Inlichtingen bij mw. W.F.M. Steijns, telefoonnummer (026) 359 81 07 e-mailadres: post@gelderland.nl
Antwoord op Statenvragen PS2018-46 Arnhem, 20 maart 2018 zaaknr. 2018-001313
De leden van Provinciale Staten
Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid A. Vollebregt
( SP ) over Statenvragen over reservering van ruimte in 2014 binnen de PAS ten behoeve van de voorgenomen uitbreiding van Lelystad Airport in 2019
Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid A. Vollebregt toekomen.
Inleiding van de vragensteller:
Aanleiding:
1. Het feit dat bij het Europese Hof de PAS-wetgeving ter beoordeling ligt.
2.De onverwacht lage vliegroutes van en naar Vliegveld Lelystad, bij de voorgenomen opening in 2010 (onlangs bekend gemaakt in juni 2017).
3. De nog steeds in hoogte toenemende stikstofdepositie-waarden in de provincie Gelderland en met name op de Natura 2000-gebieden/de Veluwe.
Inleiding:
Als SP hebben wij grote zorgen over de toename van de stikstofdepositie op de Veluwe, terwijl de voorgenomen uitbreiding van Lelystad Airport nog niet eens een feit is.
De effecten van de PAS-maatregelen zijn vooralsnog niet vastgesteld. (Zie de conclusie in het rapport van de Rekenkamer Oost dd. 3 november 2017).
Vraag 1 :
Is bij de kennelijke reservering van depositieruimte binnen de PAS-systematiek in Aerius ten behoeve van prioritaire projecten, rekening gehouden met forse consequenties die verband houden met de voorgenomen uitbreiding van vliegveld Lelystad in 2019? Zo ja, hoe verklaart u dan dat iedereen verrast was door de lage vliegroutes (met max. 45.000 vliegbewegingen) over Gelderland en de fors hogere uitstoot van o.a. NOx wanneer vliegtuigen op 1800m hoogte vliegen?
Zo nee, wat heeft dit dan voor gevolgen voor de beschikbare depositieruimte binnen de PAS?
Antwoord:
Het project Lelystad Airport valt niet onder de bevoegdheid van de provincie. Wij hebben voor de beantwoording van vragen 1 t/m 5 en vraag 7 navraag gedaan bij het bevoegd gezag zijnde het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat. De antwoorden van het ministerie zijn overgenomen bij de genoemde vragen.
2 Ministerie van I&W:
“Ja, bij de reservering van ontwikkelingsruimte is rekening gehouden met de uitbreiding van Lelystad Airport. Het rijk is verantwoordelijk voor de reservering voor luchthavens van nationale betekenis in het PAS. De uitgangspunten van de reservering zijn terug te vinden in het NLR rapport
Stikstofberekeningen luchthavens (NLR-CR-2014-083). Deze zijn sinds de inwerkingtreding van het PAS niet gewijzigd. De milieueffectrapportage (MER) voor de uitbreiding van Lelystad Airport wordt geactualiseerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarin worden de effecten van de uitbreiding van Lelystad Airport op de stikstofdepositie meegenomen.”
Vraag 2 :
Zijn er ten gevolge daarvan na 2014 aangevraagde vergunningen voor uitbreiding niet verleend? Als dit het geval is, binnen welke sector speelt dat dan?
Antwoord:
Ministerie van I&W:
“Luchthavens van nationale betekenis zijn prioritaire rijksprojecten. Daarvoor is apart
ontwikkelingsruimte gereserveerd. Dit heeft geen consequenties voor de beschikbare ruimte voor vergunningverlening voor andere sectoren.”
Vraag 3 :
Van welke vliegroutes is men in 2014 uitgegaan?
Antwoord:
Ministerie van I&W:
“Dit kan teruggevonden worden in het MER uit 2014.”
Vraag 4 :
Van welke vlieghoogtes is men uitgegaan? Is daarbij rekening gehouden met het fors hogere vermogen van een vliegtuig dat nodig is om op bepaalde hoogtes te vliegen en de dientengevolge fors hogere uitstoot van o.a. NOx?
Antwoord:
Ministerie van I&W:
“Dit kan teruggevonden worden in het MER uit 2014.”
Vraag 5 :
Is de forse toename van verkeer door Gelderland naar vliegveld Lelystad, dat onherroepelijk gaat plaats vinden bij de voorgenomen uitbreiding, meegenomen in 2014 in de reserveringsruimte voor prioritaire projecten binnen de PAS?
Antwoord:
Ministerie van I&W:
“In het PAS is apart ontwikkelingsruimte gereserveerd voor de groei van het wegverkeer op het hoofdwegennet en onderliggend wegennet. Hierbij is rekening gehouden met de
verkeersaantrekkende werking van prioritaire projecten, zoals de uitbreiding van Lelystad Airport.”
3 Vraag 6 :
Hoe kan het zijn dat er binnen de PAS systematiek theoretisch ruimte is voor een prioritair project zoals de voorgenomen uitbreiding van Lelystad Airport terwijl de gemeten waardes van de stikstofdepositie nog steeds te hoog zijn?
Is dit dan een papieren ruimte die niet overeenkomt met de werkelijke ruimte?
Zo ja, welke prioritaire projecten moeten dan wijken zodat er depositieruimte ontstaat voor de voorgenomen uitbreiding van vliegveld Lelystad?
Zo nee, waarop baseert u dan uw standpunt?
Antwoord:
Het PAS bestaat uit twee delen die er gezamenlijk voor zorgen dat de Natura 2000-doelen en ruimte voor economische ontwikkelingen zeker kunnen worden gesteld. Enerzijds het blijvend laten dalen van de stikstofdepositie door bestaand beleid en het nemen van maatregelen aan de bron en anderzijds het uitvoeren van herstelmaatregelen voor stikstofgevoelige natuur. Een gedeelte van de daling van de stikstofdepositie die met de hiervoor genoemde maatregelen wordt gerealiseerd mag worden ingezet voor nieuwe projecten of uitbreiding van projecten waarbij sprake is van
stikstofemissie, zoals de industrie en de landbouw (ammoniak). Voor het uitgeven van deze
(ontwikkelings)ruimte is het niet noodzakelijk dat de stikstofdepositie daalt tot op het niveau van de kritische depositie waarde (KDW) van een habitattype. Voorwaarde voor de uitgifte van
ontwikkelingsruimte is dat kan worden onderbouwd dat er redelijkerwijs geen twijfel bestaat dat er verslechtering optreedt. Deze onderbouwing hebben de verantwoordelijke overheden in de
gebiedsanalyses opgenomen. De deposities en de ontwikkelingsruimte worden op hexagon niveau berekend met het rekeninstrument AERIUS. De vraag welke prioritaire projecten moeten wijken voor Lelystad is beantwoord bij vraag 2.
Vraag 7 :
Hoeveel ruimte is gereserveerd en wat is de onzekerheid?
Antwoord:
Ministerie van I&W:
“Voor het antwoord op vraag 7 verwijzen wij graag naar het antwoord op vraag 1”
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris
