• No results found

INHOUD 3e

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "INHOUD 3e"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

maart

1970 -

3e jaargang no. 6

·

INHOUD

pagina

Hoofdstuk Il-a

Van het hoofdbestuur

2

li-b

Van de Werkgroepen

2

Hoofdstuk III -a

Agenda Congres

3

III-b

Reglement Congres

3

Hoofdstuk IV

Amendementen Huishoudelijk Reglement

4

Hoofdstuk V -1

Moties 1 - 5

4/5

V-2

Amende men ten

5/16

V-a Europa

5

V-b Defensie

6

V-c Gemeentepolitiek

9

V-d Echtscheiding

11

V-e Landbouw

12

V-f

Bevolkings poli tiek

13

V-g Abortus

15

V-h Democratisering Bedrijfsleven

15

V-i

Milieubeheersing

16

Hoofdstuk VI

Behandeling beleidsplan

18

Hoofdstuk VII

Verslag penningmeester

19

(2)

pagina 2 DEMOCRAAT maart 1970

Hoofdstuk II a

VAN HET HOOFDBESTUUR

1) Op de HB-vergadering van 22 februari j.l. werden ingevolge het huis-houdelijk reglement ben:;!,fQti~n van de Steekproegcommissie de heren R. P. Adriaanse~--~f·· K. H. Stroethoff, onder d!lcharge van en dankzegging aan de e en 1e tot die datum zitting hadden. Een uitbreiding van het ledental der commissie zal binnenkort nog plaa ts vinden (tot 5 leden).

Het hoofdbestuur wil in samenwerking met de nieuwbenoemde commis-sieleden later in 197 0 een steekproefvergadering realiseren. Reeds nu worden de leden van D'66 opgewekt om deel te nemen aan de steekproefvergadering, zo de steekproef hen mocht aanwijzen tot deel-name. Het ontbreken van d~ bereidheid tot deelname was er nl. oor-zaak van da t een vorige poging is gestrand.

Een herhaling hiervan is zeer onwenselijk. 't Gaat hier om een reglemen-tair aanvaarde vergadering van wezenlijke waarde.

Schmelzer

D'66 wijst elke dwang t. a. v. de gezinsgrootte van de hand. Daarom heeft het dagelijks bestuur van D'66 krachtig stelling genomen tegen uit-latingen van drs. Schmelzer op een verkiezingsbijeenkomst van de KVP in Zevenaar.

Door enige onjuiste berichten als basis te nemen voor zijn verklaring heeft de heer Schmelzer de onjuiste indruk gewekt dat een werkgroep van D'66 voorstander zou zijn van verplichte sterilisatie.

De KVP-fractieleider, die zei dat hij nog geen kennis had genomen van de voorstellen van de D'66 werkgroep bevolkingspolitiek, heeft deze voorstellen inmiddels toegestuurd gekregen.

Met grote nadruk verklaart het dagelijks bestuur van D'66 onder geen enkele voorwaarde -- ook niet in de toekomst -- zal instemmen met verplichte sterilisatie of enige andere vorm van dwang t. a. v. de ge-zinsgrootte.

Deze verklaring is door het dagelijksbestuur opgesteld op zondag 8 maart j. l. Nadien heeft het Dagelijks Be stuur nog een brief gericht aan de heer Schmelzer met een duidelijke uitspraak over het zeer onjuiste gedrag van de KVP fraktieleider.

3) Op de hoofdbestuursvergadering van 15 maart j.l. is uit het hoofdbestuur en de fraktie een werkcommissie gevormd die de politiek/strategische problematiek van het grote politieke congres in december gaat voorbe-reiden. De commissie bestaat uit Mej. G. Swart en de heren Nagtegaal, Beekmans, Mertens, van Mierlo, Moerkerk en Dijkstra.

Deze commissie zal zich met de specifiek politieke aspecten, die de positie van D'66 met zich meebrengt, (breekijzerfunktie, wel/niet regeringsverantwoordelijkheid etc.) in eerste instantie gaan bestuderen opdat het hoofdbestuur met gefundeerde voorstellen kan komen. Naast deze commissie bestaat uiteraard de z. g. Centrale Werkgroep die zich met de programmatische voorbereiding op lange termijn bezig-houdt.

Hoofdstuk II b

VAN DE WERKGROEPEN

correspondentie: J.H. Moerkerk Hartenstraa t 32 Amsterdam. bestellingen D'66: - 020 - 22. 69. 96

Op het secretariaa t zijn verkrijgbaar de rapporten: 1) Abortus Provocatus - prijs

f

1, --2) Demokratische Bevolkingspolitiek - prijs

f

1, 50 3) (na 1 april)

lnvloed Milieuverandering en Milieuverontreiniging op onze biosfeer en het welzijn van de mens.- prijs

f

2, 50

Mededeling:

De afdeling "Het Noorden van Limburg" heeft een uitgebreide enqu@te ge-houden in Noord-Limburg.

Bestellingen bij: A. P. Jansen, Prins Hendrikstraat 30, Gennep. Prijs

f

2,20, over te maken op rek.nr. 126.23.52.

0'66-wethouders

?

door F. Plate, voorzitter staatsrechtcommissie.

Als de verschillende opinie-onderzoeken juist zijn, bestaat er een rede-lijke kans dat verschillende afdelingen van D'66 zeer binnenkort voor de vraag komen te staan of D'66 in hun gemeente een wethouder zal leveren of niet. Anders gezegd, of D'66 bereid en in staat is om medeverantwoor-delijkheid te dragen voor het dagelijks bestuur van de gemeente, zoals dat door het college van burgemeester en wethouders wordt gevormd. Het

antwoord is zeer sterk afhankelijk van de plaatselijke situatie. Hoe sterk is D'66 in de betrokken gemeente? Hoe liggen de krachtsverhoudingen tussen de andere partijen? Hoeveel min of meer gelijkgezinden zitten er in de andere raadsfrakties en wie en wat zijn de andere kandidaat-wet-houders? Valt het te verwachten dater met hen een beleid te voeren valt dat enigszins overeenkomt met de D'66 ideeen?

Dit soort omstandigheden zal van geval tot geval beslissend zijn voor deelname van D'66 aan het college van B & W. Enige algemene richtlijn valt dan ook moeilijk te geven. Da t zou trouwens ook niet in de geest van de Leidse resoluties zijn, die juist wilden experimenteren met allerlei vormen van samenwerking. Enkele overwegingen zijn echter van speciaal belang:

Ten eerste de kiezers. Die zullen het op prijs stellen om v66r de ver-kiezingen te horen waar ze met D'66 aan toe zijn. Dat zou dus een argu-ment kunnen zijn om van te voren een uitspraak te doen over de houding die D'66 bij de wethoudersverkiezing zal aannemen. 1n het kader van de poli tieke duidelijkheid zal er steeds meer om dit soort informa tie ge-vraagd worden.

Ten tweede de demokratische kontrole. Volgens de grondwet staat de raad aan het hoofd van de gemeente, terwijl de gemeentewet het dagelijks be-stuur opdraagt aan B & W. Theoretisch is het college van B & W dus het uitvoerend orgaan dat het door de raad uit te stippelen beleid moet uit-voeren. De praktijk is echter wei een beetje anders. B & W zijn niet ai-leen maar een uitvoerende instantie. 1n werkelijkheid wordt het beleid door hen ook ontwikkeld, voorbereid en vervolgens aan de raad voorge-schoteld. Natuurlijk kan de raad anders besluiten dan door B & W wordt voorgesteld, maar meestal komt daar niet vee! van. 1n de meeste gemeen-ten zijn B & W in feite het beleidsbepalende orgaan. De funktie van de raad is daar voornamelijk kontrolerend. Deze kontrole is echter bijzonder belangrijk. 1n een demokratische situatie behoort machtsuitoefening (zo-als door B & Win de gemeente) te zijn onderworpen aan een doelmatige kontrole vanwege degenen over wie die macht wordt uitgeoefend. Vandaar ook dat het belangrijk is dat de verhouding tussen de raad en het college van B & W zodanig is dat de raad het college naar behoren kan kontroleren. Daartoe is het gewenst dat de meerderheid in de raad zonder politiek ge-zichtsverlies voor de betreffende partijen waar nodig "Nee" tegen het col-lege kan zeggen.

Ten derde het akkoordje met andere partijen dat onvermijdelijk is voor een wethouderszetel. Om tot wethouder te worden gekozen moet een kan-didaat namelijk de absolute meerderheid (50% + 1) van de stemmen in de raad op zich verenigen. Dat betekend dat als geen enkele partij de meer-derheid in de raad heeft, er altijd een afspraak tussen meerdere partijen moet worden gemaakt in de trant van: "Wij stemmen voor de eerste wet-houder op jullie kandidaa t als jullie bij de tweede stemming onze man steunen". De huidige praktijk is meestal dat B & W zodanig wordt samen-gesteld, dat de politieke verhoudingen in het college een min of meer ge-trouwe afspiegeling vormen van die in de raad. Alle frakties van enige betekenis zijn dan vertegenwoordigd in B & W en dragen dus een zekere verantwoordelijkheid voor het beleid dat het college voert. Soms leidt dit er toe dater vanuit de raad maar liever niet te vee! kritiek wordt ge-leverd. 1n andere gevallen is dit gevoel van gezamenlijke verantwoorde-lijkheid minder sterk en wordt er door de verschillende raadsfrakties wei tegenspel geleverd. Daar komt nog bij dat een wethouder niet geacht wordt alle voorstellen van B & Win de raad te steunen. Als hij in het col-lege wordt overstemd behoeft hij later in de raad niet per se solidair te zijn, maar kan als hij dat wil tegen het voorstel van (de meerderheid in) B & W stemmen.

Er zijn echter ook gemeenten waar de (KVP) meerderheid in de raad alle wethouderszetels inpikt. De mi!Jderheid zal dan natuurlijk weinig geremd zijn om te pas of te onpas kritiek op B & W te spuien, maar zolang ze nog in de minderheid zijn zal dat allemaal niet veel uitbalen. Een voordeel van zo'n situatie is wel dat het voor B & W wat gemakkelijker zal zijn om een konsekwent beleid te voeren. Er zullen in het college miss chien wa t min-der kompromissen gesloten moeten worden. Bovendien komt de politieke verantwoordelijkheid voor het beleid vee! duidelijker tot uiting. Sommige progressieve concentristen hebben dan ook gezegd dat als hun PAK de meerderheid zou behalen, zij ook alle wethouderszetels zouden gaan be-zetten.

Een D'66 afdeling die rekening wil houden met de mogelijkheid van een D'66 wethouder kan allerlei kanten op. Om maar eens wat te noemen: 1. Men kan zich op het standpunt stellen da t de hele wethoudersverkiezing

een zaak is die de D'66 fraktie pas rut de verkiezingen moet beslissen, aan de hand van de uitslag en de situatle van het ogenblik. Dat is tot op heden het standpunt van de meeste partijen geweest. Het nadeel is dat de kiezers niet weten wat ze in dit opzicht aan D'66 hebben; het voor-deel dat men de handen vrij houdt totdat de kaarten op tafelliggen. 2. Men kan v66r de verkiezingen bekend maken of D'66 will of niet in

be-ginsel bereid is om een wethouder te leveren. De kiezers weten dan

iets meer en er gaat weinig manoevreer-ruimte verloren.

(3)

maar! 1D71l lli·:MOCI{AAT pagina 3 Zowel de hveedc als de derde mogelijkheid laat zich kombincren met

cen soort minimum-program. Daarmee wordt bedoeld dat D'GG v66r de

verkiezingen zegt onder welke omstandigheden of voorwaarden zij be-reid is een wethouder tc leveren. Het voordeel is alwecr meer

informa-lie voor de kiezers en dus grotere duidelijkheid. Eon en ander echtcr

ten koste van de onderhandelingsmarge na de verkiezingen. Bovcndien kan een minimum..:.program in de praktijk ontaarden in een

lnaximum-program, doordat de andere partijen precies 'Aeten hoever D'6G zal

gaan. Hct gevolg zou dan h.-unnen zijn dat mindcr wordt bereikt dan wan-neer men geen n1inimum-program had bekend gemaakt.

j, Als er al voor de verkiezingen officieel wordt samenge'"'erkt met

an-dere partijen liggen de zaken weer anders. Behalve deal gcnoemdc mogelijkheden kan men dan ook nog overwegen of men, wanneer de kombinatie de meerderheid in de raad zou behalen. ook aile wethouders-zetcls zal gaan bezetten. Het is we! duidelijk dat men dan niet meer mag hopen op wethouderszetels indien de kombinatie in de minderheid blijft.

Er zitten nogal wat haken en ogen aan de zaak van de D'G6 wethouder. De-zelfde problemen doen zich trouwens ook voor ten aanzien van eventuele

D'66 !eden van Gedeputeerde Staten van de provincics. Men kan het van zeer verschillende kanten bekijken. Het zou daarom wei interessant zijn om in het najaar de ervaringen van de verschillende afdelingen te

ver-zamelen om te zien of er algemene konklusies te trekken zijn.

Hoofdstuk Ill a

AGENDA CONGRES

(zie oak Congresdemocraat, pg. 2) Congresvoorzitters: Baehr Wilbers Zeevalking

Vrijdagavond 3 april

Aanvang 19.00 uur

R'DAM

Grote Zaal : Sektie Gemeentepoli tiek (tot 21. 00 uur) Kleine Zaal :19.00-20.00 uur:

Sektie Echtscheiding 20. 00 - 21.00 uur: Sektie Abortus Serre Zaal Sektie Milieubeheersing

Zaterdag 4 april

Aanvang 10. 00 uur : benoeming stem- + notulencommissie

10.00-10.30 uur : Rede Partijvoorzitter

10.30 - 11. 15 uur : 1) behandeling moties Motie 1 (Frinking) Motie 2 (Cie-Basisgesprek) Motie 3 ( Dik)

Motie 5 (Hoofdbestuur)

2) Verkiezing nieuw hoofdbestuurslid Kandidaten voor de funktie, die van de heer Ner~e heeft neergelegd:

1) B. Remmelts, de Schammelte 5, Ommen. beroep: bedrijfsarts -lid D'66 sinds 19/11/1969 leeftijd: 45 jaar

2) J. H. Geys, te Enschede.

gepensioneerd directeur Gem. Soc. Dienst lid D'66 sinds 1/11/1969

leeftijd: 65 jaar

31 Verslag penningmeester en kascommissie.

4) Benoeming !eden Geschillencommissie - kandidaten de heren Stokvis en Verhees.

11.15- 12.15 uur :. 1e Plenaire zittihg Europa 12.15 uur : aanvang sekties

Grote Zaal Kleine Zaal Serre Zaal Grote Zaal Avonduren : 12. 15 - 14. 00 sektie Europa 14.00 - 15.30 sektie Defensie 12.15 - 13.30 sektie Landbouw 13. 30 - 15. 30 sektie Bevolkingspoli tiek

12.15 - 15.30 sektie Demokratisering Bedrijfsleven : PLENAIR

15.30 - 17.30 Beleidsplan : FEEST

Zondag 5 april

Aanvang 11. 00 uur

Grote Zaal 11. 00 - 11.45 Eerste dee! Huish. Reglement (Hfd IV) 11.45 - 13.30 Plenaire behandeling

programmaonder-delen te beginnen met Luchtvaart. 14.30- 15.30 Tweede dee! Huish. Reglement (Hfd IV) 15.30- 17.30 Voortzetting plenaire behandeling

pro-grammaonderdelen.

Hoofdstuk Ill b

CONGRESREGLEMENT

(vastgesteld door het hoofdbestuur, daartoe bevoegd krachtens artikel 17 lid 2 statuten met verwerking van de bepalingen van het Huishoudelijk Re-glement).

1. Het congres is een algemene ledenvergadering van D'66. 2. Nieuwe onderwerpen agenda

Aan de door het hoofdbestuur vastgestelde agenda kunnen punten wor-den toegevoegd op verzoek van:

a) de fractie van D'66 in de Tweede Kamer;

b) vijf procent van de !eden, waarvan niet meer dan een derde uit dezelfde afdeling afkomstig is;

c) de ledenvergaderingen van ten minste vijf afdelingen mits het ver-zoek daartoe - voorzien van een korte toelichting - schriftelijk bij het hoofdbestuur is ingediend uiterlijk 1 april 1970.

Over niet op de agenda opgenomen onderwerpen kunnen geen

beslui-ten worden genomen, behoudens beslui-ten aanzien van aanbevelingen

om-trent actuele onderwerpen. 3. Amendementen en moties

Ieder lid heeft het recht amendementen en moties in te dienen, met dien verstande dat amendementen uiterlijk 13 maart. 1970 schriftelijk bij het hoofdbestuur moeten zijn ingediend.

Aile amendementen door !eden ingediend mede ondertekend door ten-minste vijf andere !eden van D'66 dan wei door een afdelingsverga-dering zijn goedgekeurd.

De Ieiding van de A. L. V. laat de A. L. V. beslissen of een motie die na 14 maart is ingediend in behandeling wordt genomen.

4. Amendementen van rapportage- en programmacommissie De rapportagecommissie en de programmacommissie hebben het recht op de grondslag van de ingediende amendementen ook tijdens de A. L. V. amendementen in te dienen.

5. Leiding A. L. V.

De A. L. V. wordt geleid door drie voorzitters, die door het hoofd-bestuur zijn aangewezen uit de !eden die geen zitting hebben in het hoofdbestuur of de programmacommissie. Bij de behandeling van een onderwerp waarbij een der voorzitters uit hoofde van enigerlei andere partijfunctie persoonlijk is betrokken treedt deze niet als fungerend voorzitter op zolang deze behandeling duurt.

6, Bevoegdheden Ieiding

De fungerend voorzitter van de A. L. V. heeft het recht spreektijd te verdelen en te beperken.

De beslissingen van de voorzitters zijn bindend behoudens onmiddel-lijk beroep op de A. L. V. die daarvoor stemt zonder discussie. 7. Notulen- en stemcommissie

Een A. L. V. en een sectievergadering begint met de aanwijzing van een stemcommissie en een notulencommissie op voordracht van de voorzitter(s).

8. Taak stemcommissie

De stemcommissie registreert de uitgebrachte stemmen, beslist zon-der beroep over de geldigheid daarvan, en constateert de uitslag van de stemming.

9. Splitsing in secties

Op voorstel van de voorzitters kan de A. L. V. zich ter voorbereiding van de plenaire discussie in secties splitsen onder Ieiding van door de voorzitters aangewezen sectievoorzitters.

10. Besluiten A. L. V. en secties

(4)

pagina 4 DEMOCHAAT maart 1970

verschil tussen v66r- en tep;enstemmen ten minstt' vijf procent van het totaal 1·an de uit;>;ebrachte en de blanco stemmen dicnt te bedra-gen.

11. De A. L. V. kan echter besluiten eon bepaald·hesluit s\cchts te no-men wanneer twee derde der aanwezige leden van D'GG v66r stem-men.

12. Indien geen der leden stemming wenst kan de A. L. V. en kan de sec-tievergadering bij acclamatie een besluit nomen.

1:l. Stemrecht

Ieder bij een stemming op de A. L. V. of een sectievergadering aan-wezig lid kan een stem uitbrengen. mits dit lid aan zijn contributie-l'erplichtingen heeft voldaan.

H. \Vijze van stemming

Stemming over personen geschiedt schriftelijk, Met een schriftelij-ke stemming wordt gelijk gesteld stemming door middel van een electrisch of mechanisch systeem.

13. Over zaken wordt gestemd op een door de voorzitters van de A. L. V. resp. de voorzitter van een sectie te bepalen wijze.

1G. Wijze van behandelen

Behandeling van de voorstellen geschiedt als volgt:

a) de indiener of een door hem aangewezen lid geeft een beknopte toelichting op zijn voorstel:

b) de voorzitter resp. de sectievoorzitter is verplicht tenminste een tegenstander van het voorstel zijn standpunt te laten toelichten en kan ook andere leden a an de discussie laten deelnemen; c) het hoofdbestuur, de rapportagecommissie, de

programmacom-missie en het bestuur van de betrokken werkgroep kunnen, indien zij dit wensen, aan de A. L. V. of de sectievergadering een ad-vies omtrent het voorstel of amendement geven;

d) de voorzitter brengt in stemming eerst alternatieve voorstellen, daarna de amendementen in de volgorde bepaald door hun ingrij-pendheid, daarna het al dan niet geamendeerde eindvoorstel. 17. Behandeling voorstellen sectievergaderingen

Voorstellen die in een sectievergadering minder dan 25% van het totaal van de uitgebrachte en de blanco stemmen hebben gekregen worden in de plenaire zitting niet aan de orde gesteld. Voorstellen die in een sectievergadering 25% van dit totaal of meer hebben ge-kregen worden in de plenaire zitting aan de orde gesteld; amendering van deze voorstellen in de plenaire vergadering is niet mogelijk, be-houdens het gestelde in punt 4 van dit reglement.

18. Redactie voorstellen voor plenaire zitting

Ieder voorstel waarvan de sectievergadering besluit dat het zal wor-den voorgelegd aan de plenaire zitting moet vergezeld zijn van: a) de uitslag van de stemming in de sectievergadering;

b) de naam van de indiener resp. een door hem aangewezen lid, dat het voorstel op de plenaire zitting verdedigt, en de naam van een door de tegenstemmers aangewezen lid, dat het voorstel in de plenaire zitting bestrijdt.

19. Onvoorzien

In de gevallen betreffende de gang van zaken op de A. L. V. resp. de sectievergaderingen, waarin het huishoudelijk reglement en dit re-glement niet voorzien, beslissen wat de A. L. V. betreft de gezamen-lijke voorzitters, en wat een sectievergadering betreft, de voorzit-ter van een sectievergadering.

(Voor behandeling Europa-voorstel, zie motie 5 (Hoofdbestuur) .

Hoofdstuk IV

AM EN OEM ENTEN

HUISH. REGL.

Kandidaatstelling Staten-Generaal

AMENDEMENT 1. indiener: afd. Wassenaar

Toevoegen op blz. 3, rechter kolom bij vraag 2: oplossing nr. 7: steekProefvergadering na landelijke voorverkiezing: A B C D E

+ + + +

AMENDEMENT 2. indiener: F. de Ner~e en 4 anderen Toevoegen op biz. 4, linker kolom, van vraag 3:

g. Idem: een landelijke stemadviescommissie (LSAC). h. Idem: een stemadviescommissie per kieskringgroep (KSAC).

Toevoegen aan de toelichting:

Bij g. en h. wordt gedacht aan commissies volgens het vereenvoudig-de systeem van vereenvoudig-den Bergh te kiezcn door een A LV resp. een congres binnen elke kieskringgroep.

Een LSAC zou uit 9 !eden kunnen hcstaan: :l uit de fractie, 3 uit het HB en 3 uit de ]eden. Een KSAC uit: ~ fractieleden, 2 ]eden uit het HB en G uit de ]eden zelf. De uit hct liB en uit de leden te kiezen personen mogen niet tevens candida at voor de Tweede Kamer zijn.

AMENDEMENT 3. indiener: afd. Wassenaar

Toevoegen vraag 9:

a. Worden ten aanzien van de aanmelding voor de kandidaa tstelling aan de individuele ]eden wel of in het geheel geen beperkingen op-gelegd?

b. lndien gckozen wordt voor beperkingen, moeten dat zijn: 1. lidmaatschap van D'66 gedurcnde ten minste zes maanden

voorafgaande aan de aanmelding (a! of niet met dispensatie-mogelijkheid)?

2. ondertekening van de aanmelding met 10 of meer handteke-ningen?

3. onderschrijving van de staatsrechterlijke paragraaf van het partijprogramma in het bijzonder van hetgeen om trent de Tweede Kamer is vermeld, en de verklaring de morele ver-plichting op zich te nemen zich terug te trekken uit beeindiging van het lidmaatschap van D'66 (zoals art. 116, lid 4 t. a. v. de kandidaatstellingprocedure Eerste Kamer bepaalt)?

Hoofdstuk

MOTIES 1

MOTIE VAN ORDE 1

V-1

5

te behandelen aanvang plena ire zitting za terdag. 4 april.

De vergadering besluit om de behandeling van de programmaonderdelen: Bevolkingspolitiek en Abortus uit te stellen tot een volgend congres. !~~E"-h_l!':\!E

Deze twee onderdelen zijn in de politick nog weinig doorgesproken themata. Ook binnen D'66 is er tot op heden nauwelijks op grote schaal aandacht aan geschonken. 1n deze omstandigheden eist een democratische beslvorming een discussie in brede kring, waarvoor voldoende tijd wordt uit-getrokken. 1n dit geval is dit niet gebeurt om drie redenen:

a) Door de voorbereidingen van de provinciale verkiezingen is er in de afdeling nauwelijks aandacht aan be steed.

b) De tijd gereserveerd voor het indienen van de amendementen (eind februari - 13 maart) is te gering om er afdelings bijeenkomsten aan te

wijden.

c) De achterliggende rapporten overbeide onderwerpen zijn ondanks her-haalde aanvraag niet verstrekt voor 1:! maart (de sluitingsdatum voor de amendementen).

Hiervoor bestaat niet de uit democratlsche oogpunt noodzakelijk gelijk-heid in niveau van informatie van opstcllers van het programma en amendementindiener s.

ondertekend: Frinking + 4 anderen MOTIE 2 (te behandelen aanvang p!enair za terdag 4 april)

"Leden van D'66 in congres bijeen te Rotterdam op 3,4 en 5 april 1970, eraan herinnerend, dat op het congres in Helmond (1967) met grate

meerderheid een extra mogelijkheid tot democratische besluitvorming binnen de partij is geschapen, n.l. de asclecte steekproef of "het panel", betreurend da t tot nu toe van deze moge!ijkheid geen gebruik is gemaakt, waardoor belangrijke problemen vaak lang op een ALV moeten wachten, dringen er bij het hoofdbestuur op aan van deze mogelijkheid in de toe-komst we! gebruik te maken, met name drtrtr waar snelle beslissingen vereist zijn. Ondermeer in het geval da t voor de behandeling van het Be-leidsplan en/of hoofdstuk 9 van de voorstellen tot wijziging van het Huis-houdelijk Reglement geen ALV meer gehouden zou kunnen worden".

ondertekend:

Commissie Basisgesprekken MOTIE 3

Leden van D'6G in congres bijeen te Rotterdam op 3,4 en 5 april1970. spreken de bezorgdheid uit dat D'66- door het stellen van adminitratieve regels als voor het indienen van amendementen op de voorstellen mn dit congres (zie Democraat februari '70) - spoedig zal verzenden in een on-verteerbare bureaucra tie en stellen daarom voor, voor volgende congres-sen en bijeenkomsten alle genoemde regcls, uitgezonderd die onder nr. 6,

te schrappen.

(5)

maarl 1H70 DEMOCHAAT pagina 5

Ondt•rgctekt•ndcn nodigen hei Hoofdbes1.uur de Jnotit' nUinmcr 9. z.oals af-gl'drukt in de Democraat :le jaargang no. 4. onvcrwijld uit tc voeren,

door uitgangspunten voor een concrect beleidsplan a an de Algcmcne

Le-denvergadcring voor te leggen en in de agenda voor 4 april a. s. nchter l.i.:lo uur "tussenbalans" te vervang·en door "uitgang·spunten van het".

Toelich ling:

Op het Congres in Amsterdam is het Hoofdbestuur duidclijk gevraagd om uitgangspunten en niet om een tussenbalans. Het hoofdbcstuur lutd

daarcn-~gen bezwaar (te korte termijn voor mei etc.) maar wcrd hierin door de Algemene Ledenvergadering niet gevolgd. Het Hooldbesiuur trad daarop niet af en dient derhalve de motie uit te voeren.

lnterpreta•iie van een dergelijke motic is aan de Algemcne Ledenvergade-ring, althans de !eden van D'66 eerder dan exclusief aan het Iloofdbt•stuur.

ondertekend: Creemcrs 1 4 andercn

MOTIE 5 indiener: Hoofdbestuur ·

-De Algemene Ledenvergadering van -Democra ten '66 in vergadering op 4 april 197 0 bijeen,

overwegende dat de behandeling van de paragraaf "Voorstellen Europa" tolgens de gebruikelijke congresprocedure tot onduidelijkheid aanleiding

zal geven,

van mening dat het noodzakelijk is te komen tot een efficHinte behandeling van dit programmaonderdeel opdat iedere congresganger zich optimaal kan orienteren op deze problematiek,

besluit de behandeling van dit programmaonderdeel als volgt te Iaten ver-lopen: 1) Op zaterdag 4 april te 11. 15 PLENAIR een aanvang te maken

met de Europa-voorstellen. In deze vergadering zal getracht worden een z. g. Hoofdlijn voor de sektie-behandeling vast te stellen; dit betekent dat het congres zich na deze discussie in eerste instantie zal uitspreken over ~~n van de twee alterna-tieven als genoemd in de congresdemocraat van februari 1970

(pg 6 e. v. ). Deze eerste peiling dient er toe de discussie in de sektie soepel via de gekozen Hoofdgedachte te Iaten verlopen. 2) Direkt na deze eerste. algemene plenaire discussie zal de

sek-tie bijeenkomen. Hierin worden aile amendementen, benevens het overgebleven alternatief. nu 06k te beschouwen als amende-men!, behandeld volgens de normale procedure.

3) Op zondag 3 april zal de laatste behandeling in plenaire zitting geschieden: in deze vergadering zal de uiteindelijke beslissing vall en.

Hoofdstuk V-2

AMENDEMENTEN

V-a

Europa

MOTIE 6 indiener: Wallis de Vries c. s.

"Het congres aanvaardt het voorstel Brinkhorst- Jacquet wat de para-grafen 4. 4, 4. 41, 4. 42 en 4. 43 betreft. Het verzoekt de desbetreffende •erkgroepen (waaronder de Subcommissie Europa) een nieuwe uitgebrei-de redactie van hoofdstuk 4. 1 "Vreuitgebrei-desstrategie" samen te stellen, zo-danig dat:

· daarin de verschillende fa sen van deze strategie duidelijk worden aan-gegeven

· da.rin de voorstellen van de Subcommissie Europa (speciaal wordt be-doeld: de eenwording in een Confederatie van West- en Oost-Europa) en de "eenduidige voorstellen" sub 4.44, 4.45 en 4.46 worden betrokken · daaraan als laatste fase een uitgewerkt plan voor een democratische

wereldorde wordt toegevoegd en

· daarin tevens de essen tie van de bestaande paragraaf 4. 1 behouden blijft".

Ondergetekenden achten zowel de voorstellen van de Subcommissie Europa als van Brinkhorst- Jacquet uiterst waardevol. Aan die van de Subcom-missie Europa kan echter een zeker utopisch karakter niet worden ont-zegd. Het verdient daarom de voorkeur die onder "Vredesstrategie" op le nemen, maar de lijn dan in utopische zin oak consequent door te trek-ken tot een uiteindelijk na te streven democratische wereldorde (een on-deelbare wereld met een politiemacht van de Verenigde Naties nieuwe stijl; zie Hoofdstuk Vb "Defensie", alternatief 1 voorstel l. l. ).

AMENDEMENT 2 indiener: Bloema + programmacommissie 4,4 De Europese integra tie (alternatief voor Brinkhorst/Jacquet> sub-groep

Europa).

l. D'66 streeft naar een verenigd Europa -waarvan zowel West Europa als Oost Europa dee! uitmaken- dat zowel een bijdrage Ievert aan een wereldrechtsorde, als aan een rechtvaardiger verdeling van de welvaart op mondiaal niveau.

2. Als eerste stap hiertoe dient een West Europese eenheid te worden gevormd, vooralsnog binnen het Atlantisch Verbond, doch gericht op een positie buiten dit verbond.

3. Bij de vorming van de West Europese eenheid dient te worden ge-streefd naar <'Cn zo groat mogclijke ontspanning tussen Oost en West.

In dit kader past dcrhalvc niet con militair sterk Europa dat een bedreiging zou kunncn vormen voor een der grate mogendheden.

Een Europcse kernmacht wordt afgewezen.

4. D'G6 wil een hechtc integra tie op allerlei gebied binnen West Euro-pa bcvordercn. De diverse aspecten van hct integratieproces die-non in principc gclijkc trod te houden.

Bij de gedachicngang in dit voorstel bchoort een nadere uitwerking ten aan-%ion van de Europcsc Gemccnschappen, de buitenlandse politiek, defensie enz., Oost Europa, en de Europese veiligheid. Hierbij kan aansluiting worden gezocht op een aantal punten uii de voorstellen van de subcommis-sie Europa, en van Brinkhorst/ Jacquet.

Pt 4. 4:l (Eur. kernmacht) en 4. 46 (Eur. eonfederatie) dienen niet in

be-schouwing te worden genomen.

AMENDEMENT 3 indiener: En !hoven + 4 anderen Voorstel Brinkhorst-.Jacquet.

4. 4 De Europes<' integra tie Doelstelling Onder "Toelichting", 2 alinea van a), laatste zin:

de zinsned<' "en aan de garantie van het Amerikaanse atoomwapen" dient tc vervallen.

Toclichtin_g:

Zolang D'66 zich niet positief heeft uitgesproken voor het gebruik van atoomwapcns bij de verdediging van West-Europa dient het (Europa) pro-gramma gecn toelichtende zinsneden te bevatten, waarin de noodzaak van een mogelijk gebruik van atoomwapens als vanzelfsprekend aanwezig wordt verondersteld.

AMENDEMENT 4 indiener: Manten + 4 anderen Voorstel nieuw programmapunt Hoofdstuk Va. sectie 4. 4

Het ontbreken van voldoende geloof"aardigheid van het Westen is een be-langrijke hinderpaal bij het bereiken van interna tionale ontspanning. Een voortdurende kritische instelling jegens partner-landen is daarom gebo-den,

Toelichting:

De angst voor het communisme is er nag vee! te veel oorzaak van dat de Westerse Ianden te onkritisch staan tegenover opkomende en bestaande systemen, bewegingen en infil tra ties die aan het fascisme verwant zijn. Wanneer b. v. de NA VO pretendeert de de mokra tische rechtstaa t te ver-dedigen is het als zodanig volstrekt ongeloofwaardig indien het dat meent te kunnen doen met behulp van Janden als Portugal en Griekenland. Zo Iaat men de machtsstrukturen de politiek overheersen. De tragedie van het Westen is dat we niet zijn wat we willen voorstellen. Een alternatief jegens een totalitair systeem (als het communisme) kan zich aileen staan-de houstaan-den als het een sterke en gezonstaan-de maatschappij representeert waar-in vrijheid heerst voor allen, en daardoor een houdwaar-ing waar-in de wereld kan aannemen waardoor anderen gaan zeggen: Dat zijn de mensen waar je mee praten moet.

AMENDEMENT 5 indiener: de Ner~e + 4 anderen Amendement bij 4. 41 De Europese Gemeenschappen (EEG, EGKS en

Eura-tom)

voorstel Brinkhorst -Jacquet, Congresdemocraat, pagina 7, rechterkolom, onder b) Institutionele

Ver-sterking.

Invoegen na IV) en voor c) Geografische uitbreiding

"V) regelmatige doorlichting op organisatie en efficiency van de amble-. lijke apparaten van onderscheiden instellingen door een onafhankelijk

bureau. Toelichting:

De intern-ambtelijke voorbereiding van de institutionele besluitvorming in de diverse instellingen en organen (Europees Parlement, Raad, Commissie, College van Permanente Vertegenwoordigers, Econo-misch en Sociaal Comi1£, enz.) laat zeer vee! te wensen over. Zulk een onafhankelijk onderzoek, bij voorkeur door een bureau uit de VS., zal in ieder geval moeten plaats vinden, voordat tot uitbreiding van de ambtelijke apparaten in verband met toetreding van derde Europese Ianden wordt overgegaan''.

AMENDEMENT 6 indiener: de Nert<e + 4 anderen Amendement bij 4. 41 De Europese Gemeenschappen (EEG., EGKS en

EUHA TOM) (voorstel Brinkhorst - Jacguet, Con-gresdemocraat, pagina 7, rechterkolom. onder a) Inwendige Versterking

In de toelichting v60r de voorlaatste alinea, beginnende met: "Met name .. "

invoegen:

(6)

pagina G DEMOCRAAT maart 1970 AMENDEMENT 7 indiener: afdeling Eindhoven e. o.

Amendement op artikel 4. 42, voorstel Brinkhorst-Jacguet.

Na regel "Defensieministers, voorafgaande aan iedere Raadszitting van de NA VO" invoegen:

Nederland zou (in de Europese fractie van de NA VO-raad) een meer ·. "agressieve" vredespolitiek lmnnen voeren. De volgende initiatieven zou-den op hun uitvoerbaarheid beproefd lmnnen worzou-den:

1. Het afgeven van periodieke "Posture Statements".

2. De Oost- West uitwisseling van groepen van beperkte omvang van offi-cieren uit Ianden van het Warschau-pact en de NA VO.

3. Het Iaten oefenen van kleine contingenten troepen op het grondgebied van de tegenstander. Bijvoorbeeld een NAVO-tankpeloton in Husland, c. q. Bulgarije en omgekeerd.

4. Het voorstellen van enige vermindering van de Amerikaanse troepen-sterkte in Europa. Bijvoorbeeld van 310. 000 naar 200. 000.

5. Het uitspreken van een negatieve sfellingname t. a. v. het ABM-stand-pun t van de regering van de V. S.

6. Het bij de Warschau-pactlanden, die betrokken waren bij de interventie in Tsjechoslowakije aandringen op verminderen van hun troepensterkte aldaar tot het peil van voor de interventie.

AMENDEMENT 8 indiener: Enthoven + 4 anderen behorende bij: paragraaf 4. 43 De Europese Kernmacht

betrokken op beide alternatieve voorstellen 1. De gehele paragraaf "4. 43 De Europese Kernmacht" dient te vervallen. 2. Hierop aansluitend de navolgende hernummering:

"4. 44 Oost-Europa" wordt 4. 43, "4. 45 Ontbinding." wordt 4. 44, "4. 46 Europese con-federatie" wordt 4. 45. Toelichting:

zowel het voorstel van de subgroep Europa als het voorstel van Brinkhorst en Jacquet zijn onvoldoende gefundeerd. Een verantwoorde uitspraak over de wenselijkheid van een Europese kernmacht kan dan ook niet in de vorm van tltln van deze beide voorstel!en plaats vinden.

AMENDEMENT 9 indiener: afdeling Eindhoven e. o. Amendement op artikel 4. 43 c, voorstel Brinkhorst-Jacguet.

Na de eerste zin invoegen:

Veeleer dient aangedrongen te worden op een drastische vermindering c. q. afschaffing van de Engelse en Franse kernmachten.

AMENDEMENT 10 indiener: Man ten + 4 anderen Toe te voegen aan Hoofdstuk Va, artikel 4. 43 voorstel Brinkhorst-Jacguet, als punt d) (bestaande punt d wordt dan e):

Hoewel de beide grootmachten, de Verenigde Staten van Amerika en de Sovjet-Unie, al!es doen om een direkte militaire konfrontatie te vermij-den, blijven ze een harde politiek voeren jegens elkaar. Daarin past dat men konflikten tussen kleinere Ianden niet aileen de vrije loop laa t, maar vaak zelfs aanmoedigt. In geval van een Europa als derde zelfstandige kernmacht wordt de kans op een konfronta tie op Europees grondgebied vergroot, waarbij de grootmachten wel partij zijn, elkaar echter voor een strategische kernoorlog vrijwaren, doch de ondergang van Europa via tak-tisch kernwapens zijn gang Iaten gaan.

AMENDEMENT 11 indiener: Voswinkel + 4 anderen Toevoegen aan punt 444 Oost Europa (v66r de toelichting):

Deze kontakten en het ontstaan van een situatie die ontbinding van NA VO-en Warschau-pakt VO-en het houdVO-en van eVO-en Europese veiligheidsconferVO-entie rechtvaardigt, kunnen bevorderd worden door een gezamenlijk ingesteld Permanent Orgaan van Overleg.

AMENDEMENT 12 indiener: Haenjes + 4 anderen pagina 9 congresdemocraat

pt. 4. 22. a Tussenvoegen als volgt:

... en dient niet te worden omgezet in een permanent Atlantisch Ver-bond. (Dit betekent b. v. dat de NAVO zich dient te onthouden van niet-militaire activiteiten- zoals research op het gebied van milieuhygiene, oceanografie e. d. - aangezien dit de militaire taak van de NAVO ver-troebelt terwijl aldus, buiten de controle van de betrokken parlementen, gelden worden gespendeerd voor civiele doeleinden). Zodra de ontspan-ning ...

Verbindende tekst Europa-Defensie

AMENDEMENT Va-b1 indiener: M. Wallis de Vries + 5 anderen Ondergetekenden menen, dat de bij punt 4. 22a voorgestelde tekstwijziging beperkt moet blijven tot:

" Nederland dient voorshands niet uit de NA VO te treden. Dit zou ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid in West Europa".

Ondergetekenden zijn van oordeel, dat de daarop volgende passage:

"De NA VO heeft een tijdelijk karaktcr en dient niet tc worden omgezet in een permanent Atlantisch Verhond. Zodra de ontspanning tussen Oost en West, en de voortgeschreden West Europcse integra tie dit toelaten,

dient de NA VO to worden vervangen door andere vcrdragen, v..aarbij de veiligheid van Europa wordt gegarand('erd".

heter niet onder het hoofd NA VO moet "orden opgenomcn, omda t vooruit-gelopen "ordt op een gewcnstc ont.,.,ikkcling, die nict allecn van Nederland

en de andere West-Europese landen afhangt, maar evenzeer van Ilusland en de overige Oost-Europese Ianden. MPn kan daarin geloven of nict,

maar in ieder gcval schijnt het ondergel<•kcnden pracmatuur daar nu reeds een standpunt tenaanzien van de NA VO aan te verhinden. Een ontwikkeling

in andere dan de zo z;eer gev.;enste richting zou juist kunnen pleiten voor

tegenovergestelde maa tregelen.

Als het congres dczc passage - of althans de strekking daarvan - wil over-nemen, achten ondcrgetekendcn het hoofdstuk "Vred~sstrategie" daarvoor de juistc plaats.

"A'-'M=E'-'N.:..:Do:.E=McocE=N'-'T'--'V"a._-~h-.:2:._ _ _ _ _ .::inc::d::i:::e.:.:n:::.er: M. Wallis de Vries 1 3 anderen Ondergetekenden stollen voor in het parti jprogramma op een door het congres c. q. de programmacommissic nader aan te wijzen plaats het volgende artikel op te nemen, teneinde icdcre onduidelijkheid over het

standpunt van D'66 tenaanzien van een adequate defensie te vermijden:

"De democratic staat of valt met de veiligheid van West Europa. D'66 stelt aan de defensielasten derhalve financHlel de hoogste prioriteit, be-grensd tot ... . 'k van het bruto nationaal inkomen (zie art. 9. 5. )".

V -b Defensie

MOTIE 8 indiener: M. E. E. Enthoven + 8 anderen De algemene Jedenvergadering van D'66 in vergadering bijeen in april 197 0 te Rotterdam, overwegende:

1. dat de nucleair-strategische aspecten van het Nederlands defensiebe-Jeid uitsluitend zinvol beoordeeld kunnen worden in het kader van een gezamenlijk West-Europees of Atlantisch defensieverband;

2. dat diverse omstandigheden, zoals:

de onduidelijkheid ten aanzien van de levensva tbaarheid van de NA VO-strategie van het "afgepaste antwoord"

de reele mogelijkheid van een verdere reductic van ::le Amerikaanse strijdkrachten in Europa

het afnemen van de geloofwaardigheid van de garantie van het Ameri-kaanse kernwapen tengevolge van de interne ontwikkelingen in de U.S.A.

de dreiging van een conflict tussen de Sowjet Unie en de Volksrepu-bliek China

de versnelde opbouw en uitbouw van de Strategische Raket Strijd-krachten van de Sowjet Unie in de afgelopen twee jaren

de voortgezette ontspanning in de verhouding Oost Europa- West Europa

de opgang gekomen S. A. L. T. -voorbesprekingen tussen de Sow jet Unie en de U.S.A.

een bezinning op de uitgangspunten van de beveiliging van West-Europa met behulp van kernwapens tot een zeer urgente zaak maken;

3. dat hij een dergelijke bezinning het nastreven van een grotere onafhanke-lijkheid op defensiegebied van de West-Europese bondgenoten ten op-zichte van de U.S. A. voorop dient te staan;

4. dat het complexe vraagstuk van de beveiliging van West-Europa met behulp van kernwapens een diepgaand onderzoek van de hieraan ver-bonden politieke, ecologische, morele, juridische, militaire, technolo-gische en economische aspecten noodzakelijk maakt;

verzoekt het hoofdbestuur over te gaan tot de ins telling van een speciale werkgroep, die tot taak zal hebben:

1. deze aspecten van een West-Europese nucleaire strategic in hun onder-tinge samenhang te bestuderen;

2. de partij binnen de termijn van Mn jaar na haar instelling uitgangs-punten en zo mogelijk meerdere alternatieve voorstellen te verschaf-fen, op grond waarvan de partij een gcfundeerd standpunt kan bepalen terzake van de beveiliging van de West-Europese Staten tegen:

en

nucleaire chan tage

een overweldigende aanval met convcntionele middelen op Mn of meer van deze staten

een beperkte of mas sale aanval met kernwapens op tltln of meer van deze staten

het aftasten van de verdedigingsbercidheid van (j;ln of meer van deze staten door middel van een geforceerde crisis met lokale inzet van

kernwapens

de gevolgen van een door fouten, misrekening of accidentele oorza-ken ontstaan nucleair incident

spreekt de wens uit in afwachting van de resultaten van deze werkgroep geen uitspraken te doen inzake nucleair strategische aspecten van het de-fensiebeleid.

Toelichting:

(7)

maart

1970 DEMOCRAAT pagina 7

2. Deze chaos van gedachten, geleidelijk aan ontstaan na het verlaten van de "massive retaliation" doctrine (de massale nucleaire

vergeldings-aanval) onder invloed van de in de considerans vermelde

omsta.ndig-heden en ontwikkelingen maakt het klaarblijkelijk de bestaande Neder-landse politieke partijen onmogelijk cen duidelijk standpunt terzake te

formuleren. Van een Nederlands beleid inzake het gebruik van

kern-\\apens voor de beveiliging: van West-Europa kan dan oak nauwelijks \\Orden gesproken.

3, Het ontbreken van een zodanig beleid heeft onder meer tot ernstig

be-z\mar dat bij een onvcrhoopt conflict of incident het beslissingsproces over het al dan niet inzelten van kernwapens in de praktijk vrijwel

uit-sluitend een A1nerikaansc aangelegenheid zal zijn, waarbij de president

van de U.S. A. sterk gemanipuleerd zal worden door de militaire be-velhebbers (vergelijk het Tonkin-incident) en de stem van de West-Europese bevolking nauwelijks zal doorklinken.

4. Zolang West-Europa praktisch geheel afhankelijk is van de garantie van het Amerikaanse kernwapen zal haar invloed op dit beslissingsproces gering b!ijven.

De in het alternatief Brinkhorst-Jacquet voorgestelde European caucus zal hooguit- indien de tijd dit onder de gegeven omstandigheden

toe-staat- de militaire pressie tot inzet van kernwapens versterken,

ten-zij er een duidclijk West-Europees beleidsplan is, dat in een groat aantal mogelijke situaties voorziet. Het behoort tot de taak van D'66 houwstenen voor een dergelijk nucleair-strategisch beleid aan te dra-gen.

;, Zander uitvoerige bestudering van de consequenties van aspecten van Mn of meer mogelijke West-Europese beleidsplannen terzake is het echter onmogelijk bruikbare bouwstenen in te brengen; men draagt dan slechts bij tot een verdere vergroting van de verwarring.

Het is dan ook onverstandig op dit moment een partijstandpunt vast te leggen over de wenselijkheid van een Europese kernmacht (voorstel subgroep Europa), het vasthouden aan de garantie van het Amerikaanse atoomwapen in Navo-verband (alternatief Brinkhorst-Jacquet) of an-dere mogelijkheden zoals het totaal afzien van nucleaire verdedigings-middelen, temeer daar de motivering van de thans aan de orde gestel-de alternatieven zwak is. De motivering van iegestel-dere uitspraak in gestel-deze zal zwak blijven, zolang zij niet berust op de bepleite studie. AMENDEMENT 1 indieners: v. d. Graaf/Wenders + 5 anderen Alternatief 3 voor militair strategische conceptie krijgsmacht.

Art. 4. 23 Doen vervallen in hoofdstuk "Buitenlandse Politiek"

Zie "Defensie" art. 1. 1

.\rt. 4. 24 Doen vervallen in hoofdstuk "Buitenlandse Politiek" Ongewijzigd opnemen in hoofdstuk "Defensie" Zie art. 1. 5

1. 1 Zolang een continueren van het Nederlandse lidmaa tschap van de NA VO noodzakelijk wordt geacht, client de omvang en de samenstelling van de Nederlandse strijdkrachten te zijn afge-stemd op een in bondgenootschappelijk verband te leveren bij-drage in het kader van de crisisbeheersing en het inperken van conventionele conflicten.

Toelichting:

De taak van de krijgsmacht in dit kader is in eerste instantie het medewerken bij het voorkomen van een allesvernietigende oorlog en - mocht onverhoopt een conflict uitbreken - door snel ingrijpen verdere uitbreiding te voorkomen, de situatie te sta-biliseren en op deze wijze de weg weer vrij te maken voor ver-der politiek over!eg.

1. 2 Hoewel erkend wordt da t in het kader van deze crisisbeheersing een zo groot mogelijke verscheidenheid van - in elke noodzake-lijke combinatie te gebruiken- militaire middelen ter beschik-king dienen te staan, meent D'66, dat Nederland niet, zoals thans het geval is, het volledige scala van middelen client in te brengen.

Nederland dient zich te beperken tot het leveren van onmiddel-lijk beschikbare, conventionele strijdkrachten. -Toelichting:

De Nederlandse bijdrage aan de NA VO bestaat thans uit een ge-heel spectrum van middelen bestaande uit para te en mobilisabele, conventionele en nucleaire, land-, lucht- en zeemachteenheden. Een bijdrage die m. b. t. haar totale effectiviteit grote twijfels oproept en nauwelijks financieel te realiseren is.

1. 3. Deze strijdkrachten dienen te bestaan uit onmiddel!ijk beschik-bare conventionele strijdkrachten van hoge kwaliteit met een grote tactische en strategische mobiliteit. De gewijzigde doel-stelling en de daaraan inherente te stellen kwalitatieve eisen impliceren voor de huidige krijgsmacht dat:

- de krijgsmacht haar nucleaire taken client af te staten; - bij de landmacht mobilisabele eenheden (van rela tief geringe

kwaliteit) - anders dan ter beveiliging van vitale objecten te-gen optredende subversieve elementen - dienen te worden af-gestoten;

- de taak van de marine meer gericht dient te worden op het leveren van een adekwate bijdrage in het kader van de crisis-beheersing; derhalve client zij te beschikken over snelle sche-pen met grote vuurkracht, mogelijkheden tot het snel over-brengen van troepen c. q. het op effectieve wijze beschermen van troepentranspor.ten;

- de taak van de luchtmacht meer gericht dient te worden op het verlenen van directe en indirecte luchtsteun aan de grondstrijd-krachten en op de luchtverdediging.

1. 4. Tcneindc een grotere doelmatigheid te verkrijgen, dient in bond-genootschappelijk verband te worden gestreefd naar een zo groot mogclijkc integra tie van krijgsmachten of krijgsmachtdelen. Binnen hct kader van deze integra tie moet de Nederlandse bij-drage overeenkomen met de voor ons land passende mogelijk-""den.

Toelichting:

Internationale integra tie kan leiden tot een grotere effectiviteit en tot aanzienlijke besparingen. Bij de door Nederland te leve-ren bijdrage moet rekening worden gehouden met de ligging en de maatschappelijke en materiiile mogelijkheden van ons land. Dit zou betekenen een relatief grotere bijdrage aan zee- en luchtmacht, en een relatief kleinere bijdrage aan landmacht.

1. 5. Het NAVO-lidmaatschap mag niet verhinderen dat Nederland een bijdrage !evert aan de oplossing van in lerna tionale spanning en binnen het kader van de Verenigde Naties. Met name wordt hier-bij gedacht aan het leveren van troepen voor een VN-vredes-macht.

AMENDEMENT 2 indiener: M. W. M. Wanninkhof + 5 anderen Art. 1. 3., na "huidige krijgsmacht dat"

-een grote aandacht voor het opleiden tot een individuele, niet-geweldloze weerbaarheid, met de nadruk op een persoonlijke motivatie.

AMENDEMENT 3 indiener: A. A. Man ten + 6 anderen Nieuw programmapunt (in te lassen aan eind sektie 1):

De traditionele normen volgens welke de burgerbevolking als zodanig niet het doelwit van een militaire aanval mag zijn, dienen onverkort te blijven gehandhaafd en te worden aangepast aan de moderne situatie. De pogingen van het Internationale Rode Kruis en andere instanties om tot grotere rechtszekerheid te komen dienen door Nederland krachtig te worden ge-steund. A, Ben C wapens behoren internationaal te worden verboden. AMENDEMENT 4 indiener: M. R. van Gils + 5 anderen Nieuw punt (in te lassen aan eind sectie 1):

D'66 acht het noodzakelijk dat bij de financiering van de krijgsmacht de zogenaamde 2. 1.1.- verdeels!eutel wordt losgelaten, aangezien deze s!eu-tel de doelmatigheid van het defensieapparaat niet bevordert. De taken van de krijgsmacht en de voor deze taken benodigde middelen dienen in hun to-taliteit bekeken te worden, zodat een geihtegreerde beleidsvoorbereiding ontstaat.

Zonodig zal ter effektuering van deze geihtegreerde beleidsvoorbereiding tot een reorganisatie van het Ministerie van Defensie moeten worden over-gegaan.

Toet'ichting:

Het is onwaarschijnlijk, dat met het huidige defensiebudget aan de eisen van de min of meer autonoom opererende krijgsmachtonderdelen voldaan kan worden. De handhaving van de huidige verdeelsleutelleidt er toe dat geen der krijgsmachtonderdelen op volwaardige wijze zijn doeleinden kan realiseren. Tevens is een gevolg dat de exploitatiekosten dusdanig hoog zijn dat weinig ruimte meer overblijft voor noodzakelijke investeringen. Nodig is een geihtegreerde visie op het defensiebeleid (en niet drie afzon-derlijke visies), waarbij duidelijk prioriteiten worden gesteld en waarbij op technisch, financieel, bestuurlijk e. a. gebied gestreefd wordt naar zo groot mogelijke economische besparingen.

AMENDEMENT 5 indiener: A, A. Man ten+ 6 anderen Nieuw programmapunt sectie 2.

Zolang de militaire dienstplicht nog bestaat behoren er uitgebreide moge-lijkheden te zijn als alternatieven voor de dienstplicht.

Toelichting:

Iedere dienstplichtige zou een keuze moe ten kunnen maken tussen bijv. NAVO-leger, politiedienst Verenigde Naties, sociale burgerdienst in Ne-derland, en ontwikkelingswerk.

In korrespondentie met Pax Christi stelde minister van defensie Den Toom o. m. dat het NA VO-leger een vrededienende funktie heeft, evenals de N. V. politionele macht. Hier schuilt een denkfout, want in deze!fde rede-neertrant heeft dan ook het Warschau-Pakt-leger een vrededienende taak. Het gaat de voorstander van alternatieve dienstplicht niet om een vredes-funktie, maar om vredelievendheid. Voor velen is het deelnemen aan het instituut leger geen dienst aan de vrede.

AMENDEMENT 6 indiener: H. W. M. Stokvis + 5 anderen 3. 1, 3. 2 en 3. 4 worden vervangen door de volgende pun ten:

3. 1 De rechtspositie van zowel de beroepsmilitair als de dienstplichtige moet worden geregeld bij de wet. Deze wet regelt tevens aan welke bijzondere 'beperkingen in vrijheidsrechten militairen kunnen worden onderworpen.

(8)

pagina 8 DEMOCHAAT maart 1970 a. strafrechtspraak over militairen wordt uitgeoefend door een

onaf-hankelijke rechter die dee! uit maakt van de gewone rechtelijke macht;

b. de reikwijdte van het militaire normenstelsel zodanig wordt inge-perkt dat toepassing van militaire gedragsregels niet plaats vindt in die situaties, waarin de hoedanigheid van militair voor die

situa-tie niet relevant is;

c. de mi!itaire dicipline wordt gezien als een vorm van bedrijfsdici-pline waarbij: - een onafhankelijke diciplinaire rechtspraak wordt ingevoerd;

- vrijheidsbeperkende diciplinaire sancties komen te vervallen. AMENDEMENT 7 indiener: S. Stijkel, J. Mentink+ 5 anderen 3. Rechtspositie van het militair personeel

3. 2 D'66 is van mening dat de militair die de Nederlandse strafwet over-treed\, uitgezonderd in het geval dater feitelijke oorlogshandelingen plaats vinden, zich voor de burgel!jke rechter moet verantwoorden, zolang dit niet is verwezenlijkt dient voor de militair beroep in cas-satie bij de Hoge Raad mogelijk te zijn.

AMENDEMENT 8 indiener: S. Stijkel + 5 anderen 3. 3 D'66 is van oordeel dat het stemmen bij volmacht niet aan

(dienst-plichtige) militairen opgelegd mag worden. Gestreefd moet worden naar een methode waarbij de militair zelf zijn stemrecht uit kan oefenen.

AMENDEMENT 9 3. 4 schrappen. a! terna tief:

indiener: S. Stijkel + 5 anderen D'66 is van mening dat het huidige militair tuchtrecht dient te vervallen. Hiervoor in de plaats moet een hoofdstuk overtredingen aan het militair strafrecht worden toegevoegd. Daarnaast zal de strafvervolging door een militair kanton- en/of politierechter moeten geschieden.

De op dit moment nog te straffen bevoegde meerdere zal dan de rol van aanklager moeten vervullen; schikken zal tot zijn bevoegdheden behoren. AMENDEMENT 10 indiener: J. van den Hazel + 5 anderen punt 3. 3. wordt punt 3. 4.

punt 3. 4. wordt punt 3. 3. in de volgende gewijzigde redactie mede omwille van de duidelijkheid:

D'66 meent, dat gelet op het eigen karakter van specifiek militaire ver-grijpen, de handhaving van een gezonde discipline binnen de krijgsmacht een taak en bevoegdheid is van militaire instanties.

Behoorlijke waarborgen voor de verdediging van de betrokkenen dienen in een aan de eisen des tijds aangepast reglement te worden omschreven en iedere militair bekend te zijn.

AMENDEMENT 11 indiener: J. van den Hazel + 5 anderen Aanvulling:

in een nieuw punt opnemen het oude artikel 3. 52 uit het huidige program, b. v. als punt na voorstel3.3.

Dit artikelluidt;

D'66 is van oordeel dat de celstraf als disciplinaire maatregel geheel ver-ouderd is en uit het systeem dient te verdwijnen.

AMENDEMENT 12 indiener: J. van den Hazel + 5 anderen punt 3. 5. "diensttijd" vervangen door: "dienstplichttijd".

AMENDEMENT 13 indiener: S. Stijkel + 5 anderen 3. 6 als volgt veranderen:

D'66 verwerpt iedere discrepantie tussen dienstplicht en vervangende dienst.

AMENDEMENT 14 indiener: S. Stijkel + 5 anderen 3. 9. schrappen van: "etappegewijs".

AMENDEMENT 15 indiener: J. Sons + 5 anderen toevoegen als punt 3. 11:

D'66 is van mening, dat een voor alle militairen uniform, verantwoord beoordelingssystemen gehanteerd dient te worden. De beoordeelde zal daarbij volledige inzage hebben in de over hem uitgebrachte beoordeling. AMENDEMENT 16 indiener: S. Stijkel + 5 anderen 4. 1. als volgt veranderen:

D'66 is van mening dat- binnen de eisen voortvloeiend uit de doelstel-lingen - in de krijgsmacht de interne verhoudingen dienen te worden her-zien op basis van democratische principes en normen. Op basis hiervan ... AMENDEMENT 17 indiener: H. W. M. Stokvis + 5 anderen Nieuw programmapunt.

Aan de beroepsopleiding van militaire officieren, dient een algemene maa tschappelijke- en wetenschappelijke vorming aan gewone burgeronder-wijsinstellingen vooraf te gaan.

AMENDEMENT 18 indiener: A.A. Manten + 6 anderen

Nieuw programmapunt.

Het is zeer ongewenst dat militaire organisaties officieel toegestaan wordt zich ook bezig te houden met taken op gcheel andere terreinen, zoals het toekennen van studiebeurzen en fellowships, en het steunen of !a ten ver-richten van zuiver en toegepast wetenschappelijk onderzoek voor niet-di-rekt militaire doeleinden.

Toelichting:

Zodra een militaire organisatie langere tijd bestaat gaan de oorspronke-lijke bestaansredenen vervagen. Er ontwikkelt zich echter tevens een sterke drang tot zelfhandhaving bij die organisaties. Om hun voortgezet bestaan waar te maken gaat men zich dan vaak steeds meer op allerlei andere taken rich ten. Deze taken hebben vaak weinig of niets met het mi-litaire bedrijf te maken. Een duidelijk voorbeeld vormt de NA VO. . De NA VO trekt jaarlijks een groeiend bedrag uit voor de bevordering der wetenschappen (in 1968 ca. 15,5 miljoen gulden). Hiervan wordt een zeer groot dee! besteed aan studiebeurzen en fellowships (ca. 9,4 miljoen). Omstreeks 300 instituten krijgen subsidies voor wetenschappelijk onder-zoek (ca. 2, 9 miljoen). Aan het organiseren van symposia, e. d. (Advanced Study Institutes) wordt een bijna even groot bedrag besteed (ca. 2, 8 mil-joen). Een relatief kleine post wordt besteed voor onderzoek op het ter-rein der menswetenschappen, in het bijzonder via een in A thene gevestigd instituut voor psychologisch onderzoek van individueel en groepsgedrag (aanvankelijk voornamelijk betrekking hebbende op militair psychologische factoren, tegenwoordig ook op overheids, industrHlle, economische en commerciiile factoren). Er is een duidelijke tendens tot uitbreiding der eigen wetenschappelijke bemoeienissen: In 1960 begaf men zich op het ge-bied van de oceanographic, in 1968 werd begonnen met computer sciences, in 1969 ging men zich eveneens be zig houden met zeer ui teenlopende as-pekten van de milieuhygiene.

Bovengeschetste ontwikkeling is ongewenst omdat: (1) militaire en civiele zaken gescheiden dienen te blijven, (2) er op deze wijze zeer onoverzichtelijke situaties ontstaan, (3) de aandacht zodoende van hoofdzaken wordt afgeleid en beslissingen

over het a! of niet voortbestaan van de betreffende militaire organisa-tie nodeloos worden bemoeilijkt,

(4) er daardoor heel gemakkelijk dupliceringen in wetenschappelijk onder-zoek ontstaan, die verspilling van wetenschappelijk potentieel en van gemeenschapsgelden betekenen,

(5) de wetenschapsbeoefening als zodanig hierdoor onder gevaarlijke be-invloeding komt te staan.

AMENDEMENT 19 indiener: A.A.Manten + 6 anderen Nieuw programmapunt.

D'66 is ernstig bezorgd over de voortgaande bewapeningswedloop. Neder-land dient op dit punt een goed voorbeeld te stellen door een stringente be-perking van het eigen aandeel in de wapenhandel en door op alle geeigende manieren andere Ianden tot hetzelfde te bewegen. De Nederlandse wapen-produktie dient aan zeer strenge overheidskontrole te zijn onderworpen. Wapenfabrikage door buitenlandse ondernemingen op Nederlands grondge-bied moet worden tegengegaan.

Toelichting:

Nederland behoort momenteel tot de middelgrote wapenexporteurs. Tot de buitenlandse ondernemingen die in Nederland wapens produceren behoren de inmiddels beruchte fabrieken van Jurgen Hyer in Limburg en

"De Kruithoorn" in 's-Hertogenbosch (deze laatste als onderdeel van het Duitse Quandt- concern; de in 1967 verongelukte Harald Quandt was een stiefzoon van Joseph Goebbels).

AMENDEMENT 20 lndiener: A. A. Manten + 5 anderen Nieuw programmapunt

De produktie van dum-dum patronen behoort eveneens internationaal te worden verboden. Vooruitlopend hierop dlent Nederland reeds een natio-naal verbod uit te vaardigen.

Toelichting:

Dum-dum kogels (genoemd naar een gelijknamige legerplaats met wapen-fabriek nabij Calcutta, India) kunnen zeer gevaarlijke wonden toebrengen, doordat het voorste dee! van de stalen mantel is weggenomen en de Ioden kern bij het treffen uit de mantel kan dringen. Op het Vredescongres te 's-Gravenhage in 1899 werd door de sektle belast met de bewapenings-kwestie de dum-dum kogel als een ongeoorloofd projektiel aangemerkt. Bij de Conventie van Geneve (1949) werd het gebruik van dum-dum kogels internationaal verboden. De Nederlandse Wapen- en Munitiefabriek "De Kruithoorn" heeft ze echter nog tot 1965 geproduceerd.

AMENDEMENT 21 indiener: A. A. Man ten + 6 anderen Nieuw programmapunt

Het is noodzakelijk dater landelijk uniforme geheime voorschriften wor-den opgesteld inzake door ambtenaren te vernietigen administra tieve ge-gevens in geval van een vijandelijke bezettlng.

Toelichting:

(9)

maarl 1!l70 DEMOCRAAT pagina 9 \~N~'~D~E~M~E~N~T-~,_.,2c__ _ _ _ _ _ _ indiener: A. A. Man ten + 6 anderen

:lie~" programmapunt.

Er behoort een erecode te komen voor de houding "e1ke

overheidsambte-naren dicnen aan te nemen tegenover een eventuelc bczetter. fkzt' ere code dient gcpubliceerd tc v.:orden.

V-c Gemeentepolitiek

AMENDEMENT 1 indiener: P. A. Vuurens Amste1veen.

lli. 01 ve rvalt

Toelichting: het constateren van een feit kan in een politick

programma achterwege blijvcn.

ALTERNATIEVE INTERPRETATIE: ,\MI·;NDEMENT 1b

lli. 01 vervalt.

indiener: Lorier -r 4 anderen

Toelichting: Het uitspreken van de eis dat de gemeente de kleinste territoriale gemeenschap met eigen bestuur is en blijft lijkt strijdig met de concept-artike1en 16. 03 en 16. 17. 16. 18. Van het

al gemeen bestuur der gemeente zullen taken 1noeten \vorden

afge-splitst, zowel naar hoven (bovengemeentelijke organen. interge-mcentelijke samenwerkingsverbanden) als naar beneden (territo-riale en functionele decentralisatie). Het is niet bij voorbaat onmo-gelijk dat in een zodanig proces kleinere territoriale eenhcden dan de huidige gemeenten een eigen, zij het beperkt, bestuur krijgen, terwijl de bestuurstaak van de gemeente zijn algemeen karakter zal verliezen.

AMENDEMENT 2 indiener: werkgroep STAA TSRECHT i.p.v. 16.01/16.04:

De gemeente is als kleinste algemene bestuurseenheid bij uitstek ge-schikt voor het bevorderen van een democratische samenleving. De taak van het plaatselijk beetuur is de bevordering van welzijn en wei-mart van allen, die in de gemeente wonen, werken of vertoeven. Als be-langrijkste middelen tot het bevorderen van de democratie op locaal

ni-i veau ziet D'66:

a. meer contact tussen bestuurden en bestuurders,

' h. directer betrekken van de burgers bij de bepaling van het beleid. c. het scheppen van betere mogelijkheden voor de raad om een

wezen-lijke invloed op het beleid uit te oefenen.

In afwachting van de noodzakelijke nieuwe opzet van het regionale en piaatselijke bestuur moe! terughoudendheid in acht worden genomen bij hct ontwikkelen van plannen voor gemeentelijke grenswijzigingen. In geen geval mogen gemeentelijke grenzen worden gewijzigd zonder deugdelijk wetenschappelijk onderzoek.

AMENDEMENT 3

16.02 "De taak van het bestuur" wordt:

"De taak van het gemeentebestuur"

indiener: Vuurens.

In de nummering der artikelen word! 16. 02 16. 01 en zo door tot en met 16. 04 dat 16. 03 wordt.

AMENDEMENT 4 indiener: Voorsclioten.

16. 03 - de zin tussen gedachtenstrepen dan wei het woord "provincies"

daarin ware te schrappen.

Toelichting: D'66 streeft geen versteviging van de positie van provincies (oude stijl) na, zeker niet als nieuwe bovengemeen-telijke bestuursvorm als waarvan sprake is.

AMENDEMENT 5 indiene'r: Voorschoten.

16.04 - het gestelde onder c. ware te schrappen of te combineren met b. Toelichting: Wanneer men - uitgangspunt - verbetering wil brengen in het geringe vertrouwen van bestuurden heeft men meer aan het scheppen van optimale mogelijkheden dan aan "betere".

Dit 11betere" suggereert overigens min of meer ten onrechte dat

de bestaande mogelijkheden nauwelijks die naam mogen hebben. Aileen met het scheppen van mogelijkheden is men er echter niet, deze moe ten ook benut worden. Kennelijk he eft c. echter niet de strekking dit aan de raden voor te houden. Dan is beter in c. tot uitdrukking te brengen: het benutten en scheppen van mogelijkhe-den voor de burgers om e~en wezenlijke inv loed op het beleid uit te oefenen, evt. te combineren met b.

~A~M~E~N~D~E~M~E~;~N~T~6~---~in~d~i~e~n~e~r· Vuur~

I6. 04 toevoegen:

"d. het op ruime schaal Iaten meedenken. meewerken en mede verantwoordelijkheid drag·en van de burgeriL zowel ten aanzien

van beleidsvorming als beleidsuitvoering". Toelichting; overbodig.

ALTERNATIEF:

het toe te vocgen punt kan eventueel ook als vervanging dienen voor punt 16. 04 - b.

Toelichting:

"dirocter betrekken van de burgers bij de bepaling van het belt.Hd"

klinkt te vaag. Het is niet voldoende als de gemeentelijke

bestuurs-organen minzaam open staan voor suggcsties. De plaatselijke

overheid zal zelf acticf contact moeten zoeken met de inwoners

en zal niet alleen het uiten van wensen en ideeen. maar waar

mo-gelijk ook het daadwerkelijk meewerken en mee verantwoorde-lijkheid dragen moeten stimuleren.

AMENDEMENT 7 indiener: Afd. Voorschoten. 16. 11 - ware te vervangen door:

Het acticf en passief kiesrecht voor de gemeenteraad dient te worden teruggebracht tot 18 jaar.

Toelichting: Niet goed is in te zien waarom niet juist bij de ge-meente begonnen kan worden met opheffing van de discriminina-toire leeftijdgrenzen voor actief en passief kiesrecht. Wanneer iemand rijp genoeg bevonden wordt om kiesgerechtigd te zijn wat het bestuur van zijn gemeente aangaat, kan men die rijpheid niet nog drie jaar ontkennen voor wat betreft het bekleden van een raadslidmaatschap.

AMENDEMENT 8 indiener: Staatsrechtcommissie. 16. 12 schrappen.

Motivering: 1. beantwoordt niet aan hetbeoogde doe!: 2. manipulaties bij verkiezingen;

3. door gewestvorming wordt het probleem opgelost: 4. technisch onuitvoerbaar.

AMENDEMENT Sa indiener: Afd. Voorschoten. 16.12- ware (voorhands) te schrappen.

Toelichting: De vraag zou kunnen worden gesteld of de gegeven oplossing niet tot ongewenst gevolg heeft dat in fo-rensengemeenten - in uitersten geredeneerd - het plaatselijk be-leid wordt bepaald door een fractie van de ingezetenen. Het gehele probleem heeft ook raakvlakken met de wijze waarop de wijkraden van de grond kornen. Kan men in zijn werkgemeente stemmen en in zijn woongemeente als "kiezer" (vgl. slotzin 16. 18) de

wijk-raad kiezen of daarin verkozen worden~ dan zou er voor

foren-sengemeenten geen probleem zijn. De vraag rijst dan of dit in omgekeerde richting (deelneming aan wijkraad in werkgemeente) niet evenzeer een oplossing kan bieden. wellicht zelfs een meer doeltreffende dan het uitsluitend uitbrengen van een stem voor de gerneenteraad van die werkgemeente.

AMENDEMENT 9 indiener: Meerburg. pt. 16. 13 schrappen

Toelichting: Het zou natuurlijk volkomen tegen onze ideeen ingaan als we door het volk gekozen wethouder (a! is het via een omweg) zouden Iaten vallen, terwijl we wel een direct gekozen burgemees-ter willen. Het voorstel 16. 13 zet de deur open voor ambtenaren op wethouderszetels, waardoor de ondoorzichtigheid van het ge-meentelijk bestuur nog verder zal toenemen.

AMENDEMENT 10 indiener: Staatsrechtcommissie. i. p. v. 16.13:

De burgemeester dient geen voorzitter van de gemeenteraad te zijn. in

plaats daarvan moet de raad het recht hebben uit zijn midden een voor-zitter te kiezen.

De burgemeester behoort geen beleidsportefeuille onder zijn beheer te hebben. De thans wettelijk aan de burgemeester toegekende taken. spe-ciaal op het gebied van de openbare orde, moeten bij het college ,·an ll &

W worden gebracht.

In afwachting van verdergaande wijzigingen in he! gemeentelijk bestuur moet het mogelijk zijn om wethouders buiten de raad te benoemen.

Kan-didaten hiervoor moeten v66r de gemeenteraadsverkiezingen bij de

kie-zers bekend zijn.

Teneinde de controlerende functie van de gemeenteraad heter tot uit-drukking te Iaten komen. dient een raadslid dat tot wethouder word! be-noemd, zijn zetel ter beschikking te stellen.

Om de onafhankelijkheid van de raad tegenover B & W beter te waarhor-gen dient de gemeenteraad een eiwaarhor-gen. a! dan niet ambtelijkl' secretaris

te hebben. Dezfi' functie is niet verenigbaar met die van getneentesecre-taris.

Het verdient aanbeveling dat de raad onafhankelijke deskundi~en inscha-kelt bij de beoordeling van de voorstellen van B & W.

De gemeentelijke begroting dient een post te bevatten waaruit deze ad-viezen kunnen worden bekostigd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten aanzien van die delen van de gezondheidszorg die voor de 'markt' aantrekkelijk zijn ( cure, Ziekenfon d swet ) heeft de overheid zich meer op afstand geplaatst,

The likelihood-ratio is the probability of the score given the hypothesis of the prose- cution, H p (the two biometric specimens arose from a same source), divided by the probability

Er werd aangetoond dat de Argusvlin- der in het warmere microklimaat van de Kempen meer zou moeten investeren in een derde generatie, terwijl in de koe- lere Polders nakomelingen

• Gebruikers (leken en professionals) informatie bieden op begrijpelijke en eenvoudige manier (permanente. eenvoudige manier (permanente

Als ik het probleem van 4havo leerlingen met het beantwoorden van contextrijke redeneervragen op scheikundetoetsen te lijf ga met een lessenserie gericht op het ontwerpen

oude partijen, die ideologische scheidslijnen in stand houden, die de burgers geen enkele politieke duidelijkheid geven; die niet zozeer bezig zijn met zich in te zetten voor

7. Nederland hoeft vergeleken met de andere lidstaten van de Europese Unie niet meer vluchtelingen op te nemen dan haar quota. Asielaanvragen door vluchtelingen

Bij het voorbereiden van de wetgeving moet niet uitgegaan worden van de huidige stand van zaken maar van de mogelijkheden die er zullen zijn tegen de tijd dat deze wetgeving tot