• No results found

Bijlage 1: Reflectie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1: Reflectie "

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1: Reflectie

In deze bijlage geef ik als afstudeerder een reflectie op het afstudeerproces. In de discussie is een inhoudelijke reflectie aan bod gekomen. Maar naast inhoudelijke keuzes heeft ook mijn leerproces gevolgen gehad voor het verslag. Er zullen bepaalde ervaringen worden besproken waarvan ik ze indien mogelijk anders zou doen of die ik juist niet over zou doen.

Het maken van het onderzoeksmodel ging vrij snel. De variabelen uit het model kwamen logisch naar voren uit eerdere onderzoeken en vanuit gezond verstand zijn snel keuzes gemaakt. De start van het onderzoek verliep daardoor vrij soepel. Hoewel ik uitvoerig literatuuronderzoek heb gedaan, denk ik soms dat het geen kwaad had gekund als ik daar meer tijd voor had genomen. Dan had ik een beter beeld kunnen vormen van mijn wat er wel en niet onder mijn onderzoek zou vallen en van de schaal van het onderzoek. Inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat ik benieuwd ben hoe het onderzoek was geworden als ik me had geconcentreerd op een kleiner gedeelte van het model. Ik kan niet zeggen welke variabelen achterwege gelaten hadden kunnen worden.

Door de hoeveelheid variabelen die ik heb onderzocht, was het een uitdaging om het levendig en kernachtig te houden. Ik wilde zoveel vertellen dat ik blij ben dat mijn begeleiders me hebben gestimuleerd om overbodige zaken achterwege te laten. Ik denk dat ik daar grotendeels in geslaagd ben.

De dataverzameling was een uitdaging, omdat ik nauwelijks aanknopingspunten had en omdat het onderwerp zo nieuw was. Als ik nu terug kijk op mijn aanpak kan ik daar twee dingen over zeggen. Ten eerste denk ik dat het verstandig is geweest om steeds opnieuw te zoeken en organisaties aan te schrijven. Ook wanneer ik dacht dat ik al behoorlijk veel vragenlijsten terug zou krijgen. Achteraf vallen er altijd weer deelnemers weg, dus het is goed dat ik niet voortijdig ben gestopt.

Ten tweede heb ik gemerkt hoe belangrijk het is om je onderzoek goed te verkopen. Pas na een aantal organisaties werd duidelijk wat ze precies wilden horen. Ik vermoed dat mijn verhaal in het begin niet concreet genoeg was, waardoor ik mogelijke deelnemers heb verloren. Het is voornamelijk belangrijk dat het doel van het onderzoek en de resultaten relevant zijn voor de deelnemers en dat het bericht kort en krachtig is. Aanvankelijk was ik van plan ook leidinggevenden bij het onderzoek te betrekken om niet alleen zelfscores te hebben. Al snel bleek dat de email door dat extra verzoek te langdradig werd en dat organisaties het teveel werk vonden.

Het feit dat ik een elektronische vragenlijst heb afgenomen heeft ook invloed gehad op de

respons. Gezien de geografische verspreiding van de doelgroep was dit een goede optie. Het

werd toen wel lastig om anonimiteit te garanderen en link te leggen met de vragenlijst van de

leidinggevenden. Er was daarvoor te weinig persoonlijk contact. Ik ben wel op bezoek

geweest bij enkele organisaties en dat maakte het makkelijker om deelnemers te krijgen. Om

dit bij alle organisaties te doen, was teveel geweest. Misschien had ik begeleiders meer

moeten vragen om assistentie bij dit proces. Of ik had van tevoren moeten besluiten minder

bedrijven te benaderen, maar wel bij allemaal persoonlijk langs te gaan. Op die manier had ik

ook meer controle gehad over de respons. Toch denk ik dat ik over die respons niet mag

(2)

Groepscommitment en intrinsieke werkmotivatie in kennisallianties

ik nu veel meer kennis heb over een regressieanalyse dan voorheen. Wat dat betreft denk ik dat het afstudeerproces echt een aanvulling is geweest op mijn studie.

Ik heb wel eens gedacht dat ik verkennend onderzoek zou moeten doen waarbij ik door middel van interviews een inventarisering zou maken van sociale factoren binnen kennisallianties. Ik vermoed toch dat dat hier geen succes was geweest. Uit de oriënterende interviews die ik heb afgenomen, bleek dat veel allianties nog in een startfase zitten, waardoor het geen zin had om diep in te gaan op de aanpak van zaken als groepscommitment en motivatie. Ik kreeg daardoor allerlei verschillende antwoorden. Hoewel ik niet onderschatte hoe goed je dat moet voorbereiden, merkte ik nog steeds dat het lastig was om de structuur van het interview vast te houden. Ik weet ook niet hoe ik uit al die antwoorden conclusies had moeten trekken. Door ze uit vaste antwoordcategorieën te laten kiezen, kon ik in ieder geval gedegen analyses doen.

Het schrijven van de discussie was het lastigste gedeelte van het verslag. Ik had aanvankelijk het een heel ander idee van wat een discussie inhoudt. Ik merkte dat ik het moeilijk vond om van perspectief te veranderen. Ik had gelezen dat theorie een belangrijk onderdeel was van de discussie en dat je goed duidelijk moest maken wat jouw onderzoek bijdroeg aan de bestaande theorie. Ik begreep niet helemaal wat de bedoeling was en ben toen teveel nadruk gaan leggen op die zaken. Het leggen van een relatie met de veronderstellingen uit hoofdstuk 2 en de reflectie op de keuzes die daar gemaakt zijn, werd ingewikkeld te combineren met de rest. Ik denk dat ik de discussie beter had kunnen doen, als ik meer tijd had gehad om af te studeren.

Dit doet me wel beseffen dat je keuzes moet maken en je niet eindeloos kan blijven sleutelen.

Wat betreft begeleiding van het project heb geleerd een meer zakelijke houding aan te nemen.

Daarnaast heb ik gemerkt dat het voor mij beter is als ik zelf de touwtjes in handen houd en heel helder voor ogen heb wat ik wil onderzoeken. Dat is niet altijd mogelijk en mijn begeleiders hebben me goede tips gegeven, maar ik kom tot de conclusie dat ik die soms te snel heb aangegrepen. Ook zal ik in het vervolg minder vaak producten inleveren, maar langer te tijd nemen om ze zelf te herzien. Ik denk dat het goed weergeeft dat ik soms door het onderzoek werd meegesleept en steeds de productie op gang wilde houden in plaats van zaken te laten bezinken. Dit kwam de interactie met de begeleiders niet altijd ten goede.

Een van de belangrijkste lessen van het afstudeerproces die ik heb geleerd is

doorzettingsvermogen. Ik heb een aantal hindernissen gehad in het proces, waaronder de

dataverzameling en het schrijven van het verslag. Deze zaken verliepen niet altijd even

soepel, waardoor ik niet altijd even gemotiveerd was. Toch heb ik steeds nieuwe moed weten

te putten uit mijn enthousiasme voor het onderwerp en mijn streven naar kwaliteit. Dit

afstudeeronderzoek heeft me inzicht gegeven in het doen van onderzoek, maar ook in mijn

eigen werkwijze.

(3)

Groepscommitment en intrinsieke werkmotivatie in kennisallianties

Bijlage 2: Vragenlijst

(4)

Groepscommitment en intrinsieke werkmotivatie in kennisallianties

Beste deelnemer

Dit onderzoek is gericht op het functioneren van een samenwerking tussen verschillende partijen in een kennisintensieve alliantie. In toenemende mate merken publieke en private organisaties dat er vanuit de markt druk ontstaat om innovatief te zijn en sneller betere producten en diensten te leveren. Door kennis en kunde te bundelen verwachten organisaties kennisintensieve producten en diensten te kunnen leveren, waar ze onafhankelijk niet toe waren gekomen. In dit onderzoek willen we in kaart brengen hoe medewerkers het werken in allianties ervaren en waarderen. We kijken daarbij naar relaties tussen verschillende partijen en individuen die daarbij een rol spelen. Dat zijn; de leider, de groep en het individu. Het doel van het onderzoek is inzicht krijgen in de werking van sociale relaties om daarmee de samenwerking te verbeteren. Omdat dit onderzoek zich specifiek richt op allianties tussen publieke en private organisaties, komen ook een aantal eigenschappen van relaties tussen de subgroepen die verschillende organisaties vertegenwoordigen, aan bod.

In deze vragenlijst wordt gesproken over ‘allianties’. Daarmee bedoelen we een samenwerkingsverband tussen private en publieke partijen, dus bedrijven en universiteiten of onderzoekscentra en consortia. Deze partijen werken samen op gebied van één of meerdere projecten. Er zijn verschillende namen voor dit soort samenwerkingsverbanden en projectteams. In deze vragenlijst scharen we die allemaal onder ‘alliantie’.

Door wie

Dit onderzoek wordt gedaan door Chr. Hogeschool VU-Windesheim, lectoraat bestuurbaarheid in samenwerking met de faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen.

Duur

Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten

Verwerking gegevens

De gegevens zullen anoniem worden verwerkt. De gegevens worden strikt vertrouwelijk door de onderzoeker geanalyseerd en resultaten zullen op algemeen niveau worden gerapporteerd. De bevindingen kunnen dus niet op individuen worden herleid.

Opbouw vragenlijst

De vragenlijst bestaat uit een aantal onderdelen. Eerst worden er enkele persoonlijke gegevens en gegevens over allianties gevraagd om na te kunnen gaan of werkervaringen te maken hebben met demografische persoonskenmerken of kenmerken van allianties. Deel 2 gaat in op leiderschap. Deel 3 gaat in op verschillende aspecten van de alliantie en uw functioneren daarin. In deel 4 wordt ingegaan op individuele werktevredenheid en werkgedrag in de alliantie. Tot slot komen in deel 5 vragen over relaties tussen verschillende partijen in de alliantie aan bod.

Hoe vult u deze vragenlijst in?

Zorg ervoor dat het onderzoeksnummer dat u van de contactpersoon heeft gekregen bovenaan

de vragenlijst staat. Leest u de instructies voorafgaande aan elk gedeelte goed door. Per

(5)

Groepscommitment en intrinsieke werkmotivatie in kennisallianties

gedeelte wordt aangegeven welke antwoordmogelijkheden er zijn. U kunt achter elke uitspraak het antwoord aankruisen dat het beste uw mening weergeeft. Vervolgens wil ik u vragen achter elke vraag slechts één antwoord aan te kruisen. Denkt u niet te lang na over een vraag, het antwoord dat het eerste in u opkomt, is vaak het beste. Eventuele op en/of aanmerkingen kunt u aan op aan het einde van de vragenlijst kwijt.

Retourneren

De vragenlijst die u zelf hebt ingevuld kunt u opsturen naar sl.helden@windesheim.nl of opsturen naar het onderstaande adres. Graag zouden wij de vragenlijst uiterlijk 27 februari terug ontvangen, maar een snelle reactie komt wordt zeer op prijs gesteld voor de voortgang van het onderzoek.

Terugkoppeling van resultaten

Als het onderzoek is afgerond zal de onderzoeker een summary van het verslag beschikbaar stellen. Als u interesse heeft in deze summary kunt u dat via het bovenstaande emailadres aangeven.

Wij willen u bij voorbaat hartelijk danken voor uw tijd en medewerking

S.L. van Helden VU-Windesheim Adres:

Chr. Hogeschool Windesheim Lectoraat bestuurbaarheid t.a.v. Sarah van Helden Campus 2-6

8000 GB Zwolle Tel: 06-16448576

sl.helden@windesheim.nl

(6)

Groepscommitment en intrinsieke werkmotivatie in kennisallianties

Deel 1 Onderzoekscode: Bedrijf + nummer

Wat is uw geslacht? Man Vrouw

Wat is uw leeftijd? ………..

Wat is uw opleidingsniveau?

MBO HBO WO Anders, ……

Indien u in meerdere allianties deelneemt, neemt u voor het invullen van de vragen één in gedachten.

Vanuit welke organisatie neemt u deel in deze alliantie?...

Hoelang bent u al werkzaam in deze alliantie ( in jaren naar boven afgerond) ?...

Hoeveel organisaties nemen deel in deze alliantie?……..

Bij de volgende vragen hoeft u slecht één antwoord in te vullen.

Hoe vaak komen u en andere deelnemers van de alliantie bij elkaar?

Elke week

Elke twee weken Eens per maand Eens per kwartaal

Eens per half jaar Jaarlijks

Anders, …

Hoe vaak hebben u en andere deelnemers contact over het werk?

Dagelijks 3 à 4 keer per week

Elke week

Elke twee weken

Eens per maand Eens per kwartaal

Anders, …

Hoe vaak heeft u contact met de projectleider?

Dagelijks 3 à 4 keer per week

Elke week

Elke twee weken

Eens per maand Eens per kwartaal

Anders, …

Hoe heeft u contact met andere deelnemers in de alliantie?

Face-to-face Per telefoon Per email

Anders, …

Hoe vaak heeft u contact met uw leidinggevende/ bestuur binnen uw moederorganisatie?

Dagelijks 3 à 4 keer per week

Elke week

Elke twee weken

Anders, …

Wat is de geplande duur van de samenwerking? ….. jaren of ….. maanden

Persoonlijke gegevens

(7)

Deel 2

De volgende vragen hebben betrekking op de leider of voorzitter van het team binnen alliantie waaraan u deelneemt. Deze leider of voorzitter noemen we projectleider. Als u zelf deze projectleider bent, geeft u dit dan even aan en neemt u dan, indien mogelijk, uw eigen leidinggevende in gedachten. Wilt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de onderstaande vragen. De antwoordmogelijkheden zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

Mijn projectleider …

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1- Geeft een duidelijke richting aan waar we als alliantie

naar toe gaan.

2- Geeft leiding door het goede voorbeeld te geven.

3- Stimuleert samenwerking tussen groepsleden.

4- Geeft leiding met ‘daden’ in plaats van met

‘woorden’.

5- Is voor mij een toonbeeld om na te volgen.

6- Zoekt altijd naar kansen en mogelijkheden voor de alliantie.

7- Toont respect voor mijn persoonlijke gevoelens.

8- Inspireert ons met zijn/haar plannen voor de toekomst van de alliantie.

9- Ontwikkelt teamgeest en teamgevoel onder de medewerkers.

10- Laat zien dat hij/zij veel van ons verwacht.

11- Neemt alleen genoegen met de eerste plaats.

12- Gaat begripvol om met mijn persoonlijke behoeften.

13- Laat de alliantie leden samenwerken naar een en hetzelfde doel.

14- Stimuleert me om opnieuw na te denken over mijn manier van werken.

15- Staat erop dat de best mogelijke prestaties worden

Leiderschap

(8)

18- Handelt zonder rekening te houden met mijn gevoelens.

Deel 3

De vragen in dit gedeelte gaan over uw mening over de alliantie als één geheel en de mate waarin u zich deel voelt uitmaken van dat geheel. Wilt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de onderstaande vragen. De antwoordmogelijkheden zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. Ik vind dat mijn alliantie weinig heeft om trots op te

zijn.

2. Ik voel me goed over mijn alliantie als een geheel.

3. Ik zou liever tot een andere alliantie behoren.

4. Ik vertel liever niet dat ik bij deze alliantie hoor.

5. Ik identificeer me met andere leden van de alliantie.

6. Ik heb weinig respect voor mijn alliantie als één geheel.

7. Ik zou graag verder werken in deze alliantie.

8. Ik heb niet het gevoel dat ik bij deze alliantie thuis hoor.

9. Mijn alliantie reflecteert in belangrijke mate wie ik ben.

10. Ik ben net als andere leden van mijn alliantie.

11. Ik heb echt het gevoel dat de problemen van de alliantie ook mijn problemen zijn.

12. Ik denk dat ik gemakkelijk net zo betrokken zou kunnen raken bij een andere alliantie als bij de huidige.

13. Deze alliantie heeft veel betekenis voor me.

14. Ik vind het niet leuk dat ik lid ben van deze alliantie.

De alliantie als één geheel

(9)

Wilt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende uitspraken over uw deelname in de alliantie. De antwoordmogelijkheden zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. Het werk dat ik verricht in de alliantie is erg belangrijk

voor mij.

2. Ik kan zelfstandig beslissen hoe ik mijn taken in de alliantie verricht.

3. Ik heb vertrouwen in mijn mogelijkheden om mijn werk in de alliantie adequaat te verrichten.

4. Ik beschik over een grote mate van controle over wat er binnen de alliantie gebeurt.

5. Ik beheers de vaardigheden die vereist zijn voor mijn functie in de alliantie.

6. Mijn werk binnen de alliantie betekent veel voor mij.

7. Ik kan onafhankelijk en in vrijheid bepalen hoe ik inhoud geef aan mijn functie in de alliantie.

8. Mijn invloed op het reilen en zeilen binnen de alliantie is groot.

9. Ik ben zelfverzekerd over mijn capaciteiten om mijn taken in de alliantiegoed te volbrengen.

10. Mijn taken binnen de alliantie zijn voor mij van belang 11. Ik beslis zelf hoe ik mijn werk doe

12. Ik heb veel invloed op wat er gebeurt binnen de alliantie

U als deelnemer van de alliantie

(10)

Kunt u aangeven in welke mate u het eens of oneens bent met de onderstaande uitspraken over uw totale baan! De antwoordmogelijkheden zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. Mijn baan zelf is een van de belangrijkste dingen in

mijn leven

2. Ik leef, eet en slaap mijn werk

3. Veel van mijn interessegebieden liggen dicht bij mijn werk

4. Ik heb erg sterke banden met mijn werk

5. Mijn levensdoelen zijn vooral gericht op mijn werk.

6. Ik vind het prettig om helemaal in mijn werk op te gaan

DEEL 4

In hoeverre zijn de volgende uitspraken over uw werkgedrag in de alliantie voor u karakteristiek? De antwoordmogelijkheden zijn;

1. totaal niet karakteristiek 2. nauwelijks karakteristiek 3. enigszins karakteristiek

4. behoorlijk karakteristiek 5. zeer karakteristiek

totaal niet zeer karakteristiek karakteristiek

1 2 3 4 5 1. Ik houd me uitstekend op de hoogte van alle ontwikkelingen

rondom de alliantie.

2. Ik onderneem acties om de alliantie te beschermen tegen potentiële problemen.

3. Ik kom met nieuwe en praktische ideeën om prestaties te verbeteren.

4. Ik toon persoonlijke interesse in het welzijn van andere groepsleden.

5. Ik heb vaak een frisse benadering van problemen.

1 2 3 4 5

Uw totale baan

Uw werkgedrag in de alliantie

(11)

6. Ik kies er bewust voor om groepsleden te helpen.

7. Ik deel ruimschoots informatie met andere groepsleden.

8. Ik opper nieuwe manieren om doelen te bereiken.

9. Ik draag zorg voor een goede beeldvorming van de alliantie.

10. Ik ben niet bang om risico’s te nemen.

11. Ik promoot en verdedig nieuwe ideeën tegenover anderen.

12. Ik heb vaak nieuwe en innovatieve ideeën.

13. Ik help anderen die een zware werklast hebben.

14. Ik draag nieuwe manieren aan voor de uitvoering van taken.

Wilt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende uitspraken.

Antwoordmogelijkheden:

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. Ik ben erg enthousiast over mijn werk in de alliantie.

2. Ik vind echte voldoening in mijn werk in de alliantie.

3. Telkens lijkt het of aan het werk in de alliantie geen einde komt

4. Ik beschouw mijn werk in de alliantie als behoorlijk onplezierig

5. Ik ben tevreden over de mogelijkheden om in de

alliantie het werk te doen waar ik het beste in ben

6. Ik ben tevreden met mijn werk binnen de alliantie

gezien mijn verwachtingen over mijn loopbaan.

(12)

Deel 5

In dit gedeelte komen vragen aan bod die te maken hebben met het feit dat u tegelijkertijd werkzaam bent in zowel uw eigen organisatie (uw moederorganisatie) als in de alliantie. In de alliantie werkt u samen met medewerkers uit andere organisaties. Samen met uw

moederorganisatie vertegenwoordigen zij de alliantiepartners. Let op of er in de vraag gesproken wordt over uw moederorganisatie of over de alliantiepartners!!

Kunt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende uitspraken. De antwoordcategorieën zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens 6. grotendeels eens 7. helemaal eens

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. Als iemand in de alliantie kritiek levert op mijn

moederorganisatie, voelt dat als een belediging.

2. Ik heb een sterke band met mijn moederorganisatie.

3. Ik werk liever in de moederorganisatie dan in de alliantie.

4. De culturen van de alliantiepartners verschillen behoorlijk.

5. De opvattingen en waarden van de verschillende alliantiepartners zijn dezelfde.

6. De manier van werken van de verschillende alliantiepartners lopen sterk uiteen.

7. Ik identificeer me sterk met mijn moederorganisatie

De volgende vragen gaan over de leidinggevende in de moederorganisatie Kunt u aangeven in welke mate u het eens bent met de volgende uitspraken.

Mijn leidinggevende binnen de moederorganisatie…..,

Helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7 1. ..helpt me om problemen met het werk voor de alliantie

op te lossen.

2. ..stimuleert me om in mijn werk voor de alliantie nieuwe vaardigheden te verwerven.

3. ..wil op de hoogte blijven van mijn ervaringen in de alliantie.

4. ..prijst me wanneer ik goed werk verricht binnen de alliantie.

Moederorganisatie en alliantiepartners

(13)

De alliantie bestaat uit deelnemers afkomstig uit uw eigen moederorganisatie en deelnemers afkomstig uit andere organisaties. De volgende uitspraken gaan over deelnemers uit de andere organisatie(s) in uw alliantie. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de volgende uitspraken. De antwoordmogelijkheden zijn;

1. helemaal oneens 2. grotendeels oneens 3. enigszins oneens 4. neutraal

5. enigszins eens

6. grotendeels eens

7. helemaal eens

(14)

Ik vind de deelnemers uit andere organisatie(s) in de alliantie…

helemaal helemaal

oneens eens

1 2 3 4 5 6 7

1. erg coöperatief

2. nogal competitief

3. moeilijk om mee samen te werken

4. erg intelligent

5. sociaal

6. ondermaats in hun bijdragen

Hartelijk dank voor het invullen van de vragenlijst. U kunt deze nu terug sturen naar

sl.helden@windesheim.nl.

Eventuele op- en/of aanmerkingen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Terwijl Daniël de landen laat zien die zich met Iran zullen verenigen, laat de profetie in Psalm 83 een groep landen in het Midden-Oosten zien die geen bondgenootschap met Iran

Ik stel vast dat u alsmede uw RvC voldoende aandacht schenkt aan het verder professionaliseren van de interne beheersing en daarom beoordeel ik het risico op het

Bij Poverel- lo, waar mensen voor een prikje terechtkunnen voor een warm maal of een bed, huist sinds twee jaar de Poverello Community.. „Sinds vele jaren droomde men

“Dat je leerlingen de indruk moet geven dat ze niet alleen met een opdracht van school bezig zijn, maar daadwerkelijk iets bewerkstelligen?. Dat kan heel klein

Zie de nota naar aanleiding van het nader verslag behorend bij het voorstel Goedkeuringswet voor de beschrijving van de inhoud van deze

(2) Perceptie van de sociale normen veranderen: winst laten zien van het je minder aantrekken van gendernormen & diversiteit en. variatie zichtbaar maken binnen

• Het bevorderen van de sociale veiligheid van vrouwen en LHBTI’s in vluchtelingen- en migrantengemeenschappen.. Wat is Wat is Wat is?. Wat is onze onze onze onze strategie

Hierbij zal gekeken moeten worden of het vernieuwde proces heeft geleid tot een duidelijkere definiëring van thema’s, tot een goede aansluiting tussen de wensen van de