• No results found

BESLUIT Zaaknummer 1536/VNU

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT Zaaknummer 1536/VNU"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Zaaknummer 1536/VNU - RCV Entertainment

I. MELDING

1. Op 7 september 1999 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat VNU B.V. voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over RCV Entertainment B.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 174 van 10 september 1999. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

II. PARTIJEN

2. VNU B.V. (hierna: VNU) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij is een dochter van VNU N.V.. Deze vennootschap staat aan het hoofd van de VNU-groep, waartoe een groot aantal dochterondernemingen behoort.

3. De VNU-groep is actief op het gebied van het uitgeven van tijdschriften, (regionale) dagbladen, educatieve uitgaven, uitgaven van zakelijke informatie, alsmede op het gebied van entertainment.

4. RCV Entertainment B.V. (hierna: RCV) is een een besloten vennootschap naar Nederlands recht. RCV is een holdingmaatschappij die zeggenschap heeft over een aantal vennootschappen die samen de RCV Groep vormen. RCV heeft twee aandeelhouders: VNU en OMER International

Communications B.V. (hierna: OMER), die beide 50% van het aandelenkapitaal bezitten.

5. RCV is actief op het gebied van het aankopen en exploiteren van

filmrechten in de media, de distributie en exploitatie van films in Nederlandse bioscopen, en de exploitatie van huur- en koopvideo in de Benelux.

III. DE GEMELDE OPERATIE

(2)

IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

7. Voorafgaand aan de operatie is sprake van gezamenlijke zeggenschap van VNU en OMER over RCV. De hierboven, onder punt 7, omschreven transactie leidt ertoe dat VNU uitsluitende zeggenschap verkrijgt over RCV. De gemelde operatie is derhalve een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet.

8. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn VNU N.V. en RCV (hierna: partijen).

9. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.

V. BEOORDELING

10. VNU N.V. is niet werkzaam op de gebieden waarop RCV actief is (aankoop, distributie en/of exploitatie van filmrechten in de media). Evenmin staan partijen in de betreffende bedrijfskolommen in een verticale relatie tot elkaar. Daarom kan met partijen worden geconcludeerd dat er geen te onderzoeken markten zijn.

12. Gelet op het bovenstaande is het niet aannemelijk dat door de

voorgenomen concentratie een machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

VI. CONCLUSIE

13. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

14. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de

Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 27-09-1999

(3)

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze

Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou