• No results found

Voedsel voor weidevogelkuikens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voedsel voor weidevogelkuikens"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voedsel voor

weidevogelkuikens

29 februari 2020

Carmen Versteeg Nyncke Hoekstra Anne Jansma

Nick van Eekeren Jan de Wit

© Foto Arjan van Duijvenboden

(2)

Project Winst en Weidevogels

© Foto Arjan van Duijvenboden

(3)

3

Weidevogelbeheer

(4)

4

Kuikens en Voedsel

(5)

Dieet van Kievit kuiken

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

14%

Dieet jonge kieviten

Figuur aangepast van Beintema, A.J. et al., 1991. Feeding ecology of charadriiform chicks in agricultural grassland.

voedsel in of op de bodem

(6)

Dieet van Grutto kuiken

0%

2%

4%

6%

8%

10%

12%

Dieet jonge grutto's

Figuur aangepast van Beintema, A.J. et al., 1991. Feeding ecology of charadriiform chicks in agricultural grassland.

Voedsel op en boven het gras

(7)

Dieet van Grutto kuiken

• Actieve renners (en springers) tijdens zoeken naar eten.

• Na 3 weken ook wormen en bodemlarven in dieet, maar insecten blijven belangrijk tot ze vliegvlug zijn (Schekkerman 1997)

• Oudere kuikens hebben met name behoefte aan insecten groter dan 4mm om in hun voedselvoorziening te voldoen (Verhulst et al.

2008).

• Volgens onderzoek van Roodbergen et al. (2011) neemt de groeisnelheid van kuikens toe in

aanwezigheid van meer grote insecten en niet met het totaal aantal insecten.

• Gruttokuikens eten duizenden insecten per dag (Beintema et al. 1995, tabel: Weijden et al. 2006)

Leeftijd

dagen Insect/

min Insect/

uur Insect/

8 uur

4 6 360 2880

7 10 600 4800

14 15 900 7200

(8)

Onderzoek naar insecten

Welke insecten vinden we in graslanden bij melkveebedrijven in Zuid-Holland?

Wat is het effect van management en

beheer op insecten?

(9)

Locaties:

Binnen drie

collectieven in

2018 en 2019

(10)

Methodes:

Plakval Potval

Sleepnet

(11)

Methodes:

Grashoogte

Vegetatieopname

(12)

Methodes:

Insecten tellen tot familie niveau

< 4 mm

> 4 mm

In 2019:

Totaal 478 plakvallen en

106125 insecten

(13)

13

Verhouding kleine en grote insecten

207

507

0 100 200 300 400 500 600

15 mei 6 juni Kleine insecten - 2018

43 40

0 10 20 30 40 50 60

15 mei 6 juni

Aantal insecten

Grote insecten - 2018 Klein insect < 4 mm

Groot insect > 4 mm Ongeveer 80 – 90 % kleine insecten en 10 - 20% grote insecten.

53

199 218

0 100 200 300 400 500 600

7 mei 21 mei 4 juni Kleine insecten – 2019

16 16

12

0 10 20 30 40 50 60

7 mei 21 mei 4 juni Grote insecten - 2019

(14)

14

Vooral vliegen

Wapenvlieg Dansvlieg

Echte vlieg Zweefvlieg

Ongeveer 90% van de insecten die we op de plakvallen hebben

gevonden behoort tot de orde van de vliegen (Diptera). Dit geldt zowel voor de kleine als de grote insecten.

De grootste familie is de familie van de Echte vlieg.

Andere veelvoorkomende families:

Snavelvlieg Muggen

(15)

15

0 10 20 30 40 50 60 70

M B R PD

Aantal insecten

Grote insecten – 15 mei

Management en Grote insecten

0 10 20 30 40 50 60 70

M B R PD

Grote insecten – 6 juni

*hergroei gras in maaipercelen (5 naar 10 cm)

0 10 20 30 40 50 60 70

M W R R plasdras

aantal insecten

Grote insecten - 2019

7 mei 21 mei 4 juni

M = maaien B = beweiden R = rust

PD = greppel plasdras

2018 2019

M 5 - 6 9

B 2 20

R 10 - 15 13

PD 8 4

Aantal percelen

(16)

16

0 200 400 600 800 1000

M B R PD

beheer

Kleine insecten - 6 juni 2018

0 100 200 300 400 500

M B R PD

beheer

Kleine insecten – 15 mei 2018

Management en Kleine insecten

0 200 400 600 800 1000

M W R R plasdras

Aantal insecten

Kleine insecten - 2019

7 mei 21 mei 4 juni

(17)

17

Conclusies effect management

Vliegende insecten

• Maaien geeft laagste aantal kleine en grote insecten. Met een herstel van de kleine insecten in juni.

• Weiden geeft lage aantallen grote insecten en iets hogere aantallen kleine insecten.

* belangrijk: de plakval methode vangt geen mestvliegen waardoor de aantallen insecten in beweide percelen waarschijnlijk onderschat worden.

• Rust geeft meer kleine en grote insecten vergeleken maaien en weiden op alle data.

• Plasdras geeft meer kleine en grote insecten vergeleken maaien en weiden met een piek half mei en een afname begin juni.

(18)

18

Effect grashoogte

y = 8,3596x + 101,14 R² = 0,181

0 100 200 300 400 500 600 700

0 5 10 15 20 25 30

aantal insecten

grashoogte (cm)

grashoogte en insecten totaal – 15 mei 2018

y = 2,1978x + 35,759 R² = 0,2423

0 20 40 60 80 100 120 140 160 180

0 5 10 15 20 25 30 35 40

aantal insecten

grashoogte (cm)

grashoogte en insecten totaal - 7 mei 2019

(19)

19

Effect % bloeiende kruiden

y = 1,0225x + 13,136 R² = 0,1848

0 10 20 30 40 50 60 70

0 5 10 15 20 25

aantal insecten

% bloeiende kruiden

% bloeiende kruiden en grote insecten - 7 mei 2019

y = 0,8596x + 13,183 R² = 0,2036

0 10 20 30 40 50 60 70

0 5 10 15 20 25 30

aantal insecten

% bloeiende kruiden

% bloeiende kruiden en grote insecten – 21 mei 2019

(20)

Meer grote insecten in de rand

© Foto Arjan van Duijvenboden 0

5 10 15 20 25 30 35

7 mei 21 mei 4 juni

aantal insecten

Grote insecten per ronde - 2019 (2SE)

midden rand

Positie Herhalingen

Midden 46

Rand 48

rand

midden

(21)

Meer grote insecten in de rand

© Foto Arjan van Duijvenboden

0 5 10 15 20 25 30 35 40

Midden Rand

Kruiden (%)

Positie

Kruidenpercentage (juni, 2SE)

Bron: Jansma et al, 2016. V-focus oktober

Bron: Jansma et al, 2016. V-focus oktober

(22)

5 minuten telling insecten

© Cathelijne de Boer 0 5 10 15 20 25

Gras Gras + functioneel Gras + kuikenland Kuikenland

Aantal vliegende insecten

Gemiddeld aantal vliegende insecten per mengsel (Zegveld)

* 5 herhalingen per mengsel

(23)

23

Conclusies effect management Vliegende insecten

• Hoger gras geeft meer insecten.

• Een hoger % bloeiende kruiden geeft meer grote insecten.

• In de rand zitten gemiddeld 30% meer grote insecten dan in het midden van het land en drie keer zoveel kruiden.

• Ingezaaide kruidenmengsels trekken meer insecten aan dan een ingezaaid grasmengsel.

(24)

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

M W R PD

Gem. aantal insecten

Grote insecten in potval (2SE)

7 mei 21 mei

0 100 200 300 400 500 600

M W R PD

Gem. aantal insecten

Kleine insecten in potval (2SE)

7 mei 21 mei

aantal percelen 7-mei 21-mei

M 3 5

W 9 12

R 6 6

PD 3 4

Bodemfauna

(25)

Bodemfauna

0 50 100 150 200 250 300 350 400

K M W

Aantal insecten

Samenstelling bodemfauna

Slakken Larven Wormen

Teken en mijten Spinnen

Springstaarten Luizen

Veelpotigen Hymenoptera Kevers

Vliegen Vogels & Voorspoed Fryslân 2018

Springstaarten <6mm

K = kruidenrijk M = maaien W = weiden

(26)

26

Conclusies effect management

Bodemfauna

• Maaien geeft laagste aantallen kleine en grote bodemfauna.

• Weiden en Plasdras geeft meer grote bodemfauna dan maaien.

• Rust geeft de grootste aantallen grote bodemfauna.

• Plasdras geeft de meeste kleine bodemfauna.

(27)

27

Meer voedsel voor kuikens door:

Zorg voor voldoende mozaïek, grote maaiblokken betekent weinig insecten.

Rust percelen zijn een goede bron van insecten mits het gras doorwaadbaar is voor het kuiken.

Bloeiende kruiden trekken grote insecten aan en kunnen de doorwaadbaarheid verbeteren.

Weiden (en voorweiden) is een mooie aanvulling doordat het mest-insecten aantrekt en een open structuur bied.

Plasdras geeft veel vliegende insecten half mei en veel kleine bodemfauna.

Koester randen voor meer kruiden, meer openheid, meer insecten: niet bemesten, elke maaironde

minimaal 50% laten staan.

(28)

© Foto Arjan van Duijvenboden28

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

0m de invloed van de populatiegrootte en de dichtheid te bepalen, werd op verschillende dagen in het bloelseizoen en op meerdere plaatsen in een grote en een kleine populatie

›› We halen niet het maximum uit de eerste levensjaren, hoe- wel die cruciaal zijn. De eerste ervaringen van kinderen hebben een sterke impact op hun latere leven. ››

Werken aan draagkracht moet een duidelij- kere plaats krijgen in de leraren- opleiding en een beloningssys- teem voor scholen die goed zorg dragen voor alle

Psychology brings to coach- ing a solid understanding of the psychology of human change and the ability to develop coaching interventions based on theoretically grounded

An audit of the pregnancy outcome of all women within the catchment area with a current singleton pregnancy; and a previous unexplained or unexplored singleton fetal demise 24

In bron 1 zijn vier variabelen opgenomen van acht grote rivieren op aarde.. Op één van deze variabelen scoren de Ganges en

− Deze rivieren hebben een relatief groot verhang / stromen snel (zodat ze veel sediment vervoeren). − Door zware moessonregens komt veel sediment vanaf de hellingen in

In 1990 motiveerde de minister van Justitie (Hirsch Ballin) de keuze voor het gebruik van het begrip discriminatie in de strafrechtelijke context uitdrukkelijk (mede) met de