• No results found

Resultaten werkgevers- en werknemersenquête

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Resultaten werkgevers- en werknemersenquête"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Werknemersenquête zorg en welzijn

Uitkomsten 2e meting 2019

Deze rapportage is gemaakt voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW).

Mark Ramaekers

Rapportage

(2)

Inhoud

Inleiding 3

Uren betaald werk per week 3 Volgen van scholing 5

Toereikende kennis en vaardigheden 6 Ervaren werkdruk 7

Tevredenheid met het werk 8

Loopbaan en mobiliteit 8

Begrippen 10

(3)

Inleiding

In november en december 2019 heeft een nieuwe meting van de werknemersenquête plaatsgevonden. De cijfers hebben dan ook betrekking op de periode vóór de start van de coronacrisis. Het was de tweede van de twee metingen die in 2019 door het CBS in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zijn uitgevoerd voor het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW). Voor dit onderzoek is een steekproef getrokken uit de bijna 1,3 miljoen werknemers die op 31 mei 2019 in de zorg en welzijnssector (breed) werkten. In dit document worden de belangrijkste resultaten uit het onderzoek gepresenteerd, waarbij het gaat om drie thema’s: kenmerken van de werkkring, scholing en vaardigheden en loopbaan en mobiliteit. De cijfers gaan over de zorg- en welzijnssector inclusief kinderopvang (breed). Zorg en welzijn smal is exclusief kinderopvang. De meeste cijfers in deze rapportage zijn tevens terug te vinden op AZW StatLine. Hier is daarnaast nog meer informatie opgenomen op basis van de

werknemersenquête, waaronder cijfers naar subbranche.

Uren betaald werk per week

Werknemers in de zorg en welzijnssector werkten eind 2019 naar eigen zeggen gemiddeld 27,0 uur per week

1)

. Werknemers in een UMC maakten gemiddeld de meeste uren per week, 32,5. In de Verpleging, verzorging en thuiszorg werkte men gemiddeld ruim een dag minder per week. Dit heeft er mee te maken dat in deze branche relatief veel medewerkers in een (kleine) deeltijdbaan werken.

Het aantal uren dat men werkte, komt ongeveer overeen met de uren die werknemers volgens hun contract zouden moeten werken: bij de contracturen ging het om 26,8 uur per week. In de Kinderopvang werkte men gemiddeld bijna een uur per week meer dan contractueel was afgesproken.

Het grootste deel van de werknemers gaf eind vorig jaar overigens aan voorlopig – dat wil zeggen de komende zes maanden – niet meer of minder uren te willen werken. Van alle werknemers wilde 14 procent meer werken. Daartegenover wilde 8 procent minder werken. In de Gehandicaptenzorg en Kinderopvang wilde men relatief vaak meer uren werken. In de branches UMC, Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke Gezondheidszorg en Jeugdzorg wilde men juist relatief vaak minder werken.

1)

Werknemers is de volgende vraag voorgelegd: Hoeveel uur werkt u betaald, gemiddeld per week?

(4)

uren

1. Gemiddeld aantal uren betaald werk per week, 2e meting 2019

26,827,0

27,0

32,5 29,5

29,9 26,3 23,7

29,1 24,3

28,1 25,7

27,1

32,5 29,6

30,3 26,6 24,0

26,727,1 25,2

29,5

28,4 26,0

Aantal uren per week werkzaam Aantal uren per week werkzaam volgens contract Zorg en welzijn breed

Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 5 10 15 20 25 30 35

%

2. Meer of minder uren willen werken, 2e meting 2019

14 14

9 9 9 12

16 17

21 10

16 17

8 9

12 10

12 8 6

8 5 12

9 7

68 69

72 73 71 73 67

66 61

70 67 67

10 9

7 8 9 7 11 10 13 7 8 10

Meer uren willen werken Minder uren willen werken Niet meer of minder Weet niet

Zorg en welzijn breed Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

(5)

Volgen van scholing

Het volgen van scholing is vrij gebruikelijk in de zorg- en welzijnssector: 78 procent gaf aan een vorm van scholing te hebben gevolgd in de afgelopen twaalf maanden. Dit aandeel werknemers dat scholing volgde, is met 85 procent het grootst in de branches Gehandicaptenzorg en Huisartsen en gezondheidscentra.

Bij het volgen van scholing kan het gaan om een lange opleiding of om een korte opleiding of cursus. Bijna 8 procent van de werknemers volgde een lange opleiding, 18 procent volgde zowel een lange als korte opleiding en 53 procent volgde een korte opleiding. Van degenen die een korte opleiding volgden, ging het bij ruim de helft (56 procent) om een vakinhoudelijke training of cursus.

Het aandeel werknemers dat een lange opleiding volgde, was vooral groot in de UMC’s, de Geestelijke gezondheidszorg en de Kinderopvang. Hierbij ging het overigens vooral om 15- tot 25-jarigen. Het aandeel werknemers dat alleen een korte opleiding volgde, was vooral groot in de Gehandicaptenzorg.

Ruim een op de vijf (22 procent) werknemers had geen scholing gevolgd in de afgelopen twaalf maanden. Hiervan zei 71 procent dat ze daar ook geen behoefte aan hadden.

%

3. Afgelopen twaalf maanden cursus of opleiding gevolgd, 2e meting 2019

8 8

7 8 8 8 9 4

8 6

9 8

18 18

24 16

22 19 17 20

21 21 17 11

53 53

48 56

53 58 50

61 48

55 55 48

22 22

20 20 17 15 26 15 23 18 19 34

Lange opleiding Lange en korte opleiding/cursus Korte opleiding/cursus Geen scholing

Zorg en welzijn breed Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

(6)

Toereikende kennis en vaardigheden

Op de vraag of hun kennis en vaardigheden toereikend zijn voor het uitvoeren van hun functie gaf 87 procent van de werknemers aan dat ze geen problemen ervaren. Dit aandeel was met 91 procent het grootst in de branches UMC, Huisartsenzorg en gezondheidscentra en Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg. De branche Geestelijke

Gezondheidszorg (GGZ) kende het kleinste aandeel: 84 procent gaf aan dat hun kennis en vaardigheden toereikend waren voor het uitoefenen van hun functie.

% voldoende kennis en vaardigheden

4. Voldoende kennis en vaardigheden voor het uitoefenen van huidige functie, 2e meting 2019

87 87

91 91 84

91 85

86 85

86 85 90 Zorg en welzijn breed

Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Werknemers bepaalden (vooral) zelf welke scholing men volgt of gaat volgen (46 procent)

of deden dat evenveel als de organisatie waar ze werken (28 procent). In de branches

Sociaal werk, Huisartsenzorg en gezondheidscentra, en Jeugdzorg bepaalde meer dan de

helft van de werknemers (vooral) zelf welke scholing ze volgen. In de Kinderopvang had

de organisatie een grotere stem en bepaalde een derde van de werknemers (vooral) zelf

welke scholing men volgt.

(7)

%

5. Wie bepaalt welke scholing men volgt, 2e meting 2019

24 24

20 21 22

27 26 19 17

23 30

31 22

23

32 22

29 28 17 23 16

30 27 22

28 28

27 28

28 30 27

33 26

27 28 24

17 16

16 20

15 10 18

19 25

14 10 11

7 6

4 6

4 4 9

5 12

4 6

Ikzelf Ikzelf meer dan de organisatie

Ikzelf evenveel als de organisatie De organisatie meer dan ik

De organisatie Geen antwoord

Zorg en welzijn breed Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

4 6 2 1 4 2 5 3 2 3 2 3 3

Ervaren werkdruk

Van de werknemers in de zorg- en welzijnssector gaf eind 2019 48 procent aan dat ze gemiddeld genomen een te hoge of veel te hoge werkdruk ervaren. Het waren vooral voor werknemers in de Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg en in de Jeugdzorg (beide 53 procent) die een (veel) te hoge werkdruk ervoeren, terwijl werknemers in de Overige zorg en welzijn (37 procent) en Sociaal werk (39 procent) de minste werkdruk ervoeren.

%

6. Werknemers die hun werkdruk gemiddeld genomen (veel) te hoog vinden, 2e meting 2019

41 41

39 46 43 40

42 40

44 43 34

32

7 7

7 8 7 7

8 8

8 10 5

5

Te hoog Veel te hoog Zorg en welzijn breed

Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60

(8)

Tevredenheid met het werk

Ruim drie kwart (78 procent) van de werknemers in de zorg- en welzijnssector was over het algemeen tevreden of zeer tevreden met hun werk. Vooral onder werknemers in de branche Huisartsen en gezondheidscentra was dit aandeel groot: 84 procent. In de Gehandicaptenzorg en Kinderopvang was dit aandeel werknemers dat tevreden of zeer tevreden was met hun werk met 76 procent het kleinst.

%

7. Tevredenheid met het werk, 2e meting 2019

59 59

56 61 60 59 59 60 59

60 57 55

19 19

24 16

18 24 19 16 17 18

23 22

Tevreden Zeer tevreden Zorg en welzijn breed

Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

Loopbaan en mobiliteit

Het grootste deel van de werknemers in de zorg- en welzijnssector (76 procent) gaf aan

bewust na te denken over hun loopbaan. Dat gold zeker voor werknemers in de branches

Jeugdzorg, UMC en Sociaal werk waar meer dan 80 procent bewust nadacht over hun

carrière. Een deel van de werknemers werd ook door hun werkgever gestimuleerd na te

denken over hun loopbaan (42 procent). Werknemers wilden zich vooral ontwikkelen in

hun eigen functie (70 procent). Ze wilden zich minder ontwikkelen in een andere functie

(34 procent).

(9)

Een deel van de werknemers (14 procent) was eind vorig jaar op zoek naar een andere baan: 12 procent vrijwillig en 2 procent niet vrijwillig. In de Jeugdzorg en de

Gehandicaptenzorg is een groter deel van de werknemers op zoek, respectievelijk 18 en 17 procent.

Wanneer men zocht, was dat relatief vaak vanwege een nieuwe uitdaging (46 procent).

Ook zocht men beter betaald werk (23 procent) en werk met een minder hoge werkdruk (22 procent).

%

8. Op zoek naar andere baan, 2e meting 2019

12 12

11 13

15 9

10

16 14

14 14 13

2 2

3 1

2 1

3

2 2

4 3 2

Ja, vrijwillig Ja, maar niet vrijwillig Zorg en welzijn breed

Zorg en welzijn smal

Universitair Medisch Centrum Ziekenhuizen en overige medisch specialistische zorg Geestelijke gezondheidszorg Huisartsenzorg en gezondheidscentra Verpleging, verzorging en thuiszorg Gehandicaptenzorg Kinderopvang Jeugdzorg Sociaal werk Overige zorg

0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20

(10)

Begrippen

Korte opleiding

Opleidingen of cursussen met een duur korter dan zes maanden. Het gaat daarbij om opleidingen of cursussen gevolgd in de afgelopen twaalf maanden.

Lange opleiding

Opleidingen met een duur van zes maanden of langer. Het kan daarbij gaan om een actuele lange opleiding of een lange opleiding gevolgd in de afgelopen twaalf maanden.

Zorg en welzijn breed

Dit is een samentelling van de tien afzonderlijke branches in het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) die samen het terrein van de zorg en welzijn beschrijven.

Zorg en welzijn smal

Dit is een samentelling van de tien afzonderlijke branches in het onderzoeksprogramma

Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) die samen het terrein van de zorg en welzijn

beschrijven, zonder de branche Kinderopvang.

(11)

Colofon

Verklaring van tekens

Niets (blanco) Een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen

. Het cijfer is onbekend, onvoldoende betrouwbaar of geheim

* Voorlopige cijfers

** Nader voorlopige cijfers 2019–2020 2019 tot en met 2020

2019/2020 Het gemiddelde over de jaren 2019 tot en met 2020

2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2019 en eindigend in 2020 2017/’18–2019/’20 Oogstjaar, boekjaar, enz., 2017/’18 tot en met 2019/’20

In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.

Uitgever

Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl

Prepress

Centraal Bureau voor de Statistiek Ontwerp

Edenspiekermann Inlichtingen Tel. 088 570 70 70

Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen/Bonaire, 2020.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

U heeft het recht om als eerste te horen wat het medisch advies is van onze medisch adviseur.. Dit heet het ‘recht op eerste

Lid commissie Festiviteiten Carnavalsstichting (4 uur) Onbetaald Penningmeester bestuur Stichting Textilium (10 uur per maand) Onbetaald Secretaris bestuur Stichting

[r]

Op het laatste moment ging de bank volgens Roeleveld toch niet akkoord.. Het crediteurenakkoord kon toen niet

Nu, ook wanneer deze goederen aan curandus zouden hebben toebehoord, de curator niet tot uitwinning zou zijn overgegaan, is de eigendom verder niet meer geverifieerd.. In

Daarnaast heeft de curator onderzoek gedaan naar de bedrijfsmiddelen die niet in het pand zijn aangetroffen en die (deels) in het bezit zijn van de zoon van

verslag 1 Er hebben de gebruikelijke inventariserende werkzaamheden plaatsgevonden waarbij contacten zijn onderhouden met de bestuurder en huurders van

Ook is kort voor faillissement een bedrag overgeboekt naar de enig bestuurder en aandeelhouder van gefailleerde.. Deze betaling zijn thans nog