• No results found

Betreft : Ontwerpbesluit-invoedvoorwaarden-regionale-gastransportnetten.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Betreft : Ontwerpbesluit-invoedvoorwaarden-regionale-gastransportnetten. "

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Autoriteit Consument & Markt Postbus 16326

2500 BH Den Haag info@acm.nl

Betreft : Ontwerpbesluit-invoedvoorwaarden-regionale-gastransportnetten.

Uw referentie : ACM/DE/2015/201590 Datum : 11-5-2015

Zaaknr : 11.0362.52 Geachte heer/mevrouw,

Als consultant voor en ontwikkelaar van kleinschalige biogas opwerkingsinstallaties naar groen gas wil ik graag gebruik maken van de mogelijkheid om een zienswijze te geven betreffende bovengenoemd ontwerpbesluit.

Het ontwerpbesluit dient een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieu hygiënisch verwantwoord functioneren van de gasvoorziening te waarborgen waarbij er geen onnodige belemmeringen komen die de ontwikkeling van groengas invoeding gaan beperken.

Een verdere verduurzaming van onze gasvoorziening is mogelijk indien opgewerkt biogas uit kleinschalige mestvergisting ingevoed gaat worden. Realisatie van deze verduurzaming en grote aantallen invoeders (>

5000) gaan alleen gerealiseerd worden met uniforme en kosteneffectieve invoedingseisen.

Uit het ontwerpbesluit is ons niet geheel duidelijk of het besluit alleen geldt voor nieuwe invoeders of ook voor bestaande invoeders. Het is niet rechtvaardig indien het besluit ook geldt voor bestaande invoeders deze zullen dan gecompenseerd moeten worden voor de hieruit volgende kosten.

Inhoudelijk commentaar Bijlage 1 E

Artikel 2.5.2.4a. laatste zin “Deze voorziening bevat een bewaking van het functioneren van de pomp en van de volumevoorraad odorant”. Conform deze opgaaf is odorisering alleen mogelijk met een pomp en worden andere alternatieven voor het toedienen (bij voorbeeld Wick odoriseren, bijmenging of

doormiddel van andere natuurkundige principes). Om de ontwikkeling van doelmatige en

kosteneffectieve odorisering bij kleinschalige invoeding mogelijk te maken willen wij voorstellen de zin te laten vervallen of het artikel te wijzigen naar: “Deze voorziening bevat een bewaking voor de

volumevoorraad odorant en controle mogelijkheid van de odorisatie” . Artikel 5a.2.3 van de meetvoorwaaren Gas-RNB voorziet hier al in.

Bijlage 1

II De meetvoorwaarden Gas-RNB

5a.2.1 Tabel Doorlopende metingen/Bepalingen

In de laatste kolom wordt een onzekerheid aangegeven. Aangezien de range ontbreekt waar deze onzekerheid op van toepassing is, is de nauwkeurigheid niet eenduidig en afhankelijk van de door de invoeder gekozen instrument range.

Het meten van de vermelde N

2

is niet zinvol en kostenverhogend. Door de MR gaskwaliteit worden geen eisen gesteld aan het N

2

gehalte.

5.a.2.4. Het artikel is niet doelmatig of zinvol en kan in zijn geheel geschrapt worden. In de MR

gaskwaliteit zijn de kwaliteiteisen vastgelegd. De meting en signaaluitwisseling van het stikstof gehalte en

of de flowmeting van stikstof en of andere gasflows bevorderen niet de betrouwbaarheid en of

(2)

doelmatigheid. De extra kosten voor deze niet doelmatige extra eisen kunnen een belemmering vormen voor nieuwe invoeders en de verduurzaming van ons gasnet belemmeren.

5.a.2.5 monstername en labanalyse

In de MR gaskwaliteit zijn de eisen voor het in te voeden gas vastgelegd. De volgende kostenverhogende en niet in de MR gaskwalteit vastgelegde eisen dienen dan ook geschrapt te worden uit de

meetvoorwaarden Gas-RNB:

· N

2

· Mercaptanen

· BTX

· Aromatische koolwaterstoffen

· PE Waarde

· Fosfine

· Koolwaterstofdauwpunt

Voor kleine invoeders zijn deze halfjaarlijkse monstername en labanalyse kosten een belemmering voor een rendabele en dus kosteneffectieve invoeding. De ontwikkeling van kleine invoeders kan gestimuleerd worden indien:

· De frequentie van de verschillende te analyseren componenten naar doelmatigheid wordt vastgesteld met de netbeheerder afhankelijk van de locatie. Indien componenten als bijvoorbeeld CO van nature niet voorkomt in biogas, of aantoonbaar niet aanwezig zijn kan de frequentie verlaagd worden of de analyse geschrapt.

· De analyse van Stof, micro organismen, dauwpunt vereist een monstername op locatie. De monstername van de andere componenten kan veelal door de invoeder gedaan worden en ingestuurd naar een gecertificeerd lab ter analyse. De monstername op locatie door een extern bedrijf is kostenverhogend en belemmerend.

Uitvoering en frequentie van de genoemde analyses dient dan ook naar doelmatigheid vastgesteld te worden. Voor Stof en micro organismen is door de netbeheerder een filter voorgeschreven (zie 2.5.2.4.b). Frequente analyse van stof en micro organismen is dus weinig zinvol en niet doelmatig. De meting van het dauwpunt is eveneens voorgeschreven (5a.2.1). Dit signaal wordt continue aan de netbeheerder ter beschikking gesteld. Frequente analyse op locatie van het dauwpunt is dan kostenverhogend en weinig doelmatig. Daarnaast is er geen eis voor het dauwpunt voor de netbeheerder voor aflevering bij een druk lager dan 200 mbar in de MR gaskwaliteitregeling.

5a.3. Gaskwaliteitsmeetgegevens en rapportage en 5a.4 Inbedrijfname, beheer en onderhoud van de gaskwaliteitsmeetinrichting.

De weergegeven procedure gaskwaliteitmeting, data acquisistie, inbedrijfname, beheer en onderhoud zijn correct en kosteneffectief voor grote invoeders als de Gasunie. Voor kleine invoeders die een kleine gashoeveelheid aan het aanwezige gasnet bij suppleren (en niet beschikken verschillende disciplines en een kwaliteitsafdeling) is de procedure zwaar overdone. De kosten hiervoor staan niet in verhouding met de doelmatigheid en zullen een verdere groei, implementatie en verduurzaming van het gasnet

belemmeren.

Van belang voor een betrouwbaar net en een doelmatige invoeding is:

· Gaskwaliteit meting systeem aanwezig conform 5a.2.1.

· Er dient datalogging van de meetgegevens plaats te vinden.

· De meetgegevens dienen op verzoek aan de netbeheerder ter beschikking gesteld te worden.

(de data worden immers al continue aan de netbeheerder ter beschikking gesteld)

· Het gaskwaliteit systeem dient conform een op te stellen protocol gekalibreerd te worden

(3)

5a.4.2 Beheer van de gaskwaliteitsmeetinrichting.

De huidige gaskwaliteitsmeetinrichtingen worden automatisch gekalibreerd met kalibratie gas. Dit is een door de fabrikant voorgeschreven en doelmatig proces ter validatie van de meting en waarborging van een correcte gaskwaliteit.

De voorgeschreven testgasprocedure met CUSUM analyse is ook een correcte procedure echter geenszins doelmatiger dan de huidige toegepaste kalibratie voorschriften. De procedure is echter behoorlijk

kostenverhogend. De procedure met testgas en CUSUM analyse is dermate complex dat het niet meer van een kleinschalige invoeder (agrariër) verwacht kan worden dat deze die kan uitvoeren. Uitbesteden van de maandelijkse procedure die lokaal uitgevoerd moet worden heeft tot gevolg dat het systeem onmogelijk nog rendabel te maken is. Een vergaande verhoging van de huidige SDE zal benodigd zijn om de invoeding nog rendabel te maken. Aangezien de procedure niet bijdraagt aan een betrouwbaardere, doelmatige en kosteneffectiever gasnet dient dit geschrapt te worden en vervangen door de gebruikelijke maandelijkse automatische kalibratie van de analyser.

Afsluiting.

Het ontwerpbesluit dient een betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieu hygiënisch verwantwoord functioneren van de gasvoorziening te waarborgen waarbij er geen onnodige belemmeringen komen die de ontwikkeling van groengas invoeding gaan beperken.

Als de omschreven procedures een dermate omvang krijgen dat alleen grote bureaucratische bedrijven als netbeheerders en de Gasunie met verschillende disciplines deze kunnen uitvoeren zullen andere gas invoeders verdwijnen.

Verduurzaming van ons gasnet en de realisatie van andere en heel veel kleinere invoeders zal dan ook niet gerealiseerd worden.

Een mogelijk alternatief is dat de netbeheerders de procedures zelf op hun kosten gaan uitvoeren zoals dit ook in Duitsland gebeurde bij de EEG.

Mocht u vragen hebben dan ben ik te allen tijde bereid tot een toelichting.

Erop vertrouwende dat de ACM bovengenoemde opmerkingen in haar overwegingen mee zal nemen en in het definitieve besluit zal verwerken,

Met vriendelijke groet,

Geurt Aalderink GASS Solutions

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het feit dat in het voorgestelde artikel 14, vijfde lid, onder e, wordt ingegaan op het melden van beroepsziekten door de bedrijfsarts neemt niet weg dat deze verplichting op

[r]

[r]

ACM stelt vast dat KPN sinds 1 juli 2013 in overtreding is van de verplichting van artikel 5 BI, tweede lid, door bij oproepen naar niet-geografische nummers tarieven of

Burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen maken be- kend dat zij in de periode van 2 januari 2015 tot en met 8 janua- ri 2016 de volgende aanvragen voor

a Leg met behulp van figuur 12 uit in welke richting de stroom door zijde AB gaat.. Van A naar B of van B

Bepaal bij elke top of het om een minimum of maximum gaat.. Bepaal het snijpunt met

Om hier een idee van te krijgen zou je grote positieve en negatieve waarden (bijvoorbeeld 100 en −100) voor x in kunnen vullen.. In dit geval zie je dan dat voor x groot de functie