Vraag nr. 8
van 2 oktober 2001
van de heer ERIK MATTHIJS Mestactieplan – Uitrijregeling
In het Mestactieplan staan verschillende richtlijnen over de uitrijregeling van dierlijke mest en andere meststoffen.
Om de geurhinder te beperken, is een algemene regel dat mest binnen vier uur na het spreiden moet zijn ondergewerkt.
Verder is er tijdens bepaalde perioden, a f h a n k e l i j k van de kwetsbaarheid van het perceel, een uitrij-verbod van kracht.
Decretaal is er ook een speciale regeling voor meststoffen waarvan de stikstof langzaam vrij-k o m t . Deze meststoffen zouden in principe mogen worden opgebracht tijdens de verbodsperiode. Momenteel is dit nog steeds niet toegelaten, o m d a t het uitvoeringsbesluit waarin bepaald wordt welke meststoffen uitgezonderd worden van de uitrijver-bodregeling, op zich laat wachten.
Vanaf 1 september werd op kwetsbare percelen het uitrijverbod van kracht.
Wanneer verschijnt het uitvoeringsbesluit dat de uitzonderingsmaatregelen op het uitrijverbod vast-legt in het Staatsblad ?
Antwoord
De mogelijkheid om mest aan te wenden in de win-ter is voorlopig decretaal enkel mogelijk voor stal-m e s t . In het stal-mestdecreet is terecht de stal-mogelijkheid opgenomen dat meststoffen waarvan de stikstof traag vrijkomt, kunnen worden aangewend tijdens de verbodsperiode. En ik wens hieraan ook tege-moet te komen.
Het vastleggen van de voorwaarden waaraan deze meststoffen voIdoen, is hierbij een zeer belangrijk g e g e v e n . Er moeten dusdanige voorwaarden opge-legd worden aan de meststoffen, dat de kans op uitspoeling van stikstof niet groter wordt door het spreiden van deze meststoffen in de winterperiode. Het is dus prioritair dat deze voorwaarden zeer goed omschreven worden. Daarom werden in de maand juni de leden van de "stuurgroep mestpro-blematiek" hierover geconsulteerd. Aan de hand
van een discussienota over de voorwaarden en de te volgen procedure werd overlegd en werd de dis-cussienota aangepast. Deze disdis-cussienota diende als aanzet om een voorontwerpbesluit hierover te m a k e n . Over dit voorontwerpbesluit werden de be-trokken sectoren en de vertegenwoordigers van de academische wereld die zetelen in de stuurgroep, nogmaals gecontacteerd en geconsulteerd. Dit leid-de tot een leid-definitief ontwerp van besluit, dat op 9 november 2001 zal worden voorgelegd aan de Vlaamse regering ter principiële goedkeuring. Parallel hiermee zal het compendium "Bemonste-r i n g s- en analysep"Bemonste-rocedu"Bemonste-res voo"Bemonste-r mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet" wor-den aangepast met de nodige methodes om te ver-antwoorden of de meststof voldoet aan de gestelde voorwaarden. Deze aanpassing loopt.
Na een laatste bespreking in de "stuurgroep mest-problematiek" en na advies van de verschillende a d v i e s o r g a n e n , zal het besluit zo snel mogelijk be-krachtigd worden in de Vlaamse regering.
