}
NN31545,0590
22 december 1970Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding
DE POMPFROEP H 72 BIJ fDERKAPELLE
drs A.B. Pomper
S T A K Î N ^ E B O U W
Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.
Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de
conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.
Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking.
'% * "**\ I N H O U D S O P G A V E • f1,* INLEIDING ALGEMEEN OVERZICHT DE POMPPROEF BEREKENINGEN Methode de Glee Methode van Theis
Correctiemethode vlg. Huisman DE SÏOPPROEP SAMENVATTING LITERATUUR BIJLAGEN Blz. 1 1 2 4 4 6 7 10 11 12 13
INLEIDING
Sedert enige jaren voert de afdeling Geologie een onderzoek uit naar de geo-hydrologische faktoren die van invloed zijn op de
verzil-ting in Midden-West Nederland. In de nota 516 (lit. 5) werd reeds een overzicht gegeven van de te verwachten geo-hydrologische opbouw van het gebied tussen de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal. Vastge-steld werd dat pas een goed beeld van het stromingspatroon kan worden gekonstrueerd als meer details bekend zouden zijn van de opbouw van het sedimentpakket tot 50 meter-N.A.P.; in het noordelijk deel van het gebied is zelfs de kennis van een pakket van grotere dikte nodig. Deze dikte wordt bepaald door de dikte van het bovenste watervoerend pakket en de basis zal door de capaciteit van de eigen boorinstallatie niet overal bereikt kunnen worden.
In eerste instantie werd een studie gemaakt van de in archieven aanwezige gegevens. Het eigen boorprogramma dat wordt uitgevoerd be-oogt leemtes in het net van bestaande boringen op te vullen en de
in-terpretatie van voorhanden zijnde boorbeschrijvingen te verbeteren of mogelijk te maken. Getracht is uit de nu beschikbare gegevens een
schatting van het doorlatend vermogen uit te voeren (WITT en VAN
REES VELLINGÀ 1970). Een dergelijke schatting kan alleen een redelijke betrouwbaarheid krijgen als ze m.b.v. exacte berekeningen van het doorlatend vermogen uit pompproeven of Steggewentz metingen e.d. kan worden gekorrigeerd. Ter aanvulling van het bestaande net van pomp-proeven (Archief van het Rijksinstittut voor Drinkwatervoorziening) zal een aantal pomproeven worden uitgevoerd. De eerste van deze
serie werd in de maanden juni, juli en augustus 1970 bij Moerkapelle uitgevoerd.
ALGEMEEN OVERZICHT
In fig. 1 is schematisch de te verwachten opbouw weergegeven. Op een uit vaste rots bestaande ondergrond (mesozoïcum) ligt een dik pakket
fig.1
SCHEMATISCH BLOKDIAGRAM VAN
MIDDEN-WEST NEDERLAND
600 meter • 60 kilometer Sffa&^ifo
$
m
afdekkend pakket veen.fijn zand,klei holoceen
1* watervoerend pakket grof grindrijk zand form.v.kreftenheye.ecm.form, Ä v t e r e ^ p a k k e t SSSEÜS zand }*>"*. v kedichem/tegeien scheidende laag klei ,s!flbr. zand «
Jmoritn iceraen 3'watervoerend pakket zand en kSei
hydrologische basis zware klei
-grens picistoceen jong tertiair
midden ofigoccen mesozoicum
tertiaire en kwartaire sedimenten. Zeer grote hydrologische waarde moet worden gehecht aan de diepte van de midden-oligocene SETARIENKLEI. Deze klei vormt in vrijwel het gehele gebied de onderste begrenzing van het voor de hydrologische verschijnselen nabij de oppervlakte belangrijke pakket. Daarop liggen miocène, pliocene en oud-pleistocene sedimenten die het (de) onderste watervoerende pakket(ten) vormen. De bovenste be-grenzing van dit pakket wordt gevormd door een kleilaag uit het jongste
icenien welke echter niet in a 1 1 e tot het icenien reikende boringen is aangetroffen. Overigens wordt de onderste begrenzing niet altijd ge-vormd door de Septanienklei. PANNEKOEK (lit. 4) stelde vast dat het
ter-tiair in een gebied ten zuid-oosten van 's-Gravenhage ontbreekt, het-geen overigens niet betekent dat de basis van het pleistoceen daar dieper voorkomt. Het mesozoïcum ligt daar hoger dan elders in het
be-studeerde gebied en ongeveer gelijk met het oppervlak van het tertiair. Na het einde van het icenien zijl voornamelijk terrestrische sedimenten afgezet. Het middenste watervoerend pakket direkt op het icenien dus -bestaat uit betrekkelijk grove sedimenten van de formaties van Kedechem en Tegelen. Aan de bovenzijde van dit pakket is een kleilaag afgezet
(de zg. Kedechemklei) waarvan de aanwezigheid afhangt van de morfolo-gie van het midden-pleistocene erosievlak dat veelal de bovenste be-grenzing van de afzettingen in de formaties van Kedichem en Tegelen vormt. Op de plaatsen waar de klei ontbreekt, bestaat een direkte ver-binding tussen het middenste en het bovenste watervoerend pakket.
Het bovenste watervoerend pakket bestaat voornamelijk uit grove en zeer grove sedimenten (formatie van Kreftenheye) en matig grove zan-den (Eemien). Aan de bovenzijde wordt het watervoerend pakket afge-sloten door de holocene sedimenten met een dikte van 10-15 ra (veen, klei, zand).
DE POMPPROEP
De geo-hydrologische situatie in het gebied van de pompproef: In Fig. 2 is de lokatie van de pompproef in detail aangegeven.
Figi.3-S0eft een doorsnede welke aan de hand van de gegevens uit de boringen H 72 t/m 75 is samengesteld. Men ziet dat hier inderdaad sprake
Ol en
m
I
0
CLa.
£
o
CLQ
O r CO cx ^
o
o
û ûo:
O
O
z
»ox:
o
in <Da
* - >§
o^
afgesloten door de Kedichemklei en afgedekt door een ± 12 m dik ho-loceen pakket.
Er zijn op vier niveaux waarnemingsfilters geplaatst: 1) nabij het oppervlak
2) in het grofste deel van het watervoerend pakket
J>) in de fijnere zanden direkt boven de Kedichemklei 4) direkt onder de Kedichemklei
Op IJ juli werd de eerste pompproef gehouden. Helaas is in de nacht van 1^ op 14 juli de motor van de pomp afgeslagen, zodat de ver-laging na het bereiken van de stationaire toestand moeilijk kan worden vastgesteld. Het was ook niet mogelijk de gebruikelijke stopproef te houden. Op basis van deze onvolledige gegevens werd door de heer K.E. WIT een kD-waarde berekend van ± 1400 m /dag en een totale
c-waarde (afdekkend pakket en basis samen dus) van 150 dagen. Op 10 augugstus werd de pompproef herhaald. In de week vooraf-gaande aan de proef werden de waterstanden waargenomen. Fig. 4 geeft de tijd-stijghoogtelijnen van de peilfilters op 45 meter afstand van de pompput. Het konstante waterpeil in de periode voorafgaande aan de pompproef is te danken aan de geringe neerslag in die periode.
Op 10 augustus regende het (6 mm) maar dat had geen invloed op de waarnemingen in de ondiepe filters.
De gemeten hoeveelheden afgepompt water zijn in fig. 5 gegeven. In het totaal werd tussen 10 uur 's ochtends op 11 augustus en
10.40 op 11 augustus 681,9 m water opgepompt, zodat een gemiddelde 2
capaciteit van 27,5 m /uur werd aangehouden.
In bijlage I zijn de gemeten peilen in de verschillende waarnemings-buizen weergegeven. In fig. 6 zijn de dalingscurven van de waarnemingen in het watervoerend pakket gegeven. Uit deze figuur valt af te leiden dat de volgende ochtend de opgetreden verlagingen in vrijwel stationaire toestand voor de waarnemingsputten op een afstand van 15 meter, 45
meter en 1^5 meter van de pompput resp. 26,0, l6,2 en 9*9 CIn bedra-gen
£ De eindsituatie van de filter op 15 meter is niet geheel duide-lijk. De verlaging bedroeg bij de laatste waarneming 25,8 cm.
"•5 gl
O
ino
ß
:i: : :Hi-;»i •|—DrH t :,: : :H:::i J in''\ H
:::''
ïn-gë
i i:::LMl
: :
i-m-t
(•'m . T <H*" T
. . - t g ; ; r »b • I : : :jh;;i i. .Q-n : : :M::>; : : .1: : H : ;<•a;/
,..Q • ••p;;i : : p . ::i ^ : : : J : : H :-f^J—•
1
JÜ£ L. 4> (O O» cÊ
c
t_o
o
J3_ Io
in co
•oc
o
N . C J • O Q> c o « o S c o c c >I
4?a
E
o
Q.o o o
oo in co io
3A
F
<L> 0) <U ^ "Oe
u>
o
00 _ )V
T3 O N "O X3 3 Ox>
»0o ;
;i; __
_C:E
o
- I O
£ <
z
o
o
CV1o
co O ' t Om
o
o
If) co
i
*-» -ja.
c
lin*o
-5-» O)o
o
x: o» + j ui>
£
i-W-.
Ä
.
^\r
—• •y> -. — » e Ma
B
ai CD 't CO CO (O 00 (O Oca
S
£
00 N O 00 CMoo
00 <0 00 CO 00 O O)go
O) CM GO CM Cvl <û CM lf> CM CM ro CM CM CM CMO
CM O) 00 CDin
\ c
c
*5>
CM CO CM CVJ CM CV»O
CM 0) CO Nro
CM CM<D E
• » - >I-s
R
O O O O tno
o
o
ü
co
O
O
CMO
o
T — DJ Cä
E
o
CL 00o
*"" 0) 00N
COm
• *co
CM COO
*"• CM N IO
CX O.E
O
CL 4) C X3 O) 0).5
"OX
(O .0) C '. / /
f
1
1
1
1
]f
•'t • /'J
f. ,
• • /* /* • • • • • • ! . /1 !
\ ' ! / /i... /
! y1/
• •1/
\ m i i i i i i 1 f JI 1
II H
f /
/ /•' i
1
l
/ * • / • / • • l 1 7 /* • * / / • • / / / ; / / • • / / » • • • • / / • / / • / • i l l i i l1
/ ' / / / • / *1
/ /7
, • . •i
c e c L. | E g r> c «1 *~ 0 S m o ^r CD <- & « 3 O ' u <n c o> Il Dali ! pu t 0 3 0 O 1 1 1 1 18
E o «i N •* ta *0 O w f <0 «0 O - • - - I«)BEREKENINGEN
M e t h o d e D E G L E E :
Het feit dat er sprake is van semi-spanningswater geeft de moge-lijkheid de berekeningsmethode van DE GLEE (lit. 1) toe te passen. Hiertoe zijn de afstanden van de waarnemingsputten afgezet tegen de
verlagingen in stationaire toestand op dubbellogarithmisch papier.(Fig.7)• Daarna wordt getracht de aldus verkregen punten te "passen" op de
type-curve van de Besselfunktie K (x) (lit. 2). De verkregen asserverschuiving bedraagt voor de horizontale as 480 m, voor de vertikale as 0,077 m,
waaruit de volgende waarden kunnen worden berekend:
2 \ gp = 0,077 m (1) Q = debiet <681,9 m3/dag) kD= doorlatend vermogen kD = 1410 m2/dag -^ =VkD.c = 480 m (2) c = vert, v/eerstand v.h. afdekkend pakket en de basis samen c = 163 dagen
(1 » 1
+1 )
C C1 C2 Men ziet in Fig. 7 dat de betreffende punten niet geheel dekkend gemaakt kunnen worden met de type-curve K (x). Daarvoor heeft öf de waarne-mingsbuis op 15 m van de pompput een te sterke verlaging öf de andere twee een te geringe. Het eerste is aannemelijk als men zich realiseert dat er sprake is van een onvolkomen put. Uit Fig. 3 blijkt dat het put-filter niet de gehele dikte van het watervoerend pakket bestrijkt. Dit heeft een extra verlaging tot gevolg in de putten die dichter bij het pompfilter liggen dan de dikte (D) van het watervoerend pakket. Dit euvel is te verhelpen door de waarnemingsbuis op 15 m van de pomp-put geheel bij de berekening uit te sluiten. Wordt de type-curve op de verlagingspunten van de overige filters gepast dan krijgen we:1^. LÜ LU I O UJ O m c to o> o > TO 'to JZ
•o
tz too
o
TD to•o
c
o
>c
'E
4; je to to ja to QIE
S JE
O
o
o
c
O18
<»-o
O O_ o
2 - i T k D » ° '
0 6 1 mkD = 1800 m
2/dag
/
* = V K D . C = 740
m-c = 504 dagen
In tabel I is te zien dat de landbouwbuizen een zeer geringe ver-laging hebben getoond. Tot het begin van de neerslag (± 1 uur na het* begin van de porapproef ) was er zelfs geen sprake van waterstands-verandering. We kunnen dus de toestroming uit de bovengrond verwaar-lozen. Dit geeft de mogelijkheid de formule van THIEM toe te passen:
2KkD(h
3-h
2)
l n ( r j r )
2'^y
Q = w A ? (3)
2.
Waarin:
kD = doorlatendheid in m /dagh en h = verlaging in meters na bereiking van de stationaire toe-stand. In de waarnemingsputten op resp. 45 m en 135 m afstand van de pompput.
r en r = afstand in meters van de waarnemingsputten tot de pomp-put.
Q, = debiet van de pomp in m /dag.
V/e sluiten derhalve de waarnemingsput op 15 m afstand uit. Een voorwaarde voor deze formule is dat we te doen hebben met een volkomen put d.w.z. het filter beslaat de gehele dikte van het pak-ket. Hoewel aan deze voorwaarde niet is voldaan kan de formule wel worden toegepast op de filters op 45 en 135 m afstand.
Gegevens : Q = 681,9 nrVdag h = 16,2 cm = 16,2.10 meter -2 h_, = 9,9, cm = 9,9.10 meter 3 r2 = 45 m r = 135 m
12
fifii Q - 2rckD(l6,2-9,9)lQ~2 , y " 2,3(log 45-log 155)
kD _ 2,3 x 681,9 x(log 45-log I55)x 102 ~ 2 x3.lt x(l6,2 - 99)
kD = 1891,3 « 189O m2/dag
D e m e t h o d e v a n T H E I S
Een derde rekentechniek die we kunnen toepassen is ontleend aan THEIS (li. 3) waarbij uitgegaan wordt van een pompproef in
niet-stationaire toestand. Hiertoe worden waarnemingen (verlagingen) af-gezet op dubbel logarithmisch papier tegen het quotient -37 (t is
de tijd in minuten, r de afstand tot de pompput in meters* (Fig. 8 ) . De zo ontstane punten worden zo goed mogelijk gepast op de curve van de funktie W(u) tegen het quotient — (Fig. 8 ) .
»-el
(4)
Waarin:
r = afstand tot de pompput (m)
S = bergingscoëfficient (demensieloos) kD = doorlatend vermogen m /dag
t = tijd (dagen)
Het verband tussen W(u) en — is in tabellen gegeven (lit. 3) Uit Fig. 8 kunnen we aflezen dat de assenverschuiving langs de
-2 t h-as (vertikale as) 2,8.10 bedraagt en langs de —— as
(horizon--4 r tale as) 4,7.10 . Hieruit berekenen we met de formule:
B > - ^ - H ( u ) H ( u ) - 1 0 ° ( 5 ) «= 2,8.10 kD = 1938,9 «195O m2/dag en 4kD(\) S= 1 r kD = 1938,9 (6) —2 uitgedrukt in ^ * / 2 4,7x10 dagen/m = —fp+ö" 25,31 25 13
-R.
CD Cr. ' O «o c O)o
>x:
•o
c
O O "O 0) T3 C O > 4) > 3 U «n o o.c
CD <bc
c >
<D C <U £ _•°ÜJ
D X * - 3 O \•
O «D
\*1U
3into in
*- yf f ) •*-> *""a
o
o
o E3
' O CM'o
E
c
co•o
.01*1'*
C o r r e c t i e m e t h o d e v i g. H U I S M A N (lit. 6)
Bij de berekeningen volgens de methodes van ÏHIEM en DE GLEE werd de waarnemingsput op 15 ni afstand buiten beschouwing gelaten om reeds eerder genoemde reden (blz. 4 ) . HUISMAN heeft een methode gegeven waarmee de waargenomen waterstandsverlaging kan worden ge-corrigeerd. Hiervoor geldt de volgende formule:
Y = (S )gedeeltelijk - (S )geheel =
Q 2it kD
2D 2 1 ( , n b . n a ) nTtz v /rftrx ,„-,
X
Kd n=1 n |
S i n— -
S m— J
C 0 S—
Ko
(—
) (7>
De symbolen zijn te lezen in fig. 9
(S )gedeeltelijk= de verlaging in stationaire toestand van de te corrigeren put
(S )geheel = gecorrigeerde waarneming
Van belang is te weten hoe ver men de waarde n moet laten uit-strekken. In de praktijk blijkt dat de reeks bij n=4 al zodanig is geconvergeerd dat Y - Y - binnen de waamemingsfout van (S ) ge-deeltelijk valt. Gegevens : a = 13 m D = 42 m b = 15 m r = 15 m z = 25 m Q = 68l,9 nr/dag d = 20 m
De kD-waarde wordt geschat. Is er een grote diskrepantie tussen de aanvankelijk gebruikte kD en de na correctie berekende waarde dan zal de aangenomen kD-waarde moeten worden aangepast. Als geschatte kD-waarde nemen we het gemiddelde van de reeds berekende waarden
2
i.e.
\y\K
m
/dag
.eh
R
O) "O •oa
C 4> C OE
to 3 iL ^ O Oc
n 1 2 3 4 5 Y (in mm)
2,29
9,50
9,93
9,95
9,92
Men ziet dat de extra verlaging Y nadert tot een v-aarde tussen 9,93 en 9,95 mm. Gezien het feit dat decimalen van mm niet binnen de v/aar-neming lagen, komen we tot een extra verlaging van 10 mm. Deze moet dus van de uiteindelijk verlaging worden afgetrokken. De verlaging in stationaire toestand zal dan niet 26 cm maar 25 cm bedragen. Uiteinde-lijk heeft deze correctie weinig invloed op het eindresultaat. Nog steeds is het niet mogelijk de drie punten op de type-curve van de Besselfunktie K (x) te passen.
Gaan we uit van de waarnemingen van de buizen op 15 m en ;':"> m van de pompput dan bedragen (Fig. 10)
kD = 1200 m2/dag
en van de waarnemingsputten 15 en 155 meter kD = 2140 m2/dag
Passen we nu de drie punten op de meest aanvaardbare manier om de curve dan berekenen we:
kD = 1600 m2/dag
In ieder geval is de aangenomen kD-waarde van 1^40 m /dag voor geen van de drie uitkomsten juist. Nemen we het gemiddelde van deze drie waarden (165O m /dag) als uitgangspunt dan berekenen we:
x Ter vereenvoudiging is in Fig. 10 en 11 alleen de oorsprong van de Besselcurve aangegeven. In Fig. 10 geeft het teken met 15 en 45 m de oorsprong aan als de curve over die punten wordt gelegd, 15 en
135 als deze over 15 en 135 wordt gelegd
o,
c
• o Si t_o
o
.Si
o
* - »c
<u
a
o
> "O fc. Oa>
.E? fc
t- "Ok °
O JCo>E
me
»J •" UJ«2 a i
<ü «_. in§2
t_ co <u — C 3 £- X O13
O IJÜ LÜ - JO
ui
i o
US? Co»
•2 E
X
1 i 1 1 1 i ! 1 1 1 1 1 1 1 1 Qj-o o 1t
1 f I ^ ! 1 i l l ! f 1 i 1 1 ( C?' "C' !-i
•f-• -•oc
o
ta
O
O
to
„ m
- o
o
ö
o
o
o
o
n 1 2
3
'4--5
Y ( i n ran) r r ' 2,82 11,69 12,21 12,24 12,20De verlaging van de buis van 15 m afstand van de pompput bedraagt dan 24,8 cm.
Na deze korrektie zijn de punten beter passende te krijgen, hoe-wel nog steeds niet volmaakt. We nemen dan de volgende waarden waar
(Fig. 11).
X = ykD.c = 300 meter
2 ^ = 71.10"
3meter
Hieruit werd berekend de kD-waarde van 1529,2 m "/dag, welke dus 2
nog ± 120 m /dag lager dan de aangenomen waarde is.
2 We kunnen nu nog de op pg. 5 berekende kD van l800 m /dag
in rekening brengen:
n
1
2
3
4
5
Y (in mm)
n
v'
3,07
12,73
13,31
13,33
13,29
De verlaging van de waarnemingsbuis op 15 m van de pompput be-draagt nu 24,7 cm. De ligging van de punten wordt nu goed passend. We kunnen dus deze waarde als difinitieve uitkomst van deze bereke-ning beschouwen.
kD = 18OO m2/dag c = 304 dagen
•S?
c
0>"°:>
:=«Xif E
S'a
9 «-S <u i> - «, D» . .— •— ai° <- n
3o 2
+•» r» -c . _ U * j "> t» <uc
C TE
O m i t> — Z »^ (ta o 5£
oeg
e
gspu
t
N-K
E
ie
~ c < •£
UJ Ë ? £
GL
E
arne
i
Hur
s
cor
r
Lü O 4,4, Q > XJ CMc
5>
€ E
o
o
o
C Oa
O
O
DE STOPPROEF
Op 11 augustus werd de .stopproef gehouden. Om 10.40 uur werd het pompen gestaakt. De waarnemingen zijn in bijlage II verzameld. De vol-gende dag werd de "normale" toestand bereikt. De weersomstandigheden waren gunstiger dan bij de pompproef; er was geen neerslag.
Bij de berekening werd de IHEIS-stopproef-formule gebruikt:
s
" = ¥ F k D (
l n! -
l ni ^ <
8>
Waarin:
s" = verlagingsverandering
S = bergingscoëfficient voor het beëindigen van het pompen
S" = bergingscoëfficient na het bereiken van de evenwichtstoestand t = tijd in dagen sedert het begin van het pompen
t" = tijd in dagen sedert het einde van het pompen ten tijde van het waarnemen van s"
Bergingscoëfficient: In een homogeen pakket ontstaat geen verandering van deze faktor. Hoewel het onderhavige watervoerend pakket niet homo-geen is, treedt dit effekt hier niet op omdat de grondwaterspiegel niet beneden de bovengrens van het watervoerend pakket komt.
Een ander effekt kan wel van belang zijn. Onder invloed van het pompen heeft enige verdichting van het sediment plaats, onder invloed van het herstel van de normale toestand enige uitzetting. Dit zou inderdaad enig effekt kunnen hebben. In grove sedimenten is dit echter een zo gering effekt dat het niet waarneembaar is. We kunnen derhalve stellen dat S = S". De formule (8) wordt dan:
Een voorwaarde voor de toepassing van deze formule is dat de stationaire toestand niet bereikt is. De berekening is uitgevoerd voor alle waarne-mingen en het resultaat is verzameld in bijlage III.
o
We zien dat de berekende v/aarden variëren tussen 1900 m /dag en o
25OO m /dag terwijl de gemiddelde waarden voor de vier buizen bedra-gen: 2026 m2/dag, 2128 m /dag, 2077 m /dag en 204l m /dag. Houden we
2 deze gemiddelden aan dan berekenen we een gemiddelde kD van 2068 m /dag
2
afgerond 2070 ra /dag. Wij zijn geneigd grote waarde te hechten aan de berekening aan de hand van de waarnemingen tijdens de sterkste
stij-2 ging. Deze geven een gemiddelde KD-waarde van 1900 m /dag.
SAMENVATTING
Voor de doorlatendheidsberekening werden verschillende berekenings-methoden toegepast met het volgende resultaat:
a) de Glee met gebruik van het filter op 15 m
2 van de pompput kD = 1410 m /dag
c = 163 dagen b) idem zonder gebruik vsn het filter op 15 m
2 van de pompput kD = l800 m /dag
c = 304 dagen c) Thiem met gebruik van de filters op 45 m
2 en 135 m van de pompput kD = 1890 m /dag
d) Theis met gebruik van alle
waarnemings-filters kD = 1950 m2/dag e) de Glee na korrektie m.b.v, de formule
2 van Huisman kD = 18OO m /dag
c = 304 dagen f) stopproef na toepassing van de
stopproef-2 formule van Theis 2070 m /dag
2 g) idem voor sterkste stijging 1900 m /dag Beschouwen we dit lijstje dan zien we dat de berekening a) duide-lijk uit de toon valt. De reden is bekend nameduide-lijk de onvolkomenheid van de put. De overige waaiden liggen allen om de waarde van d)
na-2
meiijk 19OO m /dag. Wij zullen deze waarde derhalve als eindwaarde van deze berekening beschouwen. Dit laatste is ook des te aanvaard-baarder omdat zij zonder meer kan worden ingepast in de kD-waarde-kaart van WITT en VAN REES VELLINGA (lit 6 ) .
LITERATUUR
1. DE GLEE, G.J. - Over grondwaterstromingen bij de onttrekking door middel van putten. Thesis 1930
2. JAHNKE, E. en F. v.d. EMDEN - Tables of functions with formulas and curves. 19^5
3. KRUSEMAN, G.P. en N.A. DE RUDER - "Analyses of pumping Tests data" Bull. 11 IILC 1970
4. PANNEKDEK, H.J. e s . - De geologische geschiedenis van Nederland, 1956
5. POMPER, A.B. - De betekenis van de Oud-Pleistocene en oudere for-maties voor de Hydrologie van Midden-West Nederland. I.C.W. Nota 516, 1969
6. WITT, H. en E. VAN REES VELLINGA - Proeve van een kD-waarden-kaart van Midden-West Nederland. I.C.W. Nota 573, 1970
IA . 3 JB M A JM es n SC . H > . ! o •p « w a M m m o o ^ • ^ • » • » J t ' Ï I f t l A l l M f t i n i O v O O O N W m ^ i O N O m O O ^ CM CM CM « » « « < N « « W « » « « « « W « « W « « « « « N h ( N CM iM CM S IA r-CM CM cy 5 CM M | a a ô ^> 3 a • 5 •o « c _
3 s 'ä °
I A (M iA lA lA CM CM CM? ' 8 S 5 S
é » * 8 8 S 8 » 8 » » R ^ « „ . , , « , * • • • • • • • • • • • O N - * N r Ö 9 Ä Ö * - r - * - C M C M < M r t \ K \ . * m M > r * . O X * - * - * - * ~ C M < M K\ IA -tf ..o O O ^ U) 00 O • • • • • • ^ m KV K M f t K\ r^ c>. o c». c«» c*- t- T- <r c*- c*- r-.A ~ o S3 o r r r r (M • * o o - * 0 0 C M c 0 C M O 0 » i r \ C M l A K N 0 0 C M C ^ C M C ^ '< ,> C^CMvO CI> <î> ç5 Os C f X j C f i O O O r r c j i f t B l t n j f - i - i r i i r i v f l y u N O ? SPS?*!?' * - r - t - * - r-r - T - T - c r * - r - t - r - * - T - r - r - « - * - * - r - r - t - ' ~ ^ ^ ^ ^ IA 01 O » C>- I A t>-I A• • • • • • • • • o> I A - * vo "^ I A c \ a» ^ N N co Q w c o c o c o <0 O CMê
<j\ rA - s f O i A C * » ( T »• • • • • • • • • * • 1 A 1r t < ï » C>> -Xi IA IA CM I A I A CM l A I A & 6 |& -°
O M a M IA H S I A CO O N r r r k O C A v O I O N M M o O W i r i g r r N i f t m « ) N « o m g Q r r M i f i M < - N N N N S N S 3 8 ( 0 4 I C C f « ) r IA o i f t r O «" IA r 4 I À I Â O V O Ç Ï C - S S SB 9> 2> CO ( 0 O Q 0} CO « co co co v- t r T - * - r- *" *" * - * * * • O çpg. • <• •er* er* o> •?>
(A •3 vS IA IA IA «A t>-• • • • • V r- T- T- r-a» 'Ü lA % •B j o. •
fi"
s
•a •3 a h « . S a) e i A 3 9 £ fl-d IA IA "«M ' ' S IA O & IA t A ON vO O § • tA rA I A IA o aiâà
« ° -* s
? a S 8 8 5 8 Ä 8 R R R r r r W < M ( \ I K \ f T > ^ " i A v O N O N r t - * - r- CM CM S A « 2IS
v n v N l \ } W - » - » - * - 2 a > « üS)S
fH <V2 <£ 'S "Vi vO vp vO vo O 0*» * - VN VN VN • • • • 9 vn Wi Ui vn O vO vO vO vO vO v> vn vn vn vn C VN * • • ) * - V> Vn8
VN vO vn • (-•• p . 1 m H • a c*-o < V I»
- 1 s o g. H ta « J -<D £ • s al
3
£
ko VO \J1 * £ * - * * Vg O) S5^ M ( ^ V)' vji > J v u - i ( ^ 0 ) O C D > J W a O C D a ) v j J ^ v Û»
* g <D B •1 - a I£
a v iSi
ft uJ8^&'£v3
VN * - V I -A vO vO vO v u vO vO VO v u V 1 V l . p - * - * - V M V N V N v O V N O C > V N O V N V M O vn W V i M B M a£
£ S15 « 18 2 2 3 « « S S
. p - v N 0 N v N v O V N v O v n l v > v O * - CO vn r o i v > i \ ) i v ) i v > i v ) f v > i v > r o r o v n v n v i v i v n v n v n v i v i v i • • • • * • • • « • O O O O M M M M M W * - r o •_» _ i _ i ^>. j i - i . * o • # • • • • • • • • O - k -0< -p- VN VN OV OD 0 V - > 1 ro vn • VN - i - »S S
- i SX -*S
VN «y a er S a CD o> o . a OD ^ a* v/i vn vji -» o> ro vo vn vo * - vn ro VN o* v i ro - i _ i - i - i - i - i _» - i - 1 _ i . Q > * Q 9 ' 0 9 - 0 9 0 0 ' O > .03'00 *G0'03 0 9 ' 0 9 QD *• *• w ui vi M ro _i -i .» 0 0 0 « • . . • • • • •.-•. • • • • ' • • • V O O-> V O - O r O C * ' - i 0 3 * - ^ k - 0 * - © O o H B la - o l - l - i - i _ i _ i - 1 - 1 -> - i - i r O V N V N V N V N * - V N V l + ^ V N * - - S - V N • • • • • • • • • • • • • v D r o v N V N V n v n o s O - c - o ^ v i O O o18
v n v N l v j r o - » - i - » - » o » ^ O Ç * v n 5-œ B-fi IV) W M VN VN VN vn VN iv>• • •
* - OWO r o r O r o r O I O t u r O I V ) VN VN VN VN V t VN VN VN f O V N N > - i | 0 - i - l - i * • • • • • • • - O M V V l - i V l O V I o> VN 3 ' ».g
« • • O O M3
SS
en v i Ô> Vn vn * - * • \»• • • • • •
(V) Ctv > 3 V i v O vO M vn 53 $ S3 53 S3 S3 $3 ^ !$ * - * - * - « l « I N N O O • • « • • • » • • v O X N O V I I V - P - V I V N V N o o p' u M H O" VN vn B a rf a 1 t r rosr
g e. & T P. tn> o g tt :3 H o . . _ 3 co oo co co eb JA S c > c ? K o o o c > a > 5 c o e o c > - p « v D r - ^ S i A ö o c r » ts
-•8* S- iSlSlSÄÄ g SÉÉSîiiiSëëSSfiSÈfififiSSéSÈÈ
„s.
•a*
8g
l K\ OU S 3 S fc £ 8 8 S* CM « CM S> SiS g
« «ttfc
O i CJf
I A GO • « CM3 5
S i CM o • ft CMf
CM o •?
CM vO CM8
• & CM£
CM O • « CMI •• ; ï T j o - « ? i p a a 8 » * R S
• a • • • • • • • • • _ o o j ^ " r * » 2 £ * - * - r - C \ l < M K \ K \ . s t m v O C ^ O N r - r - r * r - CM»ass»
s a r -^ S • H r-t S ^»•s
O rH 1-1 m s-00 a h 0)â
::? A «l
i
0) •«3 S • e a> +> « & »1*
il
S a & « O T3 c 3 • H >i !
s*
h a* • +» • a m .» (4 0) +» a a l A*-••s
'sa
" e S. •Ö3
j â l A • f - l M M M O • g * A H M O M CD1
R H O VI-•as
^ • Xi X> ( A • r H | « fi M M m• 3 *
Si H I A in -< t J l A «4 lA _ «• a M K\ m I A 'ä I A ja r -0) 'S Ou +» S i - l•d
-a-» « c •g
r P --* p » r -1 « 1A c -CM p » • tf\ •1
o • -* CO r-S
a v> "So~c"s?
P- P- P- p . p-• p-• p-• p-• p-• p-• p-• CO CO CO CO CO CO oo O r K\ IA 1A I r t v O • • • • • • • r<\ T- I A rA rA rc\ res p . p- p . p- p . p- P- P- v- v r" P- P- r-IA tA r- r-IA ff> r r 4 O l f t « I I A O N 0 l l f l N - » O CO CO CO CO CO CO c o r- *~ v *~ ^ r> i « * / U l \^ i— » v — . » • —• « ^CMr-CT» « O Ift N * I f t - * ift o» lA CO I A I A -a-p . -a-p- -a-p- L A O <A - * • * •£• : ? • * JA P - P - P - P - P ^ P ^ P ^ P ^ P -t - t - r* T" r-00
3
IACT> D - O H N P - ^ O ^ - ^ O IA CM CO CO c o o o c o c d ä j K p r * -IA t -CM C O t A l A v O C O l A O O N O r - f A C O » - \ O O I A l A C T > v O \ 0 0 > ' A C 0 1 A O v O O " * O C M Otu
s
CO S • • • • • • • • • S CO C ^ t > - ^ 0 ^ ©u^ ^ ^ ' o o c o c o c o c o c o c o c o iA\OvOT" f" v &\ *0 • • • • • • • • c o c o c o c o c o c o c o c o w S 8 RS 8 K\ o S 8 ^ i A r r w c \ l ^ r r \ ° ° S r r r < \ i W K S K S 4 - ^ v û S O > ^ r-" r- v-e ^ ^ ^ S K Ü A ^ SVn t o t o
SS«
J J a Co£ 8
v o vO vO - i - i - i . . . CO VN *-3 -3 $
0> 00 COs
O O U tg
VO * - -\J •sj ->J ^ vn o> o« . . . O CV) t o co iv) t o _ i - i - i <y> ov vn . . . I O CO CO VO VO VO co co to . . . O co vn . . . CP» c* er* v o vo VN * • to vn * vo o* -& - Ä - ^ - k - * . à . À _ } 2& — — _ C O G O C O C O C D O O C O C O C O to to to "" to co co • - o vn vn vn ->i vn C O C O C O C O G 0 0 3 0 0 C O G O C O t O t O f O f O V N V N V N * -. -. -. -. -. -. -. -. -. 0 * U 1 0 M K O ( M » * -^ ™* B » M* _ -^ _ « ~-^> . w . _ * -O -O -O -vj - ü ^J ^J > ] -O v n o - N J C v - J C o c o c o v o . . . C O N l O C O J O ^ I t - » co co t o co t o IO - i .& -& _ i . 1 _ i vn vn vn vn vn vn . . . CT> 0"> * - CO CO - » •vj -O - J -O "O -O 0> -vl "vl >1 00 VO . . . . . . vo co vn -*l o o _ * - i - i _» _ i _ * •<0 ~ J - O •>! - O - O VN VN VN VN VN V» . . . . . . t o * • cr> <r> œ co .>. _ i - * - i S co -A .» « d - 0 VN 00 -A •s) » J *-vn _& -o * • -P- VN ->j *• co N N ^ Ü S S vn vn o> tr> -o -o . . . ;oo vo :VN . O » ; * --o VN -o VN -o -o VN VN VN - O 0 0s.*.'
in a a° ê
• S "..-.' T> M 1-3 c+ F ' (B C l . • j (J. ft O •o <D •^ vn » er YP. $ w - H TJ vn o B s -o •af a
VN er . o* . er * - V) .« vn H . er en n -• .* vn M vn M S er 8-Vco P. f? o> to vn H M W H* . VN er er . erff P.
- n O ' • ' : ' • H'•..;' °* '
vii' P-S 01 « -p-O H vn M B O e r et-lttP-9 •vj «1 © H I - l H VN er ;-'Jer 3 o F1 en er F ' 1-« S (D H M - i V n f O I O f O - » - i - » , » . p 0 > J|
SSo
1o 3 SB 8 ^ °
$ 8
235.4 0 234.2 0 234.2 0 234.2 0 234.3 0 234.2 0 M I O tO fO CO CO * • * • * • H> * " 4 ^ VN VN VN VN VN Vn 8 8 8 8 8 8 M £3 ^ y ÜJ « CO V N VN VN V N *-8 S « 5 -8 -8 é
235.1 0 234.8 0 244.9 0 244.5 0 275.2 0 274.8 1 274.1 0 CO * CO *-vn . -\) O vn ov . . CO * • - i vn er VN P' . er 0> « bui s II ] 26, 0 ro - Jil
P.Bijlage I I I
?
* f i -> .*> .7 f,V ^{ "'• » JI :'-***.' j?orrm t 1 12 1 6" 1 4 1 3 5_ 12 1 2 7 12 1 3f
14
i |-f
24
34
44
4
4
9 10 12 14 17 21 ixe itu = — • n 4 n s tr s = 3 ^ 1 7 0 . 7 s1 k1D1 196,8 2 0 , 3 2 196,3 19,25 195,3 19,14 1 9 ^ , 6 19,05 193,8 19,18 193,3 19,17 192,8 19,23 192,6 2 0 , 7 9 192,1 18,95 191,3 19,21 190,8 19,27 190,1 18,71 189,6 19,47 189,0 19,57 188,3 19,66 187,5 20,01 186,9 2 0 , 1 6 186,6 2 0 , 1 7 185,6 2 0 , 3 7 184,9 2 0 , 7 4 184,5 2 0 , 7 8 183,8 2 1 , 1 4 183,5 2 1 , 1 9 183,0 2 1 , 2 5 182,6 2 1 , 2 7 182,0 2 1 , 4 8 181,4 2 1 , 6 3 S =s S2 187,7 187,7 187,7 187,7 187,7 187,7 187,7 — __ __ 187,5 187,3 187,1 186,3 185,9 185,1 185,1 183,4 183,0 1 8 2 , 3 181,8 181,5 181,0 180,7 180,2 x o g v 2- l 6 9 , 0 k2D2 28,36 2 6 , 3 5 25,18 2 4 , 3 4 2 3 , 7 0 2 3 , 1 7 22,72 —. __ _ 19,62 20,11 19>79 20,01 19,90 19,92 18,85 20,45 20,48 2 0 , 8 2 21,19 20,91 21,09 20,75 2 0 , 6 6 ; t • s - s _ . 3 S3 2 7 9 , 8 2 7 9 , 8 2 7 9 , 8 2 7 9 , 8 2 7 9 , 8 — 2 7 9 , 3 — 2 8 0 , 0 _ _ 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 8 0 , 0 2 7 9 , 9 2 7 9 , 8 279,8 2 7 9 , 8 2 7 9 , 7 2 7 9 , 6 2 7 9 , 2 2 7 9 , 0 2 7 8 , 7 2 7 8 , 3 - 2 6 7 , 4 k3D3 t 14-< 1 m _ _ _ 2 5 , 9 2 2 5 , 6 5 2 4 , 4 7 2 3 , 7 5 2 3 , 1 2 22,51 2 2 , 2 3 22,15 2 1 , 8 2 21,48 2 1 , 2 3 S = 5 ^ - 1 8 6 , 6 s4 k4D4 28Vervolg b i j l a g e I I I t 25 30 36 42 50 60 70 85 100 140 170 190 210 23O 26O 275 56O I58O S1 181,e 180,2 180,0 179,5 179,1 178,8 178,4 178,0 177,1 177,0 176,7 ^ H 175,8 175,2 _ 175,2 175,0 k1D1 k1D1 21,56 22,36 21,80 22,11 22,07 21,72 21,80 21,63 23,38 21,07 20,53 22,16 22,90 _ 15,57 9,19 20,26 S2 179,5 179,2 178,4 178,0 177,4 177,1 176,7 175,3 174,8 174,8 174,5 . _ 173,8 172,1 k2D2 k2D2 te - ' 21,15 20,82 21,57 21,62 22,07 21,72 21,80 25,06 25,79 _i_j w ^ — 18,75 . 1 8 , 7 3 ^ _ M B 14,60 12,74 21,28 S3 278,1 278,1 278,0 277,7 276,5 275,8 275,2 274,1 274,1 273,5 273,5 273,4