• No results found

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-I"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bedleesbril

1. Uit de tekening: i = 25 o en b = 15 o sin i sin 25 o

Met n = ))) = ))))) volgt: n = 1,6 sin b sin 15 o

2. Volledige terugkaatsing heb je, bij breking van de normaal af, alleen als de invalshoek groter is dan de grenshoek.

Op het rechter zijvlak is kennelijk i < g en heb je een spiegel nodig voor volledige terugkaatsing, op het linker zijvlak is i > g en heb je geen extra spiegelende laag nodig.

N.b.: sin g = 1/n = 1/1,6 ! g = 38 o

3. Omdat de lichtstraal het glas verlaat treedt breking van de normaal af en komt de lichtstraal uit in punt D. Daar moet zich dan ook het midden van de ooglens bevinden.

4. De lichtstraal van de bovenkant letter, komt ook bij de patiënt als bovenste (dus meest rechtse) lichtstraal het oog binnen. De patiënt ziet dus alles normaal.

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-I

© havovwo.nl

, www.havovwo.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Boven de 1 A neemt de hoek waarover de magneet draait nauwelijks toe (van 76 o tot 84 o ) en zijn verschillen in stroomsterktes dus slecht te

Als ze een grotere waarde voor R zou kiezen zou de spanning over het lampje (veel) kleiner blijven dan 6,0 V en zou het lampje nooit op de juiste gloeispanning

In de figuur op de uitwerkbijlage zijn vier mogelijke plaatsen A, B, C en D getekend waar het midden van de ooglens zich moet bevinden om de lichtstraal op te kunnen vangen.. 2p 3 †

In de situatie die door figuur 7 wordt weergegeven, bevindt elektromagneet 1 zich recht onder het stuk kabel tussen de punten P en Q.. Het stuk PQ heeft een lengte van 0,26 m en

Er mag echter, zoals het typeplaatje van de waterkoker laat zien, een afwijking naar boven of naar beneden zijn van 10 volt.. Als de netspanning lager is, is ook het vermogen van

Na 10 halveringstijden (880 jaar) heb je nog maar ½ 10 is minder dan 1 promille van de oorspronkelijke stralingsintensiteit over, veel te weinig om “enkele duizenden jaren”

Er scheert ook licht langs de paaltjes en de randen van de lens waardoor daarbuiten weer licht van het lampje komt.. De lens moet zwakker zijn: de bundel achter de lens moet

Uit hun metingen leiden Evrim en Teun af dat op het tijdstip t = 1,50 s de snelheid van de Shuttle gelijk is aan 12 m/s.. Ook leiden ze af dat de hoogtetoename dan 3,0