• No results found

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Opgave 4 Dimmers

Linda gebruikt een (ideale) transformator om een gloeilamp zwakker te laten branden.

Zie figuur 10.

De primaire spoel heeft 500 windingen.

Ze sluit deze aan op het lichtnet (230 V).

Met behulp van een schuifcontact S kan het aantal secundaire windingen worden ingesteld. Bij een kleiner aantal windingen wordt de spanning over de lamp ook kleiner waardoor deze wordt gedimd.

2p 16 † Werkt deze dimmer ook op gelijkspanning? Licht je antwoord toe.

De gloeilamp is van het type (230 V; 60 W).

Bij een bepaalde stand van het schuifcontact S is de spanning over de lamp 76,7 V.

De spanning over de lamp is dus drie maal zo klein dan normaal.

3p 17 † Is het elektrisch vermogen van de lamp dan kleiner of groter dan 20 W of gelijk aan 20 W?

Licht je antwoord toe.

2p 18 † Bereken het aantal windingen dat dan aan de secundaire kant in de kring is opgenomen.

3p 19 † Zal de stroomsterkte door de primaire spoel groter worden, kleiner worden of gelijk blijven als de lamp wordt gedimd? Licht je antwoord toe.

Linda leest in een elektronicaboek over een andere dimmer. Deze werkt met een

elektronische schakelaar (triac). Zo’n schakelaar kan de spanning over de lamp gedurende korte tijd onderbreken. Van de sinusvormige wisselspanning van het lichtnet wordt dan als het ware een stukje ‘afgesneden’. In het boek zijn twee oscilloscoopbeelden getekend. Zie de figuren 11 en 12. In figuur 11 is de ongedimde situatie weergegeven, in figuur 12 de gedimde situatie. De instellingen van de oscilloscoop zijn hetzelfde.

De frequentie van de netspanning is 50 Hz.

3p 20 † Bepaal in figuur 11 met hoeveel tijd de breedte van één hokje overeenkomt.

1p 21 † Is de effectieve waarde van de spanning in figuur 12 groter dan, kleiner dan of gelijk aan de effectieve waarde van de spanning in figuur 11?

230 V S V

figuur 10

figuur 11 figuur 12

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II

havovwo.nl

 www.havovwo.nl valt buiten de

examenstof

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de lichtstraal van lucht naar water loopt, krijg je breking naar de normaal toe, d.w.z.. dat de brekingshoek kleiner is dan

- Als de teller op 32 staat wordt de set van de geheugencel hoog aangestuurd, is de uitgang van de geheugencel dus hoog, ongeacht de stand van de reset.. Dat hoge signaal

In de figuur op de uitwerkbijlage zijn vier mogelijke plaatsen A, B, C en D getekend waar het midden van de ooglens zich moet bevinden om de lichtstraal op te kunnen vangen.. 2p 3 †

In de situatie die door figuur 7 wordt weergegeven, bevindt elektromagneet 1 zich recht onder het stuk kabel tussen de punten P en Q.. Het stuk PQ heeft een lengte van 0,26 m en

Er mag echter, zoals het typeplaatje van de waterkoker laat zien, een afwijking naar boven of naar beneden zijn van 10 volt.. Als de netspanning lager is, is ook het vermogen van

Op het rechter zijvlak is kennelijk i < g en heb je een spiegel nodig voor volledige terugkaatsing, op het linker zijvlak is i > g en heb je geen extra spiegelende laag

3p 2 † Schets in de figuur op de bijlage hoe de stralen a en c bij het rechtervlak van de lens breken en trek daaruit de conclusie of het brandpunt van de lens zich in P, links van

Met een hoge snelheid rijden tot de accu leeg is; de rest afleggen met de snelheid die nog mogelijk is met het vermogen dat de zonnecellen leveren in het bewolkte gebied.. In