Vraag nr. 6 van 7 juli 1995
van de heer L. VAN NIEUWENHUYSEN BRTN – Nederlands in de Wereld
Naar aanleiding van het colloquium Nederlands in de Wereld dat begin 1994 plaatsvond, vroeg ik aan de voorganger van de minister een overzicht van de pro-gramma's die de BRTN in de loop der jaren had uitge-zonden en die afkomstig waren uit Zuid-Afrika, Na-mibië, de Nederlandse Antillen, Aruba, Suriname en Frans-Vlaanderen.
Het antwoord was teleurstellend. Er bleken geen pro-gramma's te zijn uitgezonden omdat er, behalve van Zuid-Afrika, geen aanbod was.
Omgekeerd ging er vanuit de BRTN alleen een pakket programma's naar de plaatselijke omroepen in Surina-me. Of die daadwerkelijk werden uitgezonden is mij trouwens niet duidelijk.
Tijdens het colloquium werden heel wat goede voorne-mens uitgesproken om daarin verbetering te brengen. Zo sprak de administrateur-generaal van de BRTN over de noodzaak ”onze schaarse middelen samen te leggen en zo efficiënt samen te werken voor coproduk-tie, cofinanciering en copromocoproduk-tie, dat wij samen een nieuwe grote worden naast de bestaande groten”. Graag vernam ik of er al initiatieven in die richting werden genomen.
Kan de minister mij tevens meedelen of sedert vorig jaar de BRTN reeds programma's uit bovengenoemde landen heeft uitgezonden ?
Werden er omgekeerd BRTN-programma's aan om-roepen van deze landen verkocht, geschonken of uitge-wisseld ?
Antwoord
De BRTN deelt mij mee dat met Zuid-Afrika de betrekkingen zijn uitgediept, o.m. door de aanstelling van een permanent vertegenwoordiger van de BRTN in Johannesburg (Dirk Everaert ; ex-regisseur).
Wat Suriname betreft, heeft de BRTN in het kader van een ABOS-project een mediaopleiding verzorgd voor programmamakers en technici. Voorts werden een 60-tal uren programma’s afgestaan, waarvan een gedeelte door de Surinaamse televisiestations ATV en STVS is geprogrammeerd. Er wordt gewacht op een evaluatie om de resterende uren (circa 40) programmamateriaal te versturen.
De Nederlandse Antillen en Aruba behoren (net als Suriname) nadrukkelijk tot de Nederlandse invloeds-sfeer. Uit deze landen is er weinig of geen vraag naar programma-uitwisseling of -afstand vanuit Vlaanderen. Op het congres Het Nederlands in de Wereld is overi-gens gebleken dat het Papiaments het Nederlands als voertaal verdringt op de Antillen. Met Aruba zijn er geen contacten.
In Namibië is de voertaal Engels. De Namibische omroep heeft weinig of geen belangstelling voor
Nederlandstalige programma’s die veelal als ”Euro-centrisch” worden ervaren. Momenteel maakt de Na-mibische publieke omroep een grondige herstructure-ring door, waarbij begrippen als positieve discriminatie ten gunste van kleurlingen worden gehanteerd.
Dit laatste is ook gedeeltelijk het geval in Zuid-Afrika, waar de grondwettelijke erkenning van 11 officiële talen ook in de media dient te worden geïmplemen-teerd. Het betekent in de praktijk enerzijds dat de SAUK beduidend minder Afrikaanstalige program-ma’s zal uitzenden en anderzijds dat er een ernstig ondertitelingsprobleem rijst. Momenteel is een project in studie om de ondertitelingssoftware van de BRTN samen met een aangepaste opleiding aan de SAUK te verkopen.
Een aantal programmamakers is doende met projecten i.v.m. Zuid-Afrika. Op de radio heeft Piazza in 1995 een tweetal documentaires ter plaatse gerealiseerd. Voorts wordt bekeken onder welke voorwaarden de SAUK via Sentech, dat haar zenderpark beheert, de programma’s van Radio Vlaanderen in Zuid-Afrika zou kunnen verspreiden.
Op televisiegebied worden een aantal mogelijkheden onderzocht inzake samenwerking c.q. uitwisseling op het stuk van kinderprogramma’s, culturele documentai-res, fictie en muziek.
De programma’s die totnogtoe door de SAUK zijn aangeboden, kwamen volgens de bevoegde dienst na een kwalitatieve evaluatie niet in aanmerking voor uit-zending in Vlaanderen.
Frans-Vlaanderen beschikt niet over een televisiesta-tion. Radio Vlaanderen Internationaal bezorgt gere-geld cassettes aan het plaatselijk station Radio Uylen-spieghel.