• No results found

Gezien het belang van het onderwerp Anima Mundi voor de bewoners van Winssen, wil ik u graag mijn stukken in een vroeg stadium sturen, zodat u alle tijd heeft, deze te bestuderen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Gezien het belang van het onderwerp Anima Mundi voor de bewoners van Winssen, wil ik u graag mijn stukken in een vroeg stadium sturen, zodat u alle tijd heeft, deze te bestuderen."

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Graag inboeken, naar afdeling en op risem plaatsen Met vriendelijke groet,

Ineke Alferink

medewerker Griffie

Gemeente Beuningen

Van Heemstraweg 46, Postbus 14, 6640 AA Beuningen 14 024 | i.alferink@beuningen.nl | www.beuningen.nl

Geachte raadsleden en leden van commissie ruimte,

Gezien het belang van het onderwerp Anima Mundi voor de bewoners van Winssen, wil ik u graag mijn stukken in een vroeg stadium sturen, zodat u alle tijd heeft, deze te bestuderen.

Deze zienswijzen zijn opgesplitst in 8 delen namelijk:

A) Procedurele bezwaren;

B) Technisch-inhoudelijke bezwaren;

C) Ruimtelijk-inhoudelijke bezwaren;

D) Bezwaren t.a.v. verkeer;

E) Bezwaren tegen aantasting flora en fauna;

F) Bezwaren t.a.v. de financiële uitvoerbaarheid;

G) Bezwaren t.a.v. de maatschappelijke uitvoerbaarheid;

H) Bezwaren betreffende mijn persoonlijke woon- en leefomgeving.

Met vriendelijke groet, Antoinette Schepens

From: Ineke Alferink

Sent: vrijdag 10 juli 2015 8:41:27 To: Postregistrator

Cc:

Subject: FW: zienswijzen bestemmingsplan Anima Mundi

Attachments: zienswijzen A.A.J.J. Broeder Schepens 2015 kopie 2.doc

(2)

Aan de gemeenteraad van Beuningen Van Heemstraweg 46

6641AE Beuningen

Betreft: Indiening zienswijzen bestemmingsplan Anima Mundi Uw publicatie dd. 11 mei 2015 rectificatie terinzagelegging

Winssen, 18 juni 2015

Geachte leden van de raad,

Op 19 mei jl. heb ik bij u zienswijzen ingediend inzake bovengenoemd bestemmingsplan. Deze zienswijzen zijn gebaseerd op het voorontwerp- bestemmingsplan omdat door een publicatiefout van uw gemeente op de maatgevende site ruimtelijke plannen.nl niet het ontwerp-bestemmingsplan stond, maar het voorontwerp-bestemmingsplan.

Uw college, meende, blijkens publicatie dd. 11 mei 2015, deze fout te moeten corrigeren door het plan, hangende de eerdere tervisielegging (tot 20 mei), opnieuw ter visie te leggen en wel van 12 mei 2015 tot en met 22 juni 2015. Uw college meende daarbij tevens dat alle naar aanleiding van de vorige publicatie ingediende zienswijzen niet “opnieuw ingediend hoeven te worden”.

In mijn zienswijzen aan u van 19 mei heb ik al aangegeven dat dit geen juiste procedure is, omdat, formeel-juridisch gezien, de eerder ingediende zienswijzen betrekking hebben op het voorontwerp en niet op het ontwerp en het niet aangaat dat, terwijl er nog een tervisielegging loopt, door uw college wordt “ingebroken” met een andere tervisielegging over hetzelfde plan.

E.e.a. klemt temeer omdat het ontwerpbestemmingsplan afwijkt van het voorontwerpbestemmingsplan.

Daarom dien ik bij u opnieuw mijn zienswijzen in, gebaseerd op het ontwerpbestemmingsplan dat tot en met 22 juni ter inzage ligt. Deze zienswijzen zijn opgesplitst in acht delen:

A) Procedurele bezwaren

B) Technisch-inhoudelijke bezwaren C) Ruimtelijk-inhoudelijke bezwaren D) Bezwaren t.a.v. verkeer

E) Bezwaren tegen aantasting flora en fauna

F) Bezwaren t.a.v. de financiële uitvoerbaarheid

(3)

G) Bezwaren t.a.v. de maatschappelijke uitvoerbaarheid

H) Bezwaren betreffende mijn persoonlijke woon- en leefomgeving

A. Procedurele bezwaren

Zoals hierboven reeds aangegeven, is door uw college erkend dat er door de gemeente t.a.v. de terinzagelegging een fout is gemaakt. Het college heeft daarop het plan opnieuw ter inzage gelegd, terwijl de eerdere

terinzagelegging nog niet was afgerond met een raadsbesluit. Er lopen nu dus twee bestemmingsplanprocedures over Anima Mundi.

Het college is m.i. niet bevoegd om in te grijpen in een procedure die inmiddels bij de raad berust. De taak van het college houdt bij

bestemmingsplannen immers op na afronding van de inspraak, als het

college het desbetreffende plan voor verdere afhandeling naar de raad heeft doorgestuurd. Daarna gaat de beslissingsbevoegdheid over naar de raad. De handelwijze van het college heeft effect op de rechtszekerheid en op de rechtsgeldigheid van beide procedures.

Dat geldt eveneens voor het door het college ingenomen standpunt (per brief dd. 8 mei 2015) om alle zienswijzen met betrekking tot de huidige

tervisielegging ook te beschouwen als zienswijzen t.a.v. de tweede tervisielegging. Er ontstaat rechtsongelijkheid omdat de ene zienswijze

betrekking heeft op het voorontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin opgenomen informatie (en strikt formeel als niet meer dan inspraak te beschouwen is), terwijl de andere zienswijze een reactie is op het

ontwerpbestemmingsplan en gebaseerd is op de daarin gegeven informatie.

Deze informatie wijkt op een aanzienlijk aantal onderdelen af van die in het voorontwerp en is bovendien uitgebreid met een rapport over de ecologie en een rapport over het verkeer. Op deze rapporten kan ik derhalve pas nu reageren.

Ik verzoek uw raad dan ook om bij uw besluit de daarvoor staande wettelijke vereisten in acht te nemen en behoud mij t.a.v. de algehele door het college gevolgde procedure alle rechten voor.

Daarnaast is mij gebleken dat niet alle relevante documenten door het college voor inspraak zijn vrijgegeven. Met name de verbeelding ontbrak, een essentieel onderdeel in een bestemmingsprocedure. Deze verbeelding ontbreekt nog steeds op de gemeentelijke website. Daarnaast ontbreekt op de websites (zowel van gemeente als op ruimtelijke plannen.nl) de

reactienota van het college op de ingebrachte inspraak. De bijlagen zijn slechts reacties van voor- en tegenstanders.

Wat deze bijlagen betreft: deze zijn bij uw gemeente ingediend nog voordat (!) het voorontwerpbestemmingsplan voor inspraak door het college is

vrijgegeven. Ze zijn dus niet gekoppeld aan het

voorontwerpbestemmingsplan, terwijl dit wel min of meer gesuggereerd

(4)

wordt door de gelijktijdige publicatie.

Opvallend daarbij is dat de reacties van de voorstanders voor een groot deel bedrijfsgerelateerd zijn en ook van buiten Beuningen komen, tot hotel Val Monte in Berg en Dal aan toe, terwijl, op een na, alle reacties van de tegenstanders afkomstig zijn van de bewoners van Winssen. Daarenboven verzuimt het college om in de Reactienota Tegenstanders melding te maken van de indertijd aan de functionele wethouder afgegeven 100

handtekeningen tegen Anima Mundi.

Informatieverschaffing door het college aan uw raad hoort compleet en zonder enige vooringenomenheid te zijn. Ik verzoek u dan ook om een oordeel uit te spreken over het verzuim van het college om de in 2013 aan het college overhandigde 100 handtekeningen tegen Anima Mundi niet in de Reactienota Tegenstanders op te nemen en deze dus ook niet langs deze weg aan uw raad kenbaar gemaakt heeft. Tevens is het opvallend en incorrect dat in de bijlagen van de toelichting op het bestemmingsplan slechts een beperkte selectie is opgenomen van de reacties uit de

inspraakronde?? De overgrote meerderheid van reacties van tegenstanders is niet opgenomen in de bijlage. De bijlage en daarmee het

ontwerpbestemmingsplan geeft daardoor een volstrekt verkeerde

voorstelling van zaken. Ook hierover verzoek ik u een oordeel te geven.

Ik maak er tevens bezwaar tegen dat, op een enkeling na, het college zonder enige motivering gekozen heeft voor het anoniem maken van en dus voor het geheim houden van de namen en adressen van de reactanten. Ook hierover vraag ik uw raad om een uitspraak.

Verder verbaast het mij dat het ontwerpbestemmingsplan, met name de tekst betreffende de inpassing van Anima Mundi in het beleid van rijk, provincie, regio en gemeente (Hoofdstuk 2, Gebiedsvisie,) aanzienlijk gewijzigd is ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan. Deze wijzigingsvoorstellen staan niet vermeld in de reactienota van het college.

Het is dus volstrekt onduidelijk hoe en in opdracht van wie deze wijzigingen tot stand zijn gekomen. Naar mijn mening hoort het zo te zijn dat op een ter inspraak vrijgegeven bestemmingsplan ALLE inspraakreacties in een

reactienota worden opgenomen en vervolgens voorzien worden van een commentaar van het college. Dat blijkt hier dus kennelijk niet gebeurd te zijn en dat schaadt de transparantie en openheid. Ik verzoek uw raad dan ook om ook op dit punt uw oordeel uit te spreken. Let wel: het gaat hier niet om technische ambtelijke wijzigingen, maar om de cruciale vraag: waarom dit bouwwerk op deze plaats. Een verder gebrek aan transparantie en openheid is dat van degenen waarvan de reactie wél in de reactienota staat, opnieuw de afkomst (naam, adres) is weggelaten. Ook hier rust m.i. geen

geheimhouding op. En ook hier maak ik bezwaar tegen de door het college

gevolgde werkwijze.

(5)

B. Technisch-inhoudelijke bezwaren

Het gebied waar Anima Mundi op geprojecteerd is, maakt onderdeel uit van het in 2011 door uw raad vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. In dat bestemmingsplan heeft genoemd projectgebied de hoofdbestemming Natuur met als nadere aanduiding: behoud, beheer en herstel van de landschappelijke waarden en natuurwaarden. Deze bestemming is nog steeds van kracht op het projectgebied. Het enige verschil met het bestemmingsplan 2011 is dat in het onderhavige bestemmingsplan beeldende kunstwerken zijn toegevoegd.

Het gaat daarbij in het onderhavige geval echter niet om een kleinschalig beeldhouwwerk als aankleding voor de omgeving, maar om een massale combinatie van over vrijwel de gehele bestemming geprojecteerde

grootschalige elementen van ongekend grote afmetingen: circa 100 meter lang, 12 meter breed, 7 meter hoog, en daaromheen nog eens minimaal 4 meter onderhoudsruimte. Daarmee wordt de bestemming Natuur geweld aangedaan. Door het bouwwerk kan er ter plaatse geen sprake meer zijn van behoud van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden. Al het groen verdwijnt om plaats te maken voor staal en (half)verharding.

In zowel het bestemmingsplan 2011 als het thans voorliggende plan zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan en alleen indien zij ten dienste staan van de bestemming. In de eerste plaats is het nog maar de vraag of er in de zin van het bestemmingsplan en in ruimtelijke-ordeningszin nog sprake is van een bouwwerk, gezien de enorme afmetingen van het geheel. Wat betreft de toevoeging “ten dienste van de bestemming”: daar is geen sprake van omdat de natuur immers geheel verdwijnt.

Daarnaast mag het gehele plangebied tot aan de bestemmingsgrens volgezet worden met “beeldende kunstwerken” en mag er zelfs zoveel gebouwd

worden dat er een nagenoeg gesloten ommuring kan ontstaan, zolang er maar om de 3 meter een kleine vrije ruimte open blijft. De enige restrictie is immers dat beeldende kunstwerken bij een hoogte van meer dan 1,3 meter, niet breder mogen zijn dan 3 meter. Het plan maakt dus al een rondom aaneengesloten muur van maximaal 1,3 m hoog mogelijk. Mochten de initiatiefnemers hun bouwwerk in die zin willen wijzigen, dan kan hun

bestemmingsplantechnisch geen strobreed in de weg gelegd worden en kan hun bouwaanvraag alleen wegens strijdigheid met het Bouwbesluit en het Welstandsadvies geweigerd worden.

Daarnaast mogen er op grond van de Regels (Artikel 3 Natuur-1, onderdeel

3.2. Bouwregels, sub 3.2.2.b, Maatvoering) bouwwerken ten behoeve van

informatievoorzieningen, entreevoorzieningen, dan wel schuilvoorzieningen

van maximaal 3 meter opgericht worden. Aan de hoeveelheid en de omvang

(6)

van al deze bouwwerken is geen enkele beperking opgelegd. Het hele plangebied mag dus, behalve met een beeldend kunstwerk, ook nog eens met een ongelimiteerd aantal bouwwerken zoals hierboven vermeld, volgezet worden. Het hoeft geen betoog dat ook dit totaal niet strookt met de aan het gebied gegeven bestemming: Natuur. Bovendien staan de Regels van het bestemmingsplan toe (zie Artikel 3, Natuur, 3.1.2. b) dat er ter

ondersteuning van het recreatief medegebruik in het hele plangebied paden, banken, picknicktafels, bewegwijzering e.d. aangelegd/opgericht mogen worden. Er mag dus ook nog eens een onbegrensd aantal van dit soort voorzieningen geplaatst worden. Ten aanzien van de paden is nergens vastgelegd hoe de ontsluiting van het kunstwerk geregeld is en of het om een openbaar terrein, dan wel een privéterrein gaat. Dit laatste is van belang met betrekking tot de toegankelijkheid. Graag uw uitspraak hierover.

Om niet nader verklaarde redenen zijn verder de horizontale dwarsbalken die over de volle breedte van het bouwwerk komen te liggen, met daarop de tekst ”Anima Mundi”, uitgesloten van de maximaal toegestane afmeting van 3 meter. In artikel 3.2.2. maatvoering, onderdeel c.3, van de Regels is immers bepaald “dat de horizontale dwarsliggers niet meegerekend worden bij de breedte van een beeldend kunstwerk”. Dat betekent in wezen dat het hele plangebied ook nog eens volgezet mag worden met zgn. “horizontale dwarsliggers”, zolang er maar geen sprake is van een gebouw. Gebouwen zijn immers niet toegestaan.

En alsof dat nog niet alles is, is in de Regels het verbod om binnen de

bestemming Natuur-1 (Artikel 3) zonder omgevingsvergunning de bodem te egaliseren, te vergraven of op te hogen niet meer in het

ontwerpbestemmingsplan opgenomen. Dit verbod is verhuisd naar de bestemming Waterstaat-Waterkering (Artikel 6). Dit betekent dat de in het voorontwerp onder de bestemming Natuur-1 (Artikel 3) genoemde criteria om al dan niet een omgevingsvergunning te verlenen, nl. dat “de

werkzaamheden niet mogen leiden tot een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke- en natuurwaarden”, niet meer gelden. Zij

hebben plaats gemaakt voor uitsluitend waterstaatkundige criteria. Dit blijkt klip en klaar uit Artikel 6 (Waterstaat-Waterkering, onderdeel 6.4.3. Toetsing aan Aanwezige Waarden): “De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering”.

Kortom: De juridisch bindende Regels staan toe dat de beoordeling of het projectgebied door afgraven, ophogen of egaliseren onevenredig wordt aangetast, louter en alleen geschiedt op basis van waterstaatkundige

criteria. Criteria t.a.v. landschap en natuur doen niet ter zake. Ik maak hier

ernstig bezwaar tegen.

(7)

Het kan niet zo zijn dat uw raad, die in 2011 heeft bepaald dat dit gebied bestemd is om de aanwezige natuur- en landschapswaarden te behouden en zelfs te versterken, en die dat ook nog heeft bevestigd in het nu

voorliggende plan door handhaving van de bestemming “Natuur”, hier, ruim binnen de planperiode van 10 jaar van het bestemmingsplan, een radicale koerswijziging zou willen inzetten, juist ten koste van die door u toch gekoesterde natuur- en landschapswaarden. U tast daarmee de

geloofwaardigheid en rechtszekerheid van uw eigen beleid aan. Dit klemt temeer nu u in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald dat het

dijkmagazijn dat op nog geen 35 m van de projectlocatie afligt, niet (!) uitgebreid mag worden, noch met gebouwen noch met bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Dan doet u toch het vertrouwen van uw bewoners in u geweld aan door op een steenworp afstand van het dijkmagazijn wel een bouwwerk toe te staan dat de maatvoering van het dijkmagazijn vele malen overstijgt!

Daar komt nog bij dat u eveneens in het bestemmingsplan 2011 heeft bepaald en in het thans voorliggende bestemmingsplan volledig hebt

overgenomen, dat er binnen het kader van de toegestane functie “extensief recreatief medegebruik” alleen beperkte recreatieve voorzieningen zijn toegestaan, zoals de al genoemde paden, banken, picknicktafels,

bewegwijzering e.d. Hoe kunt u deze kleinschalige ingrepen dan rijmen met een bouwwerk dat de grootte van bijv. een picknicktafel verre te boven gaat??

C. Ruimtelijk-inhoudelijke bezwaren C.1. Ruimtelijke analyse

Als men wil weten of een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling past in de omgeving zal men allereerst een heldere analyse moeten maken van de bestaande ruimtelijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van die omgeving. Deze analyse ontbreekt volledig. Men heeft voor het kunstwerk deze plek bepaald in plaats van dat men heeft bepaald of deze plek wel om dit kunstwerk vraagt. Men is uitgegaan van het

kunstwerk en heeft daaromheen een “passende omgeving” gecreëerd. Dit wordt ook volmondig in de toelichting op het bestemmingsplan toegegeven.

Daarin staat dat het kunstwerk vraagt om een locatie op de dijk met aan de

ene kant de uiterwaarden en aan de andere kant een bos als coulisse. Er

wordt op geen enkele manier gemotiveerd WAAROM het kunstwerk om zo’n

soort locatie vraagt. Er wordt evenmin gemotiveerd waarom de plek om een

kunstwerk vraagt. Kortom: men is niet uitgegaan van een plek die om een

kunstwerk vraagt, maar van een kunstwerk dat om een plek vraagt. Het is

zelfs zo dat indertijd het rivierloze en coulisseloze eiland Pampus als locatie

(8)

in beeld was en zelfs het drukke Malieveld middenin in de stad Den Haag (zie toelichting best.plan blz. 3.)

De locatie strookt evenmin met de uitgangspunten die de heer Kortekaas nota bene zelf heeft vastgelegd in zijn zgn. Manifest dd. 1995. In dit Manifest, een dik boekwerk met veel foto’s, besteedde hij al uitvoerig

aandacht aan Anima Mundi. Hij schrijft daarin dat “Anima Mundi per definitie uit een keten van open tempels bestaat die bij voorkeur te realiseren zijn op locaties die internationale samenwerking en samenleving symboliseren”.

Het hoeft geen betoog dat de achteraf-locatie op een stukje dijk bij een klein dorpje in Maas en Waal, waar alleen een toevallige passant langskomt, een totaal andere is dan de kunstenaar zelf in zijn Manifest voor ogen heeft. Nog daargelaten dat er op deze manier van de zgn. door hem gewenste ”keten”

niets terecht komt.

De gemeente Beuningen beschikt niet over een Beeldkwaliteitsplan. Soms wordt voor een ontwikkeling of plan een beeldkwaliteitsplan voor die plek opgesteld, aldus de gemeente in antwoord op een vraag mijnerzijds, maar dat is niet verplicht en t.a.v. Anima Mundi is het niet gebeurd. Dat is

onbegrijpelijk, gelet op de enorme omvang van het kunstwerk en de impact ervan op de omgeving. Er is evenmin gekeken of het bouwwerk voldoet aan de Welstandsnota. E.e.a. betekent dat het college van B&W een besluit over de locatie van Anima Mundi heeft genomen zonder ook maar de geringste onderbouwing. Ik hoop en verwacht dat u, raadsleden, niet ook zo

lichtvaardig omgaat met ons historisch en landschappelijk erfgoed.

C.2 De kunstcommissie

Een en ander komt in een nog ander daglicht te staan gezien de verslagen van de kunstcommissie van de gemeente Beuningen.

C.2.1. Uit het verslag van de kunstcommissie van 16 sept. 2013 blijkt dat het echtpaar Kortekaas “op termijn af wil van de Tempelhof en dat er inmiddels gesprekken zijn geweest met partijen (leden Harten 4 Groep).”

Uit het verslag van de kunstcommissie van 2 december 2013 blijkt dat de heer en mevr. Kortekaas aanwezig zijn om “de huidige situatie rondom AM toe te lichten”. Zij “wensen als huidige locatie de Bosbiesewaard omdat dit voor hen de perfecte locatie is, vooral omdat de ligging dichtbij Tempelhof is”. Andere locaties in Beuningen (Doddendaal, Roodslag, Beuningse Plas) werden door de heer en mevrouw Kortekaas afgewezen.”

Verder geeft de voorzitter van de kunstcommissie, wethouder Plaizier, aan

dat “een bestemmingsplanwijziging nodig is omdat Anima Mundi gezien

wordt als een bouwwerk en niet als een kunstwerk.” Dit laatste doet

overigens wel de vraag rijzen vanaf welk moment een kunstwerk een

(9)

bouwwerk wordt (?)

Uit beide verslagen valt het volgende te concluderen:

a) De heer en mevrouw Kortekaas hebben ZELF de locatie voor Anima Mundi bepaald en NIET de kunstcommissie, NOCH de gemeente Beuningen.

b) De heer en mevrouw Kortekaas wensen een locatie voor Anima Mundi

“dichtbij” hun eigen Tempelhof. Maar zij willen ook de Tempelhof “afstoten”

(lees: verkopen) en zijn daarover al met “partijen” als de Harten4Groep in gesprek geweest. Harten4Groep is een vereniging van hoofdzakelijk

ondernemers (o.a. vastgoed) en bestuurders in Beuningen. Dat wil zeggen dat de toekomst c.q. de toekomstige exploitatie van de Tempelhof (betaalde entree) gekoppeld is aan de nabije aanwezigheid van Anima Mundi. Het lijkt mij een daad van goed bestuur als u als raad, gelet op de kennelijke relatie tussen Anima Mundi en de Tempelhof, zich nader laat informeren over deze plannen.

C.2.2. In het verslag van de kunstcommissie van 14 april 2014 stelt de kunstcommissie nadrukkelijk het volgende: “Men heeft positief geadviseerd over plaatsing van Anima Mundi en niet over de locatie”.

Dat betekent dat de kunstcommissie GEEN STANDPUNT ingenomen heeft omtrent de locatie aan de dijk bij Winssen. Dat betekent dat het college zonder te beschikken over een locatie-advies van de kunstcommissie een besluit heeft genomen om Anima Mundi op de dijk bij Winssen te plaatsen.

In antwoord op mijn vraag hieromtrent heeft de gemeente dit schriftelijk erkend: er is door de kunstcommissie geen enkel advies uitgebracht aan het college en het collegebesluit omtrent Anima Mundi is zonder enig advies van de kunstcommissie tot stand gekomen.

Adviescommissies worden niet voor niets door een gemeente ingesteld. Dat geldt ook voor de kunstcommissie. U heeft als gemeenteraad indertijd de Verordening Kunstcommissie vastgesteld. Daarin heeft u het volgende opgenomen: “De kunstcommissie heeft tot taak B&W desgevraagd of uit eigener beweging van advies te dienen met betrekking tot het geven van kunstopdrachten, het verrichten van kunstaankopen, de uitvoering van de 1%-regeling beeldende kunst, alsmede alle andere zaken betreffende het gemeentelijk kunstbeleid”.

Gelet op de enorme impact van het bouwwerk had het in de eerste plaats op de weg van het college moeten liggen om de kunstcommissie om advies inzake Anima Mundi te vragen. Het college heeft dit zonder enige motivering nagelaten. In het verlengde hiervan had de kunstcommissie zelf een advies aan B&W kunnen en moeten aanbieden. Ook dat is niet gebeurd. De

kunstcommissie is dus ook in verzuim gebleven. Dat betekent dat alle

verwijzingen naar de kunstcommissie aangaande Anima Mundi geen enkele

(10)

status hebben en derhalve door het college niet als argument pro plaatsing mogen worden aangedragen.

De kunstcommissie is een onafhankelijke commissie die de gemeente gevraagd en ongevraagd adviseert. Dan kan en mag het niet zo zijn dat de wethouder cultuur daar deel van uitmaakt, zelfs als voorzitter, zoals uit de verslagen blijkt. E.e.a. betekent dat de wethouder als lid van de

kunstcommissie advies uitbrengt over zijn eigen beleid als wethouder.

Daarmee wordt de onafhankelijkheid van de commissie geweld aangedaan.

Dit geldt dus ook t.a.v. Anima Mundi.

In het voorontwerp bestemmingsplan (toelichting blz. 11) heeft het college ten onrechte gesteld dat de kunstcommissie “het kunstwerk Anima Mundi op deze plek unaniem omarmt”. Door het opvragen van de verslagen van de kunstcommissie ben ik erachter gekomen dat dit niet waar is. Het is de taak van het college om zijn bewoners juist en volledig te informeren en niet om hen op het verkeerde been te zetten. In de reactienota van het college dd.

30 maart 2015 op de inspraak maakt het college het er niet beter op. Het college schrijft: “Bij haar (lees: de kunstcommissie) advisering was de locatie voor dit kunstwerk nog niet bekend”.

Navraag bij de secretaris van de kunstcommissie leerde mij dat de

kunstcommissie GEEN ADVIES aan B&W heeft uitgebracht, ook niet nadat de locatie bekend was! Er zijn alleen vergaderverslagen.

Een onjuiste voorstelling van zaken omtrent de kunstcommissie is overigens ook door het echtpaar Kortekaas naar buiten gebracht. In hun verzoek aan de Harten 4 Groep om hun plan met een adhesiebetuiging aan de gemeente te ondersteunen stellen zij dat o.a. “de kunstcommissie de plek en haar monumentaliteit positief honoreert”. Daarmee zijn de op deze mededeling ingegeven adhesiebetuigingen op onjuiste gronden gebaseerd.

C.3. De betekenis van het kunstwerk

Dat er langs de dijk sprake is van een “bijzondere relatie tussen

mens/samenleving en omgeving” (zie toelichting bestemmingsplan blz. 3) rechtvaardigt nog niet dat er voor deze relatie op de dijk bij het dorp Winssen een kolossaal bouwwerk nodig is in de vorm van een (citaat best.plan):

“21

ste

eeuwse universele tempel als manifeste inspiratiebron voor de ingrijpende veranderingsprocessen in onze samenleving, bedoeld om:

- “op te roepen tot bezinning”,

- “een inspirerend verbindend platform te bieden in het zoeken naar

antwoorden op de drie grote levensvragen: wie ben ik, wat is de zin van mijn

leven, hoe geef ik mijn leven vorm”,

(11)

- “het keerpunt te verbeelden in het westers materialistische denken”

- “als pelgrimsoord te dienen met een mythische dimensie”, - “een “proces van ik naar wij” gestalte te geven,

- “ons bewust te maken dat we als mens deel zijn van de alles en allen verbindende oerstroom”.

Als dit alles de waarde van dit bouwwerk moet zijn, als dit de boodschap en de spirituele lading zijn die het bouwwerk moet uitdragen (“anima mundi, ziel van de wereld”), dan rijst ontegenzeggelijk de vraag waarom dan alleen een afgelegen stukje dijk bij een klein dorpje, met als bezoeker alleen de

“toevallige passant” daarvoor de enig geschikte locatie is.

Als dit de gedachte achter het kunstwerk is, dan moet men niet zoeken naar een locatie die qua attentiewaarde “hoofdzakelijk gericht is op de toevallige, niet-frequente voorbijganger” (zie toelichting best.plan), maar naar een verblijfslocatie waar deze gedachte overgebracht kan worden, naar een locatie die een grote bezoekersstroom aan kan, naar een locatie die geen frictie oplevert met de karakteristieken van de bestaande omgeving.

C.4. De waarde van de plek

Waar gaat het hier werkelijk om? Wat is de werkelijke waarde van de plek op de dijk bij Winssen?

De werkelijke waarde is gelegen in het gegeven dat hier zes elementen op een harmonieuze manier samen komen: de dijk zelf als uiting in de strijd tegen het water, het dijkmagazijn als cultuurhistorisch relict uit de tijd van de (..), het weidse en beschermde rivierenlandschap aan de ene kant van de dijk, het waardevolle en eveneens beschermde bos van de Biezenwaard aan de andere kant, de dijkhellingen met hun uitbundige flora die aan de

binnenkant extra beleefd kan worden vanwege de bocht in de weg, en (vanuit het oosten) het zicht op de oude dorpstoren van Winssen.

Dat zijn de werkelijke waarden van de plek, dat is de echte “genius loci”. Het is al een plek van bezinning, een plek waar je als het ware de stilte kunt horen, een plek waar je tot rust komt. Daar is geen enkele toevoeging voor nodig.

Door het oprichten van Anima Mundi gaan al deze waarden, al deze karakteristieken verloren. Het dijklichaam moet aan de binnenkant

aanzienlijk uitgebreid worden om plaats te bieden aan het bouwwerk met

alle gevolgen van dien voor het onder aan de dijk aanwezige, tot de

ecologische hoofdstructuur behorende struweel (o.a. verdwijning

nestplaatsen). Het zicht vanuit het oosten op het dijkmagazijn en de

kerktoren verdwijnt achter de enorme omvang van het bouwwerk. Ook

vanuit het westen wordt de horizon vervuild doordat het bouwwerk hoog

boven het maaiveld uit zal steken. Daarenboven wordt, als men op de dijk

direct tegenover het bouwwerk staat, ook het zicht op het fraaie broekbos

(12)

van de Biezenwaard verstoord. Alle aanwezige flora verdwijnt op de plek waar het bouwwerk komt te staan en de stelling dat men de aanwezige flora op de dijkhelling wel weer terug zal brengen is niet meer dan een aanname.

Het leefgebied van dieren die deels in het bos, op en langs de dijk en in de uiterwaarden foerageren wordt verstoord door de barrierewerking van het kunstwerk. Naar de aanwezigheid van beschermde flora en fauna is slechts een minimaal onderzoek ingesteld (zie hieronder onder E).

Naast de fysieke impact komt het bouwwerk ook gevoelsmatig niet bepaald positief over. Veertien “Rechters der Tijden”, zoals het echtpaar Kortekaas de figuren noemt, stralen, gezeten op hun hoog boven de nietige mens

verheven troon, pure macht uit, klaar om een oordeel te vellen.

En zijn de zes in de gemeente Beuningen al aanwezige beeldhouwwerken van Kortekaas nog niet genoeg?

C.5. De plaats van het bouwwerk

Men noemt het een “transparant kunstwerk”, en voegt daar ten “bewijze”

een suggestieve en misleidende “artist impression” aan toe, met voor de mens als standplaats een plek halverwege het kunstwerk onderaan de dijk aan de kant van de uiterwaarden. (zie toelichting best.plan). Niemand gaat daar staan! De realiteit is dat men, komende zowel vanuit het oosten als het westen het kunstwerk ervaart als een gesloten wand van stalen beelden. Zo werkt immers het perspectief. Pas als men er direct voor staat zijn er enige openingen zichtbaar en ook die worden weer kleiner naarmate de kijkafstand groter wordt.

C.6. Maat en schaal

Gesteld wordt dat het kunstwerk “past in de maat en schaal van de omgeving”. Een gotspe!! Geen enkel bouwwerk langs de hele dijk is (de onderhoudsstrook meegerekend) bijna 110 meter lang, circa 20 meter breed en, gerekend vanaf de kruin van de dijk, meer dan 7 meter hoog. Wie op de dijk staat kijkt eerst tegen een talud van “ongeveer” (!) 70 cm aan (nodig omdat men niet in de dijk mag graven), dan tegen een over de hele lengte doorlopende gesloten balk van bijna een halve meter hoog en daartussenin beelden van meer dan 6,5 meter hoog. Het is zelfs nodig om de huidige maat en schaal nog verder met een extra stuk dijk, de zgn. “aanberming” aan te tasten, als ware het een dijkverzwaring.

C.7. Dijkverzwaring?

Onder het mom van dijkverzwaring wil men de eertijds al verbrede dijk aan

de kant van de beschermde Biezenwaard nog verder verbreden, omdat het

bouwwerk er anders niet in past. De dijkverzwaring is in de jaren ‘80 al

(13)

uitgevoerd, juist aan de rivierkant om het binnendijkse beschermde gebied niet aan te tasten. Dat er nu opnieuw en merkwaardig genoeg alleen (!!!) op de plek waar het bouwwerk moet komen te staan een dijkverzwaring nodig is, is een compleet verzonnen argument. Zijn er stukken waaruit blijkt dat het Waterschap aangegeven heeft dat een dijkverzwaring hier nodig is?

Absoluut niet!! Overigens is het het beleid van het rijk om bij

rivierverruimende maatregelen pas in allerlaatste instantie over te gaan tot dijkaanpassing.

Ik heb al op 19 oktober 2014 het college verzocht (aangetekende brief) om mij te informeren over de stand van zaken omtrent de waterstaatkundige vergunning. Op 21 oktober 2014 kreeg ik als antwoord dat ik binnen 4 weken inhoudelijk antwoord op mijn brief zou krijgen. Dat antwoord heb ik nimmer ontvangen.

Ook wat deze informatie betreft gaat het college dus onzorgvuldig te werk.

C.8. De argumentatie uit het bestemmingsplan zelf

Als men de toelichting van het bestemmingsplan goed leest, dan komt men tot de conclusie dat deze toelichting, in weerwil van de intenties van de

initiatiefnemers, alleen maar een pleidooi is om het bouwwerk JUIST NIET op de gekozen locatie te realiseren. Zie hieronder de punten 1 tot en met 6.

1) Het programma WaalWeelde

De doelstellingen van de visie WaalWeelde betreffen, aldus het

bestemmingsplan, 7 thema’s, waaronder natuur, recreatie/ toerisme en cultuurhistorie. Anima Mundi is veeleer een eigentijds conceptueel

bouwwerk, en bepaald geen uiting van cultuurhistorie; het heeft ook geen relatie met natuur (de natuur ter plaatse van het bouwwerk verdwijnt immers); en het heeft evenmin een bijzondere recreatieve

aantrekkingskracht, want het zal, aldus het bestemmingsplan, voornamelijk bekeken worden door de toevallige, niet-frequente passant. WaalWeelde heeft bovendien alleen betrekking op de Waal en haar uiterwaarden (zie bestemmingsplan).

2) De Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening Gelderland

Het bestemmingsplan stelt dat de provincie in deze beleidsdocumenten o.a.

“streeft naar het beter benutten van gebiedskwaliteiten met respect en aandacht voor cultuur en cultuurhistorie”.

Het beter benutten van gebiedskwaliteiten houdt uiteraard niet in dat men deze totaal ondergeschikt maakt aan een nog op te richten, de omgeving zwaar overheersend bouwwerk met de afmetingen van Anima Mundi. De provincie heeft het ook over respect en aandacht voor cultuur EN

cultuurhistorie. Nergens is te lezen dat de provincie streeft naar het

openbreken van de landschapswaarden en de cultuurhistorie ten gunste van

(14)

grootschalige 21

ste

eeuwse conceptuele kunst.

3) Ruimtelijke Verordening Gelderland - Ecologische Hoofdstructuur

Het plangebied is, aldus het bestemmingsplan, “gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur”. Dat betekent, aldus nog steeds het bestemmingsplan, “dat in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen worden

toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van een gebied significant worden aangetast. Uitzonderingen zijn alleen toegestaan als er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van groot openbaar belang”.

Het is evident dat op de plek waar het bouwwerk moet komen te staan de wezenlijke kernwaarden significant worden aangetast. De natuur verdwijnt er immers geheel onder staal en halfverharding. Daarenboven leidt de aanberming ertoe dat ook een deel van de aangrenzende beschermde Biezenwaard wordt aangetast omdat deze aanberming deels in de

Biezenwaard komt te liggen. Het is ook evident dat hier geen sprake is van een groot openbaar belang en men kan evenmin staande houden dat er in heel Nederland geen andere plek voor het bouwwerk te vinden is dan hier.

Het al of niet aanwezig zijn van beschermde soorten is dus niet zozeer aan de orde. Doorslaggevend is dat niet voldaan wordt aan de hierboven, in het bestemmingsplan zelf (!) genoemde randvoorwaarden die op een EHS-gebied van toepassing zijn. Zie verder onder E.

4) Regionaal Plan 2005-2020

In het Regionaal Plan van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen wordt, aldus het bestemmingsplan “gezocht naar nieuwe hoogwaardige functiecombinaties van natuur, water, cultuurhistorie, landbouw, recreatie en wonen.

Kleinschalige initiatieven kunnen d.m.v. een recreatief netwerk verbonden worden. Door de concreet aanwezige cultuurhistorische patronen, relicten en objecten in het landschap zichtbaar te houden of te versterken wordt de identiteit van de regio versterkt en wordt aangesloten bij de recreatieve en toeristische behoeften”.

Het gaat hier dus om kleinschaligheid, om natuur en om cultuurhistorie. Met de beste wil van de wereld is het kunstwerk Anima Mundi niet in te passen in deze drie definities. Het is, zoals gezegd, allesbehalve kleinschalig, de natuur ter plaatse verdwijnt en het is een eigentijds, hypermodern kunstwerk en geen cultuurhistorisch object.

Dus ook hier geeft het bestemmingsplan impliciet zelf aan dat het bouwwerk evenmin past in het Regionaal Plan.

5) Gemeentelijk beleid - Strategische Visie

In deze visie gaat het, volgens het bestemmingsplan, “om het respecteren

en waar nodig versterken van de groene kwaliteiten. De groene kwaliteiten

die de gemeente wil behouden en accentueren zijn o.a. de natuurlijke

uiterwaarden en het karakteristieke oeverwal-landschap. Een van de zes

(15)

kernambities betreffen de Waal, de uiterwaarden, de dijken, de fruitteelt en de kleinschalige landschappen rond de oeverwal. De gemeentelijke ambitie voor de toekomst is om de unieke eigenschappen van de verschillende landschappen en de onderlinge verbindingen te behouden en verder te versterken”. Aldus de visie.

Ook hier is het duidelijk dat een New Age cultuuruiting van in totaal circa 110 meter lang, 20 meter breed en 7 meter hoog op de dijk bij Winssen, tussen twee waardevolle, kwetsbare en beschermde gebieden in

(uiterwaarden en Biezenwaard) in het geheel niet strookt met de

doelstellingen van het beleid van de gemeente Beuningen. De tempel voegt niets toe aan het karakteristieke landschap, gekenmerkt door de combinatie van dijk, natuur en cultuurhistorie (dijkmagazijn), en zorgt door zijn enorme afmetingen niet voor onderlinge verbindingen, maar tast deze juist op

onaanvaardbare wijze aan.

6) Landschapsontwikkelingsplan

In het landschapsontwikkelingsplan dat de gemeente Beuningen samen met de gemeenten Wijchen en Druten in 2006 heeft opgesteld staat te lezen (wederom citaat uit bestemmingsplan): “Het gebied Waaloeverwallen waar het onderhavige plangebied onder valt is landschappelijk fraai en recreatief zeer aantrekkelijk door de diversiteit, de kleinschaligheid en de groene uitstraling. De dijken vormen belangrijke historische onderdelen van het landschap. Bij nieuwe ontwikkelingen is het interessant om oude elementen en patronen op te nemen en deze ruimtelijk te versterken. Het na te streven recreatieve netwerk bestaat uit paden, wegen, kleinschalige

bezienswaardigheden of rustpunten met kleinschalige recreatieve

voorzieningen passend binnen het landschapstype. Daarbij kan gedacht worden aan ... informatie over cultuurhistorische objecten of elementen”.

Ook hier wordt nergens een pleidooi gehouden voor het oprichten van grootschalige moderne cultuuruitingen met een abstracte, esoterische boodschap. Integendeel, ook hier zijn weer de sleutelwoorden: natuur, kleinschaligheid, cultuurhistorie.

Concluderend: het bouwwerk Anima Mundi past niet in het provinciaal beleid, niet in het regionaal beleid en ook niet in het beleid van de gemeente

Beuningen. En wat de afwezigheid van de noodzaak van de dijkverzwaring betreft past het ook niet in het rijksbeleid.

D. Bezwaren t.a.v. verkeer

Na de inspraakperiode (23.10 t/m 22.11 2014) is er door Bureau Loenersloot

een verkeersonderzoek Anima Mundi opgesteld. Het rapport vermeldt niet

wie de opdrachtgever was. Vermoedelijk de initiatiefnemers omdat de

gemeente er geen geld in wil steken. Dit betekent dat de onafhankelijkheid

(16)

van de bevindingen niet gegarandeerd is: de opdrachtgever wenst immers dat het project doorgaat en dat moet dienovereenkomstig doorklinken. Het hoeft dan ook geen betoog dat de uitkomst van het onderzoek is dat Anima Mundi geen verkeers- en/of parkeerproblemen zal opleveren.

Echter:

- de onderzoekers geven zelf aan dat er geen bestaand

vergelijkingsmateriaal is en geen standaard richtlijnen over verkeersstromen omdat een soortgelijk bouwwerk niet eerder in Nederland is geplaatst. Het inzchtelijk maken van de door Anima Mundi opgewekte verkeersstromen en/of parkeerbehoeften is dus niet op ervaringsdata gebaseerd en kan niet als afdoend worden beschouwd; .

- het aantal bezoekers van het Dijkmagazijn is onbekend;

- het aantal bezoekers van het al bestaande kunstwerk van Kortekaas op een paar 100 meter afstand van de locatie van Anima Mundi is ook niet bekend.

Het verkeersonderzoek gaat verder uit van de volgende aannames:

- er mogen “geen rondleidingen, bijeenkomsten e.d. in het kunstwerk georganiseerd worden”. Iedere garantie dat dit niet mag en niet zal gebeuren ontbreekt.

- het kunstwerk wordt “geen commercieel object”. Hier kan gerede twijfel over rijzen, gelet op de plannen van het echtpaar Kortekaas om de

Tempelhof te verkopen EN gelet op de wens van het echtpaar om Anima Mundi dichtbij de Tempelhof te hebben.

- het kunstwerk heeft “geen religieuze waarde”. Ook hierover bestaat de nodige twijfel gezien de uitleg die (zie toelichting bestemmingsplan) aan het kunstwerk wordt gegeven, nl.: “genius loci”, “universele tempel”,

“pelgrimsoord”, “de vijf symbolen in de vloer als verwijzing naar de grote wereldreligies”, etc.

- er “mogen geen openbare eet- en/of drinkgelegenheden bijv. in de vorm van picknicktafels in de nabijheid worden geplaatst”. Hier slaat het

onderzoek de plank volledig mis. Het bestemmingsplan staat de oprichting van o.a. picknicktafels nl. uitdrukkelijk toe. Zie hierboven onder B.

- het kunstwerk “heeft een soortgelijke waarde als de overige kunstwerken”.

Ook dit klopt niet, gelet op de bedoeling van het bouwwerk (zie toelichting bestemmingsplan): o.a. “verbindend platform voor de veranderingsprocessen in onze samenleving, mythische dimensie, oerstroom, keerpunt

materialistisch denken”, etc. Nog daargelaten dat de afmetingen van Anima Mundi die van de overige kunstwerken verre overstijgt.

Het verkeersonderzoek stelt verder dat het bouwwerk alleen betreden kan worden als je goed ter been bent o.a. vanwege het ontbreken van

verharding. Ook dit is niet juist. Het plan gaat uit van (half)verharding.

(17)

Conclusie: het verkeersonderzoek is zwaar onder de maat , onzorgvuldig en deels onjuist. De waarde ervan om te bepalen of er al dan niet sprake zal zijn van verkeers- en/parkeerproblemen is dus in hoge mate aan devaluatie onderhevig.

In de reactie op de inspraaknota stelt het college enerzijds dat het

hoofdzakelijk om eenmalig en niet-frequent bezoek zal gaan. Aan de andere kant heeft men het in het bestemmingsplan over toeristisch-recreatieve versterking, spin-off richting de lokale ondernemers en over aanvullende horeca. Men hinkt dus op twee benen. Het spreekt vanzelf dat het laatste meer autoverkeersbewegingen en een grotere parkeerbehoefte met zich meebrengt. Het college gaat er daarbij zonder meer vanuit dat men parkeert op het plein bij de kerk en niet op de dijk. En mocht men toch op de dijk parkeren, dan acht men een parkeerverbod afdoende. Het is, zoals gezegd, echter volstrekt onduidelijk om hoeveel bezoekers het zal gaan. Er is ook totaal geen inzicht in wat de initiatiefnemers, die het bouwwerk aan de gemeente aanbieden, met het bouwwerk voorhebben. Is het een gratis geschenk aan de samenleving zoals men een schilderij aan een museum schenkt en er niets voor terug wil hebben? Krijgt het een bepaalde

verblijfsfunctie? Zolang daar geen duidelijkheid over is, is het slechts gissen om hoeveel auto’s en hoeveel benodigde parkeerplaatsen het zal gaan.

E. Bezwaren tegen aantasting flora en fauna.

Het na de inspraakperiode opgestelde quick scan rapport van Econsultancy (opdrachtgever bureau Waalbrug, de opsteller van het bestemmingsplan!) dd. 2 maart 2015 is volstrekt onvoldoende. Er is slechts op één dag een veldonderzoek geweest, middenin de winter (24 februari 2015). Op basis van dit veldonderzoek kan geen enkele conclusie worden getrokken over de

ecologische waarden van dit gebied. Bovendien gaat het bij de direct aangrenzende Biezenwaard, die aan de kant van de aanberming wordt aangetast, om een tot de Ecologische Hoofdstructuur behorend gebied. Een nieuw project dat de natuur significant aantast - en dat is hier het geval, want ter plaatse van Anima Mundi verdwijnt alle natuur - is niet toegestaan.

Aantasting mag alleen als er sprake is van een groot openbaar belang èn er geen alternatieven zijn. Het is evident dat hier géén sprake is van een groot openbaar belang en evenmin dat er géén alternatieven zijn. Voor mijn

verdere motivatie t.a.v. de ecologie verwijs ik naar de op verzoek van de initiatiefgroep “Bescherm Winssens Dijklandschap” uitgevoerde

Florainventarisatie (op 28 mei 2015) door de Werkgroep Floron, district Midden Gelderland, dat u als een integraal en hier ingelast onderdeel van mijn zienswijzen dient te beschouwen. De belangrijkste bevindingen zijn:

- de dijk kent ter plaatse een bijzondere rijke stroomdalflora, tijdens het onderzoek werden er 130 soorten hogere planten aangetroffen.

- van deze 130 soorten komen er 9 voor op de rode lijst en zijn er 3 wettelijk

beschermd, namelijk de Veldsalie, de Wilde Marjolein en het Rapunzelklokje.

(18)

Daarnaast worden er nog enkele landelijke zeldzame soorten aangetroffen.

Tevens worden in de Floron rapportage grote vraagtekens geplaatst bij de gedachte, dat de zeer specifieke vegetatie in stand gehouden kan worden door de dijk van te voren af te plaggen, waarna later de zoden weer worden herplaatst. Een nieuwe onderlaag van slechts 15 centimeter die daarvoor beschikbaar is, zal totaal andere groeiomstandigheden met zich meebrengen.

De uitgevoerde Quickscan is ook met betrekking tot de fauna onvolledig. In de Biezenwaard zijn salamanders met oranje gevlekte buiken aangetroffen (tevens rondom en in de aangelegen woning nr. 31). Ook bijzonder is, dat er bij schemering vleermuizen rondscheren.

F. Bezwaren t.a.v. de financiële uitvoerbaarheid

In het bestemmingsplan staat dat “alle kosten die gemaakt moeten worden voor het opstellen van het bestemmingsplan voor rekening van de

initiatiefnemers zijn”. Er wordt echter totaal geen inzicht gegeven in wie alle andere kosten betaalt. Deze zijn een veelvoud van de plankosten, nl: de kosten om het bouwwerk te realiseren, transportkosten, plaatsingskosten, onderhoudskosten, kosten voor een eventuele verwijdering en weer

terugplaatsing, planschadekosten, kosten die gemaakt moeten worden in het kader van de verbreding van de dijk, kosten die gemaakt moeten worden om het terrein rondom het bouwwerk in te richten (flora) en te onderhouden, verzekeringskosten, kosten ingeval van calamiteiten. In de reactie op de inspraak geeft het college wel aan dat er met het Waterschap een

overeenkomst wordt gesloten over de plaatsing, beheer en onderhoud van het kunstwerk. Maar ook uit dat gegeven blijkt niet dat de gemeente op geen enkel moment, nu niet, en ook niet in de (verre) toekomst zelf zal moeten voorzien in eventuele uitgaven en kosten. De overeenkomst is er overigens nog niet.

Dit alles betekent dat er geen enkele zekerheid is omtrent de financiële uitvoerbaarheid van het project. De financiering is nog lang niet rond en het is ook nog maar de vraag of de benodigde sponsorgelden binnengehaald zullen worden.

G) Bezwaren t.a.v. de maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het bouwwerk komt te staan op de dijk in Winssen. Meer dan de helft van de volwassen bevolking van Winssen (zie lijst met 900 handtekeningen) heeft zich tegen de komst van het bouwwerk uitgesproken. Hoofdthema in de motivatie daarbij is de aantasting van een prachtig stuk natuur en

cultuurhistorie door een bouwwerk dat de maat en schaal van het gebied

(19)

verre te boven gaat. Is het u, raadsleden van de gemeente Beuningen wat waard om in de eerste plaats te luisteren naar de stem van uw eigen

Winssense bevolking? Een bevolking die dagelijks geniet van de stilte, de rust, de natuur, de bloemen op de dijk, het uitzicht, de cultuurhistorie? Of kiest u liever voor de, om in de termen van het bestemmingsplan te blijven, voor de toevallige passant, voor de incidentele bezoeker, of wellicht voor mogelijke groepsbezoekers die e.e.a. combineren met een bezoek aan de al bestaande beeldentuin (Tempelhof) van de initiatiefnemers? Het antwoord is aan u.

H) Bezwaren betreffende mijn persoonlijk woon- en leefomgeving

In 1984 is door mij de bewuste keuze gemaakt om op Dijk 31 te gaan wonen om verschillende redenen, o.a.:

-omdat deze woning direct gelegen is aan een beschermd natuurreservaat (de Biezenwaard) en mijn natuurlijke geaardheid daar tot zijn recht zou komen;

-omdat deze woning direct gelegen is aan de dijk aan de rivier, waar in alle rust gewandeld en gefietst kan worden;

-omdat het een geheel vrij gelegen en met groen omgeven vrijstaande woning is;

-omdat deze situatie al vele jaren in het bestemmingsplan gewaarborgd is, namelijk behalve de bestemming Wonen van mijn woning, de bestemming Natuur in de onmiddellijke omgeving van mijn woning.

In de afgelopen 30 jaren heb ik Dijk 31 ontwikkeld tot een “paradijs” met erfbeplanting, biologische moestuin, weiland met schapen, hoogstam fruitboomgaard met oude rassen etc., dit alles zoveel mogelijk aansluitend aan het natuurreservaat.

Het houtwerk aan de buitenzijde van mijn huis is bewust in een groene kleur geverfd, zodat het huis opgenomen wordt in de natuur en deze niet bepaalt.

Vanuit mijn 3 vakopleidingen, namelijk docent Beeldend Vormen NXX, Pedagogiek en later Kunstacademie, ontstond het idee, om in het

dijkmagazijn (vlakbij mijn woning gelegen) kunstactiviteiten te realiseren in de vorm van een kleinschalige expositieruimte. Dat heb ik vanaf 2008 tot 2011 gedaan en op dit moment is GBK de huidige huurder. Sinds begin 2014 ben ik coördinator van Dijkmagazijn GBK.

In 2011 vernam ik van de plannen van Anima Mundi. Deze plannen hebben

(20)

mij zo verontrust dat zij een deel van mijn leven zijn gaan beheersen, zowel prive als in mijn werk.

Mijn huis is een waardevol kleinschalig ensemble met het dijkmagazijn en het aanpalend natuurreservaat de Biezenwaard, passend in de maat en schaal van de omgeving en het dorpse karakter van Winssen.

Als het kunstwerk Anima Mundi wordt gerealiseerd, dan betekent dit dat mijn horizon er naar het oosten/noordoosten toe volledig door wordt

vervuild en overheerst. Het kunstwerk komt boven op de dijk te staan, waar ik vanuit praktisch al mijn ramen op uit kijk (keuken, eetkamer, woonkamer, kantoor, mijn eigen slaapkamer, de logeerkamer). Datzelfde geldt ook voor mijn buitenruimte, die een groot deel van het jaar ook deel uit maakt van mijn leefruimte. Mijn huis en mijn buitenruimte zijn voor meer dan de helft oost/noordoost georiënteerd en dat is precies in de richting van de locatie van Anima Mundi.

Daar komt nog bij dat mijn huis 5 meter lager ligt dan de weg. Als het plan doorgaat, zal straks het hoogste punt van Anima Mundi 12,50 meter hoger dan de begane- grondvloer van mijn woning komen te liggen. Door deze verdiepte ligging komt de enorme massa van het kunstwerk extra

prominent naar voren. Daarenboven is de afstand hemelsbreed tussen mijn woning en de plangrens slechts 53 meter en vanaf mijn erfgrens slechts 35 meter.

Dit betekent dat, waar ik nu nog vanuit vrijwel al mijn binnen- en

buitenruimtes vrij uitzicht heb op een ongerept stuk natuur en een stille, bloemrijke dijk met daarboven de lucht, ik straks permanent zicht zal

hebben op een kil stalen bouwwerk. Zie bijgaande 9 foto’s en een tekening.

Dan het aspect veiligheid: het gaat om een zeer groot en hoog stalen

bouwwerk boven op de dijk, met een potentiele grote aantrekkingskracht op de bliksem.

Alle electrische apparaten in mijn woning lopen daardoor extra gevaar en zelfs brand is niet uit te sluiten.

Verdere factoren, die de kwaliteit van mijn woonomgeving zullen aantasten zijn mogelijke fluittonen veroorzaakt door de wind alsmede hinder door mogelijk aangebrachte verlichting.

Ook speelt de sociale veiligheid een rol. Anima Mundi zal een enorme

aantrekkingskracht kunnen hebben op hangjongeren, zeker gezien de

verblijfsmogelijkheden. Ze kunnen hier zitten, hangen, liggen en drinken,

blowen, ze kunnen het bouwwerk beklimmen, bekladden, etc. En dit alles

tot diep in de nacht. Het is gebleken dat de Dijkkapel op de dijk in Winssen

jarenlang zo’n plek is geweest. Hier zijn regelmatig strooizoutbakken en

vuilnisbakken totaal vernield en de plek totaal vervuild. Hebben we hier niet

(21)

van geleerd?

De negatieve invloed van een dergelijk project heeft een grote waarde drukkend effect op mijn rustieke woning, terrein en atelier. De huidige waarde wordt voor een belangrijk deel door de kwaliteit van de unieke locatie bepaald. Daarbij zijn rust, vrijheid, weinig verkeer, uitzicht op natuur etc. van essentieel belang.

De huidige natuur- en landschapswaarden in mijn naaste (werk)omgeving zijn een grote inspiratiebron voor mij, zowel voor mij als persoon als voor mijn werk als beeldend kunstenaar.

Anima Mundi doet sterk afbreuk aan deze waarden en heeft een negatieve invloed op mijn denken, gevoelens, emoties, mijn fantasie en mijn

creativiteit en inspiratie.

Sinds 2011 ben ik niet of nauwelijks in staat nieuw werk te maken en te exposeren of scholenprojecten uit te voeren en ben ik gestopt met de boetseercursussen in mijn atelier.

Ook heeft het gevolgen op mijn lichamelijke en geestelijke gesteldheid.

Waarom woon ik in Winssen? Wat maakt mensen daar gelukkig? Hoe gaat de overheid om met hun (mijn) woonplek en geluk? Het antwoord op deze vraag is duidelijk, niet alleen voor mij, maar ook voor mijn buren en hun buren, en ook weer de buren daarvan, eigenlijk voor het gehele dorp. Dat blijkt uit die 900 volwassen bewoners, die laten zien het met elkaar eens te zijn: "het kado" van de tempel Anima Mundi past niet in Winssen.

Het kolossale bouwwerk hoort niet thuis op de dijk, want essentiële belevingswaarden in ons dorp gaan er door teloor. Het past de raad om daar rekening mee te houden en af te zien van wijziging van het bestemmingsplan.

Tenslotte: bij deze zienswijzen hoort een aantal bijlagen:

- de zienswijzen van de stedenbouwkundige J.J.P. van Dijk d.d. 14 juni 2015;

- de zienswijzen van het bestuur van Vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen d.d. 19 juni 2015;

- mijn zienswijzen, als medelid van de initiatiefgroep “Bescherm Winssens Dijklandschap” d.d. 18 juni 2015;

- Flora inventarisatie Floron, district Midden Gelderland juni 2015 Tekst Erik Slootweg;

7 foto’s Uitzicht vanuit mijn woning

1 foto Uitzicht vanaf de Dijkkapel op het plangebied

(22)

1 foto “Bescherm Winssens Dijklandschap”

1 foto “Vlaggenstok 6.60 meter hoog”

1 foto “Voorjaa rDijk Winssen”

1 tekening t.a.v. de hoogtemaat

Deze bijlagen vormen een integraal en ingelast onderdeel van mijn zienswijzen

Resumerend: ik verzoek uw raad om niet in te stemmen met voorliggend ontwerpbestemmingsplan, zowel voor wat betreft de algemene aantasting van landschap en natuur als voor wat betreft de aantasting van mijn persoonlijke woon- en leefomgeving.

Hoogachtend,

Antoinetta A.J.J. Broeder - Schepens Dijk 31

6645 KA Winssen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tevens wordt per opmerking uit de zienswijze aangegeven of deze aanleiding geeft en hoeverre deze leidt tot aanpassing van het wijzigingsplan..

Reactie: Het aantal van 54 woningen wordt veroorzaakt doordat er naast het plangebied van 't Schouw, waar overeenkomstig het raadsbesluit 50 woningen worden gebouwd, nog een

In de regels met betrekking tot de omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (artikel 3.4.2 onder e) is opgenomen dat

De hoogte van het peil is niet terug te vinden in het bestemmingsplan. Zonder te- genbericht gaat reclamant er vanuit dat het peil de huidige maaiveld hoogte van het voetbalveld

 In de zienswijze wordt aangegeven dat het bestemmingsplan een maximale bouwhoogte van 5 meter toestaat voor bijgebouwen.. Dit is vermeld in zowel de planregels als

Burgerlijk Wetboek worden gesteld. In oostelijke richting is er echter geen uitbreiding richting het perceel Oude Bergerweg 20, de afstand van appartementengebouw A tot de woningen

Nu het college haar plan voor een waterberging in het populierenbos (waar diverse flora en faunasoorten aanwezig zijn) niet zal uitvoeren, ziet het college geen

Daar komt nog bij dat in een dergelijk geval het gebouw oorspronkelijk is opgericht met (deels) een woonfunctie. Het toelaten van de woonfunctie valt dan goed te combineren met