1 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
De heer Teeuwen stelt dat het afgraven van duinen en de verharding op kampeerterrein Kogerstrand zonder vergunning is
uitgevoerd. Is dit juist?
Ja
2 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
Op 1 juli 2015 stelt een juridisch adviseur van de gemeente Texel dat er voor deze handelingen inderdaad geen
omgevingsvergunning is aangevraagd en afgegeven. Is dat nu nog steeds juist?
Ja
3 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
Is het toegestaan een werk zonder
omgevingsvergunning uit te voeren in een Nationaal Park (in dit geval Nationaal Park Duinen van Texel)?
Nee. Dit wil niet zeggen dat het niet is
toegestaan om werkzaamheden uit te voeren;
op basis van een aanvraag wordt eerst een toets uitgevoerd om te bepalen of er effecten zijn op het omliggende N2000-gebied en of er dus een vergunning op grond van de Wet Natuurbescherming nodig is. Er is echter geen omgevingsvergunning aangevraagd bij de gemeente, dus deze toets heeft niet plaatsgevonden. Vanuit Regulering Groene Wetten zijn wij hiervoor niet het bevoegd gezag. De gemeente is bevoegd gezag voor het verlenen van een omgevingvergunning.
4 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
Is het bedoelde gedeelte van de camping Kogerstrand Natura 2000- gebied en een aardkundig monument? Is het daar toegestaan duinen af te graven en (extra) verharding aan te leggen?
Het betreffende gedeelte is Natura 2000- gebied en een aardkundig monument. De werkzaamheden zijn vergunningsplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming en dienen derhalve getoetst te worden.. Er is in
2016 een ecologisch onderzoek uitgevoerd in opdracht van de camping, deze was echter onvoldoende om een uitsluitsel te geven in het kader van de Wet natuurbescheming en er is thans geen uitzicht op legalisatie. Er ontbreekt een ontvankelijke aanvraag en een significant negatief effect is niet uit te sluiten.
Het voornemen is om bestuursrechtelijk te handhaven. Betreffende het Aardkundig monument is door de ODNZKG strafrechtelijk gehandhaafd.
5 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
In de Texelse Courant van 10 februari 2017 stelt de directeur van De Krim, de heer Iwan Groothuis, dat de vergunningstrajecten met betrekking tot met name de zuidkant van Camping Kogerstrand inderdaad niet goed verlopen zijn. Inmiddels zit men in de eindfase van een natuur- en
landschapsbeheerplan dat is opgesteld in samenwerking met de diverse betrokken partijen waarbij men ondersteund wordt door een gespecialiseerd adviesbureau. Aan de hand van dit natuur- en
landschapsbeheerplan zullen toekomstige activiteiten worden getoetst en waar nodig vergunningen worden aangevraagd.
Over dit citaat uit de Texelse Courant uit de Texelse Courant wordt geen technische vraag gesteld.
6 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
Zijn er inmiddels omgevingsvergunningen aangevraagd en verkregen voor de genoemde werkzaamheden? Zijn deze inmiddels ook verleend? Zo ja, op welke datum?
Er is tot op heden geen vergunning
aangevraagd.. Daarnaast is er ook geen aparte Wet Natuurbeschermingswet vergunning aangevraagd voor deze werkzaamheden. Wij kunnen namelijk enkel een verklaring van geen bedenkingen afgeven voor een omgevingsvergunning indien deze door de gemeente bij ons wordt aangevraagd.
7 SP De Groot
11.b. Tekin Brief camping duinen Texel
Wat was en is de rol van de provincie Noord-Holland als het gaat om het
verstrekken van omgevingsvergunningen in een Nationaal Park, een Natura 2000- gebied en een aardkundig monument? Is de provincie in 2014 of 2015 geraadpleegd voordat de werkzaamheden een aanvang namen? Zo ja, door wie?
Nee, de provincie is destijds niet gevraagd.
Een omgevingsvergunning wordt verstrekt door de gemeente. Hierbij geldt dat wij verwachten dat de gemeente de initiatiefnemer wijst op de relevante regelgeving (waaronder provinciale verordeningen). In dit geval is echter geen vergunning aangevraagd, waardoor ook de toetsing door de provincie (PRV en PMV) achterwege is gebleven.
8 PVV V/d Sluijs
4.a. Tekin Rekenkamer- rapport Stilte- gebieden
Sinds het aanwijzen van de stiltegebieden heeft de provincie Noord-Holland twee stiltegebieden opgeheven en twee stiltegebieden verkleind omdat de geluidbelasting in deze gebieden te hoog was. Vraag: Waardoor was
geluidsbelasting te hoog?
Op 18 november 2013 is de Provinciale Milieuverordening gewijzigd (8e tranche). Bij deze wijziging zijn twee stiltegebieden, namelijk de Alkmaardermeer en polder Uitgeestermeer, komen te vervallen. Mede op verzoek van Provinciale Staten is
onderzocht of er mogelijkheden zijn om deze twee stiltegebieden te compenseren door nieuwe stiltegebieden aan te wijzen of oude
stiltegebieden uit te breiden. Het onderzoek is uitgevoerd door de OD NZKG. Aan de hand van bestaande gegevens over verschillende vormen van geluidsbelasting, is berekend of gebieden voldoen aan de in de Provinciale Milieuverordening (PMV) gestelde eisen.
Conclusie van de OD NZKG is dat er met de huidige eisen uit de PMV geen nieuwe gebieden in Noord-Holland gevonden kunnen worden die geschikt zijn voor uitbreiding of om aan te wijzen als nieuw stiltegebied.
Op grond van de PMV moeten stiltegebieden voldoen aan de gewenste geluidkwaliteit van maximaal 40 dB(A) 24-uursgemiddeld.
Voor tot aanwijzing over kan worden gegaan dienen de gebieden aan een aantal
voorwaarden te voldoen. Alleen zo kan gegarandeerd worden dat het gebied
daadwerkelijk bij kan dragen aan het ervaren van stilte door bezoekers.
1. Het stiltegebied moet stil zijn. Er geldt een geluidsniveau van 35 dB(A) LAeq,24h op 50 meter van de
geluidsbron.
2. Het stiltegebied is toegankelijk en
geschikt voor recreatie.
3. Het stiltegebied moet minstens 100ha groot zijn.
Reden: De geluidsbelasting van Schiphol maakte dat deze twee gebieden niet meer kunnen dienen als plek waar inwoners van Noord-Holland de stilte kunnen ervaren.
9 PVV V/d Sluijs
4.a. Tekin Rekenkamer- rapport Stilte- gebieden
Waarom worden er verschillende richt waarden per provincie gehanteerd?
Dit is een politieke vraag en wij stellen dan ook voor de vraag mondeling te
beantwoorden.
10 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
In de brief van GS aan PS staat dat er een monitoringsinstrument wordt ontwikkeld.
Hoe wordt dit instrument ontwikkeld? Wie zijn de partners in de ontwikkeling? Wordt het uitvoerend personeel betrokken bij de ontwikkeling?
Wij werken intern een voorstel voor de opzet van dit instrument uit. Voor een groot deel baseren wij ons in dit proces op de criteria die in Artikel 10b van de Regeling Omgevingsrecht (Ror) zijn opgenomen. Het gaat hierbij om de volgende criteria:
1) Uitgevoerde controles;
2) Geconstateerde overtredingen;
3) Opgelegde bestuurlijke sancties;
4) Processen-verbaal;
5) Over mogelijke overtredingen en ontvangen klachten.
De Ror draagt ons als bevoegd gezag op om in de voortgangsrapportage van ons
handhavingsbeleid in te gaan op deze criteria.
Vervolgens stemmen wij ons voorstel voor de opzet van het instrument af met de vier omgevingsdiensten in Noord-Holland. De input van de omgevingsdiensten zullen wij verwerken, waarna wij het
monitoringsinstrument vaststellen. Over deze vaststelling zullen wij Uw Staten informeren.
Met deze werkwijze wordt “het uitvoerend personeel” betrokken bij de ontwikkeling van het monitoringsinstrument.
11 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
De controles in het kader van de Natuurbeschermingswet zijn
achtergebleven, mede door een fout in de registratie. Wat is er fout gegaan in de registratie? Zijn er andere verklaringen mogelijk voor het uitblijven van deze controles?
Het achterblijven van de controles is niet toe te schrijven aan een fout in de registratie. Wij hebben geconstateerd dat de registratie van uitgevoerde controles in de periode waarover wij rapporteren, niet op een eenduidige manier heeft plaatsgevonden. De reden hiervan is dat de vorming van de
omgevingsdiensten inclusief de overdracht van de provinciale taken naar de
omgevingsdiensten veel aandacht en tijd heeft gevraagd van onze organisatie. Als gevolg hiervan heeft de registratie in deze periode minder prioriteit gehad.
Met het nieuwe monitorinstrument werken wij toe naar een eenduidige registratie van de uitvoering van de vth-taken waarvan wij het bevoegde gezag zijn.
12 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
In 2015 zijn relatief veel overtredingen met betrekking tot zwemwater geconstateerd volgens het rapport. Wat zijn hier de redenen voor? Wordt dit verder onderzocht?
Naar onze mening kan er op basis van het Meerjarenverslag niet worden geconcludeerd dat er relatief veel overtredingen zijn
geconstateerd met betrekking tot
zwemwater. Zoals aangegeven in paragraaf 1.1 in het Meerjarenverslag, kunnen wij door het gebruik van meerdere registratievormen in de periode 2013-2015 het aantal
geconstateerde overtredingen (zowel in totaal als per beleidsthema) niet als zodanig
weergeven.
Met het nieuw te ontwikkelen
monitorinstrument verwachten wij meer inzicht te krijgen in het aantal geconstateerde overtredingen per beleidsthema, waaronder zwemwater
13 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
Op welke organisatie wordt gedoeld die in 2015 meerdere bezwaarschriften heeft ingediend met betrekking tot de activiteiten van agrariërs?
Het gaat hierbij om de Mobilisation for the Environment (MOB). Deze organisatie is vooral tegen de toename van stikstof en heeft in 2015 veel bezwaar gemaakt tegen de
verleende Nb-wetvergunningen (uitbreiding veestapel) aan agrariërs.
14 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
Waarom wordt het vastgestelde aantal controles op het zwemwater niet gehaald?
Het aantal geplande controles inzake zwemwater is in het
Handhavingsuitvoeringsprogramma ruimer is ingeschat dan dat de werkelijkheid toelaat. Dit verklaart het verschil tussen het aantal
geplande en uitgevoerde controles 15 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag
Toezicht en Handhaving
Er wordt veel geklaagd over stank en geuroverlast. Kan er een overzicht worden gegeven van de typen bedrijven
(bijvoorbeeld zwarte industrie, landbouw) en de hoeveelheid klachten die er over zijn ingediend?
Zie bijlage
16 GL Pels 12.a. Tekin Meerjarenverslag Toezicht en Handhaving
Wat is er mis gegaan met de registratie voor de provinciale waterverordening en het ligplaatsenbesluit? In het document wordt deze registratie “gebrekkig” genoemd.
Door de voorbereidingen in de periode 2013- 2015 van de uitplaatsing van de vth-plustaken (waaronder de taken in het kader van de waterverordening en het ligplaatsenbesluit) is er destijds minder aandacht besteed aan een ordentelijke registratie van de uitgevoerde controles. Als gevolg hiervan kunnen wij geen eenduidig beeld geven van de controles die in 2014 en 2015 zijn uitgevoerd op basis van de waterverordening en het ligplaatsenbesluit.
17 D66 Struben
- Tekin Nul-meting energie De exacte verbruiksgegevens en besparingsmogelijkheden van de 138
De nulmeting is afgerond. De nulmeting is, conform amendement A5/23-5-16, opgesteld
individuele bedrijven waren op het moment van het opstellen van de nulmeting nog maar gedeeltelijk beschikbaar. De exacte cijfers zullen de komende tijd door een groot aantal van deze bedrijven, voor zover nog niet gedaan, aangeleverd worden bij het bevoegd gezag vanwege de verplichting tot het indienen van een EED-audit. (pagina 2 brief aan PS).
D66 heeft via de Commissie NLM al eerder technische vragen gesteld en danken GS voor het antwoord. Wij hebben de volgende drie verduidelijkende vragen:
Kan GS aangeven wanneer de gegevens van de nulmeting wel compleet zijn?
in 2016. Hiervoor zijn de beschikbare gegevens uit 2016 van zowel de
omgevingsdiensten als ECN als CBS gebruikt.
18 D66 Struben
- Tekin Nul-meting energie Wanneer worden de ontbrekende EED- audits aangeleverd?
Er zijn nog circa 18 ontbrekende audits om te beoordelen. De OD NZKG verwacht deze voor het einde van dit jaar af te ronden.
19 D66 Struben
- Tekin Nul-meting energie Welke inspanning levert de provincie om de EED-audits aangeleverd te krijgen?
Alle EED-plichtige bedrijven in Nederland hebben een brief van RVO NL ontvangen.
De provincie heeft een opdracht verstrekt aan de OD NZKG om de audits aan te laten leveren bij de OD NZKG: dit omvat vooroverleg om te komen tot een goede EED-audit , de
beoordeling, eventuele aanvullingen ophalen en een afronding. Deze opdracht behelst 270 uren.
20 50+ De Meij
5.a. Tekin Metropolitaan landschap
aanbieding actieprogramma Metropolitaan Landschap dat is vastgesteld door het IPO (november 2016) in concrete acties, waarbij het meer van visievorming naar uitvoering gaat.
Een volgende stap is het opstellen van een investerings- en beheeragenda, om in beeld te brengen hoeveel geld er nodig is voor investeringen en beheer van het natuurlijke kapitaal voor een duurzame ruimtelijk- economische groei van de regio.
Vragen:
Kunnen Gedeputeerde Staten aangeven hoe de verdeelsleutel zal zijn tussen de provincie Noord-Holland, gemeenten en andere stakeholders?
Nee, zover is het nog niet. Binnen de MRA is afgesproken om onderzoek te doen naar de meerwaarde een MRA-breed
landschapsfonds. Om dit te kunnen bepalen is het nodig om te inventariseren wat de MRA- partners betalen aan investeringen en beheer van het landschap, hoe deze kosten zich komende jaren zullen ontwikkelen en welke factoren hierop van invloed zijn. Dit gebeurt onder de noemer van een investerings- en beheeragenda die naar verwachting in
september klaar is. Een volgende stap is om te onderzoeken of een landschapsfonds een doelmatig en efficiënt is voor de MRA om te komen tot een oplossing voor deze
financieringsopgave. Pas als de uitkomst hiervan positief is zal er overlegd moeten worden over de verantwoordelijkheid voor de vulling, het beheer en de besteding.
21 50+ De Meij
5.a. Tekin Metropolitaan landschap
Kunnen Gedeputeerde Staten aangeven of er ook nagedacht gaat worden komende jaren, waar eventuele woningbouw in het Metropolitaan Landschap mogelijk is, gezien de enorme behoefte aan woningen binnen de MRA?
De MRA staat voor een grote
woningbouwopgave en hecht grote waarde aan de bijzondere landschap. Binnen de huidige plancapaciteit zijn er nu voldoende woningbouwplannen om aan de behoefte te kunnen voldoen. Deze plannen zijn met name binnenstedelijke locaties en op enkele reeds gereserveerde uitleglocaties. In het kader van
de provinciale omgevingsvisie zal dit dilemma nadrukkelijk aan bod komen en zal gekeken worden of het nodig is om bouwlocaties in het buitengebied toe te voegen en zo ja onder welke voorwaarden. Ook in de MRA Actie Agenda is het uitgangspunt dat
woningbouwplannen vooral binnenstedelijk moeten zijn. Dit voorjaar worden door de gemeenten in de MRA de monitor
plancapaciteit weer ingevuld. In deze monitor worden in 2017 extra vragen gesteld om meer zicht te krijgen op potentiele
woningbouwmogelijkheden: welke gebouwen kunnen potentieel getransformeerd worden naar woningbouw? Deze actuele gegevens zijn een belangrijke bron voor een integrale kaart op MRA schaal waar o.a. alle (potentiele) woningbouwplannen zijn opgenomen. Deze integrale kaart zal rondom de zomer 2017 opgeleverd worden en vormt de basis vormt voor een bestuurlijk overleg over afstemming en programmering van woningbouwplannen zoals afgesproken in actie 1.1 in de MRA Agenda.
22 50+ De Meij
5.a. Tekin Metropolitaan landschap
Kunnen Gedeputeerde Staten aangeven hoe zij publiek-private samenwerking wil
stimuleren op het gebied van natuur en
Binnen de aanpak Groen Kapitaal wordt gewerkt aan de natuurcombinatie
natuur&gezondheid. Dit geldt voor de hele
gezondheid (par. 7)? provincie, maar daar binnen zeker ook voor de MRA. De werkwijze is er op gericht via kenniscafé’s en Groen labs verbindingen tot stand te brengen tussen de groen- en de zorgsector. Hieruit is een netwerk Groene Gezonde Leefomgeving ontstaan dat gezamenlijk een aantal concrete projecten een stap verder brengt en tevens via uitwisseling van ervaringen en kennis probeert deze initiatieven op te schalen en nieuwe te ontwikkelen. Het netwerk bestaat uit deelnemers vanuit de groene sector (o.a.
Landschap Noord-Holland, SBB, GNR, IVN) en de zorg (o.a. GGD-en, zorginstelling Pennemes en diverse zzp-ers met directe links naar GGZ, fysiotherapie, huisartsen). Via de concrete projecten, zoals Gezond Natuurwandelen, Gezonde Wijk en Park om de Hoek zijn diverse andere partijen betrokken, zoals sociale wijkteams, Jantje Beton, hoveniers, zorgverzekeraar De Friesland.
23 VVD Van Langen
5.b. Tekin Motie Weidevogels Hoe / wat wordt er gemonitord in de pilot(s) kruidenrijk grasland?
De pilot kruidenrijk gras In Noord-Holland heeft als kern het inzaaien van inheemse kruiden ten behoeve van weidevogels.
De monitoring is gericht op vlinders en insecten. Weidevogelkuikens zijn voor
overleving afhankelijk van voldoende voedsel.
Met een verbetering van het kruidenrijk gras zal naar verwachting ook de biodiversiteit en de beschikbaarheid van insecten toenemen.
De pilot wordt uitgevoerd is samenwerking met de provincie Friesland, waar een vergelijkbare pilot met een groter budget wordt uitgevoerd. Over de wijze van
monitoring vindt nog overleg plaats met o.a.
de vlinderstichting en Louis Bolkinstituut. De kern van de pilot in Noord-Holland is niet monitoring, maar een kwaliteitsverbetering van kruidenrijk gras. Het gaat om het
verbeteren van de zaadmensgels, de wijze van inzaaien, het slim uitvoeren van beheer.
24 SP De Groot
4.a. Tekin Rekenkamerrapport Stiltegebieden
Sinds het aanwijzen van de stiltegebieden heeft de provincie Noord-Holland twee stiltegebieden opgeheven en twee stiltegebieden verkleind omdat de geluidbelasting in deze gebieden te hoog was.
Mogelijk is een en ander eerder in de commissie ter sprake geweest, maar ik kan het niet meer terugvinden.
Vraag 1:
Welke twee stiltegebieden werden
Op 18 november 2013 is de Provinciale Milieuverordening gewijzigd (8e tranche). Bij deze wijziging zijn twee stiltegebieden, namelijk de Alkmaardermeer en polder Uitgeestermeer, komen te vervallen. Mede op verzoek van Provinciale Staten is
onderzocht of er mogelijkheden zijn om deze twee stiltegebieden te compenseren door nieuwe stiltegebieden aan te wijzen of oude stiltegebieden uit te breiden. Het onderzoek is uitgevoerd door de OD NZKG. Aan de hand van bestaande gegevens over verschillende
opgeheven? Wat was daarvan de reden? vormen van geluidsbelasting, is berekend of gebieden voldoen aan de in de Provinciale Milieuverordening (PMV) gestelde eisen.
Conclusie van de OD NZKG is dat er met de huidige eisen uit de PMV geen nieuwe gebieden in Noord-Holland gevonden kunnen worden die geschikt zijn voor uitbreiding of om aan te wijzen als nieuw stiltegebied.
25 SP De Groot
4.a. Tekin Rekenkamerrapport Stiltegebieden
Vraag 2:
Welke twee stiltegebieden werden verkleind? Wat was daarvan de reden?
De gebieden Duingebied Castricum en Kennemerduinen – Bloemendaal zijn in 2013 herbegrenst.
Reden:
Duingebied Castricum: met de herbegrenzing van dit gebied in 2013, om de invloed van het industriegeluid uit Velsen te beperken, valt er geen directe bedreiging voor de stilte meer te verwachten.
Kennemerduinen – Castricum: met de
herbegrenzing van dit gebied, zoals ingevoerd in 2013, is de invloed van het industriegeluid op het gebied sterk afgenomen.