze. Ze keek haar onderzoekend aan.

"Kijk vóór jel" zei lachend Joop. En Ben knikte haar toe. Beiden hadden zooiets op hun gezicht van de heele wereld lief te hebben.

In de tuin klonk Papaatje's lach.

Papaatje was jong, vanavond, dacht Luuk teeder.

"Wat ben je zwijgzaam", zei Henk verwonderd,

"dat is niet in overeenstemming met wat je zei, daar- nettt•

Luuk keek naar 'm omhoog.

"Geluk maakt stil", zei ze wijs.

Henk schaterde. En toonde z'n heele gebit.

Een Douglas Fairbanks-Iach, vond Luuk.

"Ich küsse Ihre Hand, Madame", toeterde de saxophone.

Ze hoorde Tom's stem boven 't feestgedruisch uit- schallen: "Und traum es war Ihr Mundtt.

Ze keek naar 'm om. Verbeeldde ze 't zich of keek Tom anders dan gewoonlijk naar Dee.

Warmer? - En Dee, die met haar wang tegen Tom's smoking danste.

Boven haar zong Henk, - valsch, want hij had absoluut geen gehoor: - "Ich bin ja so galant, Madame, - - - doch das hat seinen Grund".

"Zeg, hou je mond", verzocht Luuk, "je roept 42

"Laten we maar weer huppelenH, ried Dee, "voor- uit Tom, brul om muziek".

"Een tango", vroeg Luuk aan Frits van Dam, die aan de piano zat. Otto Bannink zwaaide z'n saxo- phone.

"leh küsse Ihre Hand, Madame", beval hij, Hvoor- uit, lui".

"Ik heb, geloof ik, met jou nog niet gedanst, DeeH, zei Tom. Hij boog onberispelijk.

,,0, geloof je dat?H • • •• snoof Dee, ,,'t valt me mee, dàt je nog om een dans komt. Als Wiki er was, zou je me glad negeeren".

Ze stak haar arm door die van Tom.

Even later zag Luuk ze dansen.

Dee's dansen werd door alle jongelui uitbundig geprezen. En Tom leidde bijna volmaakt. Luuk keek toe, hoe Dee's brocaatschoentjes als vanzelf de ingewikkelde passen van de glimmende lakpunten volgden.

"Hallo, Luuk, ik loop me stom te zoeken naar je.

Mag ik deze dans?" Henk van Mfelen stond voor haar, z'n geestig snuit één grijns.

"Natuurlijk mag je", zei Luuk. Ze huppelde de stoep op aan Henk's arm. Ze had kunnen jubelen van vreugde, zóó zalig vond ze dit alles - de lichte japonnetjes, de sombere smokings, de muziek - de straling der lampen.

"Ik geniet vanavondH, zei ze tegen Henk, "en ik bemin de heele Welt".

,,0", antwoordde Henk, "ik dacht, dat je mij uit-

(26)

44 45

"Bis!!" riep Henk, met de anderen mee, maar Luuk protesteerde: "Nee zeg, ik ben moe, laten we naar buiten gaan".

Ze zette zich naast Papaatje, die in druk gesprek was met Lou en Wim. Henk gleed naast haar.

"Je straalt gewoonweg!" zei Lou hartelijk en ze keek haast met moederlijke genegenheid naar Luuk.

"Logica! Ik voél me zoo stralend!"

En Papaatje streelde even haar gloeiende wangen.

"Vanavond heeft ze schik", zei hij.

"Nou, dól veel!!"

Wim vroeg: "Krijg ik zoometeen nog een dans van je? Je negeert me absoluut, vanavond".

"Nee!" schrikte Luuk.

"Ja, heusch!" zei Wim plagend, "nou krijg ik de volgende?"

"Natuurlijk hoor! Als je me er maar aan herinnert.

Ik vergeet 't beslist. 'k Heb zoonet aan drie lui een- zelfde dans gegeven. Ik ben reuze vergeetachtig", zuchtte ze.

Ze leunde behaaglijk achterover.

Naast haar zat Henk te fluisteren. Ze deed, of ze vol belangstelling was, maar ze hoorde niet veel. Uit de verlichte ramen klonken de muziektonen ••••

"We strolled the lane-together •...", zong de viool.

•••• "Laughed at the rain, - together •.• .", zong Henk aan haar oor.

Ze legde 't hoofd achterover op de rottanleuning.

Ze keek omhoog. Zoo blank was de maan. Zoo flon- Henk galm-

de verder, on- versto d:

"Hab' ich erst Ihr Vertrau'n,Ma- dame.

UndIh -re sym-pa-thie-

..

"

te-te. •• •

"Laat die vent z'n hoofd

dichthou- den", brulde Tom.

Henk zette z'n stem uit tot fortissimo: .

"Wenn Sie erst auf mich bau-au-au'n, Ma- dame, ja, dann Sie wer- den schau-au-au'n, Ma- dame, küsz ich statt Ih

f re Hand, Madame, nur Ihren roten

Boven haar zong Henk, valseh.... Mund!!!"

En hij leunde aanstellerig zijn wang op Luuk's haar.

De muziek zweeg.

allerlei misdadige neigingen in de menschen wakker met dat gebalk".

(27)

47

"Hoor m'n dochter eens", zei Papaatje, turend in de richting van de groene strookjes.

En z'n glimlach was vol teederheid.

Tegen den ochtend, toen ze met 'r drieën in Luuks kamer zaten na te praten, - JooP was gebleven omdat Lou en Wim om twaalf uur al weggingen:

toen de fuifstemmïng juist 't hoogtepunt had be- reikt - zuchtte Dee:

,,0, ik wor' woeiend, als ik aan Bangkong denk.

Na zoo'n dolle avond zal de boel daarginds me nog somberder toeschijnen".

. JooP, die naast Luuk was gekropen, zei: "Ja, ik Zie er ook als een berg tegenop om morgen weer naar Poerwokerto te hufteren". Ze vouwde de armen achter 't hoofd.

"We trouwen in April", vertelde ze opeens.

Luuk schokte overeind. In 't andere bed gaf Dee een kreet.

"Is 't echt, Joop?"

"Ja, echt. We hebben 't zooeven vastgesteld. In Maart kan ik klaar zijn met Lou. Je weet, half Febru- ari begint m'n Poeasa-vacantie - vijf weken - en dan kan ik Lou desnoods m'n heele salaris geven.

Nou, en dan vraag ik meteen m'n ontslag. En be- gin April, dan trouwen we".

Luuk schudde haar en trapte van vreugd de goeling omhoog. "Jopie, wat leuk! wat idioot leuk!!"

"Kind, schei uit, je blert 't hee1e huis wakker".

kerend de sterren. En die hemel, die glanzend was van licht.

Kalm zou 't zijn, daarboven. En vredig. Een on- eindige rust - wat klonk dat machtig en grootseh.

Ze huiverde opeens ••••

Meteen dacht ze aan Car. Wat die doen zou op 't oogenblik. Car, die best geén zuster van haar wezen kon, zoo vreemd, als ze tegenover haar stond.

Ze dacht eraan, hoe 't zijn zou, als Car eens trouw- de, - dat kon toch best. Hoe ze dan wezen zou.

Car getrouwd •••• Luuk dacht aan de B.P.M.-baas.

En ze glimlachte.

"Je luistert hee1emaal niet ••• /', zei Henk ver- ontwaardigd.

Luuk schrok op, - ging recht zitten.

"Nee", bekende ze lachend, "ik zat in gepeinzen".

"Zoo", bromde Henk. En Papaatje, die uitver- teld scheen, pakte haar arm en vroeg:

"En waar peinsde je dan wel over1"

"Dat kan ik niet zeggen", zei Luuk geheimzinnig.

,,0, dan weet ik 't wel", beweerde Wim.

"Hush! dènk je maar". Luuk sprong op.

Binnen zweeg de muziek. De tuin, die verlaten was geweest, raakte weer vol.

Gepraat en gelach klonk op.

Luuk's drukke stem boven alles uit. Luuk's flad- derende strookjes van zeegroen chiffon waren overal.

Luuk's lange, zijden beenen renden afen aan, onver- moeid ••••

Haar lach leek niet op te houden.

(28)

49

"Goed zoo", zei Luuk tevreden. Ze roffelde op ]oop's schouder. "Kind! ik weet niet wat ik je doen moet van plezier!"

"Ik ga nu aan m'n uitzet werken", vertelde JooP verder.

"Je krijgt bergen kussens van me", beloofde Luuk.

"Van mij ook", zei Dee, "ik zal voortaan alle handwerkuren voor je benutten".

,,0, graag. Ik zal jullie ontzettend dankbaar zijn".

't Was even stil. "Morgen vertel ik 't Lou", zei JooP dan. "Wat zal ze verrukt wezen. En Ben wil een eigen huis opzetten. In Villapark. Ik mag zeg- gen, hoe ik 't hebben wil. 0, ik weet 't al lang. Ik heb er al zoovaak over ûtten piekeren. 'k Heb 't al heelemaal klaar in m'n hoofd ••.•".

Luuk zei: "Zeg, ik wor' toch zeker een brides- maid van je?"

E 'k?" D

" nl. vroeg ee.

"Natuure1uurelijk! - Allebei! - En Tom en Jan promoveeren we tot bruidsjonkers".

"Verrtikkélijk!" Dee klakte. "Zeg, Luuk, in wat voor schöns steek jij je?"

,,0, wees nou niet zoo voorbarig, zeg. Dat weet ik nog niet".

,,'t Moet een droom zijn", vond Oee. tIenikvlecht een krans in m'n lokken. Van wingerdranken en roze- knoppen".

"Wat zul je er komiek uitzien", smaalde Luuk.

Op ,t erf van de buren kraaide een haan. De gang- klok sloeg vier.

Luuk's laatste Schooljaar, 4

"Zeg", klonk 't opeens droefgeestig uit Oee's rich- ting, "ik vin'je reuze egoistisch".

E ' , h? W ?"

" gOlstlSC. aarom.

En Luuk vroeg ook: "Waarom?!"

"Nou, wat 'n karbouwen zijn jullie! - In April heb ik toch zeker geen vacantie! En dus kan ik van die huwpartij verschoond blijven. En bovendien, Luuk, dan ûtten we pal voor ons schriftelijk, dus dan zul je ook wel niet al te bar genieten. Want dan zit je natuurlijk voortdurend in angst en beven.

Vooral als je dan nog even weinig kent als op 't oogenblik. Wat ik voorûe ••••".

"Dat 's waar ook!" zuchtte JooP, "en hoe moet dat dan?tt

Luuk ried: "Wacht dan, tot we geslaagd zijn".

"Of gestraald, dat kan ook ••••".

joop zweeg even. "Dat zou dan in Mei pas wezentt, aarzelde ze.

Oee lachte hardop. "Nee, dat ~ou wel wat veel van jullie gevergd zijn, hè? Je hebt nu al zóólang geduld gehad".

Toen gilde Luuk verheugd: ,,0, maar Dee, en de Paasch dan? Dan kun je toch komen? Dat 's ook begin April. Natuurlijk kan dat".

"Jee ja!" ontdekte Dee - en JooP juichte.

"Ja zeg, zóó kan 't. Natuurlijk kom je. Ik zal je reis wel betalen".

"Ruize lieflijk van je", vond Dee, "maar dat hoeft niet, hoor! Komen doe 'k vast en zeker. En het schriftelijk mag voor mijn part ••••".

(29)

HOOFDSTUK IV

Luuk zat verveeld op 'r atlas figuurtjes te trekken met 'r nagel.

Ajakkes, wat was Sammy Cohen weer intens dazerig vandaag! Hij boomde nou al een vol uur over een onnoozele polder ergens in een uithoek~ van Zeeland, waar hij 't levenslicht had aanschouwd.

Ze moest ineens proesten. Hoe zou hij er wel uit hebben gezien als baby? Ditzelfde perkamentachtige ouwemannetjes-uiterlijk? Zooals indertijd de baby van Sammy Cohen in Duizend Bommen en Grana- ten? - Ze moest nog gillen als ze aan die film dacht.

Achter zich hoorde ze Rens neuriën. Ze keek om.

"Wat doe je?" vroeg ze.

"Ik ben Wies de woorden van My sentimental Baby aan 't voorzingen. Die stommerd kent ze nogal niet".

"Jawel", protesteerde Wies Lamster, ,,'t begin alleen maar niet".

- 'k Heb 't ding thuis", zei Luuk. "je mag 't welleenen"• Ze had zich nu heelemaal omgedraaid.

"Hoor Sammy es", zei ze.

Wies, die als een idioot kon grinniken, viel met 't hoofd op de bank.

"Zeg, zouden we maar niet gaan maffen. 'k Moet morgen vroeg op". 't Was JooP, die 't geeuwde.

"Dat je nog slapen kan", verweet Dee.

,,0, juist wel". Ze keerde Luuk haar rug toe.

"Nou schatten, schlafen~.Sie wohl ••• :'.

Ineens riep Dee: "Zeg, Joop".

"Joe?"

"Moet Car geen bruidsmeisje worden?"

"Cár?H" Er klonk bepaald ontzetting in Joop's stem. Luuk proestte.

"Car met wingerdranken en rozen", zei ze, "doe niet zoo onwijs, Dee".

,,0, is dat onwijs", zei Dee berustend, "nou, dan niet".

(30)

53

heilig voornam, nu eens eindelijk met blokken te beginnen.

- Och heden, waarom kon je ook niet de frik- kenloopbaan inrollen zonder examen.

De kleuters van de lagere school waren aan 't zmgen.

"Hannes loopt op klompen.

Z· ,

t t

" lmpe-zampe-zompe.... • Ze neuriede mee.

Morgen moest ze kweeken. Had ze een zangles te geven in de vierde. Zooiets vond ze altijd reuze- leuk. Ze zou die kinderen een· nieuw vers leeren.

Een teer, wit vlindertje zweefde binnen door 't open raam. Ze volgde 't met de oogen.

't Danste om Sammy's hoofd. Op z'n schriel, grijs kuifje toefden de vlerkjes even, •••• dan vlogen ze weer op •••• en naar buiten.

Ze luisterde nu een oogenblikje naar Sammy, die van de polders was afgestapt en bij de oesters in

Ierseke was beland.

Hij likte zich de lippen. -

"Ouwe lekkerbek", bromde Rens.

Luuk beet in 'r zakdoek. Ze hoorde, hoe Wies weer met een vaartje haar hoofd op de bank smakte.

Opeens fluisterde Rens haar toe: "Kijk es naar Elly ••••".

Elly Storm zat vlak achter de hooge leeraars- lessenaar, waarvoor Sammy stond te doceeren. Ze had haar hoofd op de armen gelegd en sliep rus- tig ••••

52

"Wéten de dámes 't al?tt klonk Sammis kraak- geluid in hun richting. Hij sprak altijd vermoeiend geaccentueerd.

"Hébben de dámes weer belángrijker dingen om over te spréken? Hè? Juffrouw Smissaert? Ként U 't al? U hebt immers zodn magnifiek próefwerk ge- máákt? Is 't niet?"

- Sammy kon zoo sarcastisch wezen. Luuk had zich weer goedgedraaid. Ze bekeek onbewogen haar glimmende nagels.

"Jtiffrouw Smissaert!" ••••

Luuk keek op. "Ja meneer, 'k hoor U wel", zel Ze.

"Zóózóó, hóórt U 't wel. Nou, dát 's préttig. En zoudt U misschien ook zoo goéd willen zijn, Uw gedáchten te concentrééren op hetgeen ik vertél?tt •••

,,'t Is wél de moeite waard", hoorde ze Rens mom- pelen. Ze beet op 'r lip.

"Ik vráág U wat, Juffrouw Smissaert".

,,0 man! schei uit met je "Juffrouwtt," dacht Luuk, maar ze zei tam: "Ja meneertt.

Maar binnen een minuut hoorde ze hem al niet meer, ofschoon ze hem strak bleef aanstaren, om een schijn van opletten te wekken.

- Wat leek die vacantie al weer lang geleden.

Die dolle weken met Dee en Joop. En die fuif ••••

Nu ging alles weer z'n oude gangetje. lederen dag de geneugten van de Kweek, van zeven tot een.

lederen dag hoopen onvoldoendes, want nog immer voerde ze niets uit, hoewel ze ûch telkens weer

(31)

"Zóó! Zei ik dat?! Wel-wel. - Wie heeft me dat

"k h ' ? "

00 ooren zeggen~ ••••

Natuurlijk stak Rens haar vinger omhoog, - keek dan in verwondering rond, alsof ze zich verbaasde, dat niemand dan zij ,t gehoord had.

De klas daverde!!

Luuk zag, hoe Elly verschrikt wakker schoot en sufferig aan

J

uul Tadema vroeg, wat er was ••••

Ze kromde zich van 'tlachen.

Sammy zag purper! Hij kneep z'n dunne lippen opeen, kruiste de armen en wachtte af, tot de storm bedaard zou zijn.

- Meteen rangde de bel ••••

Maar Sammy zei kalm: "We gaan nog tien mi- nuten door ••••". En begon, alsof er niets gebeurd was, te vertellen over Middelburg.

55

"Didactische beginselen ••••", prevelde Luuk, toen ze 's avonds in 'r kamer zat, met Douwes open- geslagen voor zich, "wat zijn ook alweer didactische beginselen"•

Ze bladerde terug. Ze zuchtte.

Voor morgen moesten ze een opvoedkundig opstel in mekaar draaien, voor Scheffertje.

Ze greep naar haar vulpen. Ze schreef in schoon- schriftletters:

Didactische beginselen.

Ze bleef er peinzend naar turen. Zou ze Rens door de telefoon haar 't heele opstel voor laten zeg- gen?

Mond houden, Irene, ik vraag jou niets!

54

Luuk werd gloeiend van ingehouden lachen. Ze propte de heele zakdoek in de mond. Die Elly was een type. Ze fuifde veel, en vaak tot heel laat. En wat ze dan aan slaap tekort kwam, haalde ze bij Sammy in, achter de beschermende lessenaar.

Ze was nog nooit betrapt geweest ••••

"Luuk!!" snerpte plots Sammy.

Ze keek verschrikt op.

"Wat zei ik 't laatst?" vroeg hij.

"Zeg maar, dat ie dat zelf 't beste weten zal", ried Rens zacht.

"Mónd houden, Iréne - ik vraag jou niets".

N ' L k?"

" ou uu. . •••

"U zei, - eh - dat de oesters in Ierseke zoo enorm waren", raadde Luuk onverschillig.

(32)

57

Ben plofte neer in de blauwe fauteuil. Hij wachtte geduldig.

"Ziezoo", zei Luuk en kraste een streep onder de vier kanten, die ze volgeschreven had.

"Hè, hè! wat zal Scheffertje verrukt over me we- zen". Ze flapte 't schrift en Douwes dicht.

"Leve Douwes, met

zt

n schoone verzinsels".

Ze sprong op.

"Klaar'?" vroeg Ben.

"Yes Sir! Nee, eigenlijk nog niet. 'k Heb nog een paar krankzimpele sommen voor van Melle, maar die kalk ik morgen wel van Rens over. Nou, en wat moet je nou van me'?"

Ben haalde een notice-boekje uit ztn zak.

"Ik heb je advies noodig", zei hij.

"Voor ttParadise'?"

't Paradise was de woning van Ben en JooP, die aan 't verrijzen was in Villapark. De weidsche titel was een verzinsel geweest van JooP en door Ben uitbundig geprezen.

Maar Tom had natuurlijk weer onzinnig gebruld, toen hij ervan hoorde.

,/t Paradise'?" had hij geschreeuwd, "en jullie daarin! Wat een bespotting! Ik wed, dat je de eerste week al herrie schopt".

En Ben, de altijd-kalme, was woedend geworden.

En er was drie dagen lang een stormige stemming in huis geweest. Maar ttwas niets voor Ben, om lang nijdig te blijven. Hij reageerde nu niet eens meer op tt getreiter van Tom die hem "Adam" noemde.

Och nee, Scheffertje merkte 't toch onmiddellijk.

Bij hem hoefde je 't niet eens te probeeren. Hij zag álles! En hij kon zoo stekend sarcastisch zijn, dat je tegen wil en dank ging gloeien van schaamte.

Ze trok een been onder zich, stak de vulpendop in haar wang.

Jasses. Ze had niets geen zin. Was dat lamme examen maar achter den rug. Dan hoefde ze zich niet meer druk te maken over zulke beestachtige nonsens als de beginselen der didactiek.

Car zou natuurlijk willen, dat ze ook nog de hoofd- acte erbij trachtte te veroveren, als ze geslaagd was.

Nou, maar dat verhipte ze. Car kon opspelen, zoo- veel ze wou.

Och - wat zat ze nou al over de hoofdacte te peinzen, terwijl ze nog niet eens de lageracte bezat.

En misschien wel nooit kreeg.

Ze trok zuchtend het opstellencahier en Douwes'

"Moderne Paedagogiek" naar zich toe en zette zich tot schrijven.

En warempel! tt Vlotte. - Ze wist ineens massa's.

"Waar haal ik die plotse bezieling vandaan", vroeg ze zich af, onder 't pennen.

Ben kwam binnen. Ze wuifde afwerend met Dou- wes. "Straks nou maar. tk Ben juist zoo aan 't zwoe- gen".

"Wat ben je aan ttdoen'?" Ben kwam achter haar staan.

"Paeda", zei Luuk kort, "snap jij toch geen laars van. Ga asjeblieft zitten. Je maakt me zemelig".

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Over de menigvuldige bezwaren en vreemdsoortige bezorgdhe- den des stellers, zullen wij niet uitweiden, namelijk: « d a t het een geluk mag beschouwd worden, wanneer het sein tot

Over dit alles zou zeer veel te zeggen zijn, maar niet daarover verzocht de redactie van dit tijdschrift me te handelen: haar bedoeling was, dat ik een en

Volgens ons evangelie zal niet enkel de enkelvoudige levensboom uiteindelijk falen, maar de hele biologie [alles wat leeft] is bestemd voor een geheel nieuwe start.. De

Daar had de Prins voor moeten zorgen, En maken, dat 'er 't noodig kwam, - Mits hij het niet van 't onze nam - Al had hij 't dan ook moeten borgen!. Robert Hendrik Arntzenius,

Iconomanie, of Zoo maken de kinderen een

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Ze plaagde Hendrik met zijn thee, waar zonder hij beweerde niet te kunnen ontbijten en vulde zijn kopje zelve, mogelijk met nog meer coquetterie dan anders, als om haar vader te

technologies mediate our perception of the world. As such, technologies, who are external, play a fundamental role in the internalization of information. A small difference