• No results found

Een onderzoek naar de verschillen in verbondenheid met Geopark de Hondsrug tussen leeftijdscategorieën

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een onderzoek naar de verschillen in verbondenheid met Geopark de Hondsrug tussen leeftijdscategorieën"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een onderzoek naar de

verschillen in verbondenheid met Geopark de Hondsrug

tussen leeftijdscategorieën

Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen

Rijksuniversiteit Groningen

(2)

SAMENVATTING

In 2013 is bekend gemaakt dat “De Hondsrug” de status van Geopark krijgt.

Daarmee is “De Hondsrug” het eerste Geopark van Nederland (Studio Wolf, 2014). Een Geopark is een uniform gebied waar het geologische erfgoed van internationale betekenis is. Geoparken gebruiken dat erfgoed om bewustzijn te creëren voor duurzame (economische) gebiedsontwikkeling en lokale gemeenschappen spelen hierbij een belangrijke rol. Betrokkenheid van de bevolking en verbondenheid met de regio zijn hierbij van cruciaal belang. De mate van verbondenheid met de regio kan echter sterk verschillen tussen leeftijdscategorieën en daarmee ook de betrokkenheid. Dit onderzoek draagt bij aan het inzicht in hoeverre de verbondenheid met Geopark de Hondsrug verschilt tussen leeftijdscategorieën.

Er zijn enquêtes afgenomen en er is literatuuronderzoek gedaan om op die manier inzicht te verkrijgen in het verband tussen verbondenheid en leeftijdscategorieën. De enquêtes zijn schriftelijk afgenomen en het databestand kent 403 ingevulde enquêtes. De enquêtes zijn gezamenlijk opgesteld door 9 studenten en elke student heeft in een aangewezen gebied in het Geopark de Hondsrug geënquêteerd waardoor het hele gebied meegenomen wordt in de analyse.

Uit het onderzoek komt naar voren dat er een verband bestaat tussen leeftijdscategorie en verbondenheid met de woonplaats, verbondenheid met de Hondsrug en verbondenheid met het Geopark. Ook is er een verband gevonden tussen de verhuiswens en de leeftijdscategorie in het Geopark. Een interessant verschil is gevonden tussen de oudste en de jongste generatie in het onderzoek wat betreft woorden waaraan zij denken bij de Hondsrug.

In de conclusie wordt verder ingegaan op de redenen voor het bestaan van deze verbanden tussen verbondenheid en leeftijdscategorie en de rol die het Geopark hierin speelt. Sense of place wordt genoemd als belangrijkste concept in het bestaan van de verbanden.

(3)

INHOUDSOPGAVE

Samenvatting...1

Inhoudsopgave...2

Hoofdstuk 1- Inleiding...8

1.1 Aanleiding...8

1.2 Probleemstelling...8

1.3 Conceptueel model...9

1.4 Opbouw...10

Hoofdstuk 2- Theoretisch kader...10

2.1 Inleiding...10

2.2 geopark...10

2.3 Cohort segmentation...11

2.4 verbondenheid met de regio...12

Hoofdstuk 3- Methodologie...13

3.1 Dataverzameling...14

3.2 Data analyse...15

3.3 ethiek...15

3.4 Reflectie...15

Hoofdstuk 4- Resultaten...16

4.1 Responsoverzicht...16

4.2 Representativiteit...17

4.3 Gebruikte vragen...18

4.4 Statistische analyse...18

4.5 mate van verbondenheid...19

4.6 verhuiswens...20

4.7 betrokkenheid...21

4.8 free association...22

Hoofdstuk 5- Conclusie...23

Aanbevelingen...24

Hoofdstuk 6- Literatuurlijst...25

Bijlagen...27

(4)

Bijlage 1: Enquête...27 Bijlage 2: Onderzoeksgebied...33 Bijlage 3 Geopark de Hondsrug...34

HOOFDSTUK 1- INLEIDING

1.1 AANLEIDING

Op 5 september 2013 is er tijdens de 12e Conferentie in Ascea in Italië bekend gemaakt dat “De Hondsrug” de status van Geopark krijgt. Daarmee is “De Hondsrug” het eerste Geopark van Nederland (Studio Wolf, 2014). Een Geopark is een uniform gebied waar het geologische erfgoed van internationale betekenis is.

Geoparken gebruiken dat erfgoed om bewustzijn te creëren voor duurzame (economische) gebiedsontwikkeling en lokale gemeenschappen spelen hierbij een belangrijke rol. Geoparken informeren ook over duurzaam gebruik van en behoefte aan natuurlijke hulpbronnen; en willen tegelijkertijd zorgen dat er meer respect voor het milieu en integriteit van het landschap ontstaat (Unesco.org, 2014). Een citaat van de website van Geopark De Hondsrug luidt als volgt:

“Inwoners, bedrijven, organisaties en onderwijs maken samen het Geopark tot wat het nu is. Wie meer van zijn verleden afweet, gaat zorgvuldiger en duurzamer met zijn omgeving om. Het Geopark wil mensen inspireren om samen de toekomst van hun streek met vertrouwen tegemoet te gaan” (Studio Wolf, 2014).

Zoals het eerder genoemde citaat ook al verwoordt, is het van groot belang dat de lokale bevolking betrokken is bij duurzame gebiedsontwikkeling. Voor betrokkenen van Geopark de Hondsrug is het daarom relevant om te weten hoe de lokale bevolking denkt over het Geopark en hoe hun kennis hier over is. Dit onderzoek kan bijdragen aan dit inzicht over de lokale bevolking en zal daarmee de organisatie van het Geopark kunnen ondersteunen in de verdere ontwikkeling van het Geopark De Hondsrug. Tot voor dit onderzoek is er vanuit gegaan dat er geen interne verschillen bestaan bij de lokale bevolking wat betreft verbondenheid. Echter is het wel van belang om te weten hoe verschillende groepen zich verbonden en betrokken voelen met het Geopark.

(5)

Het onderzoek richt zich op verschillende leeftijdsgroepen in de lokale bevolking en de eventuele verschillen in hun beeld van het Geopark. Hierdoor zal het voor de betrokkenen van het Geopark de Hondsrug duidelijker worden of verschillende leeftijdsgroepen op een verschillende manier betrokken moeten worden bij de duurzame gebiedsontwikkeling.

1.2 PROBLEEMSTELLING

Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in de mate van verbondenheid met Geopark de Hondsrug en in het beeld dat de lokale bevolking heeft van Geopark de Hondsrug en of daarbij verschillen bestaan wanneer er gekeken wordt naar verschillende leeftijdscategorieën. De betrokkenen van het Geopark De Hondsrug willen de lokale bevolking betrekken bij de duurzame gebiedsontwikkeling en dit onderzoek kan de betrokkenen van het Geopark de Hondsrug en de organisatie inzicht geven in hoe betrokkenen van verschillende leeftijden over het Geopark denken. De uitkomst van het onderzoek kan de organisatie helpen bij het ontwikkelen van een strategie die zo goed mogelijk aansluit bij wat de lokale bevolking “nodig” heeft om betrokken te zijn bij de duurzame ontwikkeling van het gebied. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt:

“In hoeverre verschilt de verbondenheid met Geopark de Hondsrug tussen verschillende leeftijdscategorieën?”

1.3 CONCEPTUEEL MODEL

In het conceptuele model, zie figuur 1, zijn de probleemstelling en de relaties tussen verschillende actoren van het onderzoek visueel weer gegeven. In het theoretisch kader zal het conceptuele model verder ondersteund en uitgewerkt worden door middel van relevante wetenschappelijke literatuur.

(6)

figuur 1. Conceptuele model

Beschrijving van het conceptuele model:

Zoals weergegeven bestaan er in het Geopark verschillende leeftijdscategorieën.

Deze zijn aangeduid als; The Silent generation, Baby Boom Generation;

Generation X, Generation Y en Generation Z (McIntosh-Elkins, J., McRitchie, K.

and Scoones, M.,2007). Deze afzonderlijke categorieën staan in relatie tot verbondenheid met de regio. Verbondenheid is onderverdeeld in ‘place attachement’, ‘community involvement’ en ‘sense of place’. Deze drie concepten worden in dit onderzoek gebruikt om verbondenheid als zijnde meetbaar te maken.

1.4 OPBOUW

In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader besproken waarin de voornaamste begrippen, de onderliggende theorie van de onderzoeks- en deelvragen en de verbale ondersteuning voor het conceptuele model te vinden zijn. Hierop volgt hoofdstuk 3 waarin de keuze voor de gebruikte methoden van dataverzameling en data-analyse wordt toegelicht. Tevens wordt toegelicht welke methode van dataverzameling is gebruikt en welke overwegingen zijn gemaakt in de omgang met de respondenten. In hoofdstuk 4 worden de meest relevante resultaten uit de analyse van de enquête besproken op basis van een analyse met SPSS. Ten slotte volgt in hoofdstuk 5 de conclusie met daarin opgenomen het antwoord op de onderzoeksvraag.

(7)

HOOFDSTUK 2- THEORETISCH KADER

2.1 INLEIDING

In dit hoofdstuk zullen de voor dit onderzoek relevante theorieën en concepten bediscussieerd worden aan de hand van bestaande wetenschappelijke literatuur.

Door de gekozen theorieën en concepten in dit onderzoek zal er een kader gevormd worden waaraan het onderzoek ten grondslag ligt. Het onderzoek kan bijdragen aan de bestaande literatuur door deze te koppelen aan een recent fenomeen als het Geopark.

Allereerst zal een beschrijving van een Geopark volgen. Vervolgens zal de belangrijkste en verklarende(dragende) theorie van dit onderzoek uiteen worden gezet, de theorie van de ‘cohort segmentation’. Daarna zal er verder in worden gegaan op concepten rondom verbondenheid met een regio. Begrippen die hier genoemd zullen worden en verder toegelicht zullen worden zijn ‘community involvement’, ‘place attachement’ en ‘sense of place’.

2.2 GEOPARK

In 2000 is het European Geoparks Network (EGN) opgericht. Het netwerk verbindt verschillende Geoparken in heel Europa. Het doel van dit netwerk is het beschermen van de geodiversiteit en het promoten van het geologische erfgoed (Europeangeoparks.org, 2014). Een Geopark is een gebied waar geologisch erfgoed wordt beheerd in een holistisch concept met als hoofddoelen bescherming, educatie en duurzame ontwikkeling. Samen met UNESCO (United Nations Educational, Scientific, and Cultural Organization), erkennen Geoparken dat de relatie tussen het geologische gebied en de lokale bevolking kan dienen als de focus voor (economische) ontwikkeling. Het gebied moet duidelijk afgebakende grenzen hebben en moet plekken met specifieke geologische waarden bezitten (Boys and On, 2012). Het European Geoparks Network bestaat ondertussen al uit 21 Europese landen met in totaal 59 Geoparken (Europeangeoparks.org, 2014).

2.3 COHORT SEGMENTATION

In dit onderzoek is het concept van de ‘cohort segmentation’ gebruikt als uitgangspunt. ‘Cohort segmentation’ en de daarbij behorende verschillende generaties worden door verschillende auteurs beschreven (Lebrun, 2014).

Strauss en Howe hebben de verschillende generaties geclassificeerd (Lebrun,

(8)

2014). Zij hebben deze classificatie gebaseerd op de periode van 1901 tot 2001, zoals ook te zien is in tabel 1 (Pennington-Gray, Fridgen and Stynes, 2003).

Tabel 1. Strauss and Howe’s generations (Pennington-Gray, Fridgen and Stynes, 2003)

Generation Year Born Age in 2001

GI generation 1901-1924 77-100

Silent generation 1925-1943 58-78

Baby Boomers 1944-1964 37-57

13t generation 1965-1981 20-36

Millenium generation 1982-present 19 and under

McIntosh-Elkins, McRitchie and Scoones (2007) hebben deze classificatie verder uitgewerkt. De classificatie die zij gebruiken past beter bij het heden en om die reden is er gekozen voor hun classificatie. Ook is een goede verdeling van de respondenten over de verschillende generaties mogelijk bij deze classificatie. In tabel 2 zijn de vijf generaties te zien. Om de classificatie volledig bruikbaar te maken voor mijn onderzoek heb ik Generation Z aangepast naar het heden, dus in dit geval naar het jaar 2014.

Tabel 2. McIntosh-Elkins en McRitchie and Scoones’ generations

Generation Year Born Age in 2014

The silent generation Before 1945 69 and older

Baby Boom generation 1946-1962 52-68

Generation X 1963-1977 37-51

Generation Y 1978-1986 28-36

Generation Z 1987-present 27 and under

De term ‘cohort’ verwijst naar een groep individuen binnen een geografische of op andere wijze verbonden bevolking die in dezelfde periode geboren zijn en die daarom ook vergelijkbare gebeurtenissen en externe ‘invloeden’ hebben ervaren gedurende een bepaalde periode (Pennington-Gray, Fridgen and Stynes, 2003).

Elke cohort is beïnvloedt door uiteenlopende factoren die gemeenschappelijke waarden creëren die hen onderscheidt van andere cohorten of generaties. Bij uiteenlopende factoren kan gedacht worden aan ouders, collega’s, media, economische situatie, sociale situatie en de heersende populaire cultuur (Lebrun, 2014). De cohorten delen op deze manier ook in bepaalde mate een gezamenlijk cultureel perspectief en een collectief geheugen (Schuman & Scott, 1989 in Lebrun, 2014). Dit is ook terug te zien in de verhuisbewegingen van mensen, zo verhuizen jongvolwassenen het frequents. In die levensfase vinden namelijk uiteenlopende processen plaats en hebben verschillende factoren invloed die

(9)

aanleiding geven tot de vele verhuisbewegingen (studeren, samenwonen, alleen wonen, toetreden op de arbeidsmarkt) (Willaert, 1999).

2.4 VERBONDENHEID MET DE REGIO

Verschillende fases in de levenscyclus van mensen komen overeen met de waarden en normen die ze hebben en de activiteiten die ze doen. Dit zorgt voor een bepaalde sociale representatie (Haartsen and Groote et al., 2003, p. 245–

252). Verbondenheid met de regio kan hierdoor ook verschillen tussen leeftijdsgroepen. Verbondenheid is een brede term en daarom is er voor dit onderzoek gekozen om drie concepten uit te werken rondom verbondenheid.

Deze drie concepten zijn ‘place attachement’, ‘community involvement’ en

‘sense of place’. Er is voor deze drie concepten gekozen, omdat ze in meetbare vragen omgezet kunnen worden. Dit is van belang bij het opstellen van de enquête die in dit onderzoek gebruikt is.

Place attachement

Place attachement kent verschillende definities. Voor dit onderzoek is er echter voor één definitie gekozen die relevant is voor het analyseren van de uitkomsten.

In de definitie die gekozen is omhelst place attachement een positieve band tussen een individu en een bepaalde plek, waarbij het belangrijkste kenmerk is dat het individu de neiging heeft om dicht bij een dergelijke plek te blijven (Hidalgo and Hern et al., 2001, pp. 273--281). Place attachment wordt beïnvloed door het dagelijkse leven van een individu en ook in welke fase van de

levenscyclus het individu zit. Aanvullend zijn de sociale voorzieningen die aanwezig zijn, de woningkeuzes, de sociale netwerken en de behoeftes van een individu ook van belang voor de place attachement (Elabd, 2012).

Communityinvolvement

Community involvement is een nieuwe vorm van gemeenschapsparticipatie.

Gemeenschapsparticipatie houdt hier in dat de bevolking lokale bevoegdheden krijgt en dat de lokale bevolking betrokken wordt bij beslissingen over hun eigen leven. Hierdoor wordt de zelfmotivatie, de eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid gereactiveerd (Marinetto, 2003, pp. 103--120). Deze definitie is gekozen omdat deze aansluit bij het idee van het Geopark om de lokale bevolking te betrekken bij de gebiedsontwikkeling.

Sense of place

(10)

Sense of place is een breed concept dat door verschillende auteurs beschreven en omschreven is. De essentie van veel omschrijvingen komt echter wel overeen.

Zo omschrijven Vanclay, Higgins et al. (2008) sense of place als een individu’s connectie en de ervaringen met die plek. Pretty, Chipuer and Bramston (2003) sluiten hier bij aan met het idee dat alleen de plek zelf niet genoeg is om een sense of place te creëren, maar dat het juist gaat om de betrokkenheid tussen mensen en tussen mensen en de plek:

“The sense of place comprises emotional bonds with places, with values,

meanings and symbols of places, that are actively and continuously constructed and reconstructed within individual minds, with awareness of the cultural,

historical and spatial context (Williams and Stewart, 1998 in Lengen and Kistemann, 2012). “

Plekken krijgen betekenis door datgeen wat mensen toewijzen aan een bepaalde plek tijdens het proces van hun leven op die plek (Ryden, 1993 in Stedman, 2003). Het gaat hier dus niet om de plek en zijn fysieke omgeving, maar om de interpretaties van mensen van die omgeving (Stedman, 2003). Een citaat van Eisenhauer et al., 2000 in Stedman, 2003 luidt als volgt: ‘‘In essence, people confer meaning on the environment in ways that reflect their social and cultural experiences.’’. Verschillende leeftijdscohorten hebben ook verschillende sociale en culturele ervaringen. Op deze manier is het mogelijk dat één bepaalde plek verschillende “plekken” reflecteert van mensen die verschillende ervaringen hebben gehad met die plek (Stedman, 2003). Verschillen in voorstellingen van een bepaalde plek kan dus het gevolg zijn van een andere waardering van hetzelfde verschijnsel door verschillende leeftijdsgroepen (Ryder, 1965).

HOOFDSTUK 3- METHODOLOGIE

Er is gekozen voor een kwantitatief onderzoek dat uitgevoerd is door middel van een enquête (zie bijlage 1). Volgens McLafferty (2010) zijn enquêtes geschikt voor het verzamelen van informatie over eigenschappen van mensen, over hun opvattingen, gedragingen en hun houdingen. Enquêtes zijn ook goed voor het verzamelen van data over het leven van mensen dat niet gepubliceerd is (Clifford, French and Valentine, 2010). Doordat er gekozen is voor een kwantitatieve dataverzameling en daardoor een groter databestand, zal een analyse van de data meer waarde hebben dan wanneer er gekozen zou zijn voor een kwalitatief onderzoek.

(11)

De enquête bevat vragen die geformuleerd zijn vanuit verschillende onderwerpen. De onderwerpen die in de enquête zijn opgenomen zijn de volgende: achtergrondvariabelen; erfgoed & geologie; typeringen & identiteit;

gebiedsontwikkeling; verbondenheid met de regio. De reden waarom er voor verschillende onderwerpen is gekozen in de enquête, is dat de enquête gezamenlijk is opgesteld met medestudenten. De medestudenten verrichten ook een onderzoek met betrekking tot het Geopark de Hondsrug, maar naar andere thema’s. Er is gekozen om de enquête gezamenlijk te maken, omdat er daardoor een zo groot mogelijk databestand gerealiseerd kan worden. De enquête bevat verschillende soorten vragen. Er zijn meerkeuzevragen in de enquête opgenomen met antwoorden met een ordinale schaal en antwoorden met een nominale schaal. Daarnaast zijn er enkele open vragen opgenomen in de enquête en tot slot is er de respondenten gevraagd op een kaart aan te geven waar volgens hen de Hondsrug ligt.

Voorafgaande aan het uiteindelijke eindresultaat van de enquête is veel overleg geweest tussen de medestudenten. Er zijn afspraken gemaakt over de aard van de vragen per student en er is afgesproken dat elke student een maximaal aantal vragen in de enquête kon verwerken. Dit kan de resultaten van het onderzoek beïnvloedt hebben doordat er minder vragen geformuleerd konden worden met betrekking tot verbondenheid met de regio dan gewenst voor dit onderzoek. Aan de andere kant weegt het voordeel van het grote aantal respondenten hier genoeg tegen op om toch uitspraken te kunnen doen. Het proces van het realiseren van de uiteindelijke versie van de enquête is gezamenlijk met de medestudenten verlopen. Tijdens het proces zijn vragen toegevoegd, geschrapt en veranderd om uiteindelijk een enquête te realiseren die voor elke student voldoende was om zijn/haar onderzoek mee uit te voeren.

3.1 DATAVERZAMELING

Om te waarborgen dat het hele Geopark als onderzoeksgebied is aangedaan heeft elke student een onderzoeksgebied binnen het Geopark toegewezen gekregen. Het onderzoeksgebied van het Geopark is onderverdeeld in de volgende sub-onderzoeksgebieden: Groningen, Haren, Assen, Tynaarlo (binnen Geopark-gebied), Tynaarlo (buiten Geopark-gebied), Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Coevorden en Emmen. De enquêtes zijn persoonlijk afgenomen, zodat er eventueel toelichting gegeven kon worden bij vragen waar de respondent moeite mee had. Geprobeerd is om zo eenduidig mogelijk te zijn over de toelichting die

(12)

elke student afzonderlijk gaf aan de respondent, maar alsnog zou dit de uitkomst van het onderzoek beïnvloedt kunnen hebben wanneer de uitleg niet consistent is geweest. Voor het gebied waar ik de enquêtes heb afgenomen (Tynaarlo, binnen het Geopark-gebied) heb ik gekozen voor een benadering van de respondenten door aan te bellen bij hun woonadres. Deze keuze heb ik gemaakt omdat ik zo verzekerd was van het feit dat de respondenten ook daadwerkelijk uit mijn onderzoeksgebied kwamen. Niet alleen is er rekening gehouden met het woonadres van de respondenten (door middel van de vier cijfers van hun postcode) maar ook met het geboortejaar van de respondent. Met name voor dit onderzoek was dit punt van groot belang.

3.2 DATA ANALYSE

Om alle data voor iedereen beschikbaar te maken heeft elke student zijn/haar data op dezelfde manier ingevoerd in EXCEL. Op deze manier kan elke student met het volledige databestand aan de slag. De vragen uit de enquête die gebruikt worden in dit onderzoek zijn de vragen 1,2,3,4,5,6,19 en 23 (zie bijlage 1). Deze vragen gaan allemaal over verbondenheid met de regio en het Geopark De Hondsrug. Alle vragen, uitgezonderd vraag 6, zijn meerkeuzevragen met een nominale en ordinale schaal. De meerkeuzevragen zullen geanalyseerd worden door middel van een statistische toets in het programma SPSS. De open vraag, vraag 6, zal geanalyseerd worden doormiddel van beschrijvende statistiek. De overige vragen uit de enquête zijn in dit onderzoek uitgesloten. De reden daarvan is dat de overige vragen in mindere mate of geen betrekking hebben op verbondenheid met de regio en dus niet relevant zijn voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag.

Aan de hand van de uitkomsten van de enquête wil ik uitspraken doen over de verschillen die er wel of niet zijn tussen verschillende leeftijdscategorieën in het Geopark de Hondsrug en de mate van verbondenheid. Ik verwacht dat de verschillen die er wel of niet zijn wat betreft de verbondenheid met de regio, te verklaren zijn aan de hand van verschillen tussen leeftijdscategorieën. Het theoretisch kader zal de analyse en verklaring ondersteunen.

3.3 ETHIEK

Voor dit onderzoek zijn de ethische aspecten meegewogen. Naar mijn mening kent het onderwerp van dit onderzoek echter geen zware ethische aspecten. Wel is de anonimiteit van de respondenten gewaarborgd en is er op een zorgvuldige

(13)

manier met de gegevens omgegaan. De enquêtes zijn anoniem ingevuld waardoor de respondenten de enquête zoveel mogelijk naar eigen mening ingevuld zullen hebben, zonder dat zij daarbij rekening moesten houden met eventuele terugkoppeling aan hun naam. Voor het invullen van de enquête is de respondenten gevraagd om goedkeuring van het gebruik en de publicatie van de gegevens in dit onderzoek. Bij eventuele weigering van deelname aan de enquête is deze keuze gerespecteerd.

3.4 REFLECTIE

Achteraf reflecterend op de enquête is gebleken dat de enquête toch aan de lange kant was. Naast het feit dat het afnemen van de enquêtes een tijdrovende taak was, was ook te merken aan de respondenten dat zij de enquête tamelijk lang vonden. Ook waren sommige vragen lastig voor de respondenten, vooral de vragen over bodem- en landschapsvormende aspecten. Deze vragen waren echter voor mijn onderzoek niet van groot belang. De keuze om de enquête gezamenlijk met de medestudenten te maken heeft er voor gezorgd dat we een groot databestand hebben, maar heeft het afnemen van de enquêtes ook op een bepaalde manier bemoeilijkt. Bij een volgend vergelijkbaar onderzoek zou men een afweging moeten maken tussen een lange gezamenlijke enquête waar men minder van hoeft af te nemen door het splitsen van het onderzoeksgebied, of een korte enquête met eigen vragen waar men er veel van moet afnemen om eenzelfde groot databestand te krijgen.

HOOFDSTUK 4- RESULTATEN

4.1 RESPONSOVERZICHT

Elke student die zijn/haar bachelor scriptie over het Geopark heeft geschreven, heeft in een aangewezen gebied enquêtes afgenomen. In bijlage 2 is een kaart opgenomen met de gemeentes waar enquêtes zijn afgenomen. Het gebied waar ik enquêtes heb afgenomen is gemeente Tynaarlo (binnen Geopark-gebied), in totaal zijn hier 43 enquêtes afgenomen. De enquêtes zijn afgenomen in de dorpen Vries, Tynaarlo en Zuidlaren. Gezamenlijk met de medestudenten is er een databestand van 403 enquêtes gerealiseerd. In tabel 3 is een responsoverzicht weergegeven wat betreft afnamegebied van de enquête en geslacht. Bijlage 3 geeft een kaart weer van het afgebakende Geopark de Hondsrug (Studio Wolf, 2014). In de volgende paragrafen worden de resultaten

(14)

voortkomend uit de analyse van de enquêtes met behulp van SPSS beschreven, besproken en geanalyseerd.

Afname gebied Man Vrouw

Groningen 25 11

Haren 7 15

Assen 24 16

Tynaarlo (binnen Geopark- gebied)

18 26

Tynaarlo (buiten Geopark- gebied)

25 35

Borger-Odoorn 25 25

Coevorden 31 33

Emmen 22 24

Aa en Hunze 23 18

Totaal 200 203

Tabel 3: Responsoverzicht enquête; Bron: enquête

4.2 REPRESENTATIVITEIT

Belangrijk voor een onderzoek is de representativiteit. Naast de hoeveelheid respondenten is het ook van belang dat de respondenten representatief zijn voor de populatie (Zuidgeest, de Boer, Hendriks and Rademakers, 2008). Op basis van geslacht gaat het er om dat het percentage mannen en vrouwen in de steekproef overeenkomt met het percentage mannen en vrouwen in de populatie (Survey- onderzoek.nl, 2014). Dus in dit geval moet het percentage mannen en vrouwen dat geënquêteerd is door de studenten overeenkomen met het percentage mannen en vrouwen, dat woonachtig is in het Geopark De Hondsrug. Dit is van belang om zo een betere analyse te kunnen doen van de uitkomsten van de andere resultaten.

Onderstaand zijn twee cirkeldiagrammen weergegeven die de verdeling van mannen en vrouwen weergeven in percentages. In figuur 2 is cirkeldiagram weergegeven met de percentages mannen en vrouwen in de gemeentes die binnen het Geopark liggen volgens de gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (Statline.cbs.nl, 2014). Wel moet er rekening gehouden worden met het feit dat deze cijfers gaan over de gehele gemeentes, dus ook de delen die buiten het geopark de Hondsrug liggen. Het gaat om de gemeentes Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen, Groningen, Haren en Tynaarlo. In figuur 3 is

(15)

een cirkeldiagram weergegeven met de percentages mannen en vrouwen zoals deze verdeeld is over de steekproef (de respondenten).

Mannen Vrouwen

figuur 2. Percentage mannen en vrouwen volgens CBS figuur 3. Percentage mannen en vrouwen in de steekproef

Zoals te zien is, komen de percentages nagenoeg overeen. Er kan gesproken worden van een representatieve steekproef, omdat de percentages zeer dicht bij elkaar liggen. De verhouding mannen/vrouwen in de gemeentes is 49,45%

(mannen) om 50,55% (vrouwen). De verhouding mannen/vrouwen in de steekproef is 49,63% (mannen) om 50,37% (vrouwen). De verhouding man/vrouw in de afzonderlijke gemeentes verschilt wel, maar dat is voor mijn onderzoek niet een probleem omdat ik het hele gebied analyseer.

Nog belangrijker voor mijn onderzoek is een goede verdeling van de respondenten over de leeftijdscategorieën. In tabel 5 is te zien dat elke leeftijdscategorie vertegenwoordigd is.

Leeftijdscategorie Frequentie Percentage

Silent generation (1926 - 1945 )

64 15,9

Baby boom generation (1946-1962) 131 32,5 Generation X (1963-

1977)

89 22,1

Generation Y (1978-1986) 41 10,2 Generation Z (1987-

2000)

78 19,4

Tabel 5. Verdeling respondenten over leeftijdscategorieën

4.3 GEBRUIKTE VRAGEN

Zoals aangegeven in het hoofdstuk methodologie, is de enquête gezamenlijk opgesteld met medestudenten. De enquête kent hierdoor een lengte van 24 vragen met betrekking tot het Geopark De Hondsrug. Voor dit onderzoek zijn

Mannen Vrouwen

(16)

echter niet alle vragen relevant om te gebruiken. Gekozen is uiteindelijk voor de vragen die betrekking hebben op betrokkenheid met de regio/Hondsrug/Geopark.

De vragen die hier voor geselecteerd zijn, zijn de volgende: 1, 2, 3, 4, 5, 19 en 23.

4.4 STATISTISCHE ANALYSE

Voor het analyseren van de data (de meerkeuzevragen) is er gekozen voor een statistische toets. De vragen 1, 2, 3, 4, 5, 19 en 23 hebben allen antwoordmogelijkheden met een nominale of ordinale schaal. Deze antwoorden zijn afgezet tegen de variabele leeftijd, dit is een ratiovariabele. De statistische toets die gebruikt is bij deze vragen is de één-factor variantieanalyse, ook wel genoemd de one-way anova toets. Deze toets wordt gebruikt wanneer een ratiovariabele te verklaren is uit één nominale of ordinale met drie of meer categorieën (Norušis, 2012). Voorwaarden voor de een-factor variantieanalyse zijn dat de steekproeven onderling onafhankelijk zijn, de case mag dus maar één keer voorkomen, de waarden in de populaties moeten normaal verdeeld zijn of het aantal cases moet groot genoeg zijn, en de variantie in de populaties moet gelijk zijn (Norušis, 2012).

Allereerst is een normaliteitstoets uitgevoerd om te testen of de verdeling van de populatie normaal is (wat betreft de verdeling van de populatie over de geboortejaren). De toets die hier voor gebruikt is, is de Shapiro-Wilk toets. De nulhypothese die hier bij hoort is: De data is normaal verdeeld. Tabel 4 laat zien dat de overschrijdingskans kleiner is dan 0.05% en dat de nulhypothese daarom verworpen moet worden. Zoals de voorwaarden beschrijven mag de een-factor variantie analyse echter ook gebruikt worden wanneer de verdeling niet normaal is maar het aantal cases wel groot genoeg. In dit geval is de verdeling niet normaal maar het aantal cases wel groot genoeg en is de centrale limietstelling van toepassing. Dit houdt in dat bij steekproeven met voldoende cases de verdeling van de steekproefgemiddelden bij benadering normaal is (Norušis, 2012).

Kolmogorov-Smirnov Shapiro-Wilk

Significantie Significantie

leeftijdscategor ieën

.000 .000

Tabel 4. Uitkomsten normailiteitstoets

(17)

4.5 MATE VAN VERBONDENHEID

De vragen die regelrecht naar de verbondenheid van de respondenten vragen wat betreft verbondenheid met de woonplaats, met de Hondsrug en met Geopark de Hondsrug zijn vragen 1,2 en 3. De nulhypothese is bij alle analyses geformuleerd als de afwezigheid van een verband. In tabel 5 zijn de uitkomsten van de een-factor variantieanalyse te zien.

Tabel 5. Uitkomsten een-factor variantieanalyse.

Verbondenheid met de woonplaats

Verbondenheid met de Hondsrug

Verbondenheid met het Geopark

Antwoordmogelijkheden Gemiddelde

leeftijdscategorie

Gemiddelde leeftijdscategorie

Gemiddelde leeftijdscategorie

Heel erg verbonden 2,37 2,07 2,08

Behoorlijk verbonden 2,91 2,41 2,22

Neutraal 3,15 2,88 2,38

Niet zo erg verbonden 3,96 3,61 3,34

Helemaal niet verbonden 3,13 3,95 3,47

Bij vraag 1, “Voelt u zich verbonden met uw woonplaats”, is de nulhypothese: er bestaat geen verband tussen verbondenheid met de woonplaats en leeftijdscategorie. In tabel 5 is echter te zien dat de een-factor variantieanalyse voor vraag 1 een significante uitkomst heeft. Dit betekent dat er dus wel een verband bestaat tussen verbondenheid met de woonplaats en leeftijdscategorie.

In tabel 6 is te zien dat de mate van verbondenheid afneemt naarmate de leeftijdscategorie jonger wordt ( schaal van 1 als oudste generatie tot 5 als jongste generatie).

Tabel 6. Gemiddelde waarden leeftijdscategorieën.

Deze verschillen zouden te verklaren kunnen zijn door het concept ‘cohort segmentation’. De Silent Generation zal zich meer verbonden voelen met de woonplaats, omdat zij zijn beïnvloedt door andere factoren. Zij komen uit een tijd waarin de woonplaats waarschijnlijk centraal stond in het uitvoeren van hun dagelijkse activiteiten. Terwijl de jongste generatie waarschijnlijk ook meer georiënteerd is op plekken buiten de woonplaats. Helemaal doordat de jongste generatie geboren is in een tijd waarin transport en communicatie veel gemakkelijker zijn. Daarbij komt dat de oudere generatie cohorten over het algemeen een bewuste keuze hebben gemaakt om in hun huidige woonplaats te Verbondenheid met de

woonplaats

Verbondenheid met de Hondsrug

Verbondenheid met het Geopark

Significantie Significantie Significantie

.000 .000 .000

(18)

gaan wonen, terwijl de jongere generaties zich in een andere sociale fase bevinden en zij waarschijnlijk nog niet de bewuste keuze hebben gemaakt voor een specifieke plek. Ook bij de vragen over verbondenheid met de Hondsrug en met het Geopark moet de nulhypothese verworpen worden en geldt het zelfde principe van de ‘cohort segmentation’. Het merendeel van de respondenten gaf echter aan niet bekend te zijn met het Geopark. Toch zijn de oudere generaties meer verbonden met het Geopark dan de jongere generaties. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat zij na uitleg over wat het Geopark is, het Geopark wel als hun omgeving beschouwen.

Ondanks dat er wel een verband is aangetoond tussen leeftijdscategorie en verbondenheid met het Geopark is er geen verband aangetoond tussen leeftijdscategorie en een veranderd gevoel met de woonomgeving door Geopark de Hondsrug. In tabel 7 is de uitkomst te zien van de een-factor variantieanalayse. Dit heeft er waarschijnlijk mee te maken dat het Geopark de Hondsrug nog maar net de status van een Geopark heeft gekregen. Daardoor zal het nog moeilijk aan te tonen zijn of er daadwerkelijk geen verband bestaat tussen leeftijdscategorie en een veranderd gevoel met de woonomgeving of dat dit te wijten valt aan de onbekendheid van het Geopark bij de respondenten.

Tabel 7. Uitkomst een-factor variantieanalyse vraag 5

4.6 VERHUISWENS

Er is een verband aangetoond tussen de verhuiswens van de respondenten en de leeftijdscategorie. De antwoordmogelijkheid “ja, ik wil in het Geopark blijven wonen” wordt gemiddeld het meest door de oudere categorieën beantwoord. De overige twee antwoordmogelijkheden die staan voor de wens om juist te verhuizen uit het Geopark of voor de onverschilligheid om te verhuizen, zijn gemiddeld door de meer jongere leeftijdscategorieën beantwoord (zie tabel 8).

Place attachment houdt een positieve band in tussen een individu en een bepaalde plek, waarbij het belangrijkste kenmerk is dat het individu de neiging heeft om dicht bij een dergelijke plek te blijven (Hidalgo and Hern et al., 2001, pp. 273--281). In dit geval geldt dit voor vooral voor de oudere generaties. Place Veranderd gevoel met de woonomgeving

Significantie .103

(19)

attachment wordt beïnvloed door het dagelijkse leven en in welke fase van de levenscyclus de respondent zit. Het dagelijkse leven van de leeftijdscategorieën zal verschillend zijn en de oudere generaties zullen andere behoeftes hebben dan de jongere generaties(Elabd, 2012). De oudere generaties zullen hun dagelijkse leven meer ingesteld hebben op hun huidige woonplaats dan de jongere generaties die vaak nog moeten studeren, een baan zoeken of die nog gaan samenwonen met een partner. Ook zullen jongere generaties andere behoeftes hebben wat betreft voorzieningen bijvoorbeeld.

Verhuiswens

Antwoordmogelijkheden Gemiddelde

leeftijdscategorie

Significantie Ja, ik wil in het Geopark

blijven wonen

2,32 .000

Nee, ik wil verhuizen uit het Geopark

2,79

Maakt me niet uit 3,31

Tabel 8. Uitkomst een-factor variantieanalyse (gemiddelde leeftijdscategorie met 1 als oudste generatie en 5 als jongste generatie)

4.7 BETROKKENHEID

Er is geen verband gevonden tussen de leeftijdscategorieën en de wens om betrokken te worden bij de organisatie en besluitvorming rondom het Geopark.

Hetzelfde geldt voor het verband tussen de leeftijdscategorieën en de wens om wel of niet vrijwilliger te worden voor het Geopark (zie tabel 9). In het kader van community involvement kan er gezegd worden dat er geen verband bestaat tussen de leeftijdscategorieën en community involvement in het Geopark de Hondsrug. Dat wil niet zeggen dat er geen verband bestaat tussen community involvement en leeftijdscategorieën in het algemeen. De community involvement is in dit onderzoek alleen gemeten met het Geopark de Hondsrug. Dit kan een verklaring zijn voor het niet bestaan van een verband tussen leeftijdscategorieën en de community involvement. Het Geopark is nog “jong” en daarom nog niet zo bekend of soms zelfs totaal onbekend bij de respondenten. Hierdoor hebben de respondenten in de verschillende leeftijdscategorieën nog geen betrokkenheid en waardeoordeel kunnen ontwikkelen over het Geopark.

Wens om betrokken te worden

Wens om vrijwilliger te worden

Significantie Significantie

.174 .086

Tabel 9. Uitkomsten een-factor variantieanalyse

(20)

4.8 FREE ASSOCIATION

Bij vraag 6 werd de respondenten gevraagd drie woorden te noemen die bij hen opkwamen wanneer zij aan de Hondsrug dachten. De respondenten waren geheel vrij in het invullen van deze vraag. Voor de analyse van deze vrije associatie en of er een verschil bestaat tussen verschillende leeftijdscategorieën, is er gekozen om de oudste (Silent generation) en de jongste generatie (Generation Z) met elkaar te vergelijken. Van beide generaties zijn de antwoorden van 50 respondenten geanalyseerd. Er is een vergelijking gemaakt tussen woorden die de respondenten, van de verschillende leeftijdscategorieën, hebben genoemd. In tabel 5 is een beknopt overzicht te zien van het soort antwoorden dat het meest frequent voorkwam in beide generaties.

Silent Generation Generation Z

Heuvels, bossen, historie, prachtig, mooi, cultuur, rustig, natuur

Heuvels, bossen, natuur, hunebedden, Drenthe, benamingen van

school/club/plein/park

Tabel 5. Overzicht meest gegeven antwoorden per generatie

Wanneer de antwoorden van de twee generaties vergeleken worden zijn er een aantal overeenkomsten. Zo worden heuvels, bossen en natuur in beide generaties veel genoemd. Een verschil van de ‘Silent Generation’ ten opzichte van ‘Generation Z’ is dat de respondenten van de ‘Silent Genertion’ woorden als prachtig en mooi veelvuldig hebben ingevuld terwijl deze woorden nauwelijks zijn gebruikt door ‘Generation Z’. Beide generaties hebben een deels verschillende sense of place, waarbij het niet gaat om de fysieke omgeving maar om de interpretaties van de respondenten van die omgeving (Stedman, 2003).

Verschillen in voorstellingen van een bepaalde plek kunnen het gevolg zijn van een andere waardering van hetzelfde verschijnsel door verschillende leeftijdsgroepen (Ryder, 1965). Zo noemen de respondenten van ‘Generation Z’

veel vaker woorden die te maken hebben met een school, sportclub of plein bijvoorbeeld en de respondenten van de ‘Silent Generation’ dus vooral woorden als prachtig en mooi. De ‘Silent Generation’ koppelt de Hondsrug aan het beeld van een prachtig gebied, terwijl ‘Generation Z’ de Hondsrug vooral koppelt aan instituties die de naam Hondsrug hebben. Beide generaties geven betekenis aan

(21)

de Hondsrug als een reflectie van hun sociale en culturele ervaringen. Voor de oudste generatie betekent dat in dit geval dat zij de schoonheid van het gebied centraal staat in hun ervaringen met de Hondsrug. De oudere generatie zal zich meer bewust zijn van het bijzondere gebied waarin zij wonen en zal dit gebied daardoor ook eerder associëren met schoonheid. De jongste generatie daarentegen kent de Hondsrug vanuit hun sociale en culturele ervaringen vooral ook als naam voor de verschillende instituties waar zij mee te maken hebben.

HOOFDSTUK 5- CONCLUSIE

Verbondenheid met een regio is van belang om de lokale bevolking te betrekken bij de duurzame (economische) gebiedsontwikkeling van Geopark de Hondsrug.

In deze scriptie is onderzoek gedaan in hoeverre verbondenheid met Geopark de Hondsrug verschild tussen verschillende leeftijdscategorieën. Verbondenheid is in dit onderzoek verder gedefinieerd als ‘place attachement’, ‘community involvement’ en ‘sense of place’. Aan de hand van deze drie concepten is de mate van verbondenheid gemeten. Als verklarende variabele zijn de leeftijdscategorieën verder uitgewerkt aan de hand van de ‘cohort segmentation’.

Op basis van de resultaten in combinatie met het theoretisch kader kunnen er een aantal conclusies getrokken worden.

Er zijn verbanden gevonden tussen de leeftijdscategorie en de mate van verbondenheid met de woonplaats, verbondenheid met de Hondsrug en verbondenheid met Geopark de Hondsrug. Opvallend is dat de verbondenheid in alle drie de gevallen afneemt naarmate de leeftijdscategorie jonger wordt. Dit zou verklaard kunnen worden door de verschillende factoren die de leeftijdscategorieën hebben beïnvloedt. De oudere generaties komen in eerste instantie uit een periode waarin de woonplaats waarschijnlijk centraler stond in het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten dan nu het geval is bij de jongere generaties. De jongere generaties zijn geboren in een tijd waarin transport en communicatie gemakkelijker zijn. De fase van de levenscyclus zal ook van invloed zijn op de mate van verbondenheid met de plek. Ten opzichte van de oudere generaties bevinden de jongere generaties zich in een andere sociale fase en zullen zij nog niet bewust een keuze gemaakt hebben voor een specifieke plek. Dit is terug te zien in het verband dat is aangetoond tussen leeftijdscategorie en ‘place attachement’. De oudere generaties geven vooral aan in het Geopark te willen blijven wonen, terwijl de jongere generaties het niet erg vinden om te verhuizen of zelfs willen verhuizen. Ook hier zal de fase van de

(22)

levenscyclus waarin de generaties zich bevinden meespelen. In de verschillende cohorten vinden namelijk uiteenlopende processen plaats en hebben verschillende factoren invloed die aanleiding geven tot de al dan niet verhuiswensen van de jongere leeftijdscategorieën (dit zou kunnen zijn studeren, samenwonen, alleen wonen, toetreden op de arbeidsmarkt etc.) (Willaert, 1999).

Er is een interessant verschil gevonden tussen de oudste en jongste generatie wat betreft woorden waaraan zij denken bij “De Hondsrug”. De respondenten van de oudste generatie (Silent Generation) noemen veel vaker woorden die te maken hebben met de schoonheid van het gebied, terwijl de jongste generatie (Generation Z) veel vaker woorden noemt die te maken hebben met instituties die de naam Hondsrug hebben. Beide generaties geven een andere betekenis aan de Hondsrug als een reflectie van hun sociale en culturele ervaringen.

Er is geen verband gevonden tussen leeftijdscategorie en ‘community involvement’. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de vragen in de enquête met betrekking tot ‘community involvement’ meer specifiek over Geopark de Hondsrug gaan. Het toewijzen van de status “Geopark” aan het Hondsruggebied maakt nog geen deel uit van het culturele perspectief en van de normen van elke cohort. Het merendeel van de respondenten gaf namelijk tijdens de enquête aan niet bekend te zijn met Geopark de Hondsrug.

Concluderend kan er gezegd worden dat er wel degelijk een verband bestaat tussen leeftijdscategorie en verbondenheid met de regio, maar er kan niet gesteld worden of dit verband ook specifiek is voor verbondenheid met Geopark de Hondsrug. Daarvoor is in mijn optiek het Geopark nog te “jong” en zal het eerst een plek moeten krijgen in het collectief geheugen van de verschillende leeftijdscategorieën. Wel verwacht ik dat de oudere generaties zich meer verbonden zullen voelen met het Geopark dan de jongere generaties. Het concept van ‘sense of place’ is hierin doorslaggevend, omdat er door de verschillende leeftijdscategorieën een andere waardering wordt gegeven aan hetzelfde verschijnsel. Deze waardering werkt door in de ‘place attachement’ en de ‘community involvement’.

AANBEVELINGEN

Om daadwerkelijke betrokkenheid van de lokale bevolking te stimuleren kan de organisatie van Geopark de Hondsrug zich het beste focussen op de oudere generaties. Zij voelen zich sowieso al meer verbonden met de regio dan de

(23)

jongere generatie en zij bevinden zich in een fase van hun levenscyclus waarin de verbondenheid met de regio sterker is dan geldt voor de jongere generaties.

HOOFDSTUK 6- LITERATUURLIJST

Boys, B. en On. 2012. Sustainable Economic Development: Issue Framing and Opportunities for the Hondsrug Geopark.

Clifford, N., French, S. en Valentine, G. (2010). Key methods in geography. 1st ed.

Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Elabd, A. 2012. Physical and Social Factors in Neighborhood Place Attachment:.

[report] Ann Arbor: ProQuest LLC.

Haartsen, T., Groote, P. en Huigen, P. 2003. Measuring age differentials in representations of rurality in The Netherlands. 19 (2), p. 245–252.

Hidalgo, M. C., Hern en Ez, B. 2001. Place attachment: Conceptual and empirical questions. Journal of environmental psychology, 21 (3), pp. 273--281.

Lebrun, A. (2014). Representations of a Destination City Break. Analysis Based on Free Associations.Journal of Travel \& Tourism Marketing, 31(2), pp.195--210.

Lengen, C. en Kistemann, T. (2012). Sense of place and place identity: Review of neuroscientific evidence. Elsevier, pp.1162–1171

Marinetto, M. 2003. Who wants to be an active citizen? The politics and practice of communityinvolvement.Sociology, 37 (1), pp. 103--120.

(24)

McIntosh-Elkins, J., McRitchie, K. en Scoones, M. (2007). From the silent

generation to generation x, y and z: strategies for managing the generation mix.

pp.240--246.

Norušis, M. 2012. IBM® SPSS® statistics 19 guide to data analysis. Upper Saddle River, NJ: Prentice Hall.

Pennington-Gray, L., Fridgen, J. en Stynes, D. (2003). Cohort segmentation: An application to tourism.Leisure Sciences, 25(4), pp.341--361.

Pretty, G., Chipuer, H. en Bramston, P. (2003). Sense of place amongst adolescents and adults in two rural Australian towns: The discriminating features of place attachment, sense of community and place dependence in relation to place identity. Journal of Environmental Psychology, 23(3),

pp.273--287.

Ryder, N.B., 1965. The cohort as a concept in the study of social change.

American sociological review 30, 843–861.

Statline.cbs.nl, (2014). CBS StatLine. [online] beschikbaar op:

http://statline.cbs.nl/ [Geraadpleegd op 28 mei. 2014].

Stedman, R. (2003). Is It Really Just a Social Construction?: The Contribution of the Physical Environment to Sense of Place. Society & Natural Resources: An International Journal, 16:8, pp.671-685

Studio Wolf, W. 2014. Geopark de Hondsrug, Van alle tijden... - Geopark de Hondsrug. [online] Beschikbaar op:

http://www.geoparkdehondsrug.eu/geopark [Geraadpleegd op 28 Feb 2014].

Survey-onderzoek.nl, (2014). Alles over goed survey-onderzoek. [online]

Beschikbaar op: http://www.survey-onderzoek.nl/repres.html [Geraadpleegd op 28 mei. 2014].

Unesco.org. 2014. What is a Global Geopark? | United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization. [online] Beschikbaar op:

http://www.unesco.org/new/en/natural-sciences/environment/earth-

sciences/global-geoparks/some-questions-about-geoparks/what-is-a-global- geopark/ [Geraadpleegd op 28 Feb 2014].

Vanclay, F. M., Higgins, M. en Blackshaw, A. 2008. Making sense of place.

Canberra: National Museum of Australia Press.

Willaert, D. 1999. Migratieprofielen naar leeftijd voor. [report] Brussel.

(25)

Zuidgeest, M., de Boer, D., Hendriks, M. en Rademakers, J. (2008). Verschillende dataverzamelingsmethoden in CQI onderzoek: een overzicht van de respons en representativiteit van respondenten. TSG, 86(8), pp.455--462.

BIJLAGEN

(26)

BIJLAGE 1: ENQUÊTE

(27)
(28)
(29)
(30)
(31)
(32)

BIJLAGE 2: ONDERZOEKSGEBIED

(33)

BIJLAGE 3 GEOPARK DE HONDSRUG

bron: website Geopark de hondsrug (Studio Wolf, 2014)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze situatie had vele andere praktische consequenties, die bemoeilijkt werden door het feit dat de musea niet alleen met de verantwoordelijke Minister van WVC te

Daarnaast kan uit deze database geput worden wanneer later vergelijkbare informatie gezocht wordt voor bijvoorbeeld een andere stof in dezelfde regio of bij het bepalen

De relatie tussen humusvormen en vegetatietypen hebben we onderzocht door per humusvorm aan te geven welke vegetatietypen voor komen.. Een belangrijk uitgangspunt bij de

Voor de organisatie van de Hondsrug reden om na te denken over hoe zij dat beter onder de aandacht kunnen brengen of hoe zij de focus moeten verleggen naar aspecten van de

Er komt in ieder geval naar voren dat de geologische diversiteit van de Hondsrug wel een belangrijk aspect van de identiteit van de regio is voor mensen die meer kennis hebben

Dat is vreemd, want de groepen bleken eerder niet te verschillen voor wat betreft verbondenheid met de woonplaats en de Hondsrug, terwijl er tegelijkertijd een verband is

De reden dat vraag 11 relevant is voor dit onderzoek, is dat deze goed aansluit op een van de deelvragen die genoemd zijn in hoofdstuk 1, namelijk: in hoeverre zijn de inwoners

De onderzoeksvraag is: wat is het verband tussen burn-out klachten, werkbevlogenheid en het vervullen van de drie psychologische basisbehoeften autonomie,