Vraag nr. 296 van 25 april 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Pijplijn Antwerpen-Feluy – Verlegging
Enige tijd geleden maakten de NV Zeekanaal en de afdeling Zeeschelde bezwaar tegen een steden-bouwkundige aanvraag van de Nationale Maat-schappij der Pijpleidingen NV voor de omlegging van de A n t w e r p e n-Fe l u y-leiding voor ethyleen, a f-gewerkte vloeibare koolwaterstoffen en propyleen in de kruising met de Schelde in Kruibeke en Bor-nem en in de kruising met de toekomstige ringdijk. Verder overleg met de Vlaamse Milieuadministra-tie en de betrokken gemeenten werd wenselijk ge-noemd.
Kan de minister verduidelijken welke bezwaren er waren ?
Heeft het vermelde overleg plaatsgevonden en waarin heeft dat eventueel geresulteerd ?
NB. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Bossuyt (vraag nr. 296) en Dua (nr. 165).
Gecoördineerd antwoord
Zowel de NV Zeekanaal als de afdeling Zeeschel-de hebben bezwaren geuit tegen Zeeschel-de steZeeschel-denbouw- stedenbouw-kundige aanvraag van de Nationale Maatschappij der Pijpleidingen voor de omlegging van de A n t-w e r p e n-Fe l u y-leiding in kruising met de Schelde in Kruibeke en Bornem.
De opmerkingen betroffen voornamelijk de diep-teligging van de leiding op de voorgestelde krui-singsplaats en de vrees dat deze leiding door een krabbend anker zou kunnen worden beschadigd. De afdeling Zeeschelde heeft evenwel aan een ge-specialiseerd studiebureau hieromtrent een studie o p g e d r a g e n . Uit dit nader onderzoek blijkt even-wel dat de diepteligging ruim voldoende is en de vrees dan ook ongegrond is.