• No results found

Stageverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Ministerie van Buitenlandse Zaken"

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Stageverslag

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Naam

W.K. Hogt

Studentnummer

S2960702

Stagebegeleider RUG

Erik Sportel

Stagebegeleider BZ

Jeroen Beekman, Laura Bins,

Hugo Grondel

Datum

02-07-2019

Programma

IRIO

Stageplaats

Directie Internationaal

Ondernemen (DIO) –

Ministerie van Buitenlandse

Zaken (BZ)

(2)

2

Contents

Voorwoord ... 3

Inleiding ... 4

Beschrijving stagegevende organisatie ... 5

Beschrijving stage ... 7

Evaluatie leerdoelen ... 12

Conclusie ... 15

(3)

3

Voorwoord

Als je klein bent, heb je de wildste ideeën over wat je later worden wilt. En zoals het een jongen betaamt, wilde ik piloot worden. Tot aan het einde van de derde klas van het Gymnasium overwoog ik naar de KLM Flight Academy te gaan om deze droom waar te maken. Maar, zoals bij het merendeel van deze dromers, heb ik dit idee opgegeven.

Ik ging me interesseren voor actualiteit en internationale politiek. Mijn (groot)ouders voedden me met kranten en weekbladen, en ik besteedde dagelijks een hoop vrije tijd aan het volgen van nieuwssites en programma’s. Ik genoot ervan om te sparren over binnenlandse en buitenlandse machtsdynamieken met mijn vrienden, familie en later medestudenten.

De bachelor Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie sloot haarfijn aan op mijn interesses en persoonlijkheid. Ik ben een generalist en houd van de interdisciplinaire aard van het programma. Het beschouwen van internationale probleemstellingen vanuit politieke, economische, juridische en historische invalshoeken is waar ik ontzettend veel energie uit haal. Bovendien is de taal-minor een element in het programma met grote toegevoegde waarde. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook aspecten aan het bachelorprogramma zijn die ik nadelig vind. Zo ligt er een zware focus op theorieën. Dit is uiteraard logisch, maar ik merkte toch dat mij de praktische waarde van het programma onhelder was, en ik behoefte had aan een realistische en pragmatische toepassing van wat ik geleerd had.

Met het oog op mijn masterkeuze, vond ik het daarom belangrijk op zoek te gaan naar een mooie stageplek. Het zou me toegang bieden tot een professionele werkomgeving, en in contact kunnen brengen met ervaren vakmensen die kunnen vertellen over hun achtergronden en wat ze hiermee gedaan hebben. Dit zou wat sturing geven in mijn beoogde loopbaan.

Ik heb voor twee stageplekken gesolliciteerd. Eerst bij de afdeling Public Affairs van Royal Dutch Shell, waar ik een sollicitatiegesprek gehad heb. Hoewel het bedrijf me enorm aansprak, leek de afdeling Government Affairs mij een stuk leuker. Hier was echter geen plek.

Mijn tweede sollicitatiegesprek was bij de Directie Internationaal Ondernemen (DIO) op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waar ik met twee medewerkers een leuk gesprek gevoerd heb. Ik ben hier met veel enthousiasme begonnen aan mijn halfjaarlange stage.

(4)

4

Inleiding

In de periode van 18 februari tot en met 2 augustus heb ik stage gelopen op de Directie Internationaal Ondernemen bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ). In dit verslag zal ik reflecteren op de organisatie waar ik mijn stage liep, de taken die ik uitgevoerd heb, de al dan niet bereikte leerdoelen, verworven competenties en het raakvlak tussen mijn Bachelorprogramma en het werk. Hierbij maak ik gebruik van het format zoals beschreven in de Studiehandleiding Bachelorstage Letteren (2018).

Op mijn eerste dag kreeg ik te horen dat was toegewezen aan drie begeleiders; Hugo Grondel, Jeroen Beekman en Laura Bins. Onder Hugo zou ik meehelpen aan de handelsmissie naar Silicon Valley en Atlanta, onder Jeroen aan de missie naar Boston en met Laura die naar Japan. Veel andere stagiairs hadden slechts één begeleider en kregen een groot lopend dossier toegewezen. Aanvankelijk had ik dit ook gewild, maar ik besefte me direct dat ik mijn voordeel moest halen uit mijn brede pakket. Het betekende dat ik me mocht gaan bewegen in verschillende teamverbanden, veel mensen zou gaan ontmoeten en gebruik kon maken van de ervaring van drie begeleiders.

Mijn verwachtingen ten aanzien van mijn stage en het ministerie in het algemeen, waren enkel gebaseerd op de taakomschrijving in de sollicitatie, en artikelen die ik over BZ gelezen had. Ik verwachtte terecht te komen in een behoorlijk dynamische, formele en hiërarchische werkomgeving, omgeven door veel geheimzinnigheid. Al deze karakteristieken bleken achteraf waar te zijn, behalve de geheimzinnigheid. Nu ik dit verslag schrijf, sta ik ervan te kijken hoe veel ik meegenomen ben in het reilen en zeilen van BZ. De clichématige angsten van stagiairs over diep verstopte hokjes zonder ramen en het halen van koffie zijn niet waar. Sterker nog, mijn begeleider Jeroen kon zich geen stagiair herinneren die zó met de neus in de boter is gevallen als ik. Hierbij refereert hij aan de vele dossiers waaraan ik heb gewerkt en gebeurtenissen die ik heb mogen bijwonen: de Global Entrepreneurship Summit, een CEO Roundtable (Minister-President Rutte, Minister Kaag, Minister Pompeo (VS), Minister Chao (VS) en Amerikaanse en Nederlandse CEO’s), een inkomende missie van zakenvrouwen uit Qatar, en uitgaande missies naar Japan, Silicon Valley, Atlanta en Boston.

Ik kan met recht stellen dat ik het maximale uit mijn stageperiode gehaald heb, en het bovendien enorm naar mijn zin gehad heb. De leerdoelen die ik mezelf gesteld heb, heb ik gehaald en zal ik later in dit verslag toelichten. Eerst zal ik een uiteenzetting doen van Buitenlandse Zaken als stagegevende organisatie en de taken die ik hierbinnen uitgevoerd heb.

(5)

5

Aan het eind van dit verslag treft u enkele bijlagen, welke producten tonen die een goed beeld geven van mijn werkzaamheden als stagiair bij DIO.

Beschrijving stagegevende organisatie

In algemene zin houdt het Ministerie van Buitenlandse Zaken zich bezig met het vertegenwoordigen, verdedigen en promoten van de Nederlandse belangen in het buitenland, bilateraal en multilateraal (id est binnen internationale organisaties als de Europese Unie of Verenigde Naties). Dit maakt dat het ministerie voor iemand met een achtergrond in Internationale Betrekkingen en Internationale Organisaties aan de RUG een walhalla is. Van mensenrechten tot NAVO-gerelateerde zaken voorziet BZ in stages, zowel in Den Haag als op buitenlandse posten. Dit hoofdstuk is bedoeld om inzicht te geven in de structuur van het ministerie, en hoe mijn stageplek zich daartoe verhoudt. Dit zal ik doen aan de hand van het organogram in Bijlage I.

Het ministerie telt vier Directoraten-Generaal1 (DG’s): die voor Politieke Zaken (DGPZ) en Europese Samenwerking (DGES) vallen onder de verantwoordelijkheid van Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken. Die voor Internationale Samenwerking (DGIS) en Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) vallen onder Minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Dit laatste DG is waar ik me een half jaar lang voor ingezet heb. Het is het bij uitstek hét directoraat dat zich bezighoudt met de economische belangen van Nederland. Tot voor kort hoorde het zelfs bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Het DG kent drie directies2. Allereerst de Directie Economische Advisering en Beleidsvorming, welke je zou kunnen zien als de denktank binnen DGBEB, die risico’s analyseert en strategieën ontwikkelt, bijvoorbeeld in het kader van een dreigende no-deal Brexit. Dan heb je de Directie Internationale Marktordening en Handelspolitiek, die Nederlands internationaal verdienvermogen maximaliseert door obstakels in regulering weg te nemen en buitenlandse markttoegang op die manier te vergemakkelijken. Als laatste is er mijn directie. De Directie Internationaal Ondernemen (DIO), die zich toespits het maximaliseren van het verdienvermogen van Nederlandse ondernemers die internationaliseringsambities hebben.

1 Elk Directoraat-Generaal kent een Directeur-Generaal. Na de Ministers en de Secretaris-Generaal zijn dat de hoogste ambtenaren.

(6)

6

DIO kent tal van instrumenten om dit doel te bereiken, en doet dat sinds kort ook aan de hand van de Sustainable Development Goals: internationale speerpunten die eraan moeten bijdragen dat economische groei inclusief en duurzaam bewerkstelligd wordt. Ons instrumentarium bestaat uit het stimuleren van publiek-private samenwerking, het organiseren van handelsmissies, presentie op internationale vakbeurzen, Nederland Branding, individuele vraag gestuurde dienstverlening, en het verlenen van exportkredietverzekeringen.

De directie is op basis van landen en regio’s geselecteerd. Beleidsmedewerkers krijgen één of meerdere landen toegewezen waar zij verantwoordelijk voor zijn. Hij of zij vormt een aanspreekpunt als het gaat om de bilaterale handelsrelatie tussen Nederland en het betreffende andere land. Dit gebeurt uiteraard in nauwe afstemming met landenmedewerkers op andere directies (handelspolitiek/politiek etc.), economische afdelingen van lokale posten, en sectorale vertegenwoordigers uit het Nederlandse ondernemerslandschap.

Naast landen kunnen beleidsmedewerkers ook gemoeid zijn met thema’s, die voor Nederland een zekere handelsprioriteit belichamen. Zo kun je denken aan de thema’s Life Science & Health, Artificial Intelligence/Robotics, Agri- en horticultuur, watermanagement en dergelijke. Als laatst kunnen er ook tijdelijke projecten aan je toegewezen worden. Hierbij zou je kunnen denken aan de organisatie van internationale vakbeurzen, fora of toppen.

(7)

7

Beschrijving stage

Dit deel van het eindverslag is bedoeld om een overzicht te geven van de projecten/dossiers die mij tijdens de stage ten deel vielen, wat ik hiervan vond en bovenal wat ik ervan geleerd heb. Hierna zal ik mijn algemene leerdoelen uiteenzetten en evalueren.

Ik ben als stagiair geplaatst onder drie medewerkers: Hugo Gronde, Jeroen Beekman en Laura Bins. Hugo en Jeroen zijn beiden beleidsmedewerkers op de regio Noord-Amerika (Verenigde Staten en Canada), en Laura op Japan. Kort samengevat heb ik voor de betreffende clusters aan de volgende projecten gewerkt:

Japan Economische missie Japan Minister Kaag,

en marge van de G20-top in Osaka

Noord-Amerika - Economische missie Minister Kaag naar

Silicon Valley en Atlanta

- Economische missie MP Rutte en Minister Bruins naar Boston - Bezoek MP Rutte aan Witte Huis - Nederlandse deelname aan CES

(Consumer Electronics Show)

- Global Entrepreneurship Summit Den Haag, 2019:

1. CEO Roundtable MP Rutte, Minister Kaag, Minister Pompeo (VS), Minister Chao (VS) en Nederlandse/Amerikaanse CEO’s

2. Hosting inhoudelijke sessies Mississippi-zaal

3. Bilateraal gesprek Minister Kaag en Kratsios

Algemeen (in samenwerking met, of in opdracht van mijn begeleiders/andere leidinggevenden)

- Bezoek aan mijn directie door Joop Wijn (Adyen, tevens voormalig

staatssecretaris EZK) over Adyen’s internationalisering

(8)

8

- Persoonlijk begeleider tijdens inkomende missie van vrouwelijk ondernemers uit Qatar

- Bezoek aan mijn directie door Marcelis Boereboom (Directeur-Generaal

Wetenschap, Emancipatie,

Beroepsonderwijs en Hoger Onderwijs) - Voorlichting klas 3 VMBO over mijn

werkzaamheden (ProDemos)

Ik zal niet heel diep op al deze projecten in gaan, maar selecteer er een paar. Dit doe ik op basis van taakinhoudelijke relevantie, maar ook omdat ik ze beschouw als de hoogtepunten van mijn stageperiode.

Missies Silicon Valley, Atlanta, Japan en Boston

Tijdens mijn eerste paar weken heb ik me voornamelijk beziggehouden met de economische missie van Minister Kaag (R) richting Silicon Valley en Atlanta (25-27 maart). Deze bestemmingen werden gekozen aan de hand van de economische potentie in Silicon Valley als innovatie-hub en de opening van een nieuw Consulaat-Generaal in Atlanta. Deze eerste weken waren behoorlijk uitdagend.

Dit omdat de organisatie van de missie naar Silicon Valley & Atlanta (door Minister Kaag) al in volle gang waren, en ik midden in het proces instapte. De stoomcursus zorgde ervoor dat ik in de dossiervorming van het bezoek al best een hoop werk op me kon nemen. Zo heb ik geholpen met het schrijven van eventfiches, speeches, gespreksfiches en het programma voor de minister. Ook heb ik factsheets gemaakt m.b.t. de handelsbetrekkingen tussen betreffende staten en Nederland, en contact onderhouden met het postennetwerk in de Verenigde Staten dat het meest van het uitvoerende werk deed voor de missie. Wat ik geleerd heb tijdens deze werkzaamheden is voornamelijk het gebruik van een meer functionele schrijfstijl dan ik gewend was in mijn studie. Ook ben ik een hoop te weten gekomen van de instrumenten die ons land heeft ter bevordering van de handel, en daarmee heb ik goed inzicht verkregen in het belang van de bundeling van private en publieke krachten.

Ik werd dus in het diepe gegooid bij bovenstaande missie, maar daar pluk ik nu de vruchten van in de organisatie van bijvoorbeeld de missie naar Japan, wat een korte en gefocuste missie

(9)

9

was in aansluiting op de ministeriële G20 bijeenkomst die Minister Kaag bijwoont. De werkzaamheden waren vrijwel gelijk aan die van Silicon Valley. Voorbeelden van door mij geproduceerde documenten staan in de Bijlagen II en IV (memo en voorwoord R missieboekje) Hetgeen ik zo interessant vond aan deze missie, is dat ik juist heel vroeg in het proces instapte. Zo begrijp ik nu veel beter hoe er in samenwerking met de ambassade wordt bepaald welke sectoren en thema’s het meest kansrijk zijn voor Nederlandse handel (in dit geval offshore wind, vrouwelijk ondernemerschap en digitale economie), en hoe de bedrijvendelegatie daarop wordt samengesteld. In al deze onderdelen heb ik een rol gespeeld. Het doet mij inzien dat juist in deze geglobaliseerde wereld, de relevantie van ambassades en plaatselijke contacten zo aanwezig blijft. Ondanks dat internet wereldwijde communicatie vergemakkelijkt, blijft het ontzettend belangrijk om mensen te stationeren die lokale trends meekrijgen en weten wat er speelt.

Tenslotte was de missie naar Boston voor mij uniek omdat wij geen eigen minister op pad sturen, maar Premier Rutte, watergezant Ovink (I&W) en Minister Bruins (VWS). Ik zie de rol die Buitenlandse Zaken op zich neemt wanneer andere ministeries plannen hebben buiten onze landsgrenzen. Binnen deze dynamiek van verschillende doelen en belangen merk ik hoe essentieel een centrale coördinator kan zijn, en wat goede communicatie met zich meebrengt. Naast de algemene videoconferenties, waaraan alle partijen (posten, ministeries, externe partijens als RVO en VNO-NCW) deelnemen, hield ik daarom ook een oogje in het zeil bij separate calls die zich toespitsen op specifieke programmaonderdelen. In de dossiervorming kreeg ik de verantwoordelijkheid over een groot aantal fiches, welke ik in samenwerking met medewerkers op posten mocht vullen. Uiteraard werden alle dossiers en producten die ik afleverde, gecontroleerd door mijn leidinggevenden voor deze naar de bewindspersonen gestuurd werden.

GES (Roundtable/Mississippi/Bilats)

De organisatie van de Global Entrepreneurship Summit 2019 in Den Haag was een absoluut hoogtepunt van mijn tijd bij BZ. Niet alleen omdat het aanleiding gaf voor een foto met R (zie Bijlage VI), maar ook omdat het inhoudelijk uitdagend was, en ik heel dicht ‘bij het vuur mocht zitten’ tijdens de CEO Roundtable.

De Global Entrepreneurship Summit is een ondernemingsconferentie die jaarlijks door de Verenigde Staten wordt georganiseerd. Dit jaar is was de eerste keer dat het in Europa werd gehouden, en werd het door Nederland gehost. Nederland heeft dit binnengehaald met het oog

(10)

10

op drie doelstellingen: het verbeteren van de trans-Atlantische samenwerking, het positioneren van ons land als ‘gateway to Europe’ en verdienen aan de Sustainable Development Goals. De GES werd georganiseerd op 4, 5 en 6 juni in het World Forum in Den Haag, waar 2000 deelnemers aanwezig waren uit 120 landen, waaronder 300 investeerders en een veelvoud aan ondernemers. Het doel was om een platform te bieden aan ondernemers en startups die innovatieve oplossingen voor wereldwijde vraagstukken konden pitchen in het bijzijn van investeerders.

Mijn rol bestond uit drie dingen: 1) de voorbereiding van Minister Kaag, die gastvrouw was van het evenement 2) voorbereiding en verslaggeving van de CEO Roundtable, inclusief dossiers MP Rutte en Minister Kaag 3) hosting van de ‘Mississippi-zaal’ op het World Forum, waar inhoudelijke sessies werden gehouden.

Ik zal voornamelijk het tweede punt toelichten, omdat hier allerlei kerntaken samenkwamen. En merge van de GES, vond er op maandag 3 juni een CEO Roundtable plaats in de Rolzaal van het Binnenhof. Dit was een evenement waarbij Amerikaanse CEO’s (Bank of America, Lockheed Martin, SoftBank Group, HGGC, CTA) Minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo, Minister van Transport Elaine Chao, Minister-President Rutte, Minister Kaag, Hans de Boer (Voorzitter VNO-NCW) en Nederlandse CEO’s (Heineken, Unilever, Philips, Randstad, Shell, DSM, Ahold en AkzoNobel) aanwezig waren. Hier hadden deelnemers de mogelijkheid om in bilateraal publiek-privaat gezelschap van gedachten te wisselen over de handelsbetrekkingen tussen de VS en Nederland, de uitdagingen en de toekomst.

De voorbereidingen van dit rondetafelgesprek vonden voornamelijk plaats in samenwerking met VNO-NCW, wiens voorzitter Hans de Boer het gesprek zou modereren, en de assistenten van de Nederlandse CEO’s, die onderwerpen en thema’s mochten aandragen. In algemene zin merkte je dat de bedrijven boodschappen en stellingen meebrachten die niet zozeer gericht waren tegen het andere land, maar tegen beide overheden van de VS en NL. Zo deed men een beroep op het oplossen van handelsgeschillen via het multilaterale systeem van de WHO en wilde men dat NL/EU en de VS hun best deden om obstakels weg te nemen die vrije handel bemoeilijken.

De rol van BZ zat hem met name in de stroomlijning van de discussie, en het zorgdragen voor een constructieve toon. Het was zaak om onze minister en de minister-president daarom voor te bereiden op veel onderwerpen die zowel door de Nederlandse als de Amerikaanse counterparts opgebracht konden worden. Dit houdt uiteraard ook in dat er spreekpunten en

(11)

11

achtergronden moesten komen voor onderwerpen die we liever niet aan het licht brachten. Hiervoor worden dan passieve spreekpunten en achtergrondpunten voorbereid. Zie Bijlage V voor de voorbereiding van Minister Kaag.

Dankzij mijn begeleider Jeroen mocht ik tijdens het rondetafelgesprek op de ‘backbench’ zitten, achter onze MP, minister en CEO’s, naast verschillende diplomaten en hoge ambtenaren van BZ en AZ. Mijn rol tijdens het gesprek was de verslaglegging. Ik maakte notulen van het gesprek, verwerkte deze in een verslag, en verspreidde het in het BZ-vertrouwelijke berichtenverkeer. Het was absoluut een geweldig ervaring om niet alleen een gesprek voor te bereiden, maar ook mee te maken dat op zo een hoog politiek niveau gevoerd werd. Ik had echt het gevoel dichtbij – of zelfs middenin – het vuur te zitten. In Bijlage VII een (stiekeme) foto van mij op de stoel van MP Rutte.

(12)

12

Evaluatie leerdoelen

De leerdoelen die ik mezelf bij aanvang van de stage gesteld had, klinken als volgt: 1. Kennis opgedaan bij IRIO toepassen in de praktijk;

2. Te weten komen hoe het is te werken in een professionele werkomgeving; 3. In teamverband leren werken;

4. Leren schrijven in concrete beleidstaal (i.p.v. academische taal).

Ik moet eerlijk bekennen dat ik weinig concreets uit het IRIO-programma heb kunnen toepassen op de stage. Uiteraard waren vakken als International Trade Theory en International Monetary Relations zeker van toepassing op mij stage. Zeker als het gaat om handelsbevordering, importtarieven en de Wereldhandelsorganisatie (WHO), was het ontzettend fijn om de kennis te hebben die Greg Fuller ons gedoceerd heeft. Toch merk ik dat het meer het interdisciplinaire en brede karakter van de studie is, wat me geholpen heeft mijn werkzaamheden zo goed mogelijk uit te voeren. De werknemers van BZ, waaronder veel ervaren diplomaten, zijn opgeleid om op te treden als generalisten. Dit houdt in dat men om de vier jaar verwisselt van standplaats, dossier en daarmee ook vakgebied. Ik voel me als een vis in het water op dit gebied, en merk dat de kennis die ik in IRIO opgedaan heb, op vele vlakken kan inzetten: juridische, economische, historische en politieke inzichten. De regelmatige afwisseling van werkzaamheden die plaatsvindt, zou me ook in de toekomst leuk lijken. BZ was de eerste professionele werkomgeving waar ik ooit deel van uit heb gemaakt. Uiteraard heb ik weinig referentiekader, en kan ik de werkomgeving van BZ niet goed vergelijken met bedrijven of instellingen, maar ik heb er ontzettend van genoten. Zoals ik al stelde, is de structuur van het ministerie behoorlijk hiërarchisch, en heerst er een formele sfeer op BZ. Ook is er sprake van een ‘ons-kent-ons’ cultuur, wat maakte dat ik in het begin van mijn stage echt even mijn plekje heb moeten zoeken. Naarmate de tijd vorderde, vergaarde ik mijn eigen positie, en voelde ik de ruimte om volledig mezelf te zijn. Ik kreeg maatjes, zowel onder de stagiairs als de beleidsmedewerkers, en ging elke dag met plezier naar mijn werk. De hiërarchische structuur van het ministerie zorgt ervoor dat al het werk ‘de lijn’ in moet. Dit betekent dat alle producten die worden afgeleverd – dossiers, memo’s, statements, etc. – door afdelingshoofd, directeur, directeur-generaal en vaak ook op ministerieel niveau moeten worden geaccordeerd. U kunt zich voorstellen dat dit een tamelijk tijdrovende exercitie kan zijn, en ik merkte dat ik vaak sneller wilde dan het ambtelijk apparaat mogelijk maakte, en mijn geduld soms ver te zoeken was.

(13)

13

In teams leren werken was ook een leerdoel. Omdat ik zowel voor Noord-Amerika als Japan werkte, maakte ik deel uit van verschillende teamverbanden. Bijvoorbeeld in dossiervorming stond ik als medewerker in nauw contact met politieke beleidsmedewerkers van andere directies, omdat alles altijd overlapt met economische elementen. Om deze samenwerking te illustreren, kan ik het voorbeeld noemen van een bilateraal gesprek tussen Minister-President Rutte en President Trump van de Verenigde Staten. Dergelijke gesprekken duren vaak niet lang, maar toch wordt er een hoop in besproken. Het kan dan gaan over Amerika’s ongenoegen met onze lage defensie-uitgaven, maar ook over het handelsconflict tussen de VS en China. Voor al dit soort thema’s worden verschillende directies gevraagd om input, in dit geval respectievelijk de Directie Westelijk Halfrond (binnen DGPZ) en Directie Internationale Marktordening en Handelspolitiek (binnen DGBEB).

Tenslotte is mijn schrijfvaardigheid beter geworden. Door de vele papers die ik heb moeten schrijven voor mijn studie, was mijn schrijfstijl voornamelijk academisch. Het was dan ook een uitdaging om deze stijl aan te passen naar een meer functionele en concretere vorm. Onze minister heeft slechts één aanwijzing voor de dossiers die we haar dagelijks leveren: “kort kort kort”. Dit zorgt ervoor dat je heel goed nadenkt over hoe je een minimaal aantal woorden gebruikt met een optimale inhoudelijke functionaliteit. In het begin van mijn stage deed ik dit door mijn stukjes steeds opnieuw samen te vatten. Later kreeg ik het onder de knie en ging alles vanzelf.

Ook mijn stagebegeleiders waren op de hoogte van de leerdoelen die ik mezelf gesteld had, en op regelmatige basis hebben we deze – en mijn algehele voortgang – besproken en geëvalueerd. Ik merkte dat ze allemaal veeleisend waren en een hoge kwaliteitsstandaard hadden. Uiteraard zorgde dit ervoor dat ik prestatiedruk voerde, maar des te leuker is het om te horen dat ze positief zijn over mijn functioneren.

Buiten de door mij gestelde leerdoelen, zijn er natuurlijk nog andere dingen die ik geleerd heb. Te beginnen met regelmaat en discipline. Als student ga je naar colleges voor jezelf en je bestudeert de stof voor jezelf. Dit maakt dat je, wanneer je even geen zin hebt, minder sociale druk voelt om bijvoorbeeld je bed uit te komen voor een onverplicht hoorcollege. Op mijn stage heb ik werk uitgevoerd dat niet alleen voor mijn eigen bestwil was, maar ook voor het team als geheel en uiteraard het algehele doel van onze directie. Zeker toen ik wat meer verantwoordelijkheden kreeg, en daarmee de kans om steeds meer van mezelf te laten zien, was ik ontzettend gemotiveerd om elke dag keihard te werken om alles tot een goed eind te

(14)

14

brengen. Ik heb veel lange dagen gemaakt, en dat was het allemaal waard. Toch ben ik blij dat ik straks weer een jaartje als student mag leven. De 40-urige werkweek is me goed bevallen, maar ik kijk ernaar uit om straks weer iets meer tijd te hebben voor mijn sociale leven. Wat ik ook geleerd heb is assertiviteit. Bij binnenkomst verwachtte ik enigszins bij de hand genomen te worden en onder de vleugels van mijn begeleiders/mentoren te kunnen snuffelen aan het bestaan op BZ. Toen de eerste week voorbij was, besefte ik dat een half jaar stage kort is, en ik er het maximale uit moest slepen. Er was geen tijd om te wachten tot me van alles aangereikt werd. Het was mijn stage, en ik moest er zelf wat van maken. Ik heb mezelf een ‘ad-rem’ houding aangenomen en nam allerlei taken op me. Natuurlijk had ik nog geen idee wat ik me op mijn hals haalde, en was het soms lastig om mijn hoofd boven water te houden, maar toch was dit de manier om zo snel mogelijk bekend te raken met de werkwijze en mores van Buitenlandse Zaken. Al snel merkte ik dat assertiviteit en initiatief beloond werd. Ik kreeg een zekere ‘gunfactor’ en werd meegenomen naar interessante afspraken en evenementen buiten de deur. Het is heel leuk om naast de dagelijkse routine op het ministerie af en toe naar buiten te kunnen en echt het land te kunnen vertegenwoordigen bij externe partijen. Het komt dan heel dichtbij.

Dan komen we bij de laatste vaardigheid die ik onder de knie gekregen heb en dat is netwerken. Zowel uit hoofde van mezelf als van de directie. Ik ben altijd al vrij sociaal geweest, en leg gemakkelijk contact. Toch voerde ik vaker gesprekken met vreemden vanuit intrinsieke interesse dan met het oog op potentieel effect. Dat wil zeggen; voor mijn bestwil, of dat van BZ. Buitenlandse Zaken en diplomatie zijn gericht op het leggen- en onderhouden van goede contacten omwille van een zo efficiënt mogelijk buitenlandbeleid. En dat leggen van contacten is een vak, waarvoor diplomaten in Nederland worden opgeleid. Het maakt ook dat er intern een netwerkcultuur heerst. Het is een ‘ons-kent-ons’ karakter, waar je gebruik van moet maken als je een plekje voor jezelf wilt veroveren. Als stagiair heb je weinig te verliezen. Men is benieuwd naar je achtergrond en je ambities, en zijn welwillend daarin te ondersteunen. Aan de andere kant zijn ambtenaren ook praatgraag als ze over zichzelf kunnen vertellen. Deze mix vormt de perfecte gelegenheid voor mij om te weten te komen over het leven als diplomaat en de weg die ik daarvoor af moet leggen. Ik heb veel ‘koffietjes gedronken’ met collega’s die me boeiden, en veel contacten gelegd voor als ik later terug wil komen.

(15)

15

Conclusie

Ik vind het lastig om negatieve aspecten te bedenken aan mijn stage, en vind het vooral jammer dat het al voorbij is. Ik heb geweldige dingen meegemaakt, een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders ontmoet uit binnen- en buitenland, en ben zeer dankbaar voor de kansen die ik gekregen heb. Ik zou Buitenlandse Zaken als organisatie absoluut aanraden, en met name DIO. Als ik verleden halfjaar vergelijk met dat van stagiairs op andere directies, kan ik niet anders dan concluderen dat ik met de neus in de boter gevallen ben. Ik heb gewerkt aan de meest interessante, in het oog springende- en tot de verbeelding sprekende dossiers, en ik ben aanwezig geweest op de meest gave evenementen. In

Al met al ben ik zeer tevreden met mijn stageplaats bij DIO. Door de dynamiek bij de directie en de fantastische begeleiding van Jeroen, Hugo en Laura heb ik echt het gevoel dat ik ontzettend gegroeid ben afgelopen halfjaar. Mijn begeleiders hebben mij het gevoel gegeven als volwaardige beleidsmedewerker te hebben meegedraaid, en ik ben vertrokken met een stapel referenties, alsook de uitnodiging om terug te komen bij BZ na mijn studie. Het lijkt me fantastisch om later werkzaam te zijn als diplomaat bij Buitenlandse Zaken, en zal hier zeker over nadenken. Maar ongeacht mijn eventuele terugkomst, is het in elk geval heel fijn om te horen dat je in staat bent een goede indruk achter te laten bij een werkgever. Het geeft me een hoop zelfvertrouwen, en uiteraard veel zin in de toekomst.

Ik begon dit verslag met de uiteenzetting van mijn droom om later piloot te worden, en ik kan veilig zeggen dat ik volledig over deze ambitie heen gegroeid ben. De stage heeft me zeer enthousiast gemaakt over (economische) diplomatie en het werken bij Buitenlandse Zaken. Uiteraard zou ik heel graag mijn horizon willen verbreden, en inzicht krijgen in het reilen en zeilen in de private sector, maar vooralsnog is de publieke zaak waar ik na mijn studie voor wil gaan. Het is fantastisch om op macro-niveau bezig te zijn met de belangen van zo een gaaf land als het onze. Het maakt je nederig en trots tegelijk.

Op mijn introductiedag bij het ministerie, voorafgaand aan de stage, verscheen er een artikel van oud-minister van Buitenlandse Zaken Jaap de Hoop Scheffer (2019) in de NRC dat luidde: “Laat diplomatie niet over aan stagiairs”3. Hij refereerde het gebrek aan middelen bij BZ en

de resulterende verantwoordelijkheid voor stagiairs als goedkope arbeidskrachten. Ik ben het absoluut eens met zijns stelling, en vind dat er te makkelijk wordt gedacht over het belang van

3 De Hoop Scheffer, Jaap (2019), “Laat Diplomatie niet over aan Stagiairs”, NRC (website). Geraadpleegd op 17 juli 2019, https://www.nrc.nl/nieuws/2019/02/06/laat-diplomatie-niet-over-aan-stagiairs-a3653041.

(16)

16

diplomaten binnen ons publiek bestel, de complexiteit van diplomatie als vak, en de beperkte financiën als resultaat. Toch heb ik als stagiair de vruchten geplukt van deze situatie, en ik raad iedereen aan hetzelfde te doen.

(17)

17

Bijlagen

(18)

18

Bijlage II: Memo aan Minister Kaag inzake economische missie Japan

memo

Aanleiding

Uw aankomende bilaterale bezoek aan Japan op 10 juni 2019 in aansluiting op de G20 bijeenkomst (8+9 juni 2019). Eerder ging u akkoord met de ruwe programmaschets voor dit bezoek (Min-BuZa.2019.2248-28).

Gevraagd besluit

Graag uw instemming met het programma van uw bezoek aan Japan (uitwerking met tijden in Bijlage I).

Kern/samenvatting

• Er is gekozen voor een gefocuste missie, met twee hoofdthema’s: Digitale Economie en Wind op Zee. Deze focus biedt meeste kans op optimale impact.

• Naar aanleiding van uw verzoek om uitbreiding van de missie, is Digitale Economie toegevoegd aan het programma.

• Er wordt ingezet op circa 15 innovatieve en technologisch hoogwaardige bedrijven met enige ervaring in of kennis van Japan (bijlage II).

• Om vrouwelijk ondernemerschap te agenderen wordt een seminar georganiseerd. Dit zal helpen om progressieve stromingen in het huidige Japanse debat te steunen en best practices uit te wisselen.

• ZMA TOK onderzoekt de mogelijkheid voor een bilaterale ontmoeting tussen u en Minister SEKO van Economie, handel en Industrie (METI).

• Ter voorbereiding op uw reis naar Japan streeft DIO ernaar om op 28 mei een voorbereidend bedrijfsbezoek te organiseren aan één van de deelnemende bedrijven.

Toelichting

Programmaonderdelen, voor uitwerking zie bijlage

Zondag 9 juni

• Werkdiner met Nederlandse ondernemers op het gebied van Digitale Economie.

Maandag 10 juni

• (Lokale) CEO roundtable met kopstukken van het Nederlandse bedrijfsleven in Japan;

• Dialoog met Japanse en Nederlandse ondernemers, influentials en overheid over het belang van vrouwelijk ondernemerschap voor beide landen.

• Seminar Wind op Zee met deelnemende Nederlandse bedrijven en relevante Japanse spelers; • Bedrijfsbezoek in Tokyo, nog nader in te vullen.

• Netwerkreceptie op de residentie met deelnemende bedrijven en zakenrelaties. Voorafgaand aan de receptie is er ruimte voor ondertekening van diverse MoU’s;

DGBEB en DIO begeleiden u tijdens het bezoek.

(19)

19 • De keuze voor de thema’s van het programma komt voort uit eigen onderzoek naar de

marktkansen voor Nederland in Japan in combinatie met gedeelde politieke en maatschappelijke prioriteiten.

• Kansrijke sectoren zoals agri-food en LSH worden afgedekt door andere handelsmissies in 2019. Het thema circulaire economie is voorzien voor Stas I&W, tijdens haar bezoek aan Japan op 14-16 juni a.s voor de G20.

• Logistiek als sector is komen te vervallen vanwege gebrek aan inschrijvingen vanuit deze sector.

Bedrijvendelegatie

• De Japanse markt is niet makkelijk toegankelijk voor Nederlandse bedrijven. Deels door culturele barrières, maar voornamelijk door het lange voortraject dat nodig is om wederzijdse vertrouwen op te bouwen met Japanse partners. Innovatieve bedrijven met enige ervaring en/of kennis in/van Japan kunnen het beste profiteren van uw hulp bij het verdiepen van relaties met Japanse partners.

• De inschatting is derhalve dat een gefocuste missie de meeste kans biedt op structurele handelsbevordering.

• Het stimuleren van vrouwelijk ondernemerschap is politiek en maatschappelijke een actueel thema in Japan. Bij de werving van deelnemers is nadrukkelijk ingezet op vrouwelijke

ondernemers en met succes. U hebt een aparte ontmoeting met deze vrouwelijke ondernemers, waarbij ook Japanse ondernemers en andere relevante partijen zijn uitgenodigd.

Voorbereidend werkbezoek in Nederland

DIO streeft ernaar om op 28 mei een werkbezoek voor u te organiseren aan een van de bedrijven die deelneemt aan het programma op 10 juni. U wordt hier zo spoedig mogelijk over geïnformeerd.

Overig

Uw bilaterale programma is aansluitend aan de ministeriele G20 bijeenkomst voor Ministers van Handel op 9 juni en de gezamenlijke ministeriële G20-bijeenkomst voor Ministers van Handel en Digitale Economie op 8 juni. Over uw G20 programma wordt u separaat door EAB geïnformeerd. De korte duur en het gefocuste karakter van de missie hebben ertoe geleid deze missie richting deelnemende bedrijven te presenteren als een ‘economische dag’.

Bijlage A: Onderdelen programma R missie Japan

Uw G20 programma eindigt aan het eind van de middag (verwachting is rond 17:30, precieze tijd is nog niet gegeven) in de stad Tsukuba.

Locatie/tijd: Programma: Uw aanwijzing: Residentie,

Tokio 9 juni avond

Werkdiner Digitale Economie (DE) met NL bedrijven

- Gespreksonderwerpen: G20, governance van DE, ontwikkelingen op het gebied van cyber security, data sharing, AI en robotica, e-commerce. - Stas EZK is van 7- 9 juni in Japan. Aan haar is voorgesteld om het werkdiner Digitale Economie op

(20)

20 9 juni samen met u bij te wonen. Zij vliegt echter al

eerder die dag terug naar NL.

Okura Hotel 10 juni 8:30-9:30

Gesprek met NL Country Managers

- U ontmoet kopstukken van het Nederlands bedrijfsleven in Japan, waaronder Philips, DSM, Heineken, KLM, ING, Rabobank, Nationale Nederlanden, Aegon en Shell.

-Gespreksonderwerpen: het ondernemings- & bedrijfsklimaat in Japan; (implementatie van) het EU-Japan handelsakkoord; terugkoppeling G20 en evt. GES.

Tokio Metr. Government 10:00-11:30

Seminar Vrouwelijk Ondernemerschap met JPN en NL ondernemers

- Naast de deelnemende NL en JPN ondernemers zijn ook UNWOMEN en OESO benaderd om deel te nemen aan dit seminar.

- Gespreksonderwerpen:belang van vrouwelijk ondernemerschap; kansen voor vrouwelijke

ondernemers; knelpunten en mogelijke samenwerking tussen Nederland en Japan op dit terrein.

locatie/tijd:

ntb. 45 min Tentatief: BILAT dhr. SEKO, Minister van Economie, Handel en Industrie

- Gespreksonderwerpen kunnen zijn: follow-up van de G20 bijeenkomst; uitkomsten GES; WTO hervorming & handelsrelatie China en VS, maar ook bilaterale kansen (EPA, Brexit, Wind Energie en Waterstof) en eventuele concrete knelpunten van NL bedrijven.

Locatie/tijd: ntb. 45 min/1hr BEDRIJFSBEZOEK NTB Amb./Res. 15:00-16.00

Seminar: Wind op Zee

- Voorbespreking met de Nederlandse deelnemers, voorafgaand aan het seminar (o.a. IHC, Shell, Sif).

(21)

21 - Openingswoord van het seminar door u in het bijzijn

van Japanse bedrijven en investeerders over de innovatiekracht van de Nederlandse offshore wind sector.

Gespreksonderwerpen: kansen en knelpunten voor NL en JPN bedrijven.

Residentie

17:30-20:00 Afsluiting: 1. Netwerkreceptie 2. Wrap-up - In nog nader te bepalen volgorde zal er op de

residentie een netwerkreceptie plaatsvinden, en een moment voor follow-up.

- Tijdens de receptie is er gelegenheid voor

deelnemende missiebedrijven om Japanse relaties uit te nodigen.

- Hier zullen bovendien diverse MOU’s tussen NL en Japanse partijen worden getekend.

- Tijdens de wrap-up zult u in klein gezelschap incl Hans de Boer (ntb) terugblikken op de dag en de noodzakelijke follow up bespreken.

(22)

22

(23)

23

(24)

24

CEO Ronde Tafel met o.a. MP Rutte, SoS Pompeo, Sec Transport Chao. 15:40-16:35, 3 juni 2019

Taal: Engels

Locatie: Rolzaal, Binnenhof

Aanwezigen:

• 8 NL CEO’s:

1. AKZO Nobel: Mr Thierry Vanlancker, CEO 2. AHOLD Delhaize: Mr. Frans Muller, CEO

3. Royal DSM N.V.: Mr Feike Sijbesma, CEO & Chairman Managing Board 4. Heineken N.V.: Mr Jean-François van Boxmeer, CEO

5. Royal Philips: Mr Frans van Houten, President & CEO 6. Randstad N.V.: Mr Jaques van den Broek, Chairman & CEO

7. Royal Dutch Shell plc: Ms Marjan van Loon, President-Director Shell Netherlands

8. Unilever: Ms Conny Braams, General Manager Unilever Benelux, National Manager Unilever Nederland

• 6 VS CEO’s:

1. Marillyn Hewson, Chairman, President and CEO, Lockheed Martin Corporation 2. Anne Finucane, Vice Chairman, Bank of America

3. Marcelo Claure, Chief Operating Officer, SoftBank Group Corp., former CEO of Sprint 4. Robert C. Gay, Co-Founder and Executive Director, HGGC, LLC

5. Gary Shapiro, President and CEO, Consumer Technology Association 6. TBC

• VS delegatie:

1. Mike Pompeo, Secretary of State 2. Elaine Chao, Secretary of Transportation 3. Pete Hoekstra, US Ambassador to the NL

4. Manisha Singh, Assistant Secretary of State for Economic and Business Affairs 5. Phillip Reeker, Acting Assistant Secretary for European Affairs

6. A staff member from Secretary Chao’s office, TBD • NL delegatie:

(25)

25 1. MP Rutte

2. U

3. DGBEB Schuiling

4. VNO-NCW voorzitter de Boer 5. Raadsadviseur van Weel 6. CdP WAS Schuwer

7. Afdelingshoofd DGBEB/DIO/ITP Pronk 8. RVD Schrover

9. AZ protocol Brons

10. Particulier Secretaris MinBHOS Vd Velden. 11. VNO-NCW Secretaris Int. Ondernemen, Beduwe. 12. Beekman DIO (verslag)

13. Hogt DIO (verslag)

Opzet Round Table

• U neemt met MP Rutte deel aan een VNO-NCW CEO Round Table met de VS.

• Er is een cameraploeg van GES TV aanwezig bij SoS Pompeo en MP. Zij zullen het welkomstwoord van MP filmen en daarna vertrekken.

• VS heeft voorkeur voor vrije Q&A tussen VS en NL, geen gescripte pitches.

• Thema’s: Tech and Innovation en Trade onder paraplu van trans-Atlantische relatie. • NL zal tijdens QenA tweetal pitches op basis van thema’s door CEO’s inbrengen:

1. Tech and Innovation: Phillips

Randstad wil onder dit thema onderwijs en future of work inbrengen. 2. Trade: Heineken.

• Andere CEO’s kunnen door vrije QenA aan gesprek deelnemen.

• VS heeft geen punten ingebracht. Er kunnen geopolitieke onderwerpen aan bod komen. U en MP hebben dezelfde mogelijke spreekpunten voor tijdens de QenA.

• De ronde tafel wordt gemodereerd door Hans de Boer.

• U arriveert rond 15:40 in de rolzaal. Daar kunt u alvast kennismaken met de Amerikaanse delegatie waaronder minister Elaine Chao en de Nederlandse bedrijven.

• Om 15:50 worden SoS Pompeo en MP Rutte -nadat ze eerst een handshake hadden in het Torentje- verwacht.

• Een korte voorstelronde volgt door langs de tafel te lopen. Na het voorstellen start de RT. Deze duurt tot 16:30 met een groepsfoto ter afsluiting om 16:40.

(26)

26 • U verzorgt de conclusies van de Round Table.

Opzet Round Table:

15:50 Aankomst MP en SoS Pompeo in de Rolzaal 15:50 - 15:53 Welkomstwoord MP Rutte

15:52 - 16:25 Openingswoord Hans de Boer; Q&A NL en VS o.l.v. Hans de Boer 16:25 - 16:29 U sluit de Round Table af met een dank- en slotwoord.

16:29 - 16:30 Sluiting Hans de Boer 16:30 – 16:35 Groepsfoto Rolzaal NTB

16:35 Vertrek SoS Pompeo naar Stadhuis; Vertrek MP naar Torentje 16:45 - 16:55 Uw verplaatsing van Rolzaal naar Sociëteit De Witte

Doelstellingen/ deliverables

• Verbeteren trans-Atlantische relatie.

• Dialoog tussen NL en VS openhouden, ondanks toenemende spanningen.

• NL CEO's en VS podium bieden aantal business gerelateerde vragen aan elkaar te stellen.

Spreekpunten ter afsluiting (zie hieronder voor punten voor tijdens de Q&A)

[Algemeen]

• Thank you for this inspiring presentation of American Entrepreneurship.

• We've heard some excellent examples of US investment in the Netherlands / EU. • These companies illustrate the strong relationship with the US.

• And as it is with relations, there are always issues. • So kindly allow me to respond to what was raised.

• We have differences on trade, for instance on steel and aluminum.

• But EU and US economies account together for about half the entire world GDP and for nearly a third or world trade flows.

• The US is, and will continue to be, an important strategic partner of the NL, especially when it comes to trade.

• On innovation, we want to cooperate and strengthen each other’s businesses and countries. I led one economic mission to the US, and the PM will soon follow with another. We remain in

(27)

27 • Innovation is crucial in achieving sustainable, scalable solutions for the SDGs. Technology is a

game changer. New technologies or existing digital technologies adapted to a different context, for example applications for developing countries, can seriously speed up sustainable

development. Think about mobile money.

• However, inclusive digital revolution won’t happen by chance. An commitment to include marginalized people is needed.

• The private sector has the innovative power to convert global challenges into innovations and corresponding business opportunities, also when providing essential needs to the most marginalized. Think about smart education solutions for refugees.

• With financing and technical assistance for early-stage innovation the Netherlands stimulates the private sector to develop new products and services, providing solutions for challenges in

developing countries.

• As EU and US are such important and likeminded players in world trade, we should also cooperate multilaterally. We both have an interest in setting global standards and in creating a robust trading system fostering open and fair trade.

Spreekpunten Q&A [voor u en MP afhankelijk van verloop gesprek]

[Innovatie]

• US has a leading position when it comes to innovation.

• Dutch companies want to cooperate, on AI, Robotics, Quantumtech and other rapidly developing tech industries.

• Recently I led an economic mission with around 22 businesses to Silicon Valley on ‘Smart Industry’, or as you call it ‘Industry 4.0’. Focus on: ‘Future of Automation’, robotics, artificial intelligence (AI) and block chain.

• MP will lead an economic mission to Boston in July. Over 70 business have signed up. Focus will be on Innovation in Health, Robotics, AI.

• Our businesses can strengthen each other. For instance: NL is a European frontrunner in using robotics in business models and precision tech. The US is strong in developing complex software and logarithm for artificial intelligence.

[Handel - bilateraal]

• US has a trade surplus with NL: the US exports 67 billion dollars' worth of products and services to NL and imports about 37 billion dollars' worth from NL.

(28)

28 • We need to keep this entrepreneurial spirit alive and well with open markets and fair trade. • As the US trade representative has indicated in his notification to the Congress last October: “the

economic relationship of the United States and the EU is the largest and most complex in the world, with over $1,1 trillion in annual two-way trade”. This is the largest bilateral trade and investment relationship in the world.

• The EU and US economies account together for about half the entire world GDP and for nearly a third or world trade flows.

• The US is, and will continue to be, an important strategic partner of the NL, especially when it comes to trade. Investing in this trade relation is valuable for both the EU and the US.

• NL therefore is a firm supporter of EU-US talks on a trade agreement addressing industrial tariffs and conformity assessment.

• NL supports the EU-US talks on a trade agreement on industrial goods and conformity

assessment. Important to continuously work together to strengthen the EU-US trade relation. • The tariffs on steel and aluminum are worrisome and obstacle to EU and US businesses. EU is

ready to lift retaliatory tariffs if US lifts steel and aluminum tariffs.

• I firmly believe that the EU and the US should be able to find solutions to their disputes. Dialogues like these are instrumental in that regard.

[Multilaterale samenwerking/handelsoorlog]

• As EU and US are such important and likeminded players in world trade, we should also cooperate multilaterally. We both have an interest in setting global standards and in creating a robust trading system fostering open and fair trade.

• The ongoing trilateral cooperation between Japan, the US and the EU is highly relevant. It is the first necessary step to come to new rules to discipline state capitalism.

• I share your concerns about China’s unfair trade practices, including steel overcapacity, deficient IPR protection and industrial subsidies.

• You also know NL believes that a multilateral solution for these issues should be found within the WTO, and that unilateral measures are not the right way to address these issues.

• Unilateral measures are harmful to international trade and our domestic economies as the recent reports of the IMF illustrate.

(29)

29 [China incl. 5G]

• US and China both important trading partners for NL. Trade benefits from predictability and open markets.

• We therefore hope that US and China will continue their dialogue and will de-escalate. Tariffs on both sides are not helpful.

• As often said: NL shares concerns of US on unfair trade practices by China, such as overcapacity in steel sector, lacking protection of intellectual property and industrial subsidies.

• However, unilateral measures are not appropriate answer. We need to find multilateral solution. It is important that EU takes an active position in this regard. The trilateral cooperation between US, China and EU positive example.

• 5G technology offers enormous economic opportunities. However, it is important not be naive and to protect vital interests against vulnerabilities.

• In our opinion, the issue of security of our 5G networks is not specifically related to China, or to other countries or specific companies. It relates to future of our digital society and security of our networks in general. This is something that we take very seriously and which is of key importance to us, because we understand the national security implications and, by extension, the alliance security implications.

• Currently, an interdepartmental taskforce is working on risk assessment in NL, including the vulnerabilities of 5G networks that could be exploited, and possible solutions to manage those risks. The taskforce is composed in such a way that it can make balanced decisions, taking into account both economic interests and security interests.

• We expect that the taskforce will soon finalize their work and submit their first findings to Cabinet. Parliament will be informed in due course.

[Onderwijs/future of work]

• New approaches, built on peoples’ needs, data and innovation are required to capitalize on the opportunities that arise from the fourth industrial revolution.

• In order to be inclusive for all we need to pay attention to: 1) bridging the skills gap, 2) enhancing digital connectivity and 3) transport – infrastructure. These are all priorities for NL. • Social protection systems and investment priorities will need to be adapted to better reflect the

risks that the future of work can have on people, notably low(er)-skilled people with special attention to women and those in sectors and regions that may be left behind by the digital revolution, as well as workers in non-standard forms of employment.

(30)

30

Achtergrond

• VNO-NCW heeft een CEO Round Table voorgesteld als onderdeel van de GES. • Van NL kant zullen CEO’s langs aantal thema’s vragen stellen aan de VS:

1. Technologie en innovatie 2. Handel en geopolitiek

• Van VS kant kunnen politiek-economische getinte vragen onder de bredere noemer van de trans-Atlantische relatie worden opgebracht, zoals 5G, Handelspolitiek en China.

• Bedrijven VS hebben geen inbreng vooraf geleverd.

[Innovatiebeleid VS]

• President Trump heeft in de eerste twee jaren van zijn ambtstermijn een ambitieus fundament gelegd voor het Amerikaanse technologiebeleid.

• Het beleid is op meerdere aspecten vooruitstrevend en staat in het teken van ‘America First’. Trump streeft naar een zelfvoorzienende economie die technologische onafhankelijk is van andere landen.

• De huidige regering handelt daarnaast vanuit de gedachte dat een sterke Amerikaanse economie ten grondslag ligt aan nationale veiligheid en bescherming van ‘The American Way of Life’. Hierbij is technologiebeleid ook centraal komen te staan in de Amerikaanse visie op geopolitieke vraagstukken wordt over het algemeen bi-partisan gesteund.

• Behoud van de economische machtspositie is prioriteit; evenals het adresseren van nieuwe uitdagingen t.a.v. technologische ontwikkelingen in de defensiesector en cyber-dreigingen. • Tevens is er een verandering gekomen in denken over de rol van de overheid in de digitale

economie. Tot een aantal jaar geleden zagen de Amerikanen discussies over privacy,

databeveiliging en monopolies van grote tech-platforms vooral als een Europese aangelegenheid. • De onthullingen over Edward Snowden, Cambridge Analytica, ‘fake news’, de Europese invoering

van GDPR en mogelijke buitenlandse inmenging in de verkiezingsstrijd van 2016 brachten hier verandering aan. Ook kijkt de administratie naar de mogelijkheid om een sturende rol in te nemen t.a.v. het vrijmaken van spectrum voor 5G technologie.

[Tech onderwijs VS]

• Trump zet zwaar in op het technisch opleiden van de Amerikaanse beroepsbevolking. Jaarlijks investeren 15 federale instanties gezamenlijk zo’n $3milard in ‘science, technology, engineering and mathemics’ (STEM) onderwijs. Deze investeringen bevorderen de (om)scholing van technisch opgeleid personeel.

• Eind 2018 lanceerde Het Witte Huis haar STEM strategie voor de aankomende vijf jaar. Het is een visie op de toekomst waarin Amerikanen hun leven lang toegang hebben tot hoogstaand

technisch onderwijs en de Verenigde Staten de internationale koppositie inneemt met betrekking tot innovatievermogen, werkgelegenheid en technisch/digitale geletterdheid. Centraal staat het verbeteren van de aansluiting van de Amerikaanse beroepsbevolking bij de behoeftes van het bedrijfsleven.

• De sector vindt STEM-onderwijs cruciaal, maar is kritisch over het gebrek aan aandacht voor het aantrekken van buitenlands talent. Immigratie wordt aan alle kanten bemoeilijkt.

[Handelspolitiek: EU-VS bilateraal]

• 25 juli 2018 hebben EC-voorzitter Juncker en president Trump afgesproken de handelsrelatie te versterken door:

(31)

31 - Tarieven, non-tarifaire belemmeringen en subsidies t.a.v. industriële goederen af te

schaffen en belemmeringen in handel in diensten, chemische-, farmaceutische-, en medische producten en sojabonen terug te brengen en zodanig handel in deze producten te bevorderen;

- Strategische samenwerking energie te versterken;

- Dialoog over standaarden om handel te faciliteren en administratieve lasten en kosten te beperken;

- Amerikaanse en Europese bedrijven beter te beschermen tegen oneerlijke

handelspraktijken. Daartoe zal worden samengewerkt met gelijkgezinde partners aan verdere WTO-hervorming.

• Landbouw maakte geen deel uit van de Junker-Trump verklaring. NL steunt dit, omdat de opname van landbouw in de onderhandelingen leidt tot veel bredere onderhandelingen, vanwege afspraken over geografische aanduidingen en plant- en diergezondheid.

• Op 15/4 zijn in de Landbouw- en Visserijraad de mandaten voor de onderhandelingen met de VS aangenomen. Zoals verwacht, heeft FRA tegen gestemd. BEL heeft zich van stemming

onthouden.

• Door aanname kan de Commissie onderhandelingen met de VS over een handelsakkoord beperkt tot industriële goederen en akkoord over conformiteitsbeoordeling starten.

[Handelspolitiek: multilateraal en handelsconflict]

• De EU, VS en Japan werken in trilateraal verband samen om oneerlijke handelspraktijken (van China) tegen te gaan.

• Deze gesprekken lopen sinds december 2017 en hebben tot enkele voorstellen geleid die nu deels in WTO-verband worden besproken.

• VS en China zijn sinds G20-ontmoeting tussen Trump en Xi Jinping afgelopen december in gesprek over een handelsakkoord.

• VS heeft per 10 mei 2019 tarieven op USD 200 mrd. dollar aan Chinese goederen verhoogd naar 25%. In reactie heeft China per 1 juni tarieven op USD 60 mrd. aan Amerikaanse goederen verhoogd van 5% naar 25%. VS heeft aangekondigd ook op overige Chinese import tarieven van 25% te zullen instellen.

• Trump en Xi ontmoeten elkaar waarschijnlijk bij volgende G20-top in Japan in juni. • Tot nu toe zijn er weinig signalen van Nederlandse bedrijven die geraakt worden door de

Amerikaanse tarieven op Chinese goederen. Eerder liet Philips weten hier hinder van te ondervinden.

[5G]

• De Verenigde Staten hebben grote zorgen ten aanzien Chinese aanwezigheid in telecomnetwerken, met name 5G. De VS stellen dat Chinese componenten in de

telecominfrastructuur van bondgenoten ook een bedreiging is voor de nationale veiligheid van de VS. De VS oefenen daar druk uit op bondgenoten om Chinese leveranciers uit te sluiten van telecomnetwerken.

• Trump heeft op 16 mei een Executive Order on Securing the Information and Communications

Technology and Services Supply Chain ondertekend en aangekondigd dat Huawei door

Department of Commerce op de Entity List for Export Licences is geplaatst waardoor

(buitenlandse) bedrijven die vanuit de VS technologie leveren aan Huawei, zoals Qualcomm en Intel moeten een export licentie aanvragen.

(32)

32 • Gezien de reikwijdte van deze nieuwe maatregelen zijn de gevolgen voor toeleverende bedrijven

en organisaties en telecom providers die Huawei technologie gebruiken potentieel verstrekkend, zowel in de VS als in de EU.

• De genomen maatregelen van de VS kunnen altijd weer worden ingetrokken door de President en de Secretary of Commerce. Op 21 mei werd bekend dat Trump de maatregelen tegen Huawei met 90 dagen uitstelt wegens ‘contractuele verplichtingen’.

• Onder leiding van de NCTV is een interdepartementale Taskforce opgericht. De Taskforce voert in medewerking met de drie grote telecomaanbieders (KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo) een risicoanalyse uit naar de kwetsbaarheid van 5G-telecommunicatienetwerken voor misbruik van leveranciers van technologie voor deze netwerken en welke maatregelen nodig zijn om risico’s te beheersen.

• De Taskforce is voor wat betreft samenstelling en activiteiten zo opgezet dat evenwichtige besluitvorming kan plaatsvinden waarbij zowel veiligheids- als economische belangen worden geborgd.

• Nederland spant zich daarbij ook in voor informatie-uitwisseling en gedeelde risicoafweging in EU-verband en met bondgenoten buiten de EU en heeft de Commissieaanbeveling ter zake verwelkomd.

[Chinastrategie]

• De Chinastrategie gaat over het vinden van een nieuwe balans in de relatie met China, ingegeven door een internationale orde die mede onder invloed van China in snel tempo verandert.

• De belangrijkste zorg van China ten aanzien van de Chinastrategie is dat NL wordt meegesleept in de Amerikaanse pogingen tot (vermeende) containment van China.

• In de Chinastrategie worden ook zorgen die Nederland met de VS deelt aan de orde gesteld, waaronder de beperkte markttoegang, moeizame bescherming van intellectueel eigendom en verstoring van het gelijke speelveld wegens goedkope financiering en staatsteun.

Bedrijfsprofielen NL

Ahold Delhaize:

Internationale leider in voedseldistributie, supermarkten en e-commerce. In totaal ongeveer 236.000 (2015) werknemers in meer dan 6.700 winkels. Actief in de VS met ongeveer 2.000 winkels (Food Lion, Giant Martin’s, Giant Food, Hannaford, Peapod, Shop & Shop) en online shops.

Akzo Nobel:

Verf- en lakfabrikant met merken als Dulux, International, Sikkens en Interpon. Actief in meer dan 150 landen en 34.500 werknemers. Actief in de VS met 3.500 werknemers, een omzet van 1,2 miljard euro (12% van totaal), 18 productiefaciliteiten en R&D.

DSM:

Chemiebedrijf actief in voedingsmiddelen (mens en dier), persoonlijke verzorging en ook medische producten. Het heeft ongeveer 23.000 werknemers. Actief in de VS met 3.500 werknemers verspreid over 30 locaties met een omzet van 2,5 miljard dollar.

(33)

33 Grootste brouwerij van Europa en de nummer twee van de wereld. Meer dan 85.000 werknemers in meer dan 70 landen. Actief en leidende merken in de VS. Importeert het bier uit NL en Mexico, en haalt hop uit de VS.

Philips:

Technologiebedrijf gefocust op gezondheid en medische verzorging. Heeft zich als doel gesteld 3 miljard levens per jaar te ‘verbeteren’ vanaf 2025. Heeft 77.000 werknemers in meer dan 100 landen. VS is de grootste markt voor Philips (6 miljard dollar omzet, 1/3 van totaal) met meer dan 20.000 werknemers verspreid over 90 locaties. 45% van R&D budget wordt besteed in de VS.

Randstad:

Wereldwijde marktleider in uitzend- en HR diensten. Had in 2018 ongeveer 38.000 werknemers actief in bijna 5000 vakgebieden, met omzet van 23.8 miljard euro. De grootste markt voor Randstad is Noord-Amerika, (VS/Canada) met 5.750 werknemers.

Shell:

Behoort tot de zes grootste staats-onafhankelijke oliemaatschappijen van de wereld. Heeft ongeveer 87.000 werknemers in meer dan 70 landen. Shell heeft belangen in 50 staten en meer dan 19.000 werknemers. De VS telt 14.500 Shell-stations en vijf raffinaderijen en zes chemische

productiefaciliteiten. Unilever:

Onderneming op het gebied van voedingsmiddelen, persoonlijke verzorging en schoonmaakartikelen. Het telt 400 merken, 161.000 medewerkers en een omzet van 51 miljard euro. De VS is Unilevers grootste markt, met meer dan 9 miljard dollar omzet. Het heeft er 13 fabrieken en 15 kantoren, met 8.000 directe medewerkers.

Bedrijfsprofielen VS

Lockheed Martin Corporation:

Grootste defensieconcern ter wereld dat vliegtuigen, marineschepen en zelf ruimtevaartuigen bouwt, hoofdzakelijk voor het Amerikaanse leger. In 2014 was de omzet (45,6 miljard dollar) voor 80% afhankelijk van de Amerikaanse staat. Het telt 112.000 medewerkers waarvan 5% buiten de VS werkt.

Bank of America:

Grootste commerciële bank in de VS op het gebied van vermogen, en het grootste Amerikaanse bedrijf dat geen deel uitmaakt van de Dow Jones. Het telt 204.000 werknemers en het Europese hoofdkantoor staat in Dublin. De omzet bedroeg in 2018 91 miljard dollar.

SoftBank Group Corporation:

Multinationaal conglomeraat gevestigd in Tokio, Japan. Het heeft aandelen in tal van bedrijven als Uber (15%), Alibaba (29,5%) en Yahoo Japan (48%). Ook leidt het Vision Fund, ’s werelds grootste technologie-gefocuste venture capital fund, met meer dan 100 miljard dollar aan kapitaal.

(34)

34 HGGC:

Private equity bedrijf met 4,3 miljard dollar aan totale activa. Het portfolio telt 118 individuele

investeringen met meer dan 63.000 werknemers. De focus van HGGC ligt voornamelijk op

middelgrote bedrijven. Het bedrijf wordt o.a. geleid door Steven Young, befaamd als voormalig NFL

quarterback.

Consumer Technology Association:

Brancheorganisatie die meer dan 2.200 technologiebedrijven vertegenwoordigt. Het lobbyt, doet marktonderzoek en organiseert de Consumer Electronisch Show in Las Vegas, een invloedrijke tech-beurs waar Nederlandse startups jaarlijks vertegenwoordigd zijn.

Google:

Technologiebedrijf in internet-gerelateerde producten en diensten. Maakt deel uit van de grote vier technologiebedrijven naast Amazon, Apple, Facebook. Telt 98.000 werknemers (2018). Onlangs heeft Google de twee Europese afdelingen (Noord/Centraal Europa en Zuid/Oost Europa) samengevoegd in één grote Europese afdeling.

(35)

35

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In deze paragraaf geven wij ons oordeel over de financiële verantwoordingsinformatie in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.. De

Tot de publicatie van ons Verantwoordingsonderzoek over 2018 op 15 mei 2019 verwachten we over het Ministerie van Buitenlandse Zaken nog in december 2018 het onderzoek naar

Voor het medegebruik van het financiële systeem zijn in oktober 2014 afspraken vastgelegd tussen de beide ministeries met de waarborg dat met wijzigingen van het financiële systeem

Met zijn Kamerbrief van 10 oktober 2014 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015-2016, Kamerstuk 30 010, nr.21) wijzigt de minister van Buitenlandse Zaken per 1 januari 2015 zijn beleid

Inhoud 1 Conclusies 2 Feiten & cijfers 3 Beleid 4 Bedrijfsvoering 5 Financieel 6 Reactie.. Daarnaast geeft de minister aan dat hij niet zal rapporteren conform de aanbevelingen in

De minister benadrukt in zijn reactie dat het verandertraject Modernisering Diplomatie, met 17 eindresultaten en meer dan 40 deelprojecten, alle delen van het ministerie en

3 Beleidsinformatie Ministerie van Buitenlandse Zaken 5 3.1 Oordeel beleidsinformatie: onderzochte indicator deugdelijk tot stand gekomen en voldoet aan verslaggevingsvoorschriften

Voor ons oordeel hebben wij dit jaar alle 5 de prestatie-indicatoren (zie bijlage in de uitgebreide rapportage op www.rekenkamer.nl) uit het Jaarverslag 2011 van het Ministerie