• No results found

bestemmingsplan Anima Mundi, Winssen Toelichting 5

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "bestemmingsplan Anima Mundi, Winssen Toelichting 5"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Inhoudsopgave

Toelichting 5

Hoofdstuk 1 Inleiding 6

1.1 Aanleiding 6

1.2 Ligging plangebied 6

1.3 Geldend bestemmingsplan 7

1.4 Leeswijzer 9

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie 10

2.1 Bestaande situatie 10

2.2 Toekomstige situatie 10

Hoofdstuk 3 Beleidskaders 14

3.1 Nationaal beleid 14

3.2 Provinciaal beleid 15

3.3 Gemeentelijk beleid 17

3.4 Conclusie 20

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten 21

4.1 Verkeer & parkeren 21

4.2 Bodem 21

4.3 Geluid 22

4.4 Bedrijven en milieuzonering 22

4.5 Luchtkwaliteit 22

4.6 Geur 23

4.7 Externe veiligheid 23

4.8 Waterhuishouding 24

4.9 Ecologie 26

4.10 Archeologie & cultuurhistorie 29

4.11 Leidingen 30

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving 31

5.1 Algemeen 31

5.2 Bestemmingsplan 33

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 35

6.1 Economische uitvoerbaarheid 35

6.2 Overleg 35

6.3 Inspraak 35

6.4 Zienswijzen 35

Bijlagen toelichting 38

Bijlage 1 Afbeeldingen Anima Mundi 39

Bijlage 2 Verkeersonderzoek (Loendersloot Groep, januari 2020) 40 Bijlage 3 Quickscan flora en fauna (NWC, februari 2020) 41

Bijlage 4 Stikstofdepositieberekening (aanlegfase) 42

Bijlage 5 Stikstofdepositieberekening (gebruiksfase) 43

Bijlage 6 Nota Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Anima Mundi, Winssen 44

(3)

Regels 46

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 47

Artikel 1 Begrippen 47

Artikel 2 Wijze van meten 50

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 51

Artikel 3 Agrarisch met waarden 51

Artikel 4 Leiding - Riool 55

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2 56

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering 58

Hoofdstuk 3 Algemene regels 59

Artikel 7 Anti-dubbeltelbepaling 59

Artikel 8 Algemene bouwregels 60

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels 61

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 63

Artikel 10 Overgangsrecht 63

Artikel 11 Slotregel 64

Bijlage regels 66

Bijlage 1 Bijlage bij begripsbepaling horizontale dwarsligger 67

(4)
(5)

Toelichting

(6)

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De gemeente Beuningen is al enkele jaren met de stichting Anima Mundi in gesprek over de plaatsing van het kunstwerk Anima Mundi. Het college van Beuningen en de kunstcommissie hebben zich positief uitgesproken over dit kunstwerk. Op 23 december 2019 heeft het college positief besloten op het op 6 september 2019 ingediende principeverzoek en aangegeven onder voorwaarden te willen meewerken aan de realisatie van het kunstwerk Anima Mundi.

Begin jaren '80 is het conceptuele kunstwerk Anima Mundi ontstaan, als keerpunt in het Westers materialistisch denken. Het kunstenaarsduo nodigt landschapsarchitecten van Staatsbosbeheer uit om vanuit hun visie op de nieuwe natuur, de Anima Mundi als stilte-plek in het Nederlandse landschap te integreren. Een 13-tal zeer bijzondere en heel diverse ontwerpen zagen het licht, variërend van het Eiland Pampus tot het Malieveld in Den Haag.

Destijds was de tijd voor een project als Anima Mundi echter nog niet rijp. Vervolgens is de visie op het kunstwerk verder ontwikkeld en is duidelijk naar voren gekomen dat het kunstwerk bij voorkeur op een riviergebonden locatie wordt gesitueerd, op de overgang cultuur-natuur. In 2008, de tijd was inmiddels rijp geworden, is het idee uitgewerkt om Anima Mundi langs de dijk in de gemeente Beuningen te plaatsen. Zowel de gemeente als de kunstcommissie hebben vervolgens enthousiast gereageerd op dit initiatief. De Dijk vormt een sterke begrenzing tussen het beschermde en veilige cultuurlandschap binnendijks, en het risicovolle nieuwe natuurlandschap buitendijks, waarmee het net als de Anima Mundi de relatie tussen cultuur en natuur op een bijzondere wijze verbeeldt.

De aard en de betekenis van Anima Mundi vraagt om beschutting van coulissen, in dit geval de perenbongerd om zo de stilte en de natuurbeleving van de machtige rivier de Waal en haar unieke uiterwaarden-landschap al wandelend naar het kunstwerk te beleven. Dit- samen met de

lengteafmeting van het kunstwerk - betekent dat de locaties zeer beperkt zijn. Anima Mundi vormt samen met de Tempelhof een bijzondere relatie. Daarnaast moet uiteraard rekening worden gehouden met eventuele voorwaarden van het Waterschap.

Nadat eerder een locatie aan de dijk in Winssen als serieuze optie is overwogen, is thans als locatie een perenboomgaard onderaan de Dijk in Winssen naar voren gekomen. Deze blijkt de aangewezen en perfecte locatie voor het kunstwerk Anima Mundi. De oprichting van het kunstwerk past bovendien binnen het beleid van de verschillende overheden. Het kunstwerk levert een bijdrage aan de

toeristisch-recreatieve versterking van de gemeente en kan zorgen voor spin-off in de omgeving.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen onderaan de Dijk nabij kilometerpaal 130 Winssen. Deze locatie grenst aan de zuidzijde aan de Tempelhof, de woon- en werkplek van de familie Kortekaas. Onderstaande afbeelding toont globaal de ligging van het plangebied in de omgeving. Voor de exacte begrenzing van het plangebied wordt verwezen naar de verbeelding.

(7)

Globale aanduiding plangebied

[Kunstenaarsduo Huub

;ervÂ'delheid Kortekaas

1.3 Geldend bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied', zoals op 14 juni 2011 is vastgesteld door de gemeenteraad van Beuningen. Ter plaatse van het plangebied geldt de bestemming 'Agrarisch met waarden'. Voorts gelden in het plangebied de dubbelbestemmingen 'Leiding - Riool', 'Waarde - Archeologie 2' en 'Waterstaat - Waterkering'. In het zuidwesten van het plangebied geldt bovendien de gebiedsaanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop.

De voor 'Agrarisch met Waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

» de uitoefening van het agrarisch bedrijf;

» nevenactiviteiten;

» na het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in 4.6.1 en/of 4.6.2: recreatieve voorzieningen in de vorm van een bed & dan wel kamperen;

» behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische, landschappelijke en aardkundige waarden;

» waterhuishoudkundige doeleinden;

» extensief recreatief medegebruik;

(8)

» erfbeplanting, wegbeplanting, landschapselementen, bosschages;

» landschapstuinen;

» tuinen ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak", alsmede voortuinen tussen de aanduiding

"bouwvlak" en de weg;

» de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag;

» het bestaande dijkmagazijn.

een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder perceelsontsluitingen en sloten, en overeenkomstig de in 4.1.2. opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt onder meer begrepen het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest en het bedrijfsmatig vervaardigen, opslaan, verwerken of herstellen van goederen en het opslaan en be- of verwerken van producten.

F

PpPp PpPp^-p-V-pp Pp pp P-I-Ļ V -P

PpppPp

■'-F'F Pp^-p-V-ppPpP-FPP PpPpPpPpPpPpPpPp

FPpppPpPpPpPpPp ppP-FP-FP-FPpPpPpPpPpPp PpPp

F ppPpPpPpPpPp^-p-V-Pf PpPpPpPpPpPpPpPpPpPp

■p-pp Pp

PP

t- -h -i- PpPpPp^-p-V-pp-P-F Pp PpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPP

t- -h -h -I- -1- F Pp^-p-V-ppP-F P-FPpPpPpPpPpPp-'-p PpPpPpPpPp

t- -h -i- -I- -1- -h -1- + įpJvPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpV"HP

t- + + -I- -1- -h -1- + -i- -1- + PpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPpPp Pp

t- + + + -1- -h -1- + -i- -1- +JĮ+ -1- -1- -1- -1- PpPpPpPpPpPpPpPpPp J-PPp t- V-■-p + -1- -h -1- + + + + + -1- -1- -1- -1- -i- -1- -1- -1- + PpPp PpPp t- -1- + F -1- + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + -1- -I- -1-

t- -1- + + 5Ū9 -h + + + + -h + -1- -1- + -h -h + + -1- -1- + -h -I- -1- ,Į+ -h -1- t- -1- + -i- -i- -h ń- 'p- + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -h + -1- -I- +Į + -h -1- t- -h + -i- -i- -h + + +J + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + -1- -I- + -h -h t- -1- + -i- -i- -h + + -1- + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + -1- -I- + -h -1- t- -1- + -i- -i- -h + Į+ + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + -1- -I- Į+ + -h -1- t- -1- + -i- -i- -h + + + + + + -h + -1- -1- + -h -h + + -1- -1- + -h +Į + + -h -1- t- -1- + -i- -i- -h + + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -h + -1- + + -h -1- t- -1- + -i- -h -h + + + + + + -1- + -1- -|- -1- -1- + + -h -1- + -1- + + -h -h -i- -i- -h + + + + + + -1- + -1- -1- ń- -1- -1- + + -1- -1- + -1- + + -h -1- t- 1- V +Jp + + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + +I + + -h -1- t- -1- -ŕ + -i- + + + + + + + -h + -1- -1- + -h -h + + -1- -1- + -i- + + -h -1- t- -1- -i- -P +JÍ+ + + + + + + + -1- + -h -1- + -1- -1- + + -1- -h + -i- + + -h -1- t- -1- -i- -1- + + + + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -h -1- + -i- + + -h -h t- -h -i- -1- + + + + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- -1- + Ì-h -i- + + -h -1- t- -1- -i- -h + + + + + + + + -1- + -1- -h + -1- -1- + + -1- -1- -1- -i- + + -h -1- -i- -i- + + + + + + + + -h + -1- -1- + -h -h + + -1- -1- -1- -i- + + -h -1- -'-.■Xv

t- -1- -i- + + + + + + + -1- + -h -1- + -1- -1- + + -1- -h -1- -i- + + -h -1- + + + + + + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + -1- + + -h -1-

t- + + ■if + + -1- + -1- -1- + -1- -1- + + fT j

t- -h -h I.+ + + -1- + -1- -h + -1- -1- + -1-ļ+ĥ p

1-,, t L^if i ii m

t- -i- -i- -1- -1- -h ■ļíl'. + -1- -1- + -h -h +

+ ,F"iļlíu.

-i- + + + + + p* ļįįr., * iŴt fX- ~^1-1- -1- + ļ tŗ'f f -I- 1- 1 j- Pr1

-h + + + + -I- + -1- -i- -h -1- +

t- -i- -i- + +İİ+ + + + -I- -h -1- ■!: àr- -1- -i- -h -1- +

t- jf+i + + + + Z+ -I- -1- -Į-- -1- -h -h -1- -1- d- ‘nľm t- -i- -i- -1- -h + + + +1Í+ -I- -1- Jŕíö- -i- -1- -1- + -HI

-1- -1- -i- -h -1- + Uitsnede verbeelding geldend bestemmingsplan 'Buitengebied'

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van de waterkering alsmede voor de instandhouding en versterking van de landschappelijke en

(9)

cultuurhistorische waarde van de dijk. Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn niet toegestaan. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in deze bestemming bedoelde gronden, de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

a. het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen;

b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;

c. het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem;

d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;

e. het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.

De genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de waterkering. Het bevoegd gezag wint advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de functie van de waterkering, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.

Het initiatief past niet in het geldende bestemmingsplan. Om het kunstwerk te realiseren is het noodzakelijk een nieuw bestemmingsplan vast te stellen.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan bestaat uit meerdere onderdelen: een verbeelding waarop de bestemmingen in het plangebied zijn aangegeven en regels waarin de bepalingen voor de op de verbeelding vermelde bestemmingen zijn opgenomen. Het bestemmingsplan gaat vergezeld van een toelichting waarin de achtergronden van het bestemmingsplan zijn beschreven. De verbeelding vormt samen met de regels het juridische bindende deel van het bestemmingsplan. In de toelichting worden de keuzes die in het bestemmingsplan worden gemaakt nader gemotiveerd en verantwoord. De toelichting kan globaal opgedeeld worden in vier delen.

Inleiding en gebiedsvisie

In hoofdstuk 1 zijn de aanleidingen en het kader voor de planherziening beschreven. Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de huidige en toekomstige situatie van het plangebied.

Verantwoording

Hoofdstukken 3 en 4 geven de achtergronden, toelichting en motivatie op de gemaakte keuzen weer die uiteindelijk hebben geleid tot de uitgewerkte planopzet. In dit planonderdeel worden onder meer het (beleids)kader en de milieuaspecten uiteengezet.

Juridische planbeschrijving

In hoofdstuk 5 wordt de juridische planopzet beschreven. Doel is een nadere onderbouwing te geven wat met het plan wordt beoogd en hoe de instrumenten regels en verbeelding hierbij worden

gehanteerd.

Uitvoerbaarheid

Het laatste deel (hoofdstuk 6) gaat in op de financieel-economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.

(10)

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Bestaande situatie

Het buitengebied is de voornaamste recreatieve trekker van de gemeente Beuningen. Het grootste aaneengesloten recreatieve verblijfsgebied zijn de uiterwaarden langs de Waal. Hier kan de recreant buiten de bestaande paden het gebied betreden. De autoluwe dijk wordt veel gebruikt door fietsers en wandelaars en vormt de verbinding tussen de verschillende landschappen en recreatieve

mogelijkheden. Aansluitend aan de dijk is in het oeverwalgebied een aantal bosgebieden aanwezig, waaronder de Biezenwaard.

Anima Mundi is gepland in een perenboomgaard onderaan de Dijk nabij kilometerpaal 130 te Winssen. De Dijk is autoluw en wordt gebruikt door bestemmingsverkeer en (recreatief) langzaam verkeer. Tussen de Dijk en de Waal zijn de uiterwaarden aanwezig, deze gronden zijn aangewezen als Natura 2000-gebied. De gronden zijn hier in agrarisch gebruik. Door de uiterwaarden loopt een verharde weg ('Uiterwaard').

Huidig beeld plangebied

2.2 Toekomstige situatie

2.2.1 Algemeen

Anima Mundi is een eigentijds conceptueel kunstwerk, een open toegankelijke universele tempel van de 21e eeuw met als doel een inspirerend verbindend platform te bieden voor de

veranderingsprocessen in onze samenleving. Bij het ontstaan van het kunstwerk Anima Mundi en het zoeken naar een locatie vanaf de jaren '80 kwam al snel naar voren dat het een riviergebonden locatie zou moeten zijn. De thans voorgestelde locatie voor Anima Mundi is de Dijk, kilometerpaal 130, te Winssen. Daar markeert de Dijk de overgang van uiterwaarden, waar natuur en rivier vrij spel hebben, naar de bewoonde Waal-oever. De uiterwaarden van de Waal zijn een belangrijk onderdeel van de identiteit van het dorp Winssen en zo ook van grote invloed geweest op het denken en ontwerpen van de kunstenaars. De thuisbasis van de kunstenaars, de Tempelhof, is gelegen aan de voet van de Winssense Dijk.

De ligging aan de Dijk, met de uiterwaarden en de machtige rivier binnen handbereik, sluit naadloos aan op het gedachtegoed van Anima Mundi. Voor de locatie van Anima Mundi zijn twee zaken van belang: formaat en stilte. Vanwege haar afmeting zijn mogelijke locaties voor het kunstwerk zeer beperkt, en tegelijk dient de locatie genoeg rust te bieden voor een ultieme (natuur)beleving.

(11)

De nieuw voorgestelde locatie ligt deels verborgen, aan de Dijk midden in een perenboomgaard ('bongerd') die grenst aan de Tempelhof. De bongerd is eigendom van de stichting Anima Mundi.

Daarmee wordt Anima Mundi een op zich staande uitbreiding van de beeldentuin van De Tempelhof.

De perenboomgaard zal niet verdwijnen met de komst van het kunstwerk, maar met respect voor de ecologie biologisch worden gebruikt. Het bestaande landschap zal dus nauwelijks worden aangetast.

Bovendien zullen de beelden naar verwachting niet worden gefundeerd. Hoewel met de plaatsing van Anima Mundi dus enige 'aardroering' is gemoeid, is deze niet zodanig dat archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Uiteraard blijft de archeologische dubbelbestemming wel gehandhaafd in dit bestemmingsplan.

Ook de gemeente wil de toeristisch-recreatieve structuur verbeteren door onder andere de

mogelijkheden voor beleving van de Waal en haar uiterwaarden te vergroten. Met een kunstwerk als Anima Mundi in het dijk- en uiterwaardengebied kan de gemeente zich verder profileren als een bestemming voor kleinschalig en duurzaam toerisme. Eén van de manieren hiertoe is het stimuleren van boegbeelden en evenementen langs de Waal die op laagdrempelige wijze de zichtbaarheid van de rijke lokale cultuurhistorie verbeteren. Anima Mundi sluit hier naadloos op aan qua ligging en kerngedachte. Het kunstwerk geeft verder invulling aan de Dijk als kunst- en struinroute, de inrichting van het nieuwe Oeverwalgebied en andere culturele voorzieningen en initiatieven, zoals de

pelgrimage Walk of Wisdom.

Anima Mundi biedt ook kansen aan het dorp Winssen, meer specifiek aan de lokale ondernemers in de kern van Winssen. Hoewel de verwachting niet is dat het toerisme in de dorpskern in grote aantallen zal toenemen, kan er wel een spin-off uitgaan van Anima Mundi naar lokale horeca en culturele voorzieningen. Het ligt in de geest van Anima Mundi om expliciet de verbinding te zoeken met Winssen en haar inwoners, met respect voor het intieme karakter van de dorpskern en de visie van lokale ondernemers. Te denken valt bijvoorbeeld aan het gezamenlijk optrekken voor recreatieve evenementen en de aansluiting tussen kunstbezoek en horecagebruik.

2.2.2 Anima Mundi

Anima Mundi wordt gesitueerd in het midden van de perenboomgaard onderaan de Dijk ter hoogte van kilometerpaal 130 te Winssen.

Het kunstwerk bestaat uit een zuilengalerij van twee rijen van 7 monumentale zetels (met

mensfiguren) met aan ieder uiteinde een open poort. De galerij is een afspiegeling van de weg die ieder mens in zijn leven bewandelt. De zetels met mensfiguren vormen een soort vergadering: de mensfiguren bespreken hoe het gaat met de huidige wereld en hoe het verder moet met de

mensheid. Vandaar ook de naam voor het kunstwerk: 'Rechters van de tijd'. Eén van de rechters buigt het hoofd. Dat staat symbool voor de bewustwording (de 'Quantum-sprong') dat alles in de schepping op wonderlijke wijze met elkaar verbonden is en dat de mens als 'mede-schepper' verantwoordelijk is voor hetgeen om hem heen is. De twee open poorten staan voor de oneindigheid.

(12)

1

Impressie van het kunstwerk

In Bijlage 1 zijn ter illustratie meerdere afbeeldingen van het kunstwerk opgenomen. Het kunstwerk bestaat dus uit een samenspel van losse objecten met een omvang van circa 14 meter breed x 100 meter lang. Door de onderlinge afstand van de objecten heeft het kunstwerk een transparant karakter en gaat het, gecombineerd met kleur- en materiaalgebruik, een relatie aan met de natuurlijke

omgeving van de perenboomgaard. De hoogte van de objecten bedraagt boven maaiveld 6,66 meter op een voet van 0,44 meter. In het midden van het kunstwerk ligt een lichtveld. Het betreft een lichtveld met de projectie van een bloemvorm van 5,55m2 op de grond.

De afmetingen van Anima Mundi zijn bedoeld om verwondering uit te lokken bij de bezoeker. Echter, omdat in het gedachtegoed van Anima Mundi de connectie tussen mens en natuur centraal staat, is er veel aandacht voor de beleving van de natuur. Dat wil zeggen dat het totale kunstwerk voor 90Zo bebouwd is en daarmee een open structuur behoudt. Het materiaal van het kunstwerk is cortenstaal.

Deze duurzame staalsoort heeft de kleur van de aarde.

Het kunstwerk zal vanwege beheersoverwegingen niet-openbaar toegankelijk zijn. Van tevoren via internet of een kaartenautomaat kan een kaartje worden gekocht. Rondom het kunstwerk komt een lage omheining die ervoor zorgt dat bezoekers binnen het kunstwerk blijven en niet verder in de boomgaard komen. Daarnaast vormt deze omheining, in de vorm van een miniatuurvorm van de grote zetels, de steun van eventuele zonnepanelen (die worden geïntegreerd in de zetels) om duurzame energie op te wekken. Zie voor de positionering van de zonnepanelen en de inrichting van het perceel Bijlage 1.

De hoofdentree bevindt zich aan de zuidzijde, vanaf de Haneman. Hier wordt ook voorzien in

fietsparkeervoorzieningen. Aan de westzijde van de bongerd wordt voorzien in een pad in noordelijke richting. Dit pad wordt gemarkeerd middels een bomenlaan. Voor de dijk buigt het pad in oostelijke richting (de wendakker op eigen terrein) en komt samen met de eventuele secundaire entree (middels een trap) vanaf de dijk. Hier en derhalve op eigen terrein wordt tevens voorzien van fietsparkeren voor bezoekers die gebruik maken van deze secundaire entree. Fietsparkeren vindt plaats door middel van de gangbare fietsklemmen, er wordt niet voorzien in een bebouwde voorziening. Vanaf dit punt loopt het pad in een rechte lijn door de bongerd richting het kunstwerk.

(13)

-

* i»l

rik

ľ

Di

Wandelroute vanaf parkeerplaats Admiraal van Ghentplein

Bezoekers die met de auto komen, kunnen parkeren op het Admiraal van Ghentplein in het dorp.

Vervolgens kan men via de dijk, vanwege de beleving van de uiterwaarden en de rivier de Waal in de samenkomst van natuur en cultuur, naar Anima Mundi lopen. Parkeren en de looproute worden op de website van Anima Mundi aangegeven. Op vertoon van een invalidenkaart mogen mindervaliden met hun auto of ander voertuig op het terrein van Anima Mundi parkeren.

De kunstcommissie van de gemeente Beuningen heeft het kunstwerk Anima Mundi unaniem omarmd.

(14)

Hoofdstuk 3 Beleidskaders

3.1 Nationaal beleid

3.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De kaders van het rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). In de SVIR schetst het Rijk de ambities tot 2040 en de doelen, belangen en opgaven tot 2028. Daarmee moet Nederland concurrerend, bereikbaar en veilig worden. De structuurvisie gaat uit van het

adagium 'decentraal, tenzij'. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken.

Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Dit betekent dat de

verantwoordelijkheid voor het ruimtelijk beleid meer bij provincies en gemeenten komen te liggen. Het Rijk zal zich alleen bezig houden met de zaken die prioriteit hebben. Afspraken over verstedelijking, groene ruimte en landschap laat het Rijk over aan de provincies en gemeenten. Bij het beheren en ontwikkelen van natuur krijgen boeren en particulieren in het landelijk gebied een grotere rol. De structuurvisie is juridisch vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), zie 3.1.2.

Planspecifiek

Voor onderhavig plangebied zijn geen specifieke doelstellingen geformuleerd. De SVIR is verder niet specifiek van toepassing op het plangebied.

3.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) borgt een aantal van de nationale ruimtelijke belangen die deel uitmaken van het geldende nationale ruimtelijke beleid, zoals beschreven in de SVIR. In het Barro, ook wel bekend als de AMvB Ruimte, zijn 14 nationale belangen opgenomen die juridische borging vereisen. Het besluit is gericht op doorwerking van de nationale belangen in

provinciaal beleid en gemeentelijke bestemmingsplannen. Dat betekent dat het Barro voor de opgenomen onderwerpen regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden. Daarnaast kan zij aan de gemeente opdragen in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren.

Planspecifiek

Voor onderhavig plangebied zijn geen specifieke doelstellingen geformuleerd. Het Barro is verder niet specifiek van toepassing op het plangebied.

3.1.3 Ladder voor duurzame verstedelijking

De in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geïntroduceerde 'ladder voor duurzame

verstedelijking' is als procesvereiste vastgelegd in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). In het geval van een nieuwe stedelijke ontwikkeling moet in de toelichting een onderbouwing opgenomen worden van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'. De ladder worden in artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven:

'De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, bevat een beschrijving van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die

ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.'

(15)

In het kader van de duurzame ladder wordt ten aanzien van de definitie van bestaand stedelijk gebied de definitie uit de Bro gehanteerd: 'bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal-culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur.' Volgens de nota van toelichting bij het Bro moet worden bekeken of door het benutten van leegstaande

verstedelijkingsruimte in bestaand stedelijk gebied kan worden voorzien in de behoefte. Zoals ook volgt uit onder andere de uitspraak met het nummer 201303578/1/R4 kunnen, naar het oordeel van de Raad van State, planologische mogelijkheden waarvan nog geen gebruik is gemaakt, als leegstaande verstedelijkingsruimte worden aangemerkt. Een dergelijke locatie wordt gezien als onderdeel van het bestaand stedelijk gebied.

Planspecifiek

Aangezien een beeldend kunstwerk geen nieuwe stedelijke ontwikkeling is, hoeft er geen toetsing aan de ladder voor duurzame verstedelijking plaats te vinden.

3.2 Provinciaal beleid

Op 19 december 2018 hebben Provinciale Staten de Omgevingsvisie en de bijbehorende

Omgevingsverordening vastgesteld. In de Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het beleid en in de Omgevingsverordening de regels en afspraken om de opgaven uit de Omgevingsvisie te

realiseren. De Omgevingsvisie en -verordening zijn allebei op 1 maart 2019 in werking getreden.

De Omgevingsvisie en -verordening zijn dynamische instrumenten. Doordat wetten veranderen of door de komst van nieuwe initiatieven, kijkt de provincie twee keer per jaar of de plannen moeten worden aangepast.

3.2.1 Omgevingsvisie Gaaf Gelderland

De wereld verandert ingrijpend en er komt veel op de inwoners van Gelderland af. Het energievraagstuk, klimaatverandering, uitputting van grondstoffen, kwetsbare biodiversiteit, digitalisering, internationalisering. Deze zaken vragen stevige antwoorden en oplossingen als investering in de toekomst. Met de schaarse ruimte en de vele uiteenlopende belangen en inzichten gaat dit niet vanzelf. We moeten samen keuzes maken over de voorliggende vraagstukken en de betekenis daarvan voor de inrichting van Gelderland. In onderling overleg zoeken naar synergie, samenhang en uitruilmogelijkheden. Daarom zet de provincie een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal.

Om Gelderland voor mensen en bedrijven aantrekkelijk te houden, is de kwaliteit van de

leefomgeving van groot belang, zoals goed bereikbare voorzieningen, aansprekende evenementen, unieke cultuurhistorie, inspirerende culturele voorzieningen en een mooie natuur. Ook goed wonen hoort daarbij.

Planspecifiek

De omgevingsvisie doet geen specifieke uitspraken die van belang zijn voor dit bestemmingsplan. De omgevingsvisie vormt dan ook geen belemmering voor realisatie van het kunstwerk.

3.2.2 Omgevingsverordening Gelderland

De Omgevingsverordening vormt de juridische doorwerking in regels van het beleid uit de

Omgevingsvisie. De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de

doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen. De Omgevingsverordening richt zich net zo breed als de Omgevingsvisie op de fysieke leefomgeving in de Provincie Gelderland. Dit betekent dat vrijwel alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgenomen zijn in de

Omgevingsverordening.

(16)

Planspecifiek

Het plangebied is niet gelegen in het Gelders Natuur Netwerk dan wel Gelderse Ontwikkelingszone.

Verder is het geen onderdeel van een Natura2000-gebied. Voor het onderhavige plangebied zijn ook geen andere specifieke doelstellingen geformuleerd in de omgevingsverordening.

(17)

3.2.3 Waalweelde

Het programma WaalWeelde is er op gericht om de Waal en haar omgeving mooier, veiliger, natuurlijker en economisch sterker te maken. In het programma werken betrokken partijen (o.a.

Staatsbosbeheer, Waterschap Rivierenland, diverse gemeente) onder regie van de provincie Gelderland nauw met elkaar samen. De Visie WaalWeelde beschrijft de doelstellingen vanuit zeven verschillende thema's:

» Veiligheid

» Natuur

» Bedrijvigheid

» Wonen

» Recreatie en toerisme

» Cultuurhistorie

» Energie en klimaat.

Elk thema beschrijft hoe dit bijdraagt aan het overkoepelende doel: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het Waallandschap.

De grootste kwaliteit van de Waal is haar robuuste systeem, de dynamische vrijafstromende zandrivier waarbinnen elk riviertraject een eigen identiteit heeft, vanuit haar landschappelijke en sociaal-culturele historie. Dit alles zal versterkt en goed beleefbaar zijn. De relatie met het binnendijkse gebied is daarbij een belangrijke factor.

Het buitendijks gebied biedt ruimte aan een grotere waterafvoer, waardoor de Waal veilig tussen de winterdijken blijft, ook bij hogere afvoeren in de toekomst. De uiterwaarden vormen een

aaneengesloten lint, waarlangs dier- en plantsoorten kunnen migreren en riviergebonden natuur kan floreren. Er zijn voldoende luwe en dynamische delen langs de rivier zodat elke soort ergens zijn eigen plek kan vinden. Het beheer is procesgericht. Er is voldoende ruimte langs de Waal om haar karakter van woon- en werkrivier te versterken. De Waal en haar oevers zullen duurzaam ingericht zijn. Bijgedragen wordt aan het beperken van klimaatverandering door bijvoorbeeld duurzame energieopwekking en richten het gebied zó in dat het effecten van klimaatverandering kan opvangen.

Het Waalgebied zal meer toeristen en recreanten trekken, omdat het landschap mooi, goed ontsloten en beleefbaar is: om te struinen, te wandelen, te fietsen, te skaten. Een weids uitzicht over de rivier en de binnendijkse komgronden met de dijk als openluchtpodium.

De mogelijkheden voor beleving van de Waal en haar uiterwaarden worden vergroot. De

aantrekkelijkheid wordt onder andere verhoogd door het verfraaien van stads- en dorpsfronten, er komen meer boegbeelden/evenementen langs de Waal en de zichtbaarheid van de rijke

cultuurhistorie wordt versterkt. De toegankelijkheid van de uiterwaarden wordt vergroot, onder andere door een doorgaand fiets- en wandelpad, struinroutes en meer pontjes om de andere oever te bereiken en de bereikbaarheid van de rivieroever wordt verbeterd (vissen, pootje baden, zonnen). Er worden bijzondere elementen met behoud van cultuurhistorische kwaliteiten bewaard of ontwikkeld.

De visie is verder uitgewerkt in enkele uitvoeringsprojecten. Naast het uitvoeren van

(her)inrichtingsprojecten is ook een betere beleving van de Waal(oevers) als onderdeel van de leefomgeving een belangrijk doel van de Visie WaalWeelde. In het project 'Beleef de Waal' komen de programmadoelen economie, recreatie & toerisme, cultuur & cultuurhistorie samen; het project kan een impuls geven aan de vrijetijdseconomie, en zo een bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling van het gebied. Eén van de deelprojecten van 'Beleef de Waal' betreft het samenwerkingsverbanden Rondje Pontje's, die de beleving van de Waal versterken. Tussen twee pontjes ontstaan routes op de oevers. Een netwerk van water, wegen en struin- of wandelpaden. Voor enthousiaste ondernemers is dit een mooi vertrekpunt voor samenwerking en nieuwe initiatieven op toeristisch vlak.

Het plangebied dan wel Anima Mundi maakt op zichzelf geen deel uit van de uitvoeringsprojecten of Beleef de Waal. De realisatie van Anima Mundi levert echter wel een bijdrage aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het WaalWeelde-programma en Beleef de Waal.

3.2.4 Conclusie

Het initiatief is passend binnen de provinciale beleidskaders.

3.3 Gemeentelijk beleid

(18)

3.3.1 Strategische Visie

In 2009 is de Strategische visie gemeente Beuningen 2030 'Eigenzinnig maatwerk aan de Waal' opgesteld. In dit kaderstellende, sturende document staan strategische hoofdkeuzes die betrekking hebben op de periode tot 2030. Een aantal van de hoofdkeuzes heeft ruimtelijke relevantie en legt daarmee ook de basis voor keuzes in de Structuurvisie van de gemeente.

De strategische visie benoemt zes strategische thema's als hoofdlijnen van beleid, waaronder 'Zuinig op het buitengebied'. Het gebruik van het buitengebied zal gaan veranderen. Dit mag niet ten koste gaan van het karakter. In het oeverwallengebied staat landschappelijke kwaliteit centraal en wordt recreatief medegebruik de norm. In het algemeen gaat het in het buitengebied om behoedzame organische groei met oog voor historie.

3.3.2 Structuurvisie

De gemeente wil groen en dynamisch zijn. In essentie is het ruimtelijk beleid erop gericht om ruimte te geven aan dynamiek, waarbij de groene kwaliteiten van het gebied worden gerespecteerd en deze waar dat kan versterken. Dynamiek gaat onder meer over woningbouw, de realisatie van nieuwe zandwinplassen, recreatieve impulsen, het herontwikkelen van locaties en voorzieningen en veranderende verkeersstromen. De groene kwaliteiten die de gemeente wil behouden en accentueren zijn de natuurlijke uiterwaarden, het karakteristieke oeverwal-landschap, de groene 'ademruimten' tussen de kernen en de weidsheid van het Beuningse Veld. 'Groen en dynamisch' staat voor een gemeente die inspeelt op (veranderende) woon- en leefwensen én tegelijkertijd werkt aan een aantrekkelijke groene woon- en leefomgeving.

In de gemeentebrede Structuurvisie Beuningen wordt het motto 'Groen en dynamisch' verder

uitgewerkt via zes kernambities. Deze kernambities geven in een notendop weer wat de gemeente op ruimtelijk vlak de komende 10 jaar wil bereiken. De kernambities fungeren als leidraad bij het maken van keuzes en als fundamentele onderbouwing van de voorstellen in de structuurvisie. De

kernambities passen binnen de hoofdlijnen uit de Strategische visie.

Ambitie III Versterken en verbinden van landschappen

De combinatie van kwaliteit, variëteit en nabijheid van verschillende typen landschappen vormt een unieke waarde van de gemeente Beuningen. De Waal, de uiterwaarden en de dijken, de fruitteelt en de kleinschalige landschappen rond de oeverwal, het open kommengebied van het Beuningse Veld als onderdeel van het Land van Maas en Waal, de zandwinplassen en de groene 'ademruimten' tussen de dorpen; het levert boeiende landschappelijke contrasten op en ze liggen allemaal op korte afstand van elkaar. Deze landschappelijke setting maakt Beuningen aantrekkelijk om in te wonen, te leven én te recreëren, voor zowel de mensen uit Beuningen als voor mensen van buiten de

gemeente. De gemeentelijke ambitie voor de toekomst is om de unieke eigenschappen van de verschillende landschapstypen én de onderlinge verbindingen te behouden en verder te versterken.

Een sterk landschappelijk raamwerk en een recreatief 'rondje Beuningen', waarin de diverse landschappen voor wandelaars en fietsers goed ontsloten zijn, moet het resultaat zijn. In het oeverwalgebied bestaat de uitdaging om de opgaven vanuit landschap, landgoederen, water en recreatie onderling te verbinden.

Recreatief landschap

Een belangrijke kwaliteit waarmee de recreatieve ambities verder verwezenlijkt kunnen worden, is de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van het Beuningse landschap. De voorstellen die in de

structuurvisie worden gedaan om het landschap te behouden en te versterken, dragen daarom direct bij aan deze ambities. De gemeente werkt zowel aan de kwaliteit van de verschillende

landschapstypen (het rivierenlandschap, het Waaloeverwalgebied, de openheid van het Beuningse Veld) als aan de onderlinge landschappelijke verbindingen.

De aanleg van een nevengeul en het landschappelijk inpassen van de steenfabrieksterreinen vergroten de aanwezigheid van de 'genius of the place', de kenmerkende eigenheid van het

Beuningse uiterwaardenlandschap. Om dit optimaal te beleven, moet het gebied ook voor recreanten goed bereikbaar zijn. Zodoende komen er naast struin- en wandelroutes ook nieuwe fietsroutes. Het gebied kan voor recreanten nog aantrekkelijker gemaakt worden door de bestaande 'beeldenroute' te versterken.

(19)

Door de binnendijkse ontwikkelingen (wandel- en fietspaden in het oeverwalgebied) goed aan te laten sluiten op de (struin)routes in de uiterwaarden nemen de recreatieve mogelijkheden verder toe.

Uiteindelijk kunnen deze ontwikkelingen een aanzet vormen voor de realisatie van één lang, doorlopend Waalpad, dat een keten van uiterwaarden en binnendijks gelegen landgoederen/

rivierdorpen aan beide waaloevers met elkaar verbindt.

De gemeente wil particuliere recreatieve initiatieven stimuleren. Vooral in het oeverwalgebied en in het Beuningse Veld ziet de gemeente op beperkte schaal kansen voor kleinschalige nieuwe initiatieven zoals een mini-camping, bed & breakfast, theehuis, museum, kunst of een

bezoekerscentrum. In aanvulling daarop wil de gemeente langs de dijk op een beperkt aantal plekken ruimte bieden voor horeca.

Het landschap rondom Winssen nodigt fietsers en wandelaars uit om ervan te genieten. Deze vorm van recreëren en benutten van de landschappelijke waarden van Winssen en omgeving past bij het uitgangspunt kleinschalig en vormt geen bedreiging voor het rustige leefklimaat in het dorp. De uitstraling van Winssen als landschappelijke parel in het rivierengebied wordt versterkt door het vergroten van de aantrekkingskracht op dit soort recreanten. Daarom zijn de volgende aanvullingen op de bestaande mogelijkheden gewenst:

» uitbreiding van het routenetwerk voor fietsers;

» meer wandelpaden en ommetjes;

» de toegankelijkheid vanuit het dorp naar de uiterwaarden vergroten;

» een 'rustieke' stopplaats op de dijk, bijvoorbeeld in de vorm van een theehuis.

3.3.3 Landschapsontwikkelingsplan

De gemeente Beuningen heeft in 2006 samen met de gemeente Wijchen en Druten een

Landschapsontwikkelingsplan (LOP) opgesteld. De visie zet in op de versterking en ontwikkeling van de verschillende landschapstypen die het landschap in deze gemeenten karakteriseren. Het

plangebied is gelegen binnen het gebied 'Waaloeverwallen'. Dit deelgebied is landschappelijk fraai en recreatief zeer aantrekkelijk door de diversiteit, de kleinschaligheid en de groene uitstraling. De diversiteit en kleinschaligheid is terug te vinden in het samenspel van bebouwingslinten, dorpen, weiden en boomgaarden in onregelmatige patronen. Een rijke groene uitstraling is aanwezig in de vorm van rijk beplantte erven, boomgaarden, wegbeplantingen, windsingels en opslag rond plassen.

Versterken cultuurhistorische landschapselementen en patronen

In landschappelijk opzicht vormen onder andere de dijken belangrijke historische onderdelen van het landschap. Bij nieuwe ontwikkelingen, zoals het ontwerp van nieuwe landgoederen, recreatieve uitloopgebieden en routes of de inrichting van de EVZ is het interessant om oude elementen en patronen op te nemen in het ontwerp en deze ruimtelijk te versterken. Op deze wijze draagt het ruimtelijk ontwerp van nieuwe ontwikkelingen bij aan de herkenbaarheid en leesbaarheid van het landschap en haar geschiedenis.

Actief ontwikkelen recreatief netwerk

Vanuit Nijmegen en andere gebieden bestaat er behoefte om in het buitengebied te ontspannen en te recreëren. Het landschap binnen de gemeente(n) is veelzijdig en aantrekkelijk en grote delen lenen zich goed voor deze recreatieve uitloopfunctie voor de lokale bevolking en de bevolking uit de regio.

Het landschap kan hier wel nog beter voor worden uitgerust. Naast deze recreatieve functie kan het buitengebied een toeristische functie vervullen, waarbij de bezoekers of verblijfsrecreanten inkomsten genereren voor het gebied. Kwaliteiten die het landschap voor de toerist te bieden heeft, zijn onder andere rust en ruimte. Op overgangen van twee landschapstypen kunnen recreatieve voorzieningen een bijdrage leveren aan de herkenbaarheid van het landschap, bijvoorbeeld in de vorm van een uitzichtpunt.

Het recreatief netwerk dat wordt nagestreefd bestaat uit paden, wegen en routes (geschikt voor fietsers, lange afstandswandelaars en skeeleraars), verknopingen van routes, kleinschalige bezienswaardigheden of rustpunten. Het netwerk is met de omgeving en de voorzieningen in de kernen (zoals horeca) verbonden.

(20)

In het gebied is momenteel maar een beperkt aantal te bezoeken attracties, bezienswaardigheden en horecapunten aanwezig. De visie zet in op uitbreiding van kleinschalige recreatieve voorzieningen, passend binnen het landschapstype. Daarbij kan gedacht worden aan een theetuin, bed & breakfast, verkoop van streekeigen producten zoals fruit, boerderijbezoek, exposities, bezoekmogelijkheden en informatie over cultuurhistorische objecten of elementen in het landschap (monumenten, wielen, zijkades, steenfabrieken, bijzondere teelten), toegankelijkheid en informatie over (buitendijkse) natuurontwikkeling e.d.

Anima Mundi, gelegen onderaan de Dijk als grens tussen het uiterwaarden- en

oeverwallenlandschap, waar respectievelijk struinroutes en een actieve ontwikkeling van een recreatief netwerk wordt voorgestaan, kan onderdeel uitmaken van dit recreatieve netwerk en dit daarmee nog beter herkenbaar en beleefbaar maken.

3.3.4 Visie Recreatie en Toerisme gemeente Beuningen 2020

Deze visie, die door de gemeenteraad op 26 januari 2021 is vastgesteld, vormt een actualisatie en een nadere uitwerking van de 'Visie op recreatie en toerisme' uit 2015. In deze nieuwe visie worden de ambities, met een aanpak op hoofdlijnen en actiepunten voor de komende jaren (2021-2023) geschetst.

Als hoofdambitie van de visie wordt genoemd de ontwikkeling van een vitale recreatief-toeristische sector in de gemeente Beuningen, met behoud van de landschappelijk en cultuurhistorische waarden, versterking van de economische kwaliteit en werkgelegenheid, én passend bij het karakter van Beuningen als woongemeente. Deze hoofdambitie is vervolgens uitgewerkt in vijf actielijnen, met per actielijn één of meerdere concrete actiepunten. Deze vijf actielijnen zijn de volgende:

1. Het versterken van recreatief-toeristische voorzieningen, waarbij de gemeente onder meer de onderlinge samenwerking tussen ondernemers en organisaties wil faciliteren, zodat het recreatief-toeristisch aanbod sterker wordt geprofileerd;

2. Het versterken van de recreatief-toeristische infrastructuur, onder meer door het stimuleren van de (door)ontwikkeling van bestaande fietsroutes, waarbij de thema's kunst, water en archeologie meer centraal moeten staan;

3. Het vergroten van de recreatieve waarde van het water;

4. De potenties van het gebied 'Het Broek' beter benutten;

5. Sterker profileren van het aanbod in de gemeente Beuningen, waarbij de gemeente de samenwerking met de gemeenten binnen het Rijk van Nijmegen en de organisatie Toerisme Veluwe Arnhem Nijmegen (TVAN) wil versterken en vernieuwen.

De realisatie van het kunstwerk Anima Mundi is in lijn met bovengenoemde kernambitie en kernkwaliteiten van de visie.

3.3.5 Conclusie

Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat het initiatief uitvoering geeft aan het gemeentelijke beleid.

3.4 Conclusie

Het initiatief is passend binnen de beleidskaders van de verschillende overheden.

(21)

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten

4.1 Verkeer & parkeren

Anima Mundi betreft een beeldend kunstwerk, een stiltemonument, onderaan de dijk nabij Winssen en betreft een culturele non-profit organisatie/activiteit die vrijwel geen verkeersbewegingen genereert. De dijk zelf is autoluw (gemotoriseerd verkeer is met uitzondering van

bestemmingsverkeer niet toegestaan) en heeft derhalve geen doorgaande functie. De dijk is op dit moment reeds een belangrijke recreatieve route (wandelaars, fietsers) door de combinatie van landschap, natuur, monumenten en cultuur. Langs en direct nabij de dijk is reeds sprake van diverse beeldende kunstwerken, horeca-gelegenheden, milieu-educatie en ateliers (o.a. de dijkmagazijnen).

De hoofdtoegang van Anima Mundi is echter gelegen aan de zuidzijde. Autoparkeren vindt plaats op Admiraal Ghentplein in het dorp bij de kerk. Fietsparkeren vindt plaats op de aansluiting van de oprit richting de Tempelhof/Anima Mundi bij de Haneman en in de perenbongerd als gebruik gemaakt wordt van de secundaire entree via de dijk. Parkeren en de looproute worden op de website van Anima Mundi aangegeven.

Verkeersonderzoek

Om bovenstaande nader te onderbouwen is verkeerskundig onderzoek uitgevoerd (Loendersloot Groep, Verkeersonderzoek Anima Mundi, nummer 5643, januari 2020). Zie Bijlage 2. Uit dit

onderzoek blijkt dat de verwachting is dat vooral kunstliefhebbers en mensen op zoek naar zingeving het stiltemonument Anima Mundi komen bezoeken. De overige bezoekers zullen uit de huidige passanten voortkomen. Diegenen die (deels) met autovervoer komen, worden zoals gezegd op de website verwezen naar de parkeerplaatsen rond de kerk en het Admiraal van Ghentplein. De verwachting is dat de meesten het kunstwerk eenmalig komen bezoeken en niet frequent terugkomen.

Het kunstwerk bevindt zich in het buitengebied met een hoofdingang aan de zuidkant en een secundaire ingang aan de Dijk. De Dijk is één smalle toegangsweg die alleen voor het

bestemmingsverkeer (geen motorvoertuigen) toegankelijk is, waardoor voornamelijk voetgangers en fietsers vanaf de noordkant het kunstwerk komen bezichtigen. Dit zou een lichte toename in het aantal voetgangers en fietsers op de Dijk kunnen opleveren. Fietsparkeren voor bezoekers vanaf de dijkzijde vindt plaats op eigen terrein (binnen de huidige omheining van de bongerd).

De bezoekers die (deels) met de auto komen, kunnen en moeten hun auto parkeren op het openbare plein nabij de kerk Winssen. Het aantal bezoekers per dag per auto voor alleen het kunstwerk Anima Mundi is dermate gering dat met de huidige parkeergelegenheid van 85 parkeerplaatsen op het plein nabij de kerk in Winssen dit ruimschoots op te vangen is. Het aantal bezoekers leidt niet tot een substantiële toename van het autoverkeer door de kern Winssen.

Conclusie: het kunstwerk zal slechts in beperkte mate leiden tot een toename van het aantal

voetgangers en fietsers op de Dijk en ook het autoverkeer door de kern Winssen zal niet substantieel toenemen.

4.2 Bodem

4.2.1 Regelgeving

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moet in verband met de uitvoerbaarheid van een project rekening worden gehouden met de bodemgesteldheid. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig moet worden gesaneerd, dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). De Wet bodembescherming heeft betrekking op landbodems; waterbodems vallen onder de Waterwet. Op grond van de Woningwet en de Bouwverordening moet voor elke individuele

bouwlocatie aangetoond te worden dat de bodem geschikt is voor de beoogde bebouwing, alvorens een omgevingsvergunning verleend kan worden.

(22)

Bij het opstellen van een bestemmingsplan is de vraag of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het huidige of toekomstige gebruik van die bodem en of deze optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd. Het uitgangspunt hierbij is dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem en dat de bodemkwaliteit niet verslechtert door grondverzet. Dit is het zogenaamde stand still-beginsel. Het vaststellen van de bodemkwaliteit wordt bij het opstellen/wijzigen van een bestemmingsplan dan ook alleen van belang geacht voor de locaties waar ontwikkelingen gepland zijn (zoals functiewijzigingen, bouwen,

graven/ophogen).

4.2.2 Doorvertaling bestemmingsplan

Het initiatief betreft geen gevoelige functie waarvoor bodemonderzoek noodzakelijk is. Het aspect 'bodem' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.3 Geluid

4.3.1 Regelgeving

De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh) en het daaraan hangende Besluit geluidhinder (Bgh). Overeenkomstig de Wgh zijn (spoor-)wegen en

industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen voorzien van zones. Het gebied binnen deze zones geldt als akoestisch aandachtsgebied waar een toetsing uitgevoerd dient te worden. Daarbij beperkt de Wgh zich tot een toetsing ter plaatse van zogenaamde geluidsgevoelige objecten. Dit zijn onder andere woningen, onderwijsgebouwen, gezondheidszorggebouwen,

kinderdagverblijven, woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonboten.

4.3.2 Doorvertaling bestemmingsplan

Het initiatief betreft de realisatie van een beeldend kunstwerk onderaan de Dijk bij Winssen. De Dijk is onderdeel van een recreatief netwerk, gericht op wandelaars en fietsers. De Dijk zelf heeft een autoluw karakter. Het initiatief zal geen extra autobewegingen genereren over de Dijk. Tevens worden geen nieuwe geluidgevoelige objecten gerealiseerd. Onderzoek naar wegverkeerslawaai is derhalve niet noodzakelijk.

Het aspect 'geluid' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.4 Bedrijven en milieuzonering

Met het initiatief wordt geen gevoelige bestemming gerealiseerd, daarnaast betreft het beeldende kunstwerk geen milieuhinderlijke inrichting.

Het aspect 'bedrijven en milieuzonering' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.5 Luchtkwaliteit

4.5.1 Regelgeving

Op 15 november 2007 is de wijziging van de 'Wet milieubeheer' in werking getreden. Deze wet vervangt het 'Besluit luchtkwaliteit 2005' en is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om:

» negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken,

» mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

(23)

De paragraaf luchtkwaliteit in de 'Wet milieubeheer' voorziet onder meer in een gebiedsgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en

milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe 'Wet luchtkwaliteit' geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als:

» er geen sprake is van een feítelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;

» een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;

» een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging (meer dan 30Zo ten opzichte van de grenswaarde);

» een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking is getreden nadat de EU in april 2009 derogatie heeft verleend.

Als aannemelijk kan worden gemaakt dat aan één of meerdere van de bovengenoemde criteria wordt voldaan, kan het project zonder toetsing aan de gestelde grenswaarden voor luchtkwaliteit worden uitgevoerd.

In de Ministeriële regeling 'niet in betekenende mate bijdragen' zijn voor verschillende categorieën van projecten grenzen gesteld aan de projectomvang waaronder een project met zekerheid Nibm bijdraagt aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht (bijvoorbeeld een woongebied met maximaal 1.500 woningen). Ook in gevallen waar op basis van berekeningen aannemelijk is gemaakt dat een ontwikkeling Nibm bijdraagt aan de concentraties hoeft geen toetsing aan de grenswaarden plaats te vinden. Voor deze berekeningen wordt de zogenaamde Nibm-tool gehanteerd. Deze rekentool is zodanig opgezet dat slechts op basis van een beperkt aantal invoergegevens een beoordeling kan worden uitgewerkt van een worst-case benadering. Op basis van de toename van het aantal verkeersbewegingen en de toename van het vrachtverkeer wordt middels een uitgevoerde berekening een inschatting gemaakt of de voorgenomen plannen in betekenende mate bijdragen aan de concentratie van stof in de lucht.

4.5.2 Doorvertaling bestemmingsplan

Het initiatief zal zeer beperkt leiden tot extra verkeersbewegingen en is daarmee Nibm. Het aspect 'luchtkwaliteit' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.6 Geur

4.6.1 Regelgeving

Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) in werking getreden. Deze wet vormt het toetsingskader voor vergunningen op grond van de Wet milieubeheer, waar het gaat om stank veroorzaakt door het houden van dieren. Daarnaast is de wet van belang in verband met de

zogenoemde 'omgekeerde werking' in het kader van de ruimtelijke ordening. De Wgv kent een aantal standaardnormen. Daarnaast hebben gemeenten de mogelijkheid gekregen om binnen een wettelijk bepaalde bandbreedte van deze standaardnormen af te wijken. Op deze wijze kan de gemeente een geurhinderbeleid vaststellen, dat is afgestemd op de plaatselijke situatie.

4.6.2 Doorvertaling bestemmingsplan

Het beeldend kunstwerk betreft geen gevoelige bestemming. Het aspect 'geurhinder' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.7 Externe veiligheid

4.7.1 Regelgeving

(24)

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen. Het beleid rondom externe veiligheid is vastgelegd in circulaires, regelingen, AMvB's en wetten.

In Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's, namelijk het

plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Bij het plaatsgebonden risico (PR) gaat het om de kans per jaar dat een denkbeeldig persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen als deze persoon zich onafgebroken en onbeschermd in de nabijheid van een risicovolle inrichting of transportas bevindt. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven als een contour rondom de risicovolle inrichting of de transportas.

Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve kans dat een (werkelijk) aanwezige groep van 10, 100 of 1.000 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico moet verantwoord worden voor het gebied waarbinnen zich de gevolgen van een

incident met gevaarlijke stoffen voordoen. Dit is de zogenaamde 1 %-letaliteitsgrens; de afstand vanaf een risicobedrijf waarop nog slechts 1 /o van de blootgestelde mensen in de omgeving overlijdt bij een ongeval op het risicobedrijf (invloedsgebied).

Voor de beoordeling van risico's van transport van gevaarlijke stoffen is de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (RNVGS) van 4 augustus 2004 richtinggevend. In deze circulaire wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het beleid zoals verwoord in het Besluit externe veiligheid

inrichtingen.

Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) legt veiligheidsnormen op aan bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein, bijvoorbeeld rondom chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren. Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij woningen, kantoren, ziekenhuizen, scholen of winkels. Het besluit verplicht gemeenten en provincies wettelijk vanaf de inwerkingtreding van het besluit bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van ruimtelijke plannen met externe veiligheid rekening te houden. Het gaat daarbij niet alleen om het oprichten van of veranderen van inrichtingen of projecteren van nieuwe bestemmingen. Ook bij het vaststellen of herzien van een bestemmingsplan dient de externe veiligheid te worden beoordeeld. Het besluit is op 27 oktober 2004 in werking getreden.

4.7.2 Doorvertaling bestemmingsplan

Het beeldend kunstwerk betreft geen gevoelige bestemming in het kader van externe veiligheid en zal derhalve niet leiden tot een verhoging van het plaatsgebonden en groepsrisico. Daarnaast is het plangebied niet gelegen in of op (de beheerszone van) transportleidingen van gevaarlijke stoffen.

Het aspect 'externe veiligheid' vormt geen belemmering voor de vaststelling van onderhavig bestemmingsplan.

4.8 Waterhuishouding

4.8.1 Regelgeving Algemeen

Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland. Voor het plangebied is het volgende waterhuishoudkundige beleid van toepassing:

» Rijksbeleid: Waterwet, Nationaal Waterplan 2016 - 2021, Waterbeleid in de 21e eeuw en Nationaal Bestuursakkoord Water;

» Provinciaal beleid: Omgevingsvisie Gelderland;

» Waterschapsbeleid: Waterbeheerprogramma 2016 - 2021 'Koers houden en kansen benutten', Nota riolering 'Samen door één buis' (2012) en de Keur voor waterkeringen en wateren;

» Gemeente: Gemeentelijk riool- en waterplan 2018 - 2022.

Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder ver- en nieuwbouwplannen, hanteert de overheid het volgende criterium met betrekking tot het duurzaam omgaan met water: Doordat een toename

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” is in de agrarische bestemmingen wel een ontheffingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder b teneinde het oprichten van teeltondersteunende kassen, met een oppervlakte

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2 van dit artikel voor de plaatsing van een (tijdelijke) woonunit, aanvullend op de

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2.2 van dit artikel voor de bouw van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten

Samengevat kan geconcludeerd worden dat er in het kader van externe veiligheid geen belemmeringen zijn voor de bouw van 7 woningen in het plangebied 'Keenseweg - achter

Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen waarbij het daadwerkelijk te

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde bedraagt maximaal

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor