Vraag nr. 159
van 27 augustus 2003
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Nederlandstalig onderwijs Rand – Promotiecam-pagnes
Terwijl steeds meer Nederlandstalige scholen in de faciliteitengemeenten rond Brussel net zoals in de hoofdstad te maken hebben met een belangrijke aanwezigheid van anderstalige kinderen, blijkt uit de V U B-studie "Taalfaciliteiten in de Rand, O n t-w i k k e l i n g s l i j n e n , conflictgebieden en taalpraktijk", dat ongeveer een kwart van de kinderen van Ne-derlandstalige gezinnen naar het Franstalig onder-wijs wordt gestuurd.
Is het in het licht van het regeringsbeleid dat ertoe strekt het Vlaams karakter van de Rand te handha-ven en te verdedigen, niet veeleer aangewezen om in de betrokken gemeenten geregeld een campag-ne op te zetten die de Nederlandstalige ouders van de kwaliteiten van het Nederlandstalig onderwijs tracht te overtuigen ?
Bestaan er in dat verband al concrete plannen of werden er opdrachten terzake gegeven ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Vanderpoorten (vraag nr. 159) en Van Grem-bergen (nr. 220).
Gecoördineerd antwoord
Het allereerste uitgangspunt voor het regeringsbe-leid in de Vlaamse Rand rond Brussel is de reali-t e i reali-t , waaruireali-t blijkreali-t dareali-t de bevolking die in die ge-meenten woont in overwegende mate anderstalig i s. Het beleid van de Vlaamse regering is er inder-daad op gericht het Vlaamse karakter van deze ge-meenten te handhaven, en voor het onderwijs bete-kent dit dat zoveel mogelijk leerlingen de Neder-landse taal leren, bij voorkeur doordat ze kiezen voor het Vlaamse onderwijs.
In de taalwetten van 1963 is bepaald dat de inwo-ners van de faciliteitengemeenten binnen wettelijk
bepaalde voorwaarden kunnen kiezen voor Fr a n s-talig basisonderwijs. Het is binnen die voorwaarden niet mogelijk om als Nederlandstalige te kiezen voor een Franstalige basisschool in een van de faci-l i t e i t e n g e m e e n t e n . Ze kunnen wefaci-l voor een schoofaci-l in Wallonië kiezen, ook in het secundair onderwijs. Toch ben ik van oordeel dat deze kwestie op dit moment het meest actuele probleem is. Op een ontmoeting met de schooldirecties uit de V l a a m s e Randgemeenten in december 2002 bleek dat er een duidelijke beweging is naar de Vlaamse basisscho-l e n , weg van de Franstabasisscho-lige basisschobasisscho-len. Dit is een zodanig sterke trend dat de directies zeggen moei-lijkheden te ondervinden om alle leerlingen snel genoeg de basiskennis van het Nederlands aan te leren.
In die context lijkt het me duidelijk dat een groei-end aantal inwoners wel degelijk overtuigd is van de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs. Deze scholen danken hun kwaliteit in hoofdzake-lijke mate aan hun eigen beleid, in combinatie met het algemene onderwijsbeleid van de V l a a m s e o v e r h e i d , en hebben zich wellicht onafhankelijk van bijkomende promotiecampagnes een degelijke reputatie verworven.