• No results found

Besluit Openbaar

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit Openbaar"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Openbaar

er is geen bedrijfsvertrouwelijke versie Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/200324

Zaaknummer: E04203087

Datum: 31 januari 2005

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie

Autoriteit op grond van artikel 36 en 38 van het Besluit ONP huurlijnen en

telefonie inhoudende de goedkeuring van een voorstel van Koninklijke KPN

N.V. tot wijziging van tarieven voor internationale 800/900 diensten.

1 Samenvatting

Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) heeft namens haar dochtermaatschappij SNT Connect B.V. (hierna: SNT) een voorstel ingediend bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) aangaande wijzigingen van verschillende tarieven voor internationale 800/900 diensten. Het betreft wijzigingen van de tarieven voor internationale groene nummers, universele internationale 800-nummers en internationale betaalde nummers.

Het college heeft het tariefvoorstel, op grond van artikel 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht), op kostenoriëntatie beoordeeld, zoals neergelegd in artikel 35, eerste lid van het Boht. Daarnaast heeft het college, uit hoofde van artikel 38 van het Boht, het voorstel beoordeeld op non-discriminatie, transparantie en anticompetitieve aspecten. Het college is van oordeel dat het tariefvoorstel in overeenstemming is met artikel 36 en 38 van het Boht en keurt het tariefvoorstel derhalve goed.

2 Verloop van de procedure

Op 8 december 2004 heeft het college het tariefvoorstel, met kenmerk 2004-U-00345-RvB, van KPN ontvangen. Op dezelfde datum is door het college een (elektronische) onderbouwing van het

(2)

Besluit

Openbaar

er is geen bedrijfsvertrouwelijke versie 3 Feiten

KPN stelt voor om de tarieven van de diensten Internationaal Groen Nummer (hierna: IGN), Universal International Freephone Number (hierna: UIFN) en International Premium Rate Services (IPRS) naar een aantal bestemmingen te verlagen (zie bijlage 1). De voorgestelde tariefwijzigingen zijn volgens KPN het gevolg van lagere internationale inkoopkosten. Voor de wijziging in de tarieven voor de diensten naar de overige bestemmingen zal KPN in een later stadium een voorstel bij het college indienen. De wijzigingen, een daling van de tarieven betreffen de tarieven behorende bij het Standaard-, Plus- en Volumepakket. 4 Juridisch kader

Conform het Boht gelden er voor een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid Tw (oud) door het college is aangewezen, diverse verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst. Bij besluit van 15 november 2000 met kenmerk OPTA/EGM/2000/202722 heeft het college KPN en haar

groepsmaatschappijen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover zij aanbieder zijn van een vast openbaar telefoonnetwerk en een vaste openbare telefoondienst, aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke macht (hierna: AMM) op de nationale markt voor vaste openbare

telefonie als bedoeld in artikel 6.4, eerste lid Tw (oud). Bij de evaluatie van 19 december 2002 met kenmerk OPTA/EGM/2002/203903 is deze aanwijzing gecontinueerd.

Op 19 mei 2004 is de gewijzigde Telecommunicatiewet in werking getreden1. Uit artikel 19.1, aanhef en

onder b, Tw volgt dat de definitie van de vaste openbare telefoondienst, bedoeld in artikel 1.1 onder k Tw (oud) van toepassing blijft bij de toepassing van de overgangsbepalingen uit hoofdstuk 19 van de Tw. Uit artikel 19.5, eerste lid Tw volgt dat aanbieders van vaste openbare telefoondiensten die op 19 mei 2004 door het college waren aangewezen op grond van artikel 6.4, eerste lid van de Tw (oud), de aan deze aanwijzing verbonden verplichtingen behouden tot de inwerkingtreding van de besluiten, bedoeld in artikel 19.4, eerste lid Tw. Hiermee worden de besluiten bedoeld waarin, op basis van de uitkomsten van de marktevaluatie, zal worden besloten tot handhaving, wijziging of intrekking van de bestaande aanmerkelijke marktmacht verplichtingen.

Als “aan de aanwijzing verbonden verplichtingen”, zoals bedoeld in artikel 19.5, eerste lid Tw, gelden onder meer de in de artikel 7.1 juncto 7.4, tweede lid onder a Tw (oud) genoemde regels met betrekking tot de tarieven van de vaste openbare telefoondienst. Deze regels zijn uitgewerkt in de hieronder genoemde bepalingen uit het Boht. Het Boht is met ingang van 19 mei 2004 ingetrokken bij het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen2. Uit artikel 19.5, achtste lid, Tw volgt echter dat

het college zijn bevoegdheden, zoals deze voor 19 mei 2004, in verband met de in het eerste lid genoemde verplichtingen, aan hem bij of krachtens de hoofdstukken 6 en 7 zijn toegekend, tot vierentwintig maanden na 19 mei 2004, behoudt3. Artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a, van de

(3)

Besluit

Openbaar

er is geen bedrijfsvertrouwelijke versie

Universele dienstrichtlijn (2002/22/EG) bepaalt verder dat de lidstaten alle verplichtingen in verband met de eindgebruikerstarieven voor het aanbieden van toegang tot en gebruik van het openbare

telefoonnetwerk, die zijn opgelegd overeenkomstig artikel 17 van richtlijn 98/10/EG, handhaven totdat een marktevaluatie heeft kunnen plaatsvinden. Genoemd artikel 17 is geïmplementeerd in het Boht. Volgens artikel 35, eerste lid van het Boht, dient een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw), door het college is aangewezen, kostengeoriënteerde tarieven vast te stellen voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.

Uit artikel 36, eerste lid van het Boht, volgt dat op wijzigingen van tarieven voor het gebruik van een vast openbaar telefoonnetwerk en een vaste openbare telefoondienst artikel 35, eerste lid van het Boht, van overeenkomstige toepassing is. De aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst bedoeld in artikel 35, eerste lid van het Boht, voert een voorgenomen

tariefwijziging niet in dan nadat het college de voorgenomen tariefwijziging heeft goedgekeurd, op grond van artikel 36, tweede lid van het Boht.

Daarnaast is voor het beoordelen van kortingen en pakketten van vaste telefonie tevens artikel 38 van het Boht van belang. Op grond van artikel 38 van het Boht is KPN (inclusief haar groepsmaatschappijen) als aanbieder met aanmerkelijke marktmacht gerechtigd kortingsregelingen toe te passen, voor zover die transparant en niet-discriminerend zijn. Artikel 38 van het Boht bepaalt verder dat dergelijke

kortingsregelingen de voorafgaande toestemming van het college behoeven. 5 Overwegingen

Bevoegdheid

Op grond van artikel 36 van het Boht voert KPN, en in casu SNT, een voorgenomen wijziging van haar eindgebruikerstarieven niet eerder in dan nadat het college de voorgenomen tariefwijziging heeft goedgekeurd. Dit artikel verleent het college de bevoegdheid om het onderhavige tariefvoorstel op het vereiste van kostenoriëntatie te beoordelen, zoals neergelegd in artikel 35 van het Boht. Aangezien het onderhavige voorstel een kortingsregeling betreft, is het college op grond artikel 38 van het Boht eveneens bevoegd om het tariefvoorstel te beoordelen op transparantie en non-discriminatie en dient KPN, en in casu SNT, voorafgaand aan de introductie van de kortingsregeling, toestemming van het college te verkrijgen. Hieraan kunnen voorschriften en/of beperkingen worden verbonden.

Beoordeling

(4)

Besluit

Openbaar

er is geen bedrijfsvertrouwelijke versie

Kostenoriëntatie

Het college heeft het voorstel aan de hand van verschillende testen op kostenoriëntatie getoetst; een integrale test voor alle internationale 800/900 minuten van SNT tezamen en een afzonderlijke test per internationale bestemming. Middels deze testen is het college in staat om te beoordelen of SNT’s kosten voor het aanbieden van verschillende internationale 800/900 diensten in voldoende mate zijn

verdisconteerd in de prijsstelling hiervan.

De integrale test slaagt als de integrale kosten van SNT volledig worden goedgemaakt door de eindgebruikersopbrengsten van alle internationale 800/900 minuten tezamen. De integrale kosten bestaan uit alle verkeersafhankelijke kosten (de inkoop van het ophalen van verkeer in het buitenland en het afleveren van verkeer in Nederland) plus alle apparaatskosten4 van SNT toegerekend aan

internationale 800/900 diensten.

Daarnaast heeft het college per internationale bestemming een afzonderlijke test uitgevoerd. Deze test slaagt als de verkeersafhankelijke kosten per minuut plus de aan de betreffende internationale

bestemming (middels een correctiefactor) toegerekende apparaatskosten per minuut volledig worden gedekt door de laagste eindgebruikersopbrengst per minuut voor die bestemming. De correctiefactor brengt tot uitdrukking dat niet iedere minuut een gelijke bijdrage hoeft te leveren aan het terugverdienen van de apparaatskosten. Het college sluit hiermee aan bij zijn overwegingen hierover in het kader van zijn goedkeuringsbesluit betreffende nationale 0800/090X diensten (d.d. 15 maart 2002, kenmerk

OPTA/EGM/2002/200659). Hierin geeft het college aan dat hij een minimale dekking van de

apparaatskosten per minuut van 50% redelijk acht. Bij de bepaling van de verkeersafhankelijke kosten per minuut per internationale bestemming wordt aangenomen dat de verdeling wat betreft gesprekken en minuten over piek, dal en weekend/nacht overeenkomt met de huidige verkeersverdeling van alle minuten binnen SNT. De inkooptarieven zijn gelijk aan de door buitenlandse telecommunicatiebedrijven in

rekening gebrachte kosten voor het ophalen van verkeer en de gereguleerde tarieven voor het afleveren van verkeer op nationaal niveau binnen Nederland. Het college is van oordeel dat in de test per

bestemming uitgegaan dient te worden van de laagst mogelijke tarieven. Deze tarieven behoren bij het VolumePakket. Het college constateert dat de test voor iedere internationale bestemming slaagt. Op basis van de uitkomsten van de testen concludeert het college dat de voorgestelde tariefwijzigingen voor internationale 800/900 diensten voldoen aan het vereiste van kostenoriëntatie.

Non-discriminatie, transparantie en effecten op de mededinging

Ten aanzien van het vereiste van non-discriminatie merkt het college het volgende op. Non-discriminatie betekent dat een bepaald aanbod voor een ieder in Nederland beschikbaar dient te zijn. Afnemers van internationale 800/900 diensten komen voor sommige tariefpakketten pas in aanmerking als zij een minimaal aantal internationale belminuten genereren. Het college constateert voor afnemers die aan deze kenmerken voldoen echter geen verschillen in de beschikbaarheid van het aanbod. Het college

constateert dat het voorstel in dit opzicht dan ook voldoet aan het vereiste van non-discriminatie.

(5)

Besluit

Openbaar

er is geen bedrijfsvertrouwelijke versie

Met betrekking tot transparantie heeft het college geen problemen geconstateerd. De voorwaarden om voor een bepaald internationaal tariefpakket in aanmerking te komen zijn helder. Indien eenmaal voor een bepaald internationaal tariefpakket is gekozen, zijn de hierbij van toepassing zijnde tarieven (en kortingen) eveneens bekend.

Tot slot heeft het college de internationale tariefpakketten beoordeeld op anticompetitieve effecten en stelt vast dat de tariefpakketten geen directe -negatieve- effecten hebben op de mededinging. Aanbieders van telefoniediensten kunnen alle noodzakelijke groothandelsdienstelementen, om een vergelijkbaar aanbod in de markt te zetten, inkopen bij KPN’s groothandelsorganisatie en buitenlandse

telecommunicatiebedrijven.

6 Dictum

Het college besluit op grond van bovenstaande overwegingen en de overgangsrechtelijke bepalingen uit artikel 19.5, eerste lid Tw, op grond van artikel 36 en 38 van het Boht, goedkeuring te verlenen aan het voorstel tot wijziging van de tarieven op een aantal bestemmingen voor internationale 800/900 diensten.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,

hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt (plv.)

mr. F.J.G. van der Plas

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekendgemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Stafafdeling Juridische Zaken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien een verzoek tot het nemen van maatregelen of het verplaatsing van kabels door de gemeente wordt gedaan binnen vijf jaar nadat op basis van een instemmingsbesluit deze

Aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten zijn op grond van artikel 11.3, tweede lid, Tw, uitsluitend verantwoordelijk voor generieke informatievoorziening

Het tarief voor de meting van het warmteverbruik wordt vastgesteld op basis van het gewogen gemiddelde van de meettarieven voor G6 aansluitingen van de gasmeter van de

Uit artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) volgt dat het college in plaats van het uitoefenen van bestuursdwang een last onder dwangsom kan opleggen. Op

Gezien deze wettelijke verplichting inzake nummerportabiliteit en de commerciële keuze van de aanbieders om verkooppunten in te schakelen, is het college van oordeel dat de

Volgens artikel 35, eerste lid, Boht dient een aanbieder van een vaste openbare telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid, Telecommunicatiewet (hierna: Tw) door het

Indien BT wenst over te stappen van een interconnectie op basis van een (retail) huurlijn naar een ILL verbinding dient KPN deze migratie op de meest efficiënte wijze te

Indien MCI wenst over te stappen van een interconnectie op basis van een (retail) huurlijn naar een ILL verbinding dient KPN deze migratie op de meest efficiënte wijze te