• No results found

Gemiddelde loonwaarde is 50%

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemiddelde loonwaarde is 50%"

Copied!
66
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorwoord Voorwoord

De belangrijkste bijstandscijfers van 2019 De belangrijkste bijstandscijfers van 2019 De Participatiewet in 2019

De Participatiewet in 2019 Inleiding

Inleiding

Volumeontwikkeling bijstand Volumeontwikkeling bijstand

Bijstand daalt in 2019 met 4,3%

88% van de gemeenten ziet bestand dalen In- en uitstroom in de bijstand

In- en uitstroom in de bijstand Instroom 24%

Uitstroom 28%

Instroom versus uitstroom

Vooral uitstroom bij kortdurende uitkeringen Uitstroom vooral naar werk

Herinstroom

Bestandssamenstelling bijstand Bestandssamenstelling bijstand

Vooral veel 45-plussers in de bijstand Veel langdurige uitkeringen

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

11% heeft ontheffing arbeidsplicht

Vooral ontheffingen om ‘dringende redenen’

Inkomsten uit werk Inkomsten uit werk

8% krijgt bijstand als aanvulling op inkomsten uit werk Gemiddelde inkomsten 556 euro per maand

Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie

Gemiddelde loonwaarde is 50%

(2)

Loonwaarde meestal tussen 50% en 75%

Maatregelen en sancties Maatregelen en sancties

Meer maatregelen in grote gemeenten Vooral maatregelen rondom arbeidsplicht Overtreden van de inlichtingenplicht

Overtreden van de inlichtingenplicht Verantwoording

Verantwoording Definities Definities Tabellenbijlage Tabellenbijlage Colofon

Colofon

(3)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Voorwoord

Binnen een paar weken is de situatie van gemeenten (en de inwoners die zij ondersteunen) compleet veranderd.

Waarom zou ik dan nog een voorwoord schrijven voor de Benchmark Jaarrapportage van 2019? De coronacrisis maakt de dalende bijstandsbestanden van eind vorig jaar tot een wazige droom. Alles is gekeerd: gemeenten zien hun bijstandsbestanden snel oplopen en krijgen duizenden aanvragen binnen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers (Tozo).

Maar toch doe ik het. Toch wil ik even achterom kijken. We waren als gemeenten met zinvolle dingen bezig. En als we straks in iets rustiger vaarwater belanden, zou het mooi zijn als we even diep kunnen ademhalen en onze aandachtspunten van voor het coronatijdperk weer een plek kunnen geven.

Ik noem twee dingen.

1. Aandacht voor mensen die langdurig in de bijstand zitten.

1. Aandacht voor mensen die langdurig in de bijstand zitten.

Er waren zoveel mensen die de afgelopen jaren vanuit de bijstand een plek hadden gevonden op de arbeidsmarkt, dat gemeenten ook weer tijd en ruimte hadden om aandacht te geven aan de mensen die al heel lang in de bijstand zaten. En dat was zo hard nodig. We weten uit onderzoek dat mensen die langdurig inactief zijn daar ook fysiek en mentaal onder lijden. Ze raken hun netwerk kwijt, hun vaardigheden en hun zelfvertrouwen.

Ik hoop dat gemeenten van het Rijk nu ook de financiële ruimte krijgen om die investeringen in mensen vol te blijven houden. De bijstand stroomt vol en de re-integratiemiddelen nemen niet navenant toe.

Gemeenten moeten al langer kiezen wie ze wel en niet kunnen helpen, maar de groep die ze niet kunnen helpen groeit nu wel weer fors.

Je kunt mensen niet als dozen in een magazijn zetten om ze eruit te trekken als ze straks weer nodig zijn. Iedereen moet nodig zijn, gewaardeerd worden en kansen kunnen krijgen. Ook de mensen in de bijstand die niet (meteen) aan het werk kunnen.

2. Discussie over het drijfzand van onze arbeidsmarkt 2. Discussie over het drijfzand van onze arbeidsmarkt

De Nederland arbeidsmarkt blijkt op vele plekken uit drijfzand te bestaan. De WRR en de commissie Borstlap schreven begin dit jaar al over de risico’s van de grote flexibele schil die we hebben. En de coronacrisis maakt bij gemeenten pijnlijk inzichtelijk dat de bijstand voor een deel van deze flexibele schil niet het laatste vangnet is, maar het eerste. Uitzendkrachten zonder Ww-rechten vallen terug op de bijstand. De stormloop op de Tijdelijke overbruggingsregeling voor zelfstandig ondernemers (Tozo) is groot. Heel veel ondernemers zijn blijkbaar niet in staat geweest om buffers op te bouwen om een plotselinge inkomensterugval te kunnen bolwerken.

Zzp’ers betalen niet mee aan de sociale uitkeringen, maar velen hebben die in deze tijden toch echt nodig. Het is voor deze groep fiscaal te makkelijk om risico’s te negeren of vooruit te schuiven. En we weten: soms hebben ze geen keuze of kunnen ze het niet, maar dat stipt nog eens extra aan dat dit niet

(4)

houdbaar is. De discussie over een sociaal zekerheidsstelsel voor zzp’ers is wat Divosa betreft dubbel hard heropend.

Erik Dannenberg, voorzitter Divosa

(5)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

De belangrijkste bijstandscijfers

van 2019

(6)

Januari: opnieuw discussie over taaleis en tegenprestatie Januari: opnieuw discussie over taaleis en tegenprestatie

Mei: wetsvoorstel Breed Offensief Mei: wetsvoorstel Breed Offensief

Juni: aftrap Simpel Switchen Juni: aftrap Simpel Switchen

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

De Participatiewet in 2019

In dit overzicht geven we een korte terugblik van de landelijke ontwikkelingen rondom de Participatiewet in 2019. Wat speelde er in Den Haag? We zetten kort een aantal hoofdpunten op een rij.

Staatssecretaris Van Ark roept gemeenten op om snel meer werk te maken van de uitvoering van de taaleis en de tegenprestatie. Ze wil daarover met gemeenten in gesprek. Gemeenten geven in onderzoek aan dat bijstandsgerechtigden in de regel meewerken aan de opgelegde taalverplichting.

Divosa laat weten dat een grote groep Nederlanders simpelweg niet in staat is de taal op het gewenste niveau te beheersen en de bijstand nodig heeft als laatste vangnet. 60% van de gemeenten geeft aan de tegenprestatie uit te voeren, maar niet elke gemeente zet deze even actief in. Divosa geeft aan dat het ook niet verplicht is dat iedereen een tegenprestatie levert. De gemeenten mogen daar zelf over beslissen.

Al in 2018 kondigde het ministerie van SZW het Breed Offensief aan met als doel om meer mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk te helpen. Het Breed Offensief richt zich op het

eenvoudiger maken van regels voor werkgevers en werkzoekenden, het aantrekkelijker maken van (meer) werken, het voor werkgevers en werkzoekenden makkelijker maken om elkaar te kunnen vinden en het stimuleren van duurzaam werk. In het Breed Offensief werkt het kabinet samen met werkgevers, gemeenten en uitvoerders.

In mei 2019 komt het kabinet met een wetsvoorstel om de Participatiewet op een aantal punten te wijzigen. In februari 2020 gaat het verder uitgewerkte wetsvoorstel naar de Tweede Kamer. Beoogde ingangsdatum is januari 2021.

De belangrijkste voorgestelde wijzigingen in de Participatiewet zijn:

aanvraagmogelijkheid van werknemers en werkgevers voor ondersteuning op maat;

eenduidig pakket maatregelen vergelijkbaar met de zogenaamde Modelverordening re-integratie- instrumenten;

vrijlatingsregeling voor parttime werkenden met LKS van 15%;

uitzondering van 4 weken zoektermijn voor jongeren met een arbeidsbeperking;

landelijk uniforme loonwaardemeting, uitgevoerd door meerdere aanbieders;

verdere implementatie van het preferente werkproces;

wegnemen knelpunten administratieve processen.

(7)

Juni: kabinet kondigt wetswijziging aan rondom ex-fraudeurs Juni: kabinet kondigt wetswijziging aan rondom ex-fraudeurs

Juli: uniformering studietoeslag Juli: uniformering studietoeslag

November: evaluatie beschut werk November: evaluatie beschut werk

November: evaluatie Wet banenafspraak en quotum November: evaluatie Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

arbeidsbeperkten

Met het project Simpel Switchen in de Participatieketen willen verschillende partijen in het veld een Het project maakt onderdeel uit van een bredere beweging met 4 sporen:

Mensen moeten makkelijker vanuit de uitkering kunnen gaan werken en weer terug kunnen vallen als het werken toch (even) niet lukt.

Beter inzicht in financiële gevolgen van aan het werk gaan.

Meedoen op de best passende plek.

Continuïteit in begeleiding en meer integrale ondersteuning.

Mensen met een bijstandsuitkering die vermogen verzwijgen en daarvoor zijn beboet, kunnen direct weer een uitkering krijgen. Dit komt omdat de door fraude ontstane terugvorderingen en boetes bij de vermogenstoets als schuld kunnen worden afgetrokken van het bezit. Hierdoor kan iemand die

gefraudeerd heeft onder de vermogensgrens uitkomen en recht hebben op een bijstandsuitkering. Het kabinet kondigt een wetswijziging aan die dit moet veranderen. Begin 2020 ligt er een wetsvoorstel dat ervoor moet zorgen dat het bezit eerst verkocht moet worden of de schuld afgelost, voordat er sprake kan zijn van het (opnieuw) verstrekken van een uitkering.

Staatssecretaris Van Ark (SZW) kondigt aan dat zij de studietoeslag voor studenten met een arbeidsbeperking per 1 januari 2021 uniformeert. Het uitgekeerde bedrag per maand is dan overal hetzelfde (rond de 300 euro). Ook zal ook de aanvraag- en toekenningsprocedure gelijk worden getrokken. De uitvoering van de individuele studietoeslag blijft bij gemeenten die deze regeling

uitvoeren in het kader van de bijzondere bijstand. Aanleiding voor de uniformering waren vragen vanuit studentenorganisaties over de verschillen tussen gemeenten. Ook bleek uit onderzoek dat het gebruik van de regeling aanzienlijk lager was dan verwacht. Dat kwam onder meer doordat de doelgroep kleiner en moeilijker bereikbaar is dan de doelgroep die voorheen in aanmerking kwam voor de Wajong-

studieregeling.

De Inspectie SZW publiceert een evaluatie van beschut werk. Zij concludeert dat het aantal beschut werk-plekken sterk is gestegen sinds de wetswijziging van 1 januari 2017, waarbij beschut werk verplicht werd gemaakt. Verreweg de meeste gemeenten geven aan dat beschut werk in een behoefte voorziet, al vinden zij de regeling weinig flexibel en complex en ervaren gemeente grote financiële onzekerheid voor de toekomst.

In de Wet banenafspraak ligt vast dat werkgevers tot eind 2025 125.000 extra banen creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. De evaluatie toont aan dat er inderdaad extra banen bijkomen en de wet zo bijdraagt aan de kansen van mensen met een arbeidsbeperking. Dit geldt nog het meest voor 1

2 3 4

(8)

November: eindevaluatie Participatiewet November: eindevaluatie Participatiewet

Begin 2020: rapporten WRR en Commissie Borstlap Begin 2020: rapporten WRR en Commissie Borstlap

de doelgroep van de Participatiewet. Omdat de wet vrij ingewikkeld is, komt er ook een

vereenvoudiging. Het voorstel ligt begin 2020 klaar voor consultatie. Kern van het nieuwe voorstel is een verandering van het systeem van de quotumregeling. Ook wordt in de vereenvoudigde Wet banenafspraak voorgesteld om het onderscheid overheid/markt op te heffen.

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) publiceert de eindevaluatie van de Participatiewet en

concludeert dat de Participatiewet de baankansen van mensen met een arbeidsbeperking nauwelijks heeft verhoogd. Jonggehandicapten met arbeidsvermogen hebben vaker een baan dan voorheen, maar werken vooral in tijdelijke en flexibele banen. Wie vroeger in de Wsw kwam, zit vaker thuis. En de

‘klassieke’ bijstandsgerechtigde heeft wel meer kans op een baan, maar niet heel veel. Dat de Participatiewet zijn belofte niet waarmaakt komt volgens het SCP door opstartproblemen bij

gemeenten, complexe regelgeving en een financiële systematiek die gemeenten vooral zou stimuleren om zich te richten op de meest kansrijken. Ook blijken werkgevers nauwelijks banen aan te bieden.

De eindevaluatie leidt in de slipstream tot een discussie over de tegenprestatie omdat staatssecretaris van Sociale Zaken, Tamara van Ark, de eindevaluatie aangrijpt om te stellen dat gemeenten meer werk zouden moeten maken van de verplichte tegenprestatie. Een groep wethouders is not amused.

Uiteindelijk mondt de evaluatie uit in een wetsvoorstel verbetering van ondersteuning van mensen in de bijstand. Het gaat over ondersteuning op maat, startend met de nieuwe instroom in de

Participatiewet. Mogelijk komt er ook een verplicht aantal keer dat mensen gezien moeten worden.

De adviesrapporten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en de Commissie Regulering van Werk (Commissie Borstlap) pleiten er vooral voor de verregaande flexibilisering van de Nederlandse arbeidsmarkt terug te draaien. Verder roepen ze op tot een renaissance van het actieve arbeidsmarktbeleid. Voor mensen in de bijstand zou dat neerkomen op meer persoonlijke begeleiding en meer mogelijkheden om te leren. Ook wordt de basisbaan in beide adviezen genoemd als sluitstuk van een activerend arbeidsmarktbeleid. Die banen zijn dus bedoeld voor mensen voor wie werken bij een reguliere werkgever geen optie is. Ook niet met loonkostensubsidie.

(9)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Inleiding

Samen met haar partners Stimulansz en BMC Onderzoek ontwikkelt Divosa de Benchmarks Werk & Inkomen, Armoede & Schulden en Statushouders.

Deze benchmarks geven het meest volledige en actuele beeld van de

uitvoeringspraktijk en bieden gemeenten de mogelijkheid zich te vergelijken met collega-gemeenten.

Zie ook: www.divosa-benchmark.nl

Er is veel aandacht voor benchlearnen, ofwel het verhaal achter de cijfers. Daarom zijn er individuele gesprekken en bijeenkomsten op regionaal en nationaal niveau waar veel ruimte is voor verwondering, duiding en analyse. Ook kunnen deelnemers praktijkvoorbeelden uitwisselen. Zo ondersteunen de Divosa Benchmarks gemeenten bij het proces van leren en verbeteren.

Voor deze jaarrapportage van de Benchmark Werk & Inkomen heeft de benchmarkorganisatie een selectie gemaakt van een aantal basisgegevens die de uitvoering van de Participatiewet in beeld brengen. Deze zijn ook voor de buitenwereld interessant. We presenteren die op landelijk niveau en naar gemeentegrootteklasse. Waar mogelijk hebben we ook data toegevoegd uit eerdere

jaarrapportages van de benchmark om ontwikkelingen in beeld te brengen.

Divosa Benchmark Werk & Inkomen: 229 gemeentelijke deelnemers Divosa Benchmark Werk & Inkomen: 229 gemeentelijke deelnemers

(10)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Volumeontwikkeling bijstand

Bijstand daalt in 2019 met 4,3% (#volumeontwikkeling-bijstand--bijstand-daalt-in-2019-met-4-3) 88% van de gemeenten ziet bestand dalen (#volumeontwikkeling-bijstand--88-van-de-gemeenten- ziet-bestand-dalen)

(11)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Volumeontwikkeling bijstand Volumeontwikkeling bijstand

Bijstand daalt in 2019 met 4,3%

In 2019 daalt het aantal bijstandsuitkeringen met 4,3%. Dat is minder dan in 2018. Toen daalde het bestand nog met 5,4%. In 2017 daalde de bijstand met 1,4%. In de jaren 2013-2016 groeide de bijstand met enkele procenten per jaar. De daling is met 4,9% het grootst in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners.

(12)

""In 2019 is het aantal bijstandsgerechtigden voornamelijk gedaald onder personen jonger dan 45In 2019 is het aantal bijstandsgerechtigden voornamelijk gedaald onder personen jonger dan 45 jaar.

jaar.

– Bron: Bron: CBS: februari 2020CBS: februari 2020 (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/09/19-duizend-personen-minder-in- (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/09/19-duizend-personen-minder-in- bijstand-in-2019)

bijstand-in-2019)

''In 2019 is de bijstandsafhankelijkheid gedaald bij zowel personen met een Nederlandse als metIn 2019 is de bijstandsafhankelijkheid gedaald bij zowel personen met een Nederlandse als met een westerse of niet-westerse migratieachtergrond. Dit is het tweede jaar op rij dat er minder een westerse of niet-westerse migratieachtergrond. Dit is het tweede jaar op rij dat er minder bijstandsgerechtigden zijn in alle drie de groepen.

bijstandsgerechtigden zijn in alle drie de groepen.

– Bron: Bron: CBS februari 2020CBS februari 2020 (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/09/19-duizend-personen-minder-in- (https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/09/19-duizend-personen-minder-in- bijstand-in-2019)

bijstand-in-2019)

(13)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Volumeontwikkeling bijstand Volumeontwikkeling bijstand

88% van de gemeenten ziet bestand dalen

De meerderheid van de gemeenten (88%) ziet het bestand in 2019 dalen. Voor 2% is het bestand stabiel. 10% van de gemeenten ervaart een stijging. Het gaat over het algemeen om kleine gemeenten.

Omdat zij kleine bestanden hebben, speelt toeval hier een rol.

(14)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand

Instroom 24% (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--instroom-24) Uitstroom 28% (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--uitstroom-28)

Instroom versus uitstroom (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--instroom-versus-uitstroom)

Vooral uitstroom bij kortdurende uitkeringen (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--vooral-uitstroom-bij- kortdurende-uitkeringen)

Uitstroom vooral naar werk (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--uitstroom-vooral-naar-werk) Herinstroom (#in-en-uitstroom-in-de-bijstand--herinstroom)

(15)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Instroom 24%

In 2019 is de instroom in de bijstand 24%. In gemeenten met minder dan 50.000 inwoners is het instroompercentage hoger, namelijk 26%. In de jaren 2013-2019 neemt de instroom in de bijstand af.

De daling van de instroom in de bijstand is gelinkt aan de economische voorspoed van de afgelopen jaren. Mensen die kunnen werken, vinden daardoor makkelijker aan een baan. Dit leidt tot minder doorstroom van de WW naar de bijstand. Daarnaast is er minder instroom van mensen die werkloos raken en geen WW-rechten hebben opgebouwd.

Het instroompercentage geeft een beeld van het aantal nieuwe bijstandsuitkeringen dat gemeenten in een jaar toekennen. Het instroompercentage is het aandeel nieuw toegekende bijstandsuitkeringen in 2019 ten opzichte van het totale bestand van eind 2018. Zitten er eind 2019 1000 mensen in de bijstand, dan stromen er bij een instroompercentage van 25% dus 250 nieuwe mensen in.

(16)

''Het aantal mensen dat na afloop van de WW doorstroomt naar de bijstand neemt zowel in aantal,Het aantal mensen dat na afloop van de WW doorstroomt naar de bijstand neemt zowel in aantal, als procentueel gestaag af. In 2018 ontvingen 14.200 mensen na afloop van de WW een

als procentueel gestaag af. In 2018 ontvingen 14.200 mensen na afloop van de WW een

bijstandsuitkering. Dat zijn er 5100 minder dan een jaar eerder. Gerelateerd aan het aantal mensen bijstandsuitkering. Dat zijn er 5100 minder dan een jaar eerder. Gerelateerd aan het aantal mensen van wie in 2018 de WW-uitkering eindigde, kwam 3,8% in de bijstand.

van wie in 2018 de WW-uitkering eindigde, kwam 3,8% in de bijstand.

– Bron: Bron: UWVUWV (https://www.uwv.nl/overuwv/Images/ww-bijstand-2018-24okt2019-def.pdf) (https://www.uwv.nl/overuwv/Images/ww-bijstand-2018-24okt2019-def.pdf)

(17)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Uitstroom 28%

In 2019 is de uitstroom 28%. Net als bij de instroom, is het uitstroompercentage in gemeenten met minder dan 50.000 inwoners het hoogste, namelijk 30%. Ten opzichte van 2018 is er een daling van de uitstroom, namelijk 2%. In 2018 was de uitstroom gelijk aan de uitstroom in 2017, namelijk 30%. In de periode 2013-2019 is de uitstroom gedaald van 36% in 2013 tot 28% in 2019.

Hoewel je zou verwachten dat het uitstroompercentage stijgt als het goed gaat met de economie, is dat niet het geval. Er is eerder sprake van het tegenovergestelde: het uitstroompercentage daalt omdat er steeds minder mensen in de bijstand zitten die makkelijk aan werk te helpen zijn. De instroom van mensen die kunnen werken is immers ook beperkt.

Het uitstroompercentage geeft een beeld van het aantal bijstandsuitkeringen dat gemeenten in een jaar stopzetten. Het uitstroompercentage is het aandeel gestopte bijstandsuitkeringen in 2019 ten opzichte van het totale bestand van eind 2018.

(18)
(19)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Instroom versus uitstroom

De uitstroom kan het beste bekeken worden in samenhang met de instroom. In 2019 is de uitstroom lager dan in 2018. Het uitstroompercentage is dus gedaald. De instroom blijft dalen. De daling van het bestand in 2019 wordt met name veroorzaakt door de daling van de instroom.

(20)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Vooral uitstroom bij kortdurende uitkeringen

Een groot deel van de mensen die uit de uitkering stromen, hebben die uitkering relatief kort gehad. In 2019 had 44% van de beëindigde uitkeringen één jaar of korter geduurd. Bij 27% was dat 1-3 jaar, bij 30% was dat meer dan 3 jaar.

Het aandeel in de uitstroom van mensen die korter dan een jaar in de uitkering hebben gezeten, is de afgelopen jaren gedaald van 59% in 2014 tot 44% in 2019. Omdat de instroom in de bijstand daalt, zitten er relatief gezien minder mensen met een korte uitkeringsduur in de bijstand. Dat verklaart waarom het percentage korte bijstandsuitkeringen dat is beëindigd daalt en waarom er een stijging is van het percentage langdurige uitkeringen dat is beëindigd. Het kan hier gaan om alle soorten

uitstroomredenen: van ‘pensioen’ en ‘verhuizing’ tot ‘werk’.

(21)

''Investeren in aandacht, tijd en deskundigheid kan in het algemeen behoorlijk lonen bij deInvesteren in aandacht, tijd en deskundigheid kan in het algemeen behoorlijk lonen bij de activering van de (steeds complexer wordende) doelgroep langdurig bijstandsgerechtigden. De activering van de (steeds complexer wordende) doelgroep langdurig bijstandsgerechtigden. De uitstroom kan dan flink toenemen.

uitstroom kan dan flink toenemen.

''Inspelen op wat de klant wil, inspireert, motiveert, kost vaak in het begin meer tijd, maar levertInspelen op wat de klant wil, inspireert, motiveert, kost vaak in het begin meer tijd, maar levert later een duurzamer resultaat op.

later een duurzamer resultaat op.

– Bron: Bron: Succesvol uit de bijstandSuccesvol uit de bijstand

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/rapport-succesvol-uit-de-bijstand- (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/rapport-succesvol-uit-de-bijstand- significant)

significant) (Significant, november 2019) (Significant, november 2019)

(22)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Uitstroom vooral naar werk

Bij 40% van de stopgezette bijstandsuitkeringen in 2019 is het vinden van werk de reden van

uitstroom. Ook zelfstandigen die een eigen bedrijf starten, vallen onder deze groep. Het aandeel van de uitstroom naar werk steeg in de jaren 2015-2018. In 2019 is de uitstroom naar werk gelijk aan 2018.

Daarmee is de uitstroom naar werk in 2019 gestabiliseerd.

Bij 5% van de uitstroom gaat het om jongeren die (terug) naar school gaan en in aanmerking komen voor studiefinanciering. Bij 10% om uitstroom vanwege handhavingsactiviteiten. Bij deze groep heeft de gemeente vastgesteld dat er geen recht meer is op een bijstandsuitkering. Het aandeel in de uitstroom vanwege handhavingsactiviteiten daalde in de jaren 2014-2016. In 2019 is het aandeel uitstroom vanwege handhaving gelijk aan 2017 en 2018.

Tussen 2014 en 2019 is iets meer dan een kwart van de redenen voor uitstroom uit de bijstand

‘verloop’. Hieronder vallen: bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, detentie, verhuizen naar andere gemeente, verhuizing naar buitenland en aangaan relatie.

(23)

Categorie

Categorie Uitstroom vanwegeUitstroom vanwege

Werk 'arbeid in dienstbetrekking' of 'zelfstandig beroep of bedrijf'

Scholing 'gaan volgen onderwijs met studiefinanciering'

Inkomsten 'uitkering arbeidsongeschiktheid' of 'alimentatie', 'vermogensopbrengsten', 'ander inkomen' of 'uitkering werkloosheid'

Handhaving 'overschrijden maximale verblijfsduur buitenland', 'geen inlichtingen', 'niet verschenen op herhaalde oproep inlichtingenplicht', 'niet verschenen op

herhaalde oproep re-integratiegesprek' of 'kunnen volgen van onderwijs maar dit niet doen'

Verloop 'bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd', 'overlijden', 'detentie', 'verhuizing naar andere gemeente', 'verhuizing naar buitenland' of 'aangaan relatie'

Overig 'andere oorzaak' of 'oorzaak partner'

(24)

Halte Werk (Alkmaar) over lage herinstroom in bijstand: ‘Verlies Halte Werk (Alkmaar) over lage herinstroom in bijstand: ‘Verlies mensen niet uit het oog’

mensen niet uit het oog’

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

In- en uitstroom in de bijstand In- en uitstroom in de bijstand

Herinstroom

In 2019 is 10% van de uitstroom uit de bijstand binnen een half jaar opnieuw aangewezen op een bijstandsuitkering. Na een jaar is de herinstroom in de bijstand 18%. Onder gemeenten met meer dan 100.000 inwoners is de herinstroom hoger dan het gemiddelde.

Sinds 2014 is de herinstroom in de bijstand na twaalf maanden licht gestegen van 16% naar 18%.

Een benchmarkdeelnemer aan het woord Een benchmarkdeelnemer aan het woord

Wat is het geheim achter de lage herinstroom in de bijstand bij Halte Werk? Geen geheim, maar een werkwijze, aldus afdelingshoofd Yvonne Buwalda en interim-directeur Jack Rutten. De pijlers: duurzame plaatsingen, regelmatig contact tussen gemeente, werknemer en werkgever, goede begeleiding tijdens het werk én nazorg voor beide partijen.

Lees verder (https://www.divosa.nl/nieuws/verhalen/verlies-mensen-niet-uit-het-oog)

(25)

''De bijstandsgerechtigden die werk hebben gevonden, blijken minder vaak duurzaam aan de slag teDe bijstandsgerechtigden die werk hebben gevonden, blijken minder vaak duurzaam aan de slag te gaan. Sinds 2015 bedraagt het (gecorrigeerde) aandeel baanvinders met werk voor ten minste een gaan. Sinds 2015 bedraagt het (gecorrigeerde) aandeel baanvinders met werk voor ten minste een jaar iets meer dan 64%, dit is 1,5 procentpunt minder dan in de periode tot 2015

jaar iets meer dan 64%, dit is 1,5 procentpunt minder dan in de periode tot 2015 –

– Bron: Bron: Eindevaluatie van de ParticipatiewetEindevaluatie van de Participatiewet

(https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (SCP, november 2019)

(SCP, november 2019)

''Herinstroom verschilt naar uitstroomredenHerinstroom verschilt naar uitstroomreden

De uitstroom naar werk is duurzamer dan gemiddeld.

De uitstroom naar werk is duurzamer dan gemiddeld.

Ook de uitstroom vanwege een ‘ander inkomen’ of ‘verloop’ leidt tot minder herinstroom.

Ook de uitstroom vanwege een ‘ander inkomen’ of ‘verloop’ leidt tot minder herinstroom.

Uitstroom door handhaving leidt juist tot relatief veel herinstroom.

Uitstroom door handhaving leidt juist tot relatief veel herinstroom.

Scholing is een vreemde eend in de bijt. Op de korte termijn is uitstroom naar scholing Scholing is een vreemde eend in de bijt. Op de korte termijn is uitstroom naar scholing duurzamer dan gemiddeld. Na twee jaar volgt een omslagpunt. Dan leidt uitstroom naar duurzamer dan gemiddeld. Na twee jaar volgt een omslagpunt. Dan leidt uitstroom naar scholing juist tot relatief veel herinstroom.

scholing juist tot relatief veel herinstroom.

– Bron: Bron: Divosa-factsheet herinstroom in de bijstandDivosa-factsheet herinstroom in de bijstand (https://www.divosa.nl/factsheet-herinstroom-de- (https://www.divosa.nl/factsheet-herinstroom-de- bijstand)

bijstand)

(26)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Bestandssamenstelling bijstand

Vooral veel 45-plussers in de bijstand (#bestandssamenstelling-bijstand--vooral-veel-45-plussers-in- de-bijstand)

Veel langdurige uitkeringen (#bestandssamenstelling-bijstand--veel-langdurige-uitkeringen)

(27)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Bestandssamenstelling bijstand Bestandssamenstelling bijstand

Vooral veel 45-plussers in de bijstand

Eind 2019 is 55% van de bijstandsgerechtigden 45-plusser (Dit is een optelsom van de percentages 27%+25%+3% in onderstaande grafiek). In die groep vallen ook de 65-plussers die door het

verschuiven van de pensioengerechtigde leeftijd langer op bijstand aangewezen zijn. Inmiddels maken zij 3% van het bestand uit. 9% van de bijstandsgerechtigden is onder de 27 jaar. De overige 37% is tussen de 27 en de 45 jaar.

De leeftijdsopbouw van het bijstandsbestand is al jaren redelijk stabiel. Ten opzichte van 2018 is er een lichte afname in het aandeel jongeren tot 27 jaar. Daarnaast zien we dat het aandeel 55-plussers licht groeit in verhouding tot de andere leeftijdsgroepen. 1 .

(28)

45-plussers zijn oververtegenwoordigd in de bijstand als je het aandeel vergelijkt met de

beroepsbevolking. 55% van het bijstandsbestand is ouder dan 45. In de beroepsbevolking is dat 42%.

Jongeren zitten juist relatief weinig in de bijstand; zij maken 9% van het aantal bijstandsgerechtigden uit, maar 16% van de beroepsbevolking. 2

In deze cijfers zijn niet de mensen met een IOAW- en een IOAZ-uitkering meegenomen. Het aantal IOAW-uitkeringen is in de afgelopen jaren sterk gestegen. Op het totaalbestand van de bijstand blijft het vooralsnog een kleine groep

1

Zie voor een vergelijking: CBS

(https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/82309NED/table?dl=356D0). De beroepsbevolking bestaat uit personen die betaald werk hebben of daar recent naar gezocht hebben en direct beschikbaar zijn. De leeftijdscategorie van jongeren in de beroepsbevolking wijkt iets af van de gehanteerde categorie in de bijstand.

2

(29)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Bestandssamenstelling bijstand Bestandssamenstelling bijstand

Veel langdurige uitkeringen

60% van de mensen met een bijstandsuitkering heeft die uitkering eind 2019 langer dan drie jaar. In 2013 was dit nog 44%. Doordat de instroom afneemt, zitten er minder mensen met een korte

uitkeringsduur in de bijstand en stijgt het aandeel bijstandsgerechtigden dat drie jaar of langer in de uitkering zit. In het eerste uitkeringsjaar is de kans op uitstroom het hoogste. Na drie jaar in de bijstand is de kans op uitstroom sterk afgenomen.

De gemiddelde verblijfsduur in de uitkering van alle bijstandsgerechtigden is eind 2019 ruim 5 jaar (64 maanden). In augustus 2016 lag de gemiddelde verblijfsduur nog op 52 maanden (4 jaar 4 maanden).

Vanaf september 2016 is de gemiddelde verblijfsduur stapsgewijs opgelopen. Dit illustreert dat vooral de mensen die korter in de bijstand zaten, profiteerden van de verbetering van de economie. De gemiddelde verblijfsduur kan per gemeente flink verschillen. De kortste gemiddelde verblijfsduur van het bijstandsbestand in een gemeente is 38 maanden (ruim 3 jaar). De langste 93 maanden (7 jaar en 9 maanden).

''Gemiddeld schatten gemeenten evenwel in dat ze een achtste van hun bestand (nog) niet in beeldGemiddeld schatten gemeenten evenwel in dat ze een achtste van hun bestand (nog) niet in beeld hebben, waarbij dit aandeel in de grote gemeenten ongeveer twee keer zo hoog is.

hebben, waarbij dit aandeel in de grote gemeenten ongeveer twee keer zo hoog is.

– Bron: Bron: Eindevaluatie van de ParticipatiewetEindevaluatie van de Participatiewet

(https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (SCP, november 2019)

(SCP, november 2019)

3

(30)

Dit bleek uit een analyse van de Divosa-benchmark gegevens uit 2013 op uitstroom naar

verblijfsduur. Na 1 jaar was de kans om in hetzelfde jaar uit te stromen nog tegen de 25%. Na 3 jaar was die kans afgenomen tot onder de 10%. Na 10 jaar stabiliseert de kans op uitstroom tot net onder de 5%.

3

(31)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Ontheffingen van de arbeidsplicht

11% heeft ontheffing arbeidsplicht (#ontheffingen-van-de-arbeidsplicht--11-heeft-ontheffing- arbeidsplicht)

Vooral ontheffingen om ‘dringende redenen (#ontheffingen-van-de-arbeidsplicht--vooral- ontheffingen-om-dringende-redenen)

(32)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

11% heeft ontheffing arbeidsplicht

Voor 11% van de personen met een bijstandsuitkering registreren gemeenten eind 2019 een ontheffing van de arbeidsplicht. Mensen met een ontheffing zijn vrijgesteld van de plicht om werk te zoeken, werk te aanvaarden en werk te behouden.

Het aantal ontheffingen is gelijk aan 2018. In de periode 2013-2017 zagen we een afname van het aantal ontheffingen.

Het percentage ontheffingen wordt beïnvloed de samenstelling van het bestand en gemeentelijke beleidskeuzes. Als de bijstand daalt tijdens een economische opleving, leidt dat over het algemeen tot een hoger percentage ontheffingen. In zo’n situatie zitten er minder mensen in de bijstand die prima kunnen werken, maar even geen baan kunnen vinden. Wie blijft, heeft vaker gezondheids- of andere problemen. Doordat het aandeel van deze laatste groep in het bijstandsbestand groter wordt, stijgt dus ook het aandeel mensen met een ontheffing. In absolute getallen, hoeft dat dus niet het geval te zijn.

Ook gemeentelijke beleidskeuzes hebben effect. Zo hebben gemeenten sinds 2018 en 2019 hun bestanden opnieuw onder de loep genomen omdat daar weer meer tijd voor was. Dit kan tot meer ontheffingen leiden.

(33)

''Van de respondenten die op het moment van de enquête nog in de uitkering zitten, geeft meer danVan de respondenten die op het moment van de enquête nog in de uitkering zitten, geeft meer dan de helft (56%) aan vrijgesteld te zijn van de verplichting om naar werk te zoeken of mee te werken de helft (56%) aan vrijgesteld te zijn van de verplichting om naar werk te zoeken of mee te werken aan re-integratie. [...] In zes van de tien gevallen zijn deze uitkeringsgerechtigden door de

aan re-integratie. [...] In zes van de tien gevallen zijn deze uitkeringsgerechtigden door de gemeente vrijgesteld vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. Andere redenen waarom gemeente vrijgesteld vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid. Andere redenen waarom

vrijstellingen worden afgegeven zijn bijvoorbeeld zorg voor kinderen, het volgen van een opleiding vrijstellingen worden afgegeven zijn bijvoorbeeld zorg voor kinderen, het volgen van een opleiding of studie, het feit dat de respondent al werkt naast de uitkering, vanwege mantelzorgtaken of soms of studie, het feit dat de respondent al werkt naast de uitkering, vanwege mantelzorgtaken of soms ook vanwege hoge leeftijd. [...] Bijna twee op de drie vrijgestelden heeft [...] wel andere afspraken ook vanwege hoge leeftijd. [...] Bijna twee op de drie vrijgestelden heeft [...] wel andere afspraken gemaakt, zoals het doen van vrijwilligerswerk, het leren van de taal, het leveren van een

gemaakt, zoals het doen van vrijwilligerswerk, het leren van de taal, het leveren van een tegenprestatie, etcetera.

tegenprestatie, etcetera.

– Bron: Bron: Klantonderzoek Monitor Participatiewet 2019Klantonderzoek Monitor Participatiewet 2019

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/3e-meting-ervaringen-clienten- (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/3e-meting-ervaringen-clienten- participatiewet-inspectie-szw)

participatiewet-inspectie-szw) (Inspectie SZW, september 2019) (Inspectie SZW, september 2019)

(34)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

Vooral ontheffingen om

‘dringende redenen’

De overgrote meerderheid (84%) van de mensen met een ontheffing heeft die eind 2019 om een

‘dringende reden’. Het gaat hier om mensen die tijdelijk niet kunnen werken, bijvoorbeeld vanwege persoonlijke omstandigheden zoals mantelzorg of ziekte. 13% van de ontheffingen is voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, 4% voor alleenstaande ouders met een kind onder de 5 jaar.

(35)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Inkomsten uit werk

8% krijgt bijstand als aanvulling op inkomsten uit werk (#inkomsten-uit-werk--8-krijgt-bijstand-als- aanvulling-op-inkomsten-uit-werk)

Gemiddelde inkomsten 556 euro per maand (#inkomsten-uit-werk--gemiddelde-inkomsten-556-euro- per-maand)

(36)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

8% krijgt bijstand als aanvulling op inkomsten uit werk

Gemiddeld 8% van de bijstandsgerechtigden heeft in 2019 inkomsten uit werk naast hun

bijstandsuitkering. Sinds 2016 ligt het aandeel bijstandsgerechtigden met inkomsten uit parttime werk rond de 8%.

Het gaat meestal om een kleine deeltijdbaan. Omdat deze bijstandsgerechtigden daarmee niet het sociaal minimum verdienen, vult de gemeente hun inkomsten aan tot de bijstandsnorm. In gemeenten tot 50.000 inwoners en in gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners is het percentage bijstandsgerechtigden met inkomsten uit werk iets hoger.

4

(37)

De Participatiewet geeft gemeenten de mogelijkheid om inkomen uit arbeid gedeeltelijk vrij te laten als het werk naar de mening van de gemeente bijdraagt aan arbeidsinschakeling. De vrijlating mag 6 maanden duren en bedraagt 25% van het verdiende inkomen met een plafond.

Voor alleenstaande ouders en personen met een medische urenbeperking gelden aparte regels.

4

(38)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

Gemiddelde inkomsten 556 euro per maand

Bijstandsgerechtigden met inkomsten uit werk verdienen daarmee in 2019 gemiddeld 556 euro per maand. In gemeenten tot 100.000 inwoners hebben bijstandsgerechtigden niet alleen vaker inkomsten uit werk; hun verdiensten zijn gemiddeld genomen ook hoger. Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners kunnen juist veel minder vaak inkomsten verrekenen. De ontwikkeling van de gemiddelde inkomsten per maand stijgt vanaf 2017. Per gemeentegrootteklasse is de ontwikkeling verschillend.

5

(39)

Uit onderzoek van Divosa blijkt dat vrouwen (9,3%) vaker parttime werk hebben dan mannen (7,2%). Het verschil tussen mannen en vrouwen lijkt onder de bijstandsgerechtigden dezelfde tendens te laten zien als het landelijk beeld, waarbij vrouwen gemiddeld vaker een deeltijdbaan hebben dan mannen. Ook blijkt dat personen in de leeftijdsklasse van 27 tot 40 jaar het meest parttime werken (9,3%), gevolgd door jongeren van 18 tot 27 jaar (8,2%). De groep van 40 tot 65 jaar werken het minst vaak parttime (7,9%).

73% van de gemeenten geeft een vrijlating voor inkomsten uit parttime werk. De vrijlating geldt

meestal voor een kleine groep bijstandsgerechtigden. Dat heeft te maken met het tijdelijke karakter van de vrijlatingsregeling.

''Het is duidelijk dat objectieve factoren van invloed zijn op de prijs van een uitkering. Dit ligtHet is duidelijk dat objectieve factoren van invloed zijn op de prijs van een uitkering. Dit ligt enerzijds in de kenmerken van huishoudens die bepalen in welke mate men in deeltijd naast de enerzijds in de kenmerken van huishoudens die bepalen in welke mate men in deeltijd naast de bijstandsuitkering werkt. Deze mensen vergaren daardoor eigen inkomsten die gekort worden op bijstandsuitkering werkt. Deze mensen vergaren daardoor eigen inkomsten die gekort worden op de uitkering.

de uitkering.

– Bron: Bron: De verdeling van de bijstandsmiddelen 2019De verdeling van de bijstandsmiddelen 2019 (http://www.seo.nl/uploads/media/2018- (http://www.seo.nl/uploads/media/2018- 51_De_verdeling_van_de_bijstandsmiddelen_2019.pdf)

51_De_verdeling_van_de_bijstandsmiddelen_2019.pdf) (SEO, mei 2018 | pdf, 1,1 MB) (SEO, mei 2018 | pdf, 1,1 MB)

''De gemiddelde prijs per uitkering is hoger in grotere gemeenten.De gemiddelde prijs per uitkering is hoger in grotere gemeenten.

– Bron: Bron: Vaststellen van de bijstandsbudgetten 2020Vaststellen van de bijstandsbudgetten 2020 (http://www.seo.nl/uploads/media/2019- (http://www.seo.nl/uploads/media/2019- 73_Vaststellen_van_de_bijstandsbudgetten_2020.pdf)

73_Vaststellen_van_de_bijstandsbudgetten_2020.pdf), (SEO, september 2019 | pdf, 6,9 MB), (SEO, september 2019 | pdf, 6,9 MB)

6

Uit de factsheet Parttime werk in de bijstand, blijkt dat de doorsnee inkomsten uit werk 489 euro per maand bedragen. Het gaat hier om de inkomsten uit 2016 en 2017. Het verschil in de

bedragen wordt echter verklaard door een andere manier van berekenen. In deze rapportage gaan we uit van gemiddelden. In de factsheet Parttime werk in de bijstand gaan we uit van mediane inkomsten. De mediaan is de middelste meting. Het is de doorsnee. De kleine groep

bijstandsgerechtigden met hoge inkomsten trekken het gemiddelde wat omhoog.

5

Parttime werk in de bijstand (https://www.divosa.nl/publicaties/factsheet-parttime-werk-de- bijstand) (Divosa, 2019)

6

(40)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Loonkostensubsidie

Het percentage personen met een loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet is in 2019 4,4%. Dit is een verhoudingsgetal dat de omvang van het aantal mensen met een

loonkostensubsidie afzet tegen het aantal mensen in de bijstand. Mensen met een loonkostensubsidie zitten niet in de bijstand, tenzij ze parttime werken en minder dan de bijstandsnorm verdienen. Onder personen met een loonkostensubsidie vallen ook mensen die beschut aan het werk zijn.

In gemeenten met minder dan 50.000 inwoners ligt het percentage personen met een loonkostensubsidie hoger.

De ontwikkeling van het percentage personen met loonkostensubsidie vertoont een stijgende trend van 0,4% in 2015 naar 4,4% in 2019.

7

(41)

''Uit het werkgeversonderzoek (Schenderling et al. 2019) blijkt dat werkgevers over het algemeenUit het werkgeversonderzoek (Schenderling et al. 2019) blijkt dat werkgevers over het algemeen tevreden zijn over de voorzieningen die de Participatiewet biedt (zoals advies, jobcoaching, tevreden zijn over de voorzieningen die de Participatiewet biedt (zoals advies, jobcoaching,

loonkostensubsidie of een ander financieel instrument), maar minder tevreden over het proces van loonkostensubsidie of een ander financieel instrument), maar minder tevreden over het proces van dienstverlening, zoals de snelheid van het leveren van kandidaten, informatievoorziening,

dienstverlening, zoals de snelheid van het leveren van kandidaten, informatievoorziening, communicatie en advies.

communicatie en advies.

– Bron: Bron: Eindevaluatie van de ParticipatiewetEindevaluatie van de Participatiewet

(https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (SCP, (SCP, november 2019)

november 2019)

Deze betalen gemeenten uit het bijstandsbudget. Er zijn ook (vooral tijdelijke) loonkostensubsidies betaald uit het participatiebudget, maar die zijn in dit cijfer niet meegenomen.

7

(42)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie

Gemiddelde loonwaarde is 50%

De gemiddelde loonwaarde van personen met een loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet is eind 2019 50% van het wettelijk minimumloon. In grotere gemeenten is de gemiddelde loonwaarde iets hoger, namelijk 53%. Ook in de afgelopen jaren lag de gemiddelde loonwaarde rond de 50%. Daarmee is de gemiddelde loonwaarde stabiel.

Loonkostensubsidies zijn bestemd voor mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen

verdienen. Met een gevalideerde loonwaardemeting op de werkplek, wordt de loonwaarde bepaald. De werkgever betaalt de werknemer het loon en krijgt van de gemeente een subsidie voor de gederfde loonwaarde als percentage van het minimumloon.

(43)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie

Loonwaarde meestal tussen 50%

en 75%

Bij ruim 51% van de mensen met een loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet ligt de loonwaarde in 2019 tussen de 50% en de 75% van het wettelijk minimumloon. Dit is een lichte daling ten opzichte van eerdere jaren. In 2017 lag dit percentage op 54%. Omdat het aantal mensen met een loonkostensubsidie nog klein is, is het goed mogelijk dat hier nog verschuivingen in optreden.

(44)

''Studies laten zien dat de focus vaak ligt op kansrijke cliënten, al zijn er ook gemeenten die juistStudies laten zien dat de focus vaak ligt op kansrijke cliënten, al zijn er ook gemeenten die juist energie steken in het activeren van de minder kansrijke cliënten (Inspectie szw 2014b; Marlet et al.

energie steken in het activeren van de minder kansrijke cliënten (Inspectie szw 2014b; Marlet et al.

2017). De financiering van de loonkostensubsidies speelt hier een belangrijke rol in: gemeenten 2017). De financiering van de loonkostensubsidies speelt hier een belangrijke rol in: gemeenten ervaren een negatievere prikkel naarmate de loonwaarde van de cliënt lager is en de bijbehorende ervaren een negatievere prikkel naarmate de loonwaarde van de cliënt lager is en de bijbehorende loonkostensubsidie dus hoger.

loonkostensubsidie dus hoger.

– Bron: Bron: Eindevaluatie van de ParticipatiewetEindevaluatie van de Participatiewet

(https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (https://www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2019/Eindevaluatie_van_de_Participatiewet) (SCP, november 2019)

(SCP, november 2019)

(45)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Maatregelen en sancties

Meer maatregelen in grote gemeenten (#maatregelen-en-sancties--meer-maatregelen-in-grote- gemeenten)

Vooral maatregelen rondom arbeidsplicht (#maatregelen-en-sancties--vooral-maatregelen-rondom- arbeidsplicht)

(46)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Maatregelen en sancties Maatregelen en sancties

Meer maatregelen in grote gemeenten

Als bijstandsgerechtigden de aan hen opgelegde verplichtingen niet nakomen, kunnen gemeenten hun uitkering korten. Dit heet een maatregel of een sanctie. Gemiddeld genomen is in 2019 op 4% van de bijstandsuitkeringen een maatregel toegepast. Het gaat hier om het totaal aantal betalingen in een jaar waarop een maatregel is toegepast, gedeeld door het gemiddelde volume in een jaar. Omdat een persoon meerdere maanden een maatregel opgelegd kan krijgen, zal het percentage personen dat een maatregel heeft gekregen lager zijn. In 2019 is het percentage maatregelen zo goed als gelijk aan 2018.

(47)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Maatregelen en sancties Maatregelen en sancties

Vooral maatregelen rondom arbeidsplicht

De overgrote meerderheid van de maatregelen (92%) wordt opgelegd voor het niet voldoen aan de arbeidsplicht. Bij 6% gaat om gerelateerde verplichtingen zoals het niet nakomen van de afspraken die gemeenten en bijstandsgerechtigden hebben gemaakt in het plan van aanpak. Of het niet zoeken naar werk of scholing in de verplichte zoekperiode voor jongeren tot 27 jaar. 2% van de maatregelen is opgelegd vanwege agressie.

Bij 0,2% van de maatregelen is de oorzaak het niet of onvoldoende nakomen van de Wet taaleis Participatiewet.

''Gemeenten die strenger handhaven zien in 2017 het aantal bijstandshuishoudens niet afnemen tenGemeenten die strenger handhaven zien in 2017 het aantal bijstandshuishoudens niet afnemen ten opzichte van gemeenten die minder streng handhaven. Ook is het aantal bijstandshuishoudens opzichte van gemeenten die minder streng handhaven. Ook is het aantal bijstandshuishoudens tussen 2015 en 2017 niet sterker afgenomen in de gemeenten die strenger handhaven. De tussen 2015 en 2017 niet sterker afgenomen in de gemeenten die strenger handhaven. De resultaten verschillen weinig met het gemeentebeleid uit de enquête van 2019

resultaten verschillen weinig met het gemeentebeleid uit de enquête van 2019 –

– Bron: Bron: Ervaringen van gemeenten met de ParticipatiewetErvaringen van gemeenten met de Participatiewet

(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/3e-meting-ervaringen- (https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/11/20/3e-meting-ervaringen- gemeentenparticipatiewet-centerdata)

gemeentenparticipatiewet-centerdata) (Centerdata, november 2019) (Centerdata, november 2019)

(48)

Categorie

Categorie Reden vermindering naar aanleiding van afstemmingReden vermindering naar aanleiding van afstemming

Niet nakomen plicht tot

arbeidsinschakeling

op het vlak van plicht tot arbeidsinschakeling

Niet nakomen van andere

verplichtingen

‘niet nakomen tegenprestatie’, ‘niet nakomen verplichtingen plan van aanpak’, ‘niet (voldoende) zoeken naar werk in zoekperiode van 4 weken’

en ‘niet (voldoende) zoeken naar scholing in zoekperiode van 4 weken’

Agressie Agressie

Niet voldoen aan wet taaleis

niet (voldoende) nakomen van afspraken in het kader van de Wet taaleis Participatiewet

Oorzaak partner Oorzaak bij partner

(49)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Overtreden van de inlichtingenplicht

In 2019 constateren gemeenten bij 7% van hun bijstandsbestand dat de bijstandsgerechtigde de inlichtingenplicht heeft overtreden. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2018.

Het gaat om het totaal aantal overtredingen van de inlichtingenplicht in een jaar, gedeeld door het gemiddelde aantal bijstandsuitkeringen in hetzelfde jaar. Bij één persoon kunnen meerdere

overtredingen van de inlichtingenplicht worden geconstateerd.

Het gaat bijvoorbeeld om het verzwijgen van inkomsten, een onjuiste opgave van het woonadres of een onjuiste opgave van de samenstelling van het huishouden. Hierdoor hebben deze mensen onterecht een uitkering ontvangen of een te hoog bedrag ontvangen.

Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners constateren vaker een overtreding van de inlichtingenplicht dan kleinere gemeenten.

(50)

''Van de bijstandsvorderingen vanwege het overtreden van de inlichtingenplicht die in 2019 zijnVan de bijstandsvorderingen vanwege het overtreden van de inlichtingenplicht die in 2019 zijn ontstaan is, in het eerste jaar (2019) 11 procent van het totale terugvorderings- en boetebedrag ontstaan is, in het eerste jaar (2019) 11 procent van het totale terugvorderings- en boetebedrag terugbetaald. Het cohort 2013 wordt [...] voor het zevende jaar gevolgd. Te zien is dat de terugbetaald. Het cohort 2013 wordt [...] voor het zevende jaar gevolgd. Te zien is dat de

incassoratio in die zeven jaar gestegen is van 16 procent in 2013 naar 54 procent in 2019. Hierbij incassoratio in die zeven jaar gestegen is van 16 procent in 2013 naar 54 procent in 2019. Hierbij lag de hoogste stijging in het tweede jaar (2014) met 12 procentpunt.

lag de hoogste stijging in het tweede jaar (2014) met 12 procentpunt.

– Bron: Bron: Incassoratio vorderingen algemene bijstandIncassoratio vorderingen algemene bijstand (https://www.cbs.nl/nl- (https://www.cbs.nl/nl- nl/maatwerk/2020/14/incassoratio-vorderingen-algemene-bijstand)

nl/maatwerk/2020/14/incassoratio-vorderingen-algemene-bijstand) (CBS, maart 2020) (CBS, maart 2020)

(51)

Gewogen gegevens Gewogen gegevens

Data en definities Data en definities

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Verantwoording

De gegevens in deze rapportage zijn afkomstig van 229 gemeenten. Zij vertegenwoordigen 65% van het totaal aantal gemeenten in 2019 en 85% van het bijstandsbestand in 2019.

In de vergelijking tussen de jaren, gaat het grotendeels, maar niet volledig om dezelfde gemeenten.

Gemeenten in deze rapportage naar gemeentegrootte Gemeenten in deze rapportage naar gemeentegrootte

Gemeentegrootte

Gemeentegrootte Aantal gemeentenAantal gemeenten

< 50.000 inwoners 154

50.000-100.000 inwoners 45

>100.000 inwoners 30

Totaal 229

De Divosa-monitor presenteert de gegevens van de benchmarkgemeenten naar gemeentegrootte en op landelijk niveau. De gegevens in deze rapportage zijn gewogen. Dat betekent dat gemeenten meetellen naar rato van hun bijstandspopulatie. Dit is anders dan de werkwijze die Divosa op het

benchmarkplatform hanteert waar gemeenten zich met individuele gemeenten willen vergelijken. Op het platform wordt dus gewerkt met ongewogen resultaten.

De gegevens in de Divosa Benchmark zijn gebaseerd op de gegevens die gemeenten aanleveren voor de CBS-statistieken (BUS, SRG, BDFS). De bewerkingen zijn voor rekening van de Divosa

benchmarkorganisatie.

(52)

Definities Divosa Benchmark Jaarrapportage Definities Divosa Benchmark Jaarrapportage

Ontwikkeling bijstand Ontwikkeling bijstand

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Definities

De Divosa Benchmark Werk & Inkomen wordt gemaakt op basis van de data die gemeenten ook aan het CBS leveren. Er zijn wel wat verschillen. Zo krijgt de Divosa Benchmark geen BSN-nummers van gemeenten. Ook vinden er minder correcties plaats op de gegevens in de benchmark. Gemeenten kunnen zelf nieuwe gegevens aanleveren, maar doen dat niet altijd.

De dataverzameling gebeurt op basis van de richtlijnen van de CBS-statistieken. Het gaat daarbij om de Bijstands Uitkeringen Statistiek (BUS), de Statistiek Re-integratie Gemeenten (SRG) en de Bijstands Debiteuren en Fraude Statistiek (BDFS). De richtlijnen voor deze statistieken zijn te vinden op de site van het CBS.

Hieronder volgt per indicator een beschrijving van hoe deze indicator is berekend. Bij elke indicator in de Divosa Benchmark Jaarrapportage Werk & Inkomen gaat het om gewogen cijfers <verwijzing naar methodologische toelichting>.

De ontwikkeling van de bijstand is de ontwikkeling van het aantal bijstandsuitkeringen ‘algemene bijstand’, IOAW, IOAZ en Bbz voor uitkeringsgerechtigden tot aan de pensioengerechtigde leeftijd in een kalenderjaar.

De algemene bijstandsuitkeringen vormen ongeveer 95% van het uitkeringsbestand.

Specificatie:

Algemene bijstand: reguliere bijstandsuitkering.

IOAW

IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers):

bijstand voor oudere langdurig werklozen die 50 jaar of ouder waren op het moment dat zij werkloos werden en voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd.

IOAZ

IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen):

bijstand voor mensen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd) die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. Uitvoering door gemeenten.

Bbz

Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen): uitkering levensonderhoud voor startende ondernemers.

De ontwikkeling van de bijstand geeft de groei van het aantal betalingen weer en wordt berekend door het aantal betalingen voor deze uitkeringen in december van het kalenderjaar te delen door het aantal betalingen in december van het jaar daarvoor. In formule: ontwikkeling bijstand = (volume bijstand december jaar t / volume bijstand december t-1) x 100%. Dit cijfer geeft dus de groei of daling van het aantal betalingen weer.

(53)

Instroom in de bijstand Instroom in de bijstand

Uitstroom uit de bijstand Uitstroom uit de bijstand

Uitstroomredenen Uitstroomredenen

Het volume is gemeten aan de hand van het aantal betalingen. Het aantal betalingen is lager dan het aantal personen met een uitkering omdat echtparen gezamenlijk één uitkering (betaling) krijgen. Het meten van betaalde uitkeringen maakt het mogelijk om al een maand na een uitkeringsperiode de volume-ontwikkelingen tussen gemeenten te vergelijken. Dat is een groot voordeel bij benchmarken.

Nabetalingen tellen niet mee in het totaal. Nulbetalingen wel.

Instroom betekent dat een uitkering in de maand ervoor niet in het bestand aanwezig was. Het instroompercentage is het aantal nieuwe uitkeringen algemene bijstand in een kalenderjaar in relatie tot het volume algemene bijstand aan de start van het kalenderjaar. Dit is inclusief herinstroom.

In formule: instroompercentage = (Instroom januari t/m december in jaar t / volume algemene bijstand december t-1) * 100%

De uitstroom is een berekende indicator. Per maand is berekend wat de uitstroom is waarna de

maanden januari t/m december bij elkaar zijn opgeteld. In formule: uitstroom = (((de ontwikkeling van het volume in maand 1 – de instroom) + idem maand 2 t/m 12) / volume bijstand december t-1) * 100%

Het uitstroompercentage is het aantal stopgezette uitkeringen algemene bijstand in een kalenderjaar in relatie tot het volume algemene bijstand aan de start van het kalenderjaar.

De uitstroomredenen zijn geteld over het aantal beëindigde uitkeringen algemene bijstand van

personen in een kalenderjaar. Daarbij zijn de 21 beschikbare categorieën van het CBS in de benchmark samengevoegd tot 6 categorieën.

(54)

Herinstroom Herinstroom

Uitstroom naar verblijfsduur Uitstroom naar verblijfsduur

Leeftijd bestand Leeftijd bestand

Categorie

Categorie Uitstroom vanwege (BUS-code)Uitstroom vanwege (BUS-code)

Werk 'verkregen inkomsten uit arbeid in dienstbetrekking/uitkering ziekte' (34/11) 'zelfstandig beroep of bedrijf' (34/13)

Scholing 'gaan volgen onderwijs met studiefinanciering' (34/01)

Inkomsten 'uitkering werkloosheid' (34/14) 'uitkering arbeidsongeschiktheid' (34/15) 'alimentație' (34/17) 'vermogensopbrengsten' (34/18) 'ander inkomen' (34/19)

Handhaving 'overschrijden maximale verblijfsduur buitenland' (34/07) 'geen inlichtingen' (34/31) 'niet verschenen op herhaalde oproep inlichtingenplicht' (34/34) 'niet verschenen op herhaalde oproep re-integratiegesprek' (34/35) 'kunnen volgen van onderwijs maar dit niet doen' (34/06)

Verloop 'aangaan relatie' (34/02) 'bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd' (34/03) 'overlijden' (34/04) 'detentie' (34/05) 'verhuizing naar andere gemeente' (34/32) 'verhuizing naar buitenland' (34/33)

Overig 'oorzaak bij partner' (34/97) 'andere oorzaak' (34/98)

Het percentage herinstroom is het aantal uitkeringen algemene bijstand in een kalenderjaar dat in de 6 (of 12) maanden ervoor ook een uitkering had in relatie tot de totale instroom. Als een uitkering wordt beëindigd en aansluitend wordt er een nieuwe uitkering gestart (bijv. wijziging gezinssamenstelling) dan telt dit wel als uitstroom en instroom maar niet als herinstroom.

In formule: percentage herinstroom = ( herinstroom binnen 6 (of 12) maanden in januari t/m december in jaar t / Instroom januari t/m december in jaar t) * 100%

De uitstroom naar verblijfsduur is de uitsplitsing van alle de beëindigde uitkeringen van personen met algemene bijstand in een kalenderjaar naar verblijfsduur in de uitkering. Daarbij is de tijd gemeten tussen de datum van het toekenningsbesluit (de aanvangsdatum uitkering persoon) en de datum van beëindiging van de uitkering.

(55)

Verblijfsduur bestand Verblijfsduur bestand

Parttime werk Parttime werk

Gemiddelde maandelijkse inkomsten uit parttime werk Gemiddelde maandelijkse inkomsten uit parttime werk

Ontheffingen van de arbeidsplicht Ontheffingen van de arbeidsplicht

Reden van ontheffing Reden van ontheffing

De leeftijd van het bestand is de onderverdeling van de personen met een uitkering algemene bijstand

De verblijfsduur van het bestand is de onderverdeling van de personen met een uitkering algemene bijstand naar hun verblijfsduur in de uitkering. Dit is gemeten in december van het betreffende kalenderjaar.

Het percentage mensen dat parttime werkt is het gemiddelde aandeel van personen met inkomsten uit (deeltijd) arbeid in dienstbetrekking in een kalenderjaar op het gemiddeld totaal aantal personen met algemene bijstand in een kalenderjaar. Dit wordt berekend door voor de maanden januari t/m

december in het desbetreffende kalenderjaar het aantal personen met parttime werk met een algemene bijstandsuitkering te delen op het aantal personen met algemene bijstand. Vervolgens wordt dat bij elkaar opgeteld en door twaalf gedeeld.

Onder inkomsten uit werk, vallen inkomsten uit loondienst. Maar de CBS-statistiek ziet inkomsten uit de WW of de Ziektewet ook als inkomsten uit werk. In het geval iemand met een dergelijke uitkering niet boven het minimumniveau uitkomt, is het mogelijk om een aanvulling te krijgen vanuit de bijstand.

De gemiddelde inkomsten uit parttime werk zijn de gemiddelde maandelijkse inkomsten van personen met algemene bijstand met inkomsten uit parttime werk die verrekend zijn met de uitkering.

Vrijgelaten inkomsten uit (deeltijd) arbeid uit dienstbetrekking zijn daarmee buiten beschouwing gelaten. Ook de inkomsten uit werk die achteraf teruggevorderd worden, blijven buiten beschouwing.

Het gaat hier bijvoorbeeld om inkomsten uit werk die mensen niet hebben opgegeven bij de gemeente, maar die pas later boven water komen na onderzoek van de gemeente.

Aantal personen met een bijstandsuitkering met een ontheffing van de arbeidsverplichting als percentage van het volledige bijstandsbestand in personen. Dit is gemeten in december van het betreffende kalenderjaar. Het gaat om personen met een uitkering algemene bijstand en om personen met een IOAW- of IOAZ-uitkering.

De ontheffing van de arbeidsverplichting heeft betrekking op de plicht tot het verkrijgen, aanvaarden en behouden van werk. De re-integratieplicht staat hier los van.

Er zijn verschillende redenen waarom een persoon een ontheffing van de arbeidsplicht kan krijgen.

Alleenstaande ouder (artikel 9a Participatiewet): een tijdelijke ontheffing op eigen verzoek voor alleenstaande ouders met de volledige zorg voor een kind tot 5 jaar.

1

(56)

Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie

Loonwaarde Loonwaarde

Onderverdeling loonwaarde Onderverdeling loonwaarde

Maatregelquote Maatregelquote

Onderverdeling maatregelen Onderverdeling maatregelen

Dringende reden (artikel 2, lid 9): een tijdelijke ontheffing wegens ‘dringende redenen’. Dit is ter beoordeling van de gemeente.

Arbeidsongeschikt: volledige ontheffing vanwege duurzame arbeidsongeschiktheid.

Het aantal personen met een loonkostensubsidie afgezet tegen het bijstandsvolume. Dit is gemeten in december van het desbetreffende kalenderjaar.

Het bijstandsvolume is het aantal uitkeringen algemene bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz.

Let op: Het bijstandsbestand is voor deze indicator gebruikt als een verhoudingsgetal om het aantal mensen met een loonkostensubsidie in gemeenten onderling te kunnen vergelijken. Het

bijstandsbestand is daarbij als verhoudingsgetal gebruikt omdat het een indicatie is van de omvang van de groep die voor loonkostensubsidie in aanmerking zou kunnen komen. Deze indicator laat dus niet zien hoeveel mensen in de bijstand een loonkostensubsidie hebben. Mensen met een

loonkostensubsidie zijn immers aan het werk en hebben over het algemeen geen uitkering meer nodig.

De gemiddelde loonwaarde van personen met een loonkostensubsidie in het citaat van de

Participatiewet als percentage van het wettelijk minimumloon aan het einde van het desbetreffende kalenderjaar.

Bij de onderverdeling naar loonwaarde is gekeken welk aandeel van de personen met een

loonkostensubsidie een loonwaarde heeft in één van de drie categorieën: 0%-50%, 50%-75%, 75%- 100%. Dit is gemeten aan het einde van het kalenderjaar.

Dit is de optelsom van alle uitkeringsbetalingen voor algemene bijstand, IOAW, IOAZ en Bbz waarop een maatregel is toegepast gedeeld door het gemiddelde bijstandsvolume in een jaar. Dit cijfer geeft weer hoe vaak een gemeente gemiddeld genomen een maatregel toepast. Het cijfer is slechts bij benadering een percentage van het aantal bijstandsgerechtigden dat een maatregel opgelegd heeft gekregen. Op eenzelfde uitkering, kunnen immers meerdere maatregelen worden toegepast. Ook kan eenzelfde maatregel langer dan een maand duren waardoor deze meerdere maanden wordt meegeteld.

Een maatregel van 3 maanden telt bijvoorbeeld als 3 keer als een maatregel.

Vanaf januari 2015 zijn de richtlijnen in de BUS aangepast. Daarvoor konden gemeenten een maatregel opgeven ‘op het vlak van de inlichtingenplicht’. Na 2015 niet meer. Dat betekent dat de cijfers over het totaal aantal maatregelen tot 2015 en na 2015 niet met elkaar te vergelijken zijn.

De reden voor de maatregelen zijn geteld over alle maatregelen in een kalenderjaar. Daarbij zijn de 2

3

(57)

Overtreden van de inlichtingenplicht Overtreden van de inlichtingenplicht

beschikbare categorieën van het CBS in de benchmark samengevoegd tot 5 categorieën.

Categorie

Categorie Reden (BUS-code)Reden (BUS-code)

Niet nakomen plicht tot

arbeidsinschakeling

‘op het vlak van plicht tot arbeidsinschakeling’ (28/01)

Niet nakomen van andere

verplichtingen

‘niet nakomen tegenprestatie’ (28/05) ‘niet nakomen verplichtingen plan van aanpak’ (28/06) ‘niet (voldoende) zoeken naar werk in zoekperiode van 4 weken’ (28/07) ‘niet (voldoende) zoeken naar scholing in

zoekperiode van 4 weken’ (28/08)

Agressie Agressie (28/03)

Niet/onvoldoende nakomen afspraken wet taaleis

niet (voldoende) nakomen van afspraken i.h.k.v. de Wet Taaleis (28/09)

Oorzaak partner Oorzaak bij partner (28/98)

Het percentage uitkeringen waarbij de inlichtingenplicht is overtreden is berekend door alle nieuw geboekte vorderingen voor het overtreden van de inlichtingenplicht in een kalenderjaar op te tellen en te delen op het gemiddelde bijstandsvolume in datzelfde kalenderjaar.

Het cijfer is slechts bij benadering een percentage van het aantal bijstandsgerechtigden dat de inlichtingenplicht heeft overtreden en moet vooral gezien worden als een verhoudingsgetal zodat gemeenten zich onderling kunnen vergelijken. Er kunnen bij één uitkering immers meerdere

vorderingen ontstaan voor het overtreden van de inlichtingenplicht. Ook kan het voorkomen dat het recht op bijstand al is beëindigd en er achteraf nog een vordering ontstaat.

Het overtreden van de inlichtingenplicht is een term uit de Participatiewet. Voor veel mensen is het woord fraude duidelijker.

Er zijn verschillende vormen van het overtreden van de inlichtingenplicht samengevoegd. Het gaat in de BDFS om de volgende categorieën:

verzwijgen witte inkomsten verzwijgen zwarte inkomsten

verzwijgen vermogen en of inkomsten uit vermogen

(58)

onjuiste opgave woonadres

onjuiste opgave samenstelling huishouden andere overtreding inlichtingenplicht

(59)

Divosa Benchmark Werk & Inkomen | Jaarrapportage 2019

Tabellenbijlage

Ontwikkeling bijstand

Ontwikkeling bijstand 20132013 20142014 20152015 20162016 20172017 20182018 20192019

Landelijk

Landelijk 7,3% 5,4% 3,8% 4,0% -1,4% -5,4% -4,3%

<50 dzd inwoners

<50 dzd inwoners 9,6% 5,4% 5,6% 6,4% -1,3% -6,4% -4,9%

50-100 dzd inwoners

50-100 dzd inwoners 6,8% 6,7% 4,4% 4,3% -1,3% -5,9% -4,7%

> 100 dzd inwoners

> 100 dzd inwoners 6,8% 5,0% 3,2% 3,3% -1,4% -5,0% -4,0%

Instroom

Instroom 20132013 20142014 20152015 20162016 20172017 20182018 20192019

Landelijk

Landelijk 39% 40% 37% 34% 29% 25% 24%

<50 dzd inwoners

<50 dzd inwoners 45% 44% 43% 41% 33% 29% 26%

50-100 dzd inwoners

50-100 dzd inwoners 44% 45% 39% 36% 31% 26% 25%

> 100 dzd inwoners

> 100 dzd inwoners 36% 37% 36% 32% 27% 24% 23%

Uitstroom

Uitstroom 20132013 20142014 20152015 20162016 20172017 20182018 20192019

Landelijk

Landelijk 36% 35% 34% 31% 30% 30% 28%

<50 dzd inwoners

<50 dzd inwoners 40% 39% 38% 37% 35% 34% 30%

50-100 dzd inwoners

50-100 dzd inwoners 41% 38% 35% 33% 32% 31% 29%

> 100 dzd inwoners

> 100 dzd inwoners 33% 33% 33% 29% 29% 29% 27%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Planning Control begrotingswijziging vjr 2009 alles meest actueel groter dan € 25000/Totaal 19-5-2009.. Begrotingswijziging: Voorjaarsnota

€ 300,00 per jaar Gebruik eigen auto Zakelijke reizen € 0,19 per km (km-registratie verplicht) Reiskosten openbaar vervoer Zakelijke reizen volledig aftrekbaar.

Bijstandsgerechtigden die parttime werken of (in tenminste één maand) parttime werk hebben gedaan naast hun bijstandsuitkering, stromen vaker uit naar werk dan personen die geen

Parttime werk in de bijstand https://www.divosa.nl/sites/defa ult/files/publicatie_bestanden/20 150630_factsheet_parttime_wer k_in_de_bijstand.pdf... Gemiddelde inkomsten 519 euro

De gemiddelde inkomsten uit parttime werk zijn de gemiddelde maandelijkse inkomsten van personen met algemene bijstand met inkomsten uit parttime werk die verrekend zijn met

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente

Programma Programmaonderdeel Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten Uitgaven Inkomsten.. Een sociale en vitale gemeente