Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2012 - I
havovwo.nl
─ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ─
Vraag Antwoord Scores
Lus
11 maximumscore 6
• De snelheidsvector op tijdstip t is
22
3 1
t t
−
1• Op de tijdstippen
t= − 1 en
t= 1 is de snelheidsvector respectievelijk 2
2
−
en 2 2
1• Dus de raaklijnen zijn evenwijdig als 2 t = − (3 t
2− of 1) 2 t = 3 t
2− 1
1• 2
t= 3
t2− 1 geeft (
t= 1 of) t = − , dus de benodigde tijd om van O naar
13A te bewegen is
23 1• 2 t = − (3 t
2− geeft ( 1) t = − of) 1
t=
13, dus de benodigde tijd om van B
naar O te bewegen is
23 1• Hieruit volgt: de benodigde tijd om van A naar B te bewegen is
( 2 − − en dit is) ook
23 23 23 1of
• De snelheidsvector op tijdstip t is
22
3 1
t t
−
1• Op de tijdstippen
t= − 1 en
t= 1 is de snelheidsvector respectievelijk 2
2
−
en 2 2
1• De drie benodigde tijden zijn (samen 2, dus zijn ze) even lang als elk
van deze tijden
23is
1• Om aan te tonen dat de drie benodigde tijden even lang zijn, is het dus voldoende om aan te tonen dat het punt zich op het tijdstip
t= −
13in A bevindt en dat het punt zich op het tijdstip t = in B bevindt
13 1• Op de tijdstippen t = − en
13t = is de snelheidsvector respectievelijk
132 3 2 3
−
−
en
2 3 2 3
−
1
• Hieruit volgt dat de raaklijn aan de baan op de tijdstippen t = − en
131