Vraag nr. 112 van 29 januari 2002
van de heer MARINO KEULEN
Albertkanaal – Waterkwaliteit en visbestand
Het Albertkanaal verbindt de Maas stroomaf-waarts van Luik met de haven van A n t w e r p e n . H e t kanaal werd aangelegd onder meer met het oog op een snellere en betere verbinding tussen het Luikse industriegebied en de haven van A n t w e r p e n , t e r vervanging van de Kempische kanalen.
Het Albertkanaal wordt gevoed met water uit de M a a s. Het volgt de Maasvallei tot Te r n a a i e n , b e-schrijft vervolgens een boog rond Maastricht en buigt dan in Briegden, waar het Kanaal B r i e g d e n-Neerharen uitmondt, naar het westen. Van Hasselt tot Kwaadmechelen vervangt het A l-bertkanaal het voormalige Vertakkingskanaal naar Hasselt en vanaf Herentals, waar het het Kanaal B o c h o l t-Herentals ontvangt, het vroegere Ke m p i-sche Kanaal. In Viersel staat het via het Netekanaal in verbinding met de Nete en de Rupel.
1. Wat is voor het Albertkanaal de kwaliteitsver-betering of kwaliteitsverslechtering van het water (fysico-chemische en biologische kwali-teit) voor de jaren 2000 en 2001 ?
2. Welke vooruitgang verwacht men de komende jaren ?
Wanneer wordt een optimaal niveau van de wa-terkwaliteit verwacht ?
3. Op welke plaatsen is het visbestand op het A l-bertkanaal het grootst en op welke plaatsen bijna onbestaande ?
Antwoord
1. Aangezien de kwaliteitsgegevens inzake het jaar 2001 nog niet volledig gevalideerd, v e r-werkt en geëvalueerd werden, kan nog geen uit-spraak gedaan worden over eventuele wijzigin-gen in de kwaliteit tewijzigin-genover 2000.
In de vele kanalen met bestemming "viswater" die het Netebekken doorkruisen (het A l b e r t k a-n a a l , het Kaa-naal Bocholt-H e r e a-n t a l s, het Kaa-naal D e s s e l-S c h o t e n , het Kanaal Dessel-K w a a d m e-c h e l e n , het Kanaal naar Beverlo en het Neteka-n a a l ) , wordt iNeteka-n 2000 eeNeteka-n lichte achteruitgaNeteka-ng vastgesteld in het zuurstofgehalte. De biologi-sche kwaliteit is er meestal matig tot goed. H e t
Albertkanaal in Olen, waar in 1999 een achter-uitgang werd vastgesteld, heeft zich geleidelijk hersteld; de biologische kwaliteit is er matig. In het Alberkanaal is het gehalte aan zwevende stof te hoog. In het Kanaal Dessel-Schoten en het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen is er even-eens een overschrijding voor zwevende stof en totaal fosfaat. In het Kanaal Bocholt-H e r e n t a l s wordt een te hoge concentratie aan totaal fos-faat vastgesteld.
In het gedeelte van het Albertkanaal gelegen in het Demerbekken wordt enkel gemeten in Genk en voldoet het water aan de viswaterkwa-l i t e i t s n o r m e n , met uitzondering van de parame-ter zwevende stof.
Zoals veelal in V l a a n d e r e n , wordt de norm voor de parameter nitriet in het merendeel der vis-waters niet gehaald.
2. Ook voor het Albertkanaal mag worden ver-wacht dat de volgende jaren nog een verdere kwaliteitsverbetering zal optreden, r e k e n i n g houdende met de inspanningen die geleverd werden door de verschillende doelgroepen. Aangezien het Albertkanaal gebruikt wordt als winning voor drinkwater, wordt de waterkwali-teit ervan strikt opgevolgd.
3. Het Albertkanaal werd in de zomer van 2000 door het Instituut voor Bosbouw en Wi l d b e-h e e r, en dit in e-het kader van e-het palingpolluen-t e n m e e palingpolluen-t n e palingpolluen-t , vanaf de Nederlands-B e l g i s c h e grens tot Antwerpen op acht plaatsen bemon-sterd.
In totaal werden er veertien vissoorten gevan-g e n , namelijk palingevan-g, b r a s e m ,a l v e r, k o l b l e i , k a r-p e r, v e t j e, w i n d e, b l a n k v o o r n ,r i e t v o o r n ,b a r b e e l , z o n n e b a a r s, p o s, baars en snoekbaars. P a l i n g, blankvoorn en baars zijn de meest verspreide soorten en werden op al de staalnameplaatsen gevangen ; ze zijn ook de frequentst gevangen soorten.
zon-nebaars kon de aanwezigheid in het kanaal vast-gesteld worden, maar ze werden slechts één of twee keer gevangen over het hele kanaal. D a t dit een onderwaardering is van het aanwezige v i s b e s t a n d , blijkt uit het onderzoek uitgevoerd in 1991 waarbij aan de elektriciteitscentrale in Langerlo 39 soorten werden aangetroffen (Ve r-reycken et al., 1991).
In 2001 is een monitoringmeetnet voor de vis-stand van de Vlaamse oppervlaktewaters van start gegaan. Dit visstandsonderzoek wordt uit-gevoerd door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW). De bedoeling is de kwaliteit van de visstand te onderzoeken om aldus ook een beeld te verkrijgen van de ecologische wa-t e r k w a l i wa-t e i wa-t . De gegevens worden in een dawa-ta- data-bank ingevoerd. Dit meetnet omvat circa 900 m e e t p u n t e n , waarvan een 300-tal
staalname-plaatsen gelegen op kanalen. Deze locaties zul-len om de vier jaar bemonsterd worden. Vo o r het Albertkanaal zal één staalnameplaats, a a n de elektriciteitscentrale in Langerlo, worden be-m o n s t e r d . Deze bebe-monstering is enigszins spe-c i a a l , daar het IBW om de vier jaar telkens een-maal per week, en dit voor een periode van drie m a a n d e n , het visbestand aan de inzuig van het koelwater zal controleren. De eerstvolgende be-monsteringen op het Albertkanaal in Langerlo zullen plaatsvinden gedurende de maanden maart, april en mei van 2002.
Tabel : Overzicht van de aangetroffen vissoor-ten en het totaalaantal soorvissoor-ten (N) op de ver-schillende staalnamepunten op het A l b e r t k a-naal (gegevens verzameld in kader van het pol-luentenmeetnet)
Nr Paling Brasem Alver Kolblei Karper Vetje Winde Blank- Riet- Bar- Zonne- Pos Baars Snoek- N
voorn voorn beel baars baars
Riemst X X X X X X 6 Vroenhoven Lanaken, X X X X 4 Briegden Genk X X X X X X 6 Langerlo Hasselt, X X X X X X 6 Jachthaven Beringen, X X X X X X 6 Tervant Geel, Stelen X X X X 4 Grobbendonk,X X X X X X 6 Bouwel Ranst, X X X X X X X X 8 Oelegem
In het advies wordt een diversiteit van 39 s o o r-ten vermeld. Dit hoge soorr-tenaantal is mede het resultaat van de inspanningen die gebeuren ter verbetering van de w a t e r k w a l i t e i t . De hoge hengeldruk op het Albertkanaal toont dan ook aan dat het een goed hengelwater is.