Afstoomapparaat
6. Volume water: ½ @ BR 2 @ L = ½ @ B @ 0,09 2 @ 0,43 = 5,47 @ 10 – 3 m 3 Dat komt overeen met 5,5 L ! m = D @ V = 0,988 @ 5,5 = 5,5 kg
7. Met 2,4 kW wordt in 11 min 2,4 @ 10 3@ 11 @ 60 = 1,584 @ 10 6 J opgenomen.
Hiervan wordt nuttig gebruikt:
Q = m @ c w@ )t w = 4 @ 4,18 @ 10 3@ ( 100 – 20 ) = 1,338 @ 10 6 J.
1,338 @ 10 6
Rendement 0 = )))))))) = 84 % 1,584 @ 10 6
8. De stroom moet heen en terug zodat er sprake is van 20 m koperdraad.
L 20
R = D @ ) = (Binas 8) = 17 @ 10 – 9 @ ))))))) = 0,45 S
A 0,75 @ 10 – 6
Daarmee is R tot = 22,1 + 0,45 = 22,55 S
Met U = i @ R tot volgt: i = 230)))) = 10,2 A.
22,55
In de draad heb je dan een warmte-ontwikkeling van: i 2 R = 10,2 2 @ 0,45 = 47 J/s
F 175
9. De veerconstante van de gebruikte veer is: c = ) = ))))))) = 8,1 @ 10 3 N/m u 2,17 @ 10 – 2
Aan de bovenkant van de klep werkt de luchtdruk (1013 hPa) + de veerdruk:
P veer = F veer / A Met F veer = c @ u = 8,1 @ 10 3 @ 7,5 @ 10 – 3 = 60,5 N
60,5 60,5
P veer = )))))) = ))))))))))))) = 9,2 @ 10 4 Pa = 916 hPa
¼ B D 2 ¼ B @ (2,9 @ 10 – 2) 2
Totale druk binnen bij opengaan klep: 1013 + 916 = 1929 hPa.
Volgens de grafiek is dat bij een temperatuur van 120oC
, www.havovwo.nl
Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2005-II
© havovwo.nl