• No results found

De 16 Levensreddende Regels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De 16 Levensreddende Regels"

Copied!
81
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De volgende stap bij de implementatie van de 16 Levensreddende Regels

Benjamin Baljeu

De 16 Levensreddende Regels

(2)

II

(3)

III De 16 Levensreddende Regels

De volgende stap bij de implementatie van de 16 Levensreddende Regels

Auteur: B.J. Baljeu

Studentnummer: 2030824 Oosterhout, Augustus 2015

Avans Hogeschool Breda Integrale Veiligheid Voorzitter: M. van Vianen

Eerste beoordelaar: E. van den Kieboom-Bolluyt Inhoudelijke expertise: P. Bakker

Begeleiding CRH Structural: E. Horsten

(4)

IV

Voorwoord

Voor u ligt een scriptie die het resultaat is van een halfjaarlijkse afstudeeropdracht bij CRH Structural in het kader van de opleiding Integrale Veiligheid aan Avans Hogeschool te Breda.

Het is een interessante en leerzame ervaring geweest waarbij verschillende struikelblokken zijn getrotseerd. Ik kreeg van CRH Structural de mogelijkheid om kennis te maken met verschillende facetten die voorkomen binnen de wereld van de industrie en Arboveiligheid. In 2014 is CRH Structural een nieuwe veiligheidscampagne gestart die zich richt op de ’16 Life Saving Rules’. De 16

Levensreddende Regels zijn zestien veiligheidsonderwerpen waar CRH Structural eisen aan stelt. Na een maand was het voor de organisatie onduidelijk in hoeverre de vestigingen van CRH Structural waren geslaagd om de 16 Levensreddende Regels te implementeren. Het was mijn taak om dit overzichtelijk te maken en te zorgen dat er door de organisatie vervolgstappen kunnen worden gemaakt.

In dit rapport is als eerste in de wetgeving gedoken om te onderzoeken welke wetgeving van toepassing is op de 16 Levensreddende Regels. Vervolgens is er gekeken naar wat CRH Structural in het verleden heeft gedaan om de 16 Levensreddende Regels te implementeren. Daarna is er door middel van observaties en interviews een balans opgemaakt van alle afzonderlijke vestigingen en die informatie is verwerkt in een compliance matrix. Aan de hand van de resultaten uit de compliance matrix zijn er vervolgens conclusies getrokken. Door middel van verschillende methoden is er gekeken naar de risico’s per Levensreddende Regel, de aanpak die nodig is en de doorlooptijd om de prioritering weer te geven.

Aan de hand van die informatie is er een adviesplan opgesteld voor de afdeling Safety, Health &

Environment (SHE) van CRH Structural met waar de prioriteiten liggen en welke vervolgstappen men kan maken.

Uiteraard wil ik de organisatie van CRH Structural bedanken voor de kans die zij mij hebben geboden. In het bijzonder wil ik Ernst Horsten bedanken die mij in een zeer drukke periode uitstekend heeft begeleid in het afstudeerproces. Daarnaast wil ik de twee andere werknemers van de SHE-afdeling bedanken, Maarten Rozemuller en Dirjohn Vos. Alle drie gemotiveerde medewerkers die mij in dit half jaar hebben bijgestaan met advies. Zij stonden altijd open voor vragen en waren bereid om feedback te geven. Ik heb het ervaren als een prettige samenwerking. Tevens wil ik de overige werknemers van CRH Structural bedanken voor hun inzet en tijd, met name de hoofden van de technische dienst en de plantmanagers.

Zij hebben zeker een bijdrage geleverd aan het resultaat van dit onderzoek.

Als laatste wil ik mijn stagebegeleiders Ellen van den Kieboom-Bolluyt en Peter Bakker bedanken voor hun aandacht en expertise gedurende deze stageperiode.

Ik ben ervan overtuigd dat dit rapport een toegevoegde waarde heeft voor CRH Structural en in het bijzonder de SHE-afdeling en dat het plan hen in staat stelt om de 16 Levensreddende Regels te implementeren.

Benjamin Baljeu

Oosterhout, Augustus 2015

(5)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... IV Samenvatting ... VIII

1. Inleiding ... 10

1.1 Achtergrond ... 10

1.2 Opdrachtomschrijving ... 12

1.3 Aanleiding ... 12

1.4 Doelstelling ... 13

1.5 Probleemstelling ... 13

1.6 Deelvragen ... 14

1.7 Begripsafbakening ... 14

2. Onderzoeksmethoden en analyseprocedure... 17

2.1 Literatuuronderzoek ... 17

2.2 Interview ... 17

2.3 Observatie ... 18

2.4 Analyseprocedure ... 18

2.5 Validiteit en betrouwbaarheid ... 21

3. 16 Levensreddende Regels ... 22

4. Wet- en regelgeving met betrekking tot 16 Levensreddende Regels ... 24

4.1 Arbeidsomstandighedenwet ... 24

4.2 Machinerichtlijn ... 25

4.3 Warenwetbesluit machines ... 25

4.4 CE-markering ... 25

4.5 Richtlijn Arbeidsmiddelen ... 26

4.6 NEN3140 ... 26

4.7 Code 95 ... 27

5. Stand van zaken binnen CRH Structural met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels ... 28

5.1 Levensreddende Regel 1: veiligheid van (onder)aannemers ... 28

5.2 Levensreddende Regel 2: machineveiligheid ... 29

5.3 Levensreddende Regel 3: veiligstellen van machines ... 30

5.4 Levensreddende Regel 4: elektrische veiligheid ... 32

(6)

5.5 Levensreddende Regel 5: verkeersveiligheid op de locatie ... 33

5.6 Levensreddende Regel 6: veiligheid van heftrucks ... 34

5.7 Levensreddende Regel 7: gebruik van mobiele telefoons op de werkplek ... 35

5.8 Levensreddende Regel 8: veiligheid van transporteurs ... 36

5.9 Levensreddende Regel 9: veiligheid tijdens bouwprojecten ... 38

5.10 Levensreddende Regel 10: inkoop en veiligheid ... 38

5.11 Levensreddende Regel 11: hijswerkzaamheden – montage ... 39

5.12 Levensreddende Regel 12: werken op hoogte: valbeveiliging en vallende objecten ... 42

5.13 Levensreddende Regel 13: herziening risicoanalyse voor het werken in besloten ruimten en voorkoming van contact met heet materiaal ... 44

5.14 Levensreddende Regel 14: alleen werken of werken op een afgelegen locatie ... 45

5.15 Levensreddende Regel 15: boren en explosieven ... 45

5.16 Levensreddende Regel 16: overdruk van silo’s (in niet-cement organisaties) ... 45

5.17 Compliance matrix ... 47

6. Risicobeoordelingsmethoden ... 48

6.1 Fine en Kinney methode ... 48

6.2 Risicograaf ... 50

6.3 Keuze risicomodel ... 51

7. Managementverandermodellen ... 53

7.1 McKinsey 7S model ... 53

7.2 ADKAR-model ... 55

7.3 Lewin change management model ... 56

7.4 Model van Knoster ... 57

7.5 Keuze managementverandermodel ... 59

8. Uitwerking risicobeoordelingsmethode, managementverandermodel en middelen ... 60

8.1 Fine en Kinney methode ... 60

8.2 McKinsey 7S model ... 61

8.3 Middelen ... 62

9. Conclusies ... 64

10. Aanbevelingen ... 67

10.1 Adviesplan ... 67

10.2 Aanbevelingen ... 77

(7)

Bibliografie ... LXXIX

(8)

VIII

Samenvatting

In deze scriptie is er onderzoek gedaan naar de 16 Levensreddende Regels binnen de vestigingen van CRH Structural. In 2014 is CRH Structural een nieuwe veiligheidscampagne gestart die zich richt op de 16

‘Life Saving Rules’. De 16 Levensreddende Regels bestaan uit zestien verschillende

veiligheidsonderwerpen die voortvloeien uit dodelijke ongevallen van de afgelopen jaren. Aan elk onderwerp worden eisen gesteld, met name op technisch en organisatorisch vlak. De 16

Levensreddende Regels moeten per 1 januari 2017 zijn geïmplementeerd binnen alle vestigingen van CRH Structural in Nederland.

Begin dit jaar was het binnen de organisatie van CRH Structural onduidelijk wat de huidige stand van zaken was bij alle afzonderlijke vestigingen met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels. Er was behoefte aan een duidelijk overzicht om te zien in hoeverre iedere vestiging voldoet aan de vereisten van de 16 Levensreddende Regels. Daarnaast wilde de organisatie graag een plan van aanpak zien waarin staat welke maatregelen er nog genomen moesten worden en op welke manier dat het beste kan worden gedaan. Deze uitgangspunten hebben geleid tot de volgende doelstelling:

‘’Het opstellen van een veiligheidsplan dat een overzichtelijke weergave biedt van wat de huidige stand van zaken is binnen CRH Structural met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels en aangeeft welke aanpak er nodig is om de 16 Levensreddende Regels volledig te implementeren bij alle vestigingen van CRH Structural.’’

Voor dit onderzoek is er gebruikgemaakt van verschillende onderzoeksmethodes namelijk:

literatuuronderzoek, interview en observatie. Met het literatuuronderzoek zijn de onderwerpen van de 16 Levensreddende Regels en de wet- en regelgeving die daarbij hoort bestudeerd. Deskresearch is toegepast om te bekijken welke werkinstructies of inventarisaties al ontwikkeld zijn binnen de organisatie. Interviews en observaties zijn gebruikt om de huidige stand van zaken binnen de

afzonderlijke vestigingen te onderzoeken, de uiteindelijke resultaten en bevindingen te verifiëren en draagvlak te creëren voor het adviesplan. De huidige stand van zaken met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels zijn overzichtelijk gemaakt in een compliancematrix.

Uit de conclusies is duidelijk geworden dat er nog veel moeten gebeuren bij CRH Structural om de 16 Levensreddende Regels te implementeren bij al haar vestigingen in Nederland. Naast de rechten en plichten uit de (inter)nationale wetgeving zorgt de nieuwe veiligheidsstrategie voor veel extra werk. Als de vestigingen afzonderlijk worden bekeken is het duidelijk dat de awareness en aanpak op

veiligheidsniveau verschillen. Dit komt mede door de geschiedenis van de bedrijven, waarbij de managementteams van de afzonderlijke vestigingen een andere denkwijze en visie hadden op het gebied van veiligheid. Er zijn technische en organisatorische maatregelen genomen, maar bij een aantal levensreddende regels zijn nog geen projecten opgestart. Dit heeft mede te maken met het gebrek aan tijd, geld en personeel. Projecten zullen moeten worden uitgesmeerd over de tijd om de werkdruk te verspreiden of er moet een flink budget worden vrijgemaakt om alles op tijd af te krijgen. Anders is het niet realistisch dat de 16 Levensreddende Regels per 1 januari 2017 zijn geïmplementeerd bij alle vestigingen. De aangeleverde documenten van CRH Structural ter ondersteuning van de 16

(9)

IX Levensreddende Regels zijn in het Engels en worden nauwelijks gebruikt. Dat zorgt ervoor dat een aantal eisen onbekend zijn of onduidelijk voor de medewerkers van CRH Structural.

Naar aanleiding van de resultaten en de conclusies is er een adviesplan opgesteld waarin per

levensreddende regel wordt beschreven wat er nog moet gebeuren, welke prioriteit deze maatregelen hebben en welke middelen er nodig zijn om de implementatie volledig te maken. Bij een aantal

levensreddende regels is aangegeven dat er een haalbaarheidsrisico aan vastzit aangezien de aanwezige middelen niet voldoende zijn om de deadline van januari 2017 te halen. Alle adviezen en aanbevelingen zijn met de betrokken personen van CRH Structural besproken en geverifieerd. Dit om te borgen dat het adviesplan niet zomaar terzijde wordt gelegd en draagvlak te creëren onder de medewerkers van CRH Structural.

Naast het adviesplan zijn er een aantal aanbevelingen gedaan om de voortgang van de projecten uit het adviesplan te vergemakkelijken. In het adviesplan wordt er veelvuldig gewezen op het feit dat

medewerkers nieuwe kennis tot zich moeten nemen of nieuwe vaardigheden moeten ontwikkelen. Het zou verstandig zijn om dat door middel van toolboxen te doen. De organisatie is vertrouwd met deze werkwijze en het vergroot de veiligheidsbewustzijn van medewerkers. De aangeleverde CRH-

documenten moeten zo snel mogelijk van het Engels naar het Nederlands worden vertaald. Omdat het veel documenten zijn met veel pagina’s, is het verstandig om alle vestigingen in Nederland en Belgie te betrekken bij deze maatregel om zo de kosten uit te smeren over meerdere partijen. Met deze oplossing word er flink bespaard en komt er wat vrij in het budget. Er is ook een aanbeveling gedaan met

betrekking tot het delen van kennis tussen de afzonderlijke vestigingen. In de compliance matrix komt duidelijk naar voren dat er veel verschillen zitten tussen de vestigingen. Het komt vaak voor dat er bij een vestiging nog maatregelen moeten worden getroffen die bij andere vestigingen al geregeld zijn. Het is goed om vormen van beleid, procedures en werkwijzen van elkaar over te nemen. Dat is beter dan dat alle vestigingen zelf alles opnieuw gaan inrichten. Dat kost veel tijd en geld. Daarnaast heeft dit ook als voordeel dat het makkelijker werken is voor de SHE-afdeling als alle vestigingen hetzelfde beleid voeren.

Daarmee creer je ook een stuk duidelijkheid en vastigheid.

(10)

10

1. Inleiding

In dit hoofdstuk wordt de achtergrond van de opdrachtgever, de aanleiding van de opdracht en de opdracht zelf uitvoerig beschreven. De probleemstelling, de doelstelling en de deelvragen worden toegelicht, zodat duidelijk wordt wat de onderzoeker gaat onderzoeken. In de laatste paragraaf wordt aandacht besteedt aan de begripsafbakening.

1.1 Achtergrond CRH Structural

CRH Structural is onderdeel van de CRH Group en levert bouwmaterialen op internationaal niveau. De CHR Group kent bedrijfsactiviteiten in meer dan 36 landen en heeft ongeveer 90.000 werknemers. Het is een grote speler in de wereldwijde en Nederlandse bouwmaterialenindustrie (CRHGroup, n.d.).

CRH Structural is een organisatie die zich richt op de ruwbouw van bouwend Nederland voor zowel de stapelbouw als de montagebouw binnen de woning- en utiliteitsbouw. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit alle onderdelen van het gehele bouwproces, van ontwerp-, architecturale of constructieve

ondersteuning, tot de levering van de producten met eventuele montage van het complete casco voor de bouwer of aannemer (CRHStructural, 2014).

Er vallen vijf merken onder de naam CRH Structural, namelijk:

- ‘’Alvon - Calduran - Stalius - Heembeton

- Dycore’’ (CRHStructural, 2014)

De vijf merken zijn onderverdeeld onder zeven productievestigingen in Nederland, te weten Breda, Oosterhout, Harderwijk, Veenoord, Hoogersmilde en Lelystad (twee vestigingen). Op een aantal vestigingen zijn kantoren aanwezig. Het hoofdkantoor zit in Harderwijk (CRHStructural, 2014).

Binnen CRH Structural bundelen de vijf merken haar krachten en zijn alle werkzaam in het ruwbouw segment. Hiermee heeft CRH Structural de mogelijkheid om een breed assortiment aan te bieden met alle wand-, vloer- en casco-oplossingen voor de woning- en utiliteitsbouw. Innovatie en duurzaamheid zijn belangrijke vertrekpunten binnen de productie van deze organisatie (CRHStructural, 2014).

SHE-afdeling

De afdeling Safety, Health, Environment (SHE) ondersteunt de organisatie op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Zij adviseert, registreert, rapporteert, organiseert en voert projectmatige werkzaamheden uit. Dit zowel intern als extern naar bijvoorbeeld CRH Structural of bevoegd gezag. De afdeling bestaat uit drie personen. Daarnaast zijn op de productievestigingen zogenaamde veiligheids-

(11)

11 en milieuteams actief met sleutelfunctionarissen van de vestiging.De SHE-afdeling voert een ‘nul ongevallen’ beleid om het aantal ongevallen zo laag mogelijk te houden (Horsten, 2014).

De risico-inventarisatie en - evaluatie vormt de basis van de veiligheidszorg binnen CRH Structural.

Hierin staan de in kaart gebrachte risico’s en de beheersmaatregelen. Het vormt een blauwdruk van het veiligheidsniveau van de organisatie en in het bijzonder de productievestigingen. De risico’s worden geclassificeerd aan de hand van de Fine en Kinney methode (Horsten, 2014).

Het gewenste veiligheidsgedrag is dat altijd volgens de afgesproken regels en op een veilige manier gewerkt wordt. Om dit gedrag te stimuleren worden er bijvoorbeeld observatieronden gelopen op de werkvloer, waarbij de werkwijzen geobserveerd worden en gesprekken plaatsvinden over veilig werken.

Er worden toolboxen en trainingen gehouden om het onderwerp veiligheid actueel te houden. Door de geschiedenis van de verschillende organisaties verschilt de veiligheidscultuur per vestiging en dat betekent dat het veiligheidsniveau niet overal hetzelfde is. (Horsten, 2014)

Organogrammen

In figuur 1 wordt het organogram weergeven van de organisatie van CRH Structural. In figuur 2 wordt het organogram weergegeven van de SHE-afdeling. Deze afdeling bestaat uit drie personen: de SHEQ- manager en twee SHE-coördinatoren. De zeven productievestigingen zijn verdeeld over deze drie personen waarbij het uitgangspunt is om overal hetzelfde beleid toe te passen (CRHStructural, 2015).

Figuur 1: Organogram organisatie CRH Structural (CRHStructural, 2015).

(12)

12 Figuur 2: Organogram SHE-afdeling van CRH Structural (CRHStructural, 2015).

De opdrachtnemer valt rechtstreeks onder de leidinggevende van de SHE/afdeling, de heer Ernst Horsten. Aan deze persoon moet verantwoording worden afgelegd en heeft voornamelijk een ondersteunende rol tijdens het onderzoek.

1.2 Opdrachtomschrijving

CRH Structural is vorig jaar begonnen met het implementeren van de ‘16 Life Saving Rules’. De zogeheten 16 Levensreddende Regels bestaan uit zestien veiligheidsonderwerpen en bevatten een pakket aan veiligheidseisen die bij alle productievestigingen van CRH Structural moeten worden ingevoerd. Op dit moment is het onduidelijk wat de huidige stand van zaken is bij alle afzonderlijke vestigingen en in hoeverre deze voldoen aan de 16 Levensreddende Regels. Er is vanuit de organisatie, en in het bijzonder de SHE-afdeling, behoefte aan een duidelijk overzicht en een duidelijk plan voor de toekomst.

1.3 Aanleiding

Begin 2014 is CRH Group binnen Europa begonnen met het samenvoegen van twee divisies tot één divisie. Bij die samenvoeging is het prioriteit dat er één organisatie ontstaat. Op dat moment hadden de verschillende divisies ieder hun eigen beleid en werkwijze. Alle systemen en processen moeten in één uniform worden geplaatst. Op veiligheidsgebied heeft dit geleid tot het vervangen van de

veiligheidscampagne (Side, 2014).

Voorheen werd binnen CRH Structural gewerkt met de ’’11 fundamentals of fatality elimination’’. Dit zijn grondregels voor het voorkomen van dodelijke ongevallen. Met de nieuwe veiligheidscampagne richt CRH Structural zich op de ’16 Life Saving Rules’(In het Nederlands vertaald: de 16 Levensreddende

Stagiair Benjamin Baljeu

(13)

13 Regels). Deze 16 Levensreddende Regels zijn door CRH Structural ontwikkeld. In deze campagne wordt uitleg gegeven over zestien veiligheidsonderwerpen. Aan elk onderwerp worden eisen gesteld, met name op technisch en organisatorisch vlak. Deze eisen moeten bij alle vestigingen zo volledig mogelijk geïmplementeerd worden (Side, 2014).

De impact van de 16 Levensreddende Regels wordt door CRH Structural nog niet geheel overzien. Er is nog veel onduidelijkheid over wat er daadwerkelijk onder een regel wordt verstaan en hoe ver die eisen strekken. In relatie met de wet- en regelgeving is het onduidelijk of alle eisen genoeg zijn om hier aan te voldoen. Het is niet bekend wat de huidige stand van zaken is binnen de zeven vestigingen van CRH Structural en hoe dit opgelost kan worden (Horsten, 2014).

Er zijn een aantal factoren die de implementatie van de 16 Levensreddende Regels vertragen of

bemoeilijken. Zo bestaat CRH Structural uit drie verschillende bv’s met verschillende veiligheidsculturen.

Dit leidt ertoe dat de awareness en aanpak op veiligheidsniveau verschillen per vestiging. De drie bv’s behoren al geruime tijd tot hetzelfde moederbedrijf, maar vooral binnen het management zitten verschillende denkwijzen. Zo hebben bepaalde bedrijven al meer geïnvesteerd in veiligheid en hebben een hoger veiligheidsniveau. Andere bedrijven liggen achter en moeten een inhaalslag maken. Het gaat tijd en geld kosten om die achterstand in te halen (Horsten, 2014).

Het slechte bedrijfsklimaat in de bouwsector speelt tevens een rol. CRH Structural heeft vorig jaar ruim verlies geleden. Er zijn middelen beschikbaar gesteld voor investeringen en budgettering, maar er zal dan goed onderbouwd moeten worden wat die investering gaat opleveren (Horsten, 2014).

Het aangeleverde ondersteuningsmateriaal is in het Engels geschreven en zit vol met moeilijke termen.

De werknemers op de werkvloer zijn niet goed in de Engelse taal en dat zorgt voor moeilijkheden bij het opstellen van werkinstructies en trainingen. Het gevolg zou kunnen zijn dat de vertaling en interpretatie niet altijd goed loopt (Horsten, 2014).

1.4 Doelstelling

De doelstelling van het onderzoek luidt als volgt:

Een overzichtelijke weergave bieden van wat de huidige stand van zaken is binnen CRH Structural met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels en aangeven welke aanpak er nodig is om de 16

Levensreddende Regels volledig te implementeren bij alle vestigingen van CRH Structural in Nederland.

1.5 Probleemstelling

De probleemstelling die volgt uit de doelstellingen luidt:

Hoe is het gesteld met de huidige stand van zaken met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels per vestiging en welke maatregelen moeten genomen worden om de implementatie van de 16

Levensreddende Regels op alle vestigingen van CRH Structural volledig te maken?

(14)

14 1.6 Deelvragen

 Wat zijn de 16 Levensreddende Regels en welke eisen horen daarbij?

 Welke bestaande wetgeving, richtlijnen of normen kunnen bijdragen aan dit onderzoek?

 Wat is de huidige stand van zaken per vestiging omtrent de implementatie van de 16 levensreddende regels?

 Wat is de meest betrouwbare methode om risico’s te beoordelen?

 Wat is de meest betrouwbare methode om managementverandering toe te passen?

 Welke middelen zijn er nodig om de 16 Levensreddende Regels verder te implementeren binnen CRH Structural?

 Wat moet er gebeuren om de 16 Levensreddende Regels volledig te kunnen implementeren binnen CRH Structural?

1.7 Begripsafbakening

Om enige onduidelijk te voorkomen worden veelgebruikte termen in dit onderzoek afgebakend, zodat ieder persoon die het document gaat lezen begrijpt wat ermee bedoeld wordt.

CRH Structural

CRH Structural is onderdeel van de CRH Group en levert bouwmaterialen op internationaal niveau. De CHR Group kent bedrijfsactiviteiten in meer dan 36 landen en heeft ongeveer 90.000 werknemers. Het is een grote speler in de wereldwijde en Nederlandse bouwmaterialenindustrie (CRHGroup, n.d.).

CRH Structural is een organisatie die zich richt op de ruwbouw van bouwend Nederland voor zowel de stapelbouw als de montagebouw binnen de woning- en utiliteitsbouw. De bedrijfsactiviteiten bestaan uit alle onderdelen van het gehele bouwproces, van ontwerp-, architecturale of constructieve

ondersteuning, tot de levering van de producten met eventuele montage van het complete casco voor de bouwer of aannemer (CRHStructural, 2014).

Er vallen vijf merken onder de naam CRH Structural, namelijk:

- ‘’Alvon - Calduran - Stalius - Heembeton

- Dycore’’ (CRHStructural, 2014)

De vijf merken zijn onderverdeeld onder zeven productievestigingen in Nederland, te weten Breda, Oosterhout, Harderwijk, Veenoord, Hoogersmilde en Lelystad (twee vestigingen). Op een aantal vestigingen zijn kantoren aanwezig. Het hoofdkantoor zit in Harderwijk (CRHStructural, 2014).

16 Levensreddende Regels

Met de nieuwe veiligheidscampagne richt CRH Structural zich op de 16 Levensreddende Regels. Deze 16 Levensreddende Regels zijn door CRH Structural ontwikkeld. In deze campagne wordt uitleg gegeven

(15)

15 over zestien veiligheidsonderwerpen. Aan elk onderwerp worden eisen gesteld, met name op technisch en organisatorisch vlak. Deze eisen moeten bij alle vestigingen zo volledig mogelijk geïmplementeerd worden.

Hieronder worden de zestien veiligheidsonderwerpen weergegeven:

- veiligheid (onder)aannemers - machineveiligheid

- veiligstellen van machines - elektrische veiligheid

- verkeersveiligheid op de locatie - veiligheid van heftrucks

- gebruik van mobile telefoons op de werkplek - veiligheid van transporteurs

- veiligheid tijdens bouwprojecten - inkoop en veiligheid

- hijswerkzaamheden – montage

- werken op hoogte: valbeveiliging en vallende objecten

- herziening risicoanalyse voor het werken in besloten ruimten en voorkoming van contact met heet materiaal

- alleen werken of werken op een afgelegen locatie - boren en explosieven

- overdruk van silo’s (in niet cement organisaties)

Bij het veiligheidsonderwerp ‘’boren en explosieven’’ zal er geen onderzoek plaatsvinden, omdat dergelijke werkzaamheden niet worden uitgevoerd bij de vestigingen in Nederland. Aangezien dit onderzoek alleen de vestigingen in Nederland behandeld, zal dit veiligheidsonderwerp alleen globaal genoemd worden.

In bijlage 1 staat het document ‘’definitieve versie 16 Levensreddende Regels’’. In dit document wordt duidelijk beschreven wat elk veiligheidsonderwerp inhoudt en welke technische en organisatorische eisen er aan vastzitten. Ook worden er enkele begrippen afgebakend, zodat het duidelijk is. Dit document is leidend voor alle vestigingen van CRH Structural ter wereld.

Vestiging

Bij het formuleren van de opdracht is de term ‘’vestiging’’ er een die vaak voorkomt. Er kan onduidelijkheid ontstaan over het feit welk gebied of gebouw bij de vestiging hoort. In de handelsregisterwet wordt een vestiging gedefinieerd als:

‘Een gebouw of complex van gebouwen waar duurzame uitoefening van de activiteiten van een onderneming of rechtspersoon plaatsvindt’. (Kamer van Koophandel, 2014)

‘Er is sprake van een vestiging, indien:

• er een gebouw of complex van gebouwen is, en;

(16)

16

• in het gebouw of complex van gebouwen duurzame uitoefening van de activiteiten plaatsvindt van een rechtspersoon of onderneming.’ (Kamer van Koophandel, 2014)

Voor CRH Structural geldt dat alles wat onder de invloedssfeer valt van het bedrijf wordt gezien als vestiging. Dit zijn niet alleen de productielocaties, maar tevens de kantoren en bouwplaatsen waar werknemers in opdracht van CRH Structural werkzaamheden uitvoeren.

Bij de meeste gevallen zijn de kantoren en productielocaties aanwezig op hetzelfde terrein. Er zijn twee grote kantoren, waar de sleutelfiguren van de verschillende afdelingen zitten: het hoofdkantoor in Harderwijk en het nevenkantoor in Oosterhout. Op de andere locaties zijn tevens kantoorruimtes beschikbaar, maar daar vinden niet veel werkzaamheden plaats.

De locaties van de bouwplaatsen verplaatsen elke keer, omdat er na het voltooien van een opdracht elders verder een nieuwe opdracht wordt opgestart. De bouwplaatsen zijn geen eigendom van CRH Structural, maar van de klanten. CRH Structural voert alleen diensten uit op de bouwplaats.

Daarom is er gekozen voor de volgende geografische indeling van de vestigingen:

- Breda - Oosterhout - Lelystad Vaartweg - Lelystad Steenstraat - Harderwijk

- Hoogersmilde - Veenoord

- Hoofdkantoor CRH Structural - Bouwplaatsen

(17)

17

2. Onderzoeksmethoden en analyseprocedure

In dit hoofdstuk worden eerst de onderzoeksmethoden besproken die gebruikt zijn tijdens dit onderzoek. Dit zijn de onderzoeksmethoden literatuuronderzoek, interview en observatie. Daarna worden de analyseprocedure van dit onderzoek toegelicht. Als laatste wordt de validiteit en betrouwbaarheid van dit onderzoek weergegeven.

2.1 Literatuuronderzoek

Om inzicht te verkrijgen in wat een veiligheidsonderwerp specifiek inhoudt is er gekeken wat er al bekend is over de zestien onderwerpen en of het bruikbaar kan zijn voor het onderzoek. Hier is vooral gebruik gemaakt van elektronische bronnen.

Tevens is er kennis genomen van wetten, richtlijnen en normen die betrekking hebben op de 16 Levensreddende Regels. Hierbij is gebruiktgemaakt van verschillende literatuur met betrekking tot arbeidsveiligheid: de praktijkgids Arbeidsveiligheid, het Arboportaal, de website van de branche en de website van de overheid met betrekking tot alle wetten. Deze bronnen zijn vooraanstaand met betrekking tot de laatste inzichten in arbeidsveiligheid.

Er is aan het begin van het onderzoek een veiligheidstraining gevolgd samen met de andere medewerkers van CRH Structural. Deze veiligheidstraining bestond uit vier films waarin alle levensreddende regels werden behandeld. Dit was verplicht voor alle medewerkers binnen CRH Structural.

Tevens is er gebruiktgemaakt van de literatuur en lesstof die nog beschikbaar zijn in de elektronische leeromgeving van Hogeschool Avans.

Deskresearch

Door middel van desk research is gekeken of CRH Structural al werkinstructies of inventarisaties heeft ontwikkeld met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels. Voor de nieuwe veiligheidscampagne werkte CRH Structural met de elf grondregels. Deze elf grondregels zitten voor een groot deel verwerkt in de 16 Levensreddende Regels. Dit is een belangrijk onderdeel om te kunnen onderzoeken hoe CRH Structural in de huidige situatie ervoor staat. Citrix is voornamelijk de bron waar alle deze informatie beschikbaar is. Citrix is een afgeschermde server buiten de organisatie waar alle gegevens centraal kunnen worden opgeslagen. Dit wordt door alle medewerkers van CRH Structural gebruikt die werken met een computer.

2.2 Interview

Om inzicht te verkrijgen in de problematiek, die ten grondslag ligt aan het onderzoek, hebben interviews zeer sterk bijgedragen. Voor en tijdens het onderzoek zijn er met verschillende functionarissen van CRH Structural gesprekken gevoerd op meerdere vestigingen. Dit zijn mensen met zowel operationele, tactische als strategische ervaring. Voor het onderzoek is vooral gesproken over de uitrol van de

(18)

18 veiligheidscampagne van de 16 Levensreddende Regels. Tijdens het onderzoek zijn er gesprekken gevoerd met de SHE-coördinatoren, hoofden technische dienst, hoofd logistiek en diverse medewerkers om inzicht te krijgen in de huidige stand van zaken met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels.

Veel gesprekken zijn face-to-face interviews waarbij open- en gesloten vragen zijn gesteld. De reden voor het voeren van zoveel mogelijk interviews heeft te maken met het feit dat het uiteindelijk adviesplan moet aansluiten op de behoeftes van de mensen in het veld. Het moest voor hen ondersteuning bieden en aansluiten op de werkwijze. De interviews zijn verwerkt en bijgevoegd in bijlage 2 tot en met 8.

2.3 Observatie

Gedurende het onderzoek zijn alle zeven vestigingen bezocht om inzicht te krijgen in de

werkzaamheden, de processen en de voortgang met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels. Het doel van het bezoek is hoofdzakelijk om een rondleiding te doen in de fabriek met een van de SHE- coördinatoren. Door de observatie kan inzicht worden verkregen in de veiligheidscultuur van de vestiging en welke werkinstructies/procedures gelden in de fabriek. Dit zijn niet-participerende

observaties geweest, omdat er niet is deelgenomen aan de dagelijkse werkzaamheden in de fabriek. Dat is niet mogelijk, want de werkzaamheden in de fabriek brengen gevaren en risico’s met zich mee en het personeel moet gecertificeerd zijn om in de fabriek te mogen werken.

Daarnaast is er aangeschoven bij diverse overleggen met betrekking tot veiligheid om te observeren hoe mensen binnen de organisatie nadenken over taken, risico’s en overige veiligheidszaken. Het gaat hier om het SHE-afdelingsoverleg en het veiligheids- en milieuteamoverleg (VMTO). Hier was sprake van niet-participerende observaties.

2.4 Analyseprocedure

Door middel van de bovenstaande onderzoeksmethoden is er veel informatie verkregen. Deze resultaten zijn uiteindelijk samengekomen als puzzelstukjes tot één geheel in een compliance matrix.

Aan de hand van het resultaat zijn er conclusies getrokken en een aanbeveling gedaan in de vorm van een adviesplan. Het onderzoek is in vijf fasen uitgewerkt.

In fase 1, de oriëntatiefase, zijn verschillende onderzoeksmethoden gehanteerd. Allereerst met een stuk literatuurstudie. Het verkrijgen van inzicht in de onderwerpen van de 16 Levensreddende Regels heeft hier de basis gevormd. Daarnaast is er gekeken naar de relevante en bestaande wetgeving op het gebied van arbeidsveiligheid. Desk research is nodig om te bekijken wat CRH Structural in het verleden heeft gedaan aan werkinstructies, procedures en inventarisaties met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels.

In fase 2, de inventarisatiefase, zijn de zeven vestigingen van CRH Structural bezocht om inzicht te verkrijgen in de werkzaamheden, werkinstructies, procedures en de risico’s van de fabrieken. Tevens is met de betrokken personen vanuit het werkveld gesproken over de geconstateerde problematiek. Hoe staat de vestiging er nu voor op het gebied van de 16 Levensreddende Regels? In deze fase is kennis verzameld bij de personen die de kennis voorhanden hebben.

(19)

19 Fase 1 en fase 2 overlappen elkaar enigszins, omdat de bezoeken en interviews over een ruime periode zijn verdeeld. Dit in verband met de drukke agenda’s van de betrokkenen.

In fase 3, de analysefase, zijn de resultaten uit de onderzoeksmethoden verwerkt in een compliance matrix. Dit onderdeel is bekend binnen de organisatie van CRH Structural en is een nuttige tool om de huidige situatie van alle vestigingen overzichtelijk in kaart te brengen. De uitkomsten in de compliance matrix zijn geverifieerd door de medewerkers van de SHE-afdeling. Vervolgens is er overgegaan naar de analyse van de verschillende resultaten. Welke conclusies kunnen hieruit getrokken worden? Aan de hand daarvan is een adviesplan samengesteld. Het advies is door drie factoren tot stand gekomen.

Allereerst is er aan de hand van de Fine en Kinney methode toegelicht bij welke levensreddende regel de grootste risico’s zitten. De Fine en Kinney methode is twee keer toegepast: de situatie voor invoering van een levensreddende regel en van de situatie na invoering van een levensreddende regel. Met deze methode wordt duidelijk bij welke levensreddende regel de prioriteit ligt. Vervolgens is er met behulp van het McKinsey 7S model gekeken naar welke veranderingen er binnen de organisatie benodigd zijn om een maatregel succesvol te kunnen doorvoeren. Het McKinsey 7S model wordt vaker door

organisaties gebruikt om een toekomstige strategie te ontwikkelen als onderdeel van een interne analyse. Als laatste is er een overzicht gemaakt van de middelen in de vorm van budget, tijd (in uren) en de geschatte doorlooptijd van een project. Deze drie factoren zijn meerdere malen besproken om een draagvlak te creëren bij de betrokken personen.

Zodra het onderzoek is afgerond komen de laatste twee fasen aan bod, de rapportagefase en de afrondfase. In de rapportagefase zijn de conclusies en aanbevelingen uitgewerkt. In de aanbevelingen is een plan van aanpak voor de invulling van het advies opgenomen, een stappenplan om in de goede richting te komen. In de afrondfase zijn de resultaten van het onderzoek verwerkt in de vorm van een scriptie.

Bovenstaande is uitgewerkt in een modelvorm te zien in figuur 3.

(20)

20 Figuur 3: werkwijze in modelvorm

(21)

21 2.5 Validiteit en betrouwbaarheid

Het onderzoek is betrouwbaar en valide in de zin dat er meerdere dataverzamelingsmethoden gebruikt zijn om tot bepaalde informatie te komen. Er is literatuuronderzoek verricht bij bronnen van de

overheid, de opleiding en CRH Structural. Ook de praktijkgids Arbeidsveiligheid is een veelgebruikte bron. Dit is een boek dat is samengesteld door experts op het gebied van arbeidsveiligheid. Ook zijn er interviews gehouden met belangrijke functionarissen binnen de organisatie van CRH Structural. Die zijn in het bezit van de nodige expertise en weten wat er speelt binnen de organisatie. De interviews zijn niet alleen gebruikt om informatie te verzamelen, maar ook om te kijken of er draagvlak is binnen de organisatie om een verandering succesvol te laten zijn. Dit laatste is nodig om ervoor te zorgen dat dit onderzoeksrapport niet zomaar aan de kant wordt geschoven. Bij alle vestigingen is er ook een observatie gedaan door de onderzoeker. Bij een eigen observatie kan de situatie met eigen ogen beoordeeld worden en dus betrouwbaar beschreven worden in het rapport. Gezien de geringe ervaring van de onderzoeker is ervoor gekozen om de observatie te doen met de veiligheidsfunctionarissen van de vestigingen. Die werken al jaren bij de organisatie en hebben veel expertise op het gebied van veiligheid met betrekking tot hun eigen vestigingen. Daarnaast bezitten zij ook de kennis over welke werkzaamheden er plaatsvinden, in welke frequentie en wat de mogelijke risico’s zijn binnen de vestigingen. Tot slot zijn alle bevindingen en resultaten besproken met betrokken personen van CRH Structural en de opleiding Integrale Veiligheid. Door gebruik te maken van hun expertise wordt het onderzoek betrouwbaar en valide.

Voor de overzichtelijke weergave van de huidige stand van zaken van de 16 Levensreddende Regels is er een compliance matrix gebouwd. Deze matrix is door CRH Structural gebruikt bij de vorige

veiligheidscampagne en persoonlijk aangedragen door de SHEQ-manager. Dit is voor de organisatie een bekende werkwijze en zorgt voor duidelijkheid en vastigheid.

Om de managementverandering valide en betrouwbaar te maken is er gebruikgemaakt van het McKinsey 7S model. Dit is een veel gebruikte methode binnen de bedrijfswereld om een interne organisatie te analyseren of een toekomstige strategie te ontwikkelen. Ook binnen de opleiding wordt dit model voorgedragen. Na overleg met de SHEQ-manager is besloten dat dit de meest betrouwbare methode zal zijn voor dit onderzoek.

Voor de beoordeling van de risico’s is gekozen voor de Fine en Kinney methode. Dit is een veel gebruikte methode binnen de wereld van arbeidsveiligheid, geeft een goede weergave van hoe risicovol een situatie is en was een uitstekende mogelijkheid om de prioriteit van maatregelen zichtbaar te maken.

Deze methode wordt ook binnen het bedrijf gebruikt om risico’s te beoordelen. De betrouwbaarheid hangt hierbij wel af van de beschikbare informatie en inschatting van de beoordelaar. De inschatting is gedaan door de onderzoeker en heeft de resultaten besproken met personen uit de SHE-afdeling. Die hebben vaker gewerkt met deze methode en dat zorgt ervoor dat de resultaten uit deze methode betrouwbaar zijn.

(22)

22

3. 16 Levensreddende Regels

In dit hoofdstuk worden de 16 Levensreddende Regels van CRH Structural toegelicht.

De 16 Levensreddende Regels zijn ontwikkeld door CRH Structural zelf en bestaan uit zestien veiligheidsonderwerpen die aangevuld zijn met technische en organisatorische eisen. De

veiligheidsonderwerpen zijn bepaald aan de hand van het aantal dodelijke ongevallen in het verleden.

Het gaat niet alleen over dodelijke ongevallen in Nederland, maar wereldwijd. De 16 Levensreddende Regels moeten niet alleen in Nederland worden geïmplementeerd, maar bij alle andere bedrijven in de wereld. Deze regels dienen volledig geïmplementeerd en uitgevoerd te worden en moeten de

ruggengraat vormen van de toekomstige veiligheidsstrategie van CRH Structural. Het doel van CRH Structural is om het aantal van nul dodelijke ongevallen te bereiken, omdat geen enkel dodelijk ongeval aanvaardbaar is.

Hieronder worden de zestien veiligheidsonderwerpen weergegeven:

- veiligheid (onder)aannemers - machineveiligheid

- veiligstellen van machines - elektrische veiligheid

- verkeersveiligheid op de locatie - veiligheid van heftrucks

- gebruik van mobile telefoons op de werkplek - veiligheid van transporteurs

- veiligheid tijdens bouwprojecten - inkoop en veiligheid

- hijswerkzaamheden – montage

- werken op hoogte: valbeveiliging en vallende objecten

- herziening risicoanalyse voor het werken in besloten ruimten en voorkoming van contact met heet materiaal

- alleen werken of werken op een afgelegen locatie - boren en explosieven

- overdruk van silo’s (in niet cement organisaties)

Bij het veiligheidsonderwerp ‘’boren en explosieven’’ zal er geen onderzoek plaatsvinden. Dit onderzoek gaat over de vestigingen in Nederland en die voeren werkzaamheden met betrekking tot dit

veiligheidsonderwerp niet uit. Dit veiligheidsonderwerp zal alleen globaal genoemd worden in dit onderzoeksrapport, omdat het wel deel uitmaakt van de veiligheidscampagne.

De veiligheidscampagne is gestart in januari 2014 en het management van CRH Structural heeft als doelstelling gesteld dat de 16 Levensreddende Regels in januari 2017 volledig geimplementeerd moeten zijn bij alle vestigingen in Nederland.

(23)

23 In bijlage 1 staat het document ‘’definitieve versie 16 Levensreddende Regels’’. In dit document wordt duidelijk beschreven wat elk veiligheidsonderwerp inhoudt en welke technische en organisatorische eisen er aan vastzitten. De 16 Levensreddende Regels worden in detail beschreven en ondersteund met praktijkvoorbeelden. Dit document is leidend voor alle vestigingen van CRH Structural ter wereld.

(24)

24

4. Wet- en regelgeving met betrekking tot 16 Levensreddende Regels

Het is van belang om vooraf goed in beeld te brengen welke wet- en regelgeving er een rol speelt bij de veiligheidsonderwerpen van de 16 Levensreddende Regels. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke wetten en richtlijnen van toepassing zijn bij de veiligheidsonderwerpen van de 16 Levensreddende Regels. Later in dit onderzoek kan dit namelijk een rol spelen bij de prioritering van de maatregelen indien blijkt dat een vereiste noodzakelijk is om aan de wet te voldoen.

4.1 Arbeidsomstandighedenwet

Op het gebied van arbeidsveiligheid staan alle rechten en plichten omschreven in de Arbowetgeving.

Alle regels en wetten van de Arbeidsomstandighedenwet kunnen gevonden worden op het Arboportaal, het Arbo-informatieblad en de overheidswebsite (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.).

De Arbeidsomstandighedenwet bestaat uit drie verschillende niveaus:

Arbowet

‘’De Arbowet vormt de basis van de Arbowetgeving. Hierin staan de algemene bepalingen die gelden voor alle plekken waar arbeid wordt verricht (dus ook voor verenigingen en stichtingen). De Arbowet is een kaderwet. Dat betekent dat er geen concrete regels in staan. Die zijn verder uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arboregeling. Op de website van de overheid is de volledige tekst van de Arbowet te vinden.’’ (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.)

Arbobesluit

‘’Het Arbobesluit is een uitwerking van de Arbowet. Hierin staan de regels waar zowel werkgever als werknemer zich aan moeten houden om arbeidsrisico's tegen te gaan. Deze regels zijn verplicht. Er staan ook afwijkende en aanvullende regels in voor een aantal sectoren en categorieën werknemers. Op de website van de overheid is de volledige tekst van de Arbobesluit te vinden.’’ (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.)

Arboregeling

‘’De Arboregeling is weer een verdere uitwerking van het Arbobesluit. Het gaat hierbij om concrete voorschriften. Bijvoorbeeld de eisen waar arbeidsmiddelen aan moeten voldoen of hoe een arbodienst zijn wettelijke taken exact moet uitvoeren. Ook deze regels zijn verplicht voor werkgever en werknemer.

Op de website van de overheid is de volledige tekst van de Arboregeling te vinden.’’ (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.)

De Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling vormen samen de norm. De werkgevers en

werknemers hebben de mogelijkheid om zelf te kunnen bepalen hoe men deze norm bereiken in de vorm van zogenaamde doelvoorschriften. Dit wordt vastgelegd in een Arbocatalogus. Een bedrijf kan kiezen om zelf een Arbocatalogus op te stellen of aan te sluiten bij de Arbocatalogus van de branche. De

(25)

25 Arbocatalogi wordt getoetst door de Inspectie SZW om te controleren dat aan de normen wordt voldaan (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.).

Het doel van de Arbowetgeving is om de kans op ongevallen en ziekten, die veroorzaakt worden door het werk, te voorkomen. Vrijwel alle levensreddende regels vallen onder deze wetgeving aangezien de regels het doel hebben om ongevallen te voorkomen (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, n.d.). CRH Structural heeft de 16 Levensreddende Regels opgesteld om het aantal ongevallen tot nul te brengen. De Arbowetgeving is daarom van toepassing op de gehele veiligheidscampagne.

4.2 Machinerichtlijn

De Machinerichtlijn is een Europese richtlijn waarin de minimale veiligheids- en gezondheidseisen zijn vastgelegd voor machines. Er is een grote diversiteit aan machines en daardoor is het vrijwel onmogelijk om voor alle machines in detail vast te leggen waaraan ze moeten voldoen. Daarom heeft de Europese Unie een globale wetgeving ontwikkeld in de vorm van de Machinerichtlijn. In eerste instantie is de richtlijn bedoeld om handelsbelemmeringen binnen Europa te voorkomen. Daarnaast legt de richtlijn de verantwoordelijkheid voor het op de markt brengen van een machine bij de fabrikant, leverancier of importeur (NEN, n.d.).

Landen binnen de Europese Unie hebben de verplichting om de richtlijn te verwerken in nationale wetgeving. In Nederland is deze richtlijn verwerkt in het Warenbesluit machines (NEN, n.d.).

De Machinerichtlijn is van toepassing op een groot deel van de 16 Levensreddende Regels. Het gaat niet alleen over de productiemachines in de fabriek, maar ook over de transportmachines, hijskranen en silo´s. De levensreddende regel ´inkoop en veiligheid´ is ook belangrijk, want bij het inkopen van machines en dergelijke moet er rekening worden gehouden met de eisen uit de machinerichtlijn. Door dit goed in te richten bespaart men veel geld en tijd.

4.3 Warenwetbesluit machines

In Nederland is de Europese Machinerichtlijn omgezet in het Warenwetbesluit Machines. Iedereen in Nederland, die machines en machineonderdelen verhandelen en/of gebruiken, valt binnen deze wetgeving. Het richt zich op de fabrikanten van machines en eist dat machines voldoen aan de

veiligheids- en gezondheidseisen die omschreven staan in de Machinerichtlijn. Ieder risico moet worden weggenomen of gereduceerd tot het minimum (Euronorm, 1995).

De Inspectie SZW houdt toezicht op de naleving van deze wet. Met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels geldt hier hetzelfde als bij de machinerichtlijn (paragraaf 4.2).

4.4 CE-markering

De CE-markering geeft aan of een product voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van milieu, veiligheid en gezondheid. Het aanbrengen van een CE-markering houdt niet in dat een product gekeurd is maar dat het voldoet aan de richtlijnen die specifiek van toepassing zijn op een dergelijk product en/of

(26)

26 machine. De eisen zijn in meerdere richtlijnen en verordeningen vastgelegd. De CE-markering is bedoeld om de vrije goederenhandel binnen de EER-landen (Europese Economie Ruimte) te bevorderen en de wetgeving van de EER-landen te harmoniseren voor productgezondheid en –veiligheid (RVO, n.d.).

Met het aanbrengen van een CE-markering verklaart de fabrikant geheel onder eigen

verantwoordelijkheid dat een product voldoet aan de Europese wetgeving en daarom mag worden verhandeld binnen de Europese Economische ruimte (alle Europese lidstaten plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). De CE-markering geldt niet voor alle producten, de productcategorieën staan omschreven in de richtlijnen voor CE-markering (RVO, n.d.).

Producten die door CRH Structural worden aangeschaft of gebruikt moeten in het bezit zijn van de CE- markering . De producten, waar een Europese norm voor is, die CRH Structural produceert moeten tevens aan de norm voldoen en overeenkomstig gemarkeerd worden.

4.5 Richtlijn Arbeidsmiddelen

De Richtlijn Arbeidsmiddelen stelt eisen aan arbeidsmiddelen zonder CE-markering om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te verbeteren. Arbeidsmiddelen, die na 1995 zijn gebouwd of gebruikt, moeten voldoen aan de machinerichtlijn (en CE-markering). Arbeidsmiddelen, met een bouwjaar voor 1995, moeten voldoen aan de Richtlijn Arbeidsmiddelen. De Richtlijn Arbeidsmiddelen is een van de vele Europese richtlijnen en heeft veel overeenkomsten met de Machinerichtlijn. Op basis van deze richtlijn is iedere organisatie verplicht om alle arbeidsmiddelen in kaart te brengen en voor ieder arbeidsmiddel een risico-inventarisatie te maken. In Nederland is de Richtlijn Arbeidsmiddelen opgenomen in de Arbowet (Avan, n.d.).

Met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels geldt hier hetzelfde als bij de machinerichtlijn (paragraaf 4.2). Vrijwel alle Levensreddende Regels hebben een relatie met arbeidsmiddelen. De levensreddende regel ‘inkoop en veiligheid’ speelt wederom een belangrijke rol, want die is verantwoordelijk voor de inkoop van arbeidsmiddelen.

4.6 NEN3140

De eisen en verplichtingen van de Arbowet op het gebied van elektrische veiligheid zijn uitgewerkt in de EN50110 en NEN3140. De NEN3140 is een Nederlandse norm die zich richt op elektrische installaties in het laagspanningsgebied. De NEN3140 moet zorgen dat elektrische installaties veilig te gebruiken zijn, elektrische gereedschappen veilig te gebruiken zijn en dat werknemers die werken in de nabijheid van elektrische installaties duidelijk geïnstrueerd zijn met de veiligheidsregels. De werkgever moet laten zien dat alles in het werk is gesteld om veilig te kunnen werken met elektrische installaties. Dit kan

aangetoond worden door elektrische installaties periodiek te laten inspecteren door een vakbekwaam persoon (Euronorm, n.d.).

De NEN3140 is van toepassing op de vestigingen van CRH Structural en inspecties worden zowel intern als extern gedaan. De NEN3140 komt terug in levensreddende regel 4: elektrische veiligheid.

(27)

27 4.7 Code 95

In de Europese Richtlijn vakbekwaamheid staat dat code 95 een verplichting is om beroepschauffeur te kunnen zijn. Een code 95 is een code die aangeeft dat een chauffeur vakbekwaam is. Om code 95 te halen zal de chauffeur een basiskwalificatie moeten halen door middel van examens en toetsen. Indien behaald zal de code op het rijbewijs worden weergegeven. De code is vijf jaar geldig maar zal worden verlengd als de chauffeur in die periode van vijf jaar 35 uur nascholing heeft gevolgd. Doet de chauffeur dit niet dan zal die niet meer beroepsmatig mogen rijden (CBR, n.d.).

Code 95 is van toepassing op levensreddende regel 8: veiligheid van transporteurs.

(28)

28

5. Stand van zaken binnen CRH Structural met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels

In dit hoofdstuk worden de verkregen resultaten uit de onderzoeksmethoden deskresearch, interviews en observaties weergegeven. Alle interviews zijn voor de betrouwbaarheid van het onderzoek

gecontroleerd en goedgekeurd door de geïnterviewde. In de eerste zestien paragrafen wordt per levensreddende regel uitgelegd waar alle vestigingen nu staan op dit moment. In de laatste paragraaf wordt de compliance matrix toegelicht waarin alle resultaten overzichtelijk zijn weergegeven.

In de bijlage 2 tot en met 8 staan alle vragenlijsten die beantwoord zijn door betrokken medewerkers.

Hier kan eventueel meer informatie worden gevonden over bepaalde zaken met betrekking tot de 16 Levensreddende Regels.

5.1 Levensreddende Regel 1: veiligheid van (onder)aannemers

Alle CRH bedrijven dienen een pre kwalificatiesysteem te hebben voor (onder)aannemers welke is gebaseerd op de “ Veiligheidschecklist voor (onder)aannemers”.

CRH Structural heeft een prekwalificatiesysteem voor (onder)aannemers ontwikkeld in de vorm van de

‘’Veiligheidschecklist contractanten’’. Deze checklist moet voor aanvang van de werkzaamheden worden ingevuld door de contractant. De contractant (lees: aannemer) moet hier informatie geven over de uitvoerende medewerkers, aard van de werkzaamheden, de in te zetten arbeidsmiddelen, het incidentenbeleid en het veiligheidsbeleid. In de checklist wordt verwezen naar de ‘’Algemene

veiligheidsvoorschriften voor contractanten’’. Hier staan alle veiligheidsvoorschriften die gelden op de vestigingen van CRH Structural. De contractant moet hier kennis van nemen en ondertekenen voordat er wordt gestart met de werkzaamheden. Nadat de volledige checklist is ingevuld en doorgenomen moet de veiligheidschecklist voor contracten worden getekend door de contractant. Na goedkeuring van CRH Structural mag er worden gestart met werkzaamheden.

De ‘’Veiligheidschecklist contractanten’’ en ‘’Algemene veiligheidsvoorschriften voor contractanten’’

staan weergegeven in bijlage 9 en 10.

Het toesturen van de “Veiligheidschecklist voor (onder)aannemers” is de verantwoordelijkheid van de manager of leidinggevende die de (onder)aannemer heeft ingehuurd.

Binnen CRH Structural worden de (onder)aannemers ingehuurd door medewerkers van de Technische Dienst of de Plantmanagers. Deze personen zijn bekend met bovenstaande werkwijze maar vooralsnog wordt het niet altijd goed uitgevoerd. De checklists worden opgestuurd, maar de respons is bij de meeste vestigingen niet erg hoog. De meeste aannemers zijn al langer bekend binnen CRH Structural.

Door eerdere ervaringen en jarenlange samenwerking worden de aannemers beoordeeld. Er wordt geen beoordeling gedaan op basis van de checklist.

Alleen bij de vestiging in Breda is de werkwijze goed doorgevoerd. In Breda mag de aannemer pas aan zijn werkzaamheden beginnen als de veiligheidschecklist is getekend en ontvangen door CRH. Er is een

(29)

29 map aanwezig binnen de Technische Dienst met een lijst waarop iedere persoon die een aannemer inhuurt registreert over welke partij het gaat, of de veiligheidschecklist is opgestuurd en of die getekend is.

5.2 Levensreddende Regel 2: machineveiligheid

Alle machines dienen afgeschermd te zijn volgens de CRH richtlijnen die voor de betreffende organisatie van toepassing zijn, namelijk:

16 Life Saving Rules richtlijnen voor het afschermen van machines. (Inclusief het QPA Technical Guidance Document).

Lightside Machinery Safety Document.

De Technisch Dienst van alle vestigingen is verantwoordelijk voor de afschermingen van de machines.

Bovenstaande documenten zijn onbekend bij de hoofden van de Technische Dienst en zijn daarom nooit geraadpleegd. Bij de afscherming van de machines wordt gebruikgemaakt van de Machinerichtlijn en/of eigen praktisch inzicht. Alleen bij de vestigingen in Harderwijk en Hoogersmilde zijn alle machines afgeschermd. Bij de andere vestigingen zijn er een aantal machines nog niet voorzien van

afschermingen.

Vanuit de eisen/richtlijnen zoals hierboven beschreven gaat speciale aandacht uit naar het volgende eisen:

Alle machineafscherming is permanent. Dat betekent dat gereedschap nodig is om de afscherming /hekwerk te openen.

De organisatie is verplicht om aan te tonen over een systeem te beschikken waarin de bevoegdheid tot het verwijderen van afschermingen vastgelegd is.

Bij de vestigingen in Breda, Oosterhout, Harderwijk en Hoogersmilde zijn er een aantal machines permanent afgeschermd. Niet alle machines zijn permanent afgeschermd. Bij de aanwezigheid van mobiele installaties is het moeilijk om een machineafscherming permanent te maken. Bij de andere vestigingen is de machineafscherming niet permanent.

Bij de vestigingen Harderwijk en Hoogersmilde is er een systeem waarin de bevoegdheid tot het verwijderen van afschermingen is vastgelegd. Bij de andere vestigingen is een dergelijke systeem niet aanwezig.

Alle interlocksystemen dienen op een regelmatige basis geïnspecteerd te worden door een competent persoon. De locatiemanager dient hiervoor zorg te dragen. Op het moment dat een interlocksysteem is overbrugd dienen de redenen hiervoor geïdentificeerd en omschreven te worden in een machine risicoanalyse. (Het overbruggen van een interlock is een ernstige overtreding van de

veiligheidsprocedures die zal leiden tot aanzienlijke disciplinaire maatregelen).

Bij de vestigingen in Harderwijk en Hoogersmilde worden de interlock systemen om de drie maanden gecontroleerd door de Technische Dienst. De Hoofd Technische Dienst van Veenoord geeft aan dat het

(30)

30 gebeurt, maar dit is niet aantoonbaar. Bij de andere vestigingen worden de interlocksystemen niet gecontroleerd.

Bij de meeste vestigingen wordt aangegeven dat het nooit voorkomt dat een interlocksysteem wordt overbrugd. Alleen in Breda is het een keer voorgevallen en de betrokken medewerker is naar aanleiding van dit incident uit zijn functie ontheven.

Alle noodstoppen en trekkoorden dienen te voldoen aan de technische vereisten beschreven in dit hoofdstuk.

Bij de twee vestigingen in Lelystad wordt momenteel onderzocht of de noodstoppen en trekkoorden voldoen aan de technische vereisten. Bij alle andere vestigingen voldoen de noodstoppen en

trekkoorden aan de technische vereisten.

Alle noodstoppen en trekkoorden dienen minimaal twee keer per jaar visueel geïnspecteerd en een keer per jaar getest te worden. Elke locatie dient aan te kunnen tonen dat de beschreven inspecties en testen zijn uitgevoerd.

Bij de twee vestigingen in Lelystad, Harderwijk en Hoogersmilde worden de noodstoppen en

trekkoorden om de drie maanden geïnspecteerd en getest door de Technische Dienst. Al deze inspecties en testen worden geregistreerd in het onderhoudsprogramma PlannExpert. In Breda worden

noodstoppen twee keer per jaar gecontroleerd, de trekkoorden niet. Bij de overige vestigingen worden de noodstoppen en trekkoorden helemaal niet geïnspecteerd of getest.

Het gebruik van een alarmsignaal voordat de machine opstart, dient opgenomen te zijn in de risicoanalyses van de verschillende machines. Elke locatie dient aan te kunnen tonen dat dit onderwerp onderdeel uit maakt van de (machine)risicoanalyse.

In Breda en Oosterhout is het gebruik van een alarmsignaal voordat de machine opstart opgenomen in de machinerisicoanalyse. Bij de andere vestigingen is dit nog niet gebeurd. Lelystad Vaartweg heeft nog geen machinerisicoanalyse.

5.3 Levensreddende Regel 3: veiligstellen van machines

Iedere locatie dient te beschikken over een schriftelijke LOTOC/LTT procedure inclusief machine specifieke voorschriften voor het gebruik van LOTOC/LTT.

Er zijn een aantal documenten aanwezig binnen CRH Structural waarin de procedure van de ‘’Lock out, Tag out en Try’’ duidelijk wordt omschreven. In het document ‘’beleid LTT’’ wordt de LTT-procedure gedefinieerd en aangegeven wanneer de procedure LTT van toepassing is. Tevens wordt uitleg gegeven over werkinstructies, werkwijzen en de eisen met betrekking tot de middelen die gebruikt worden bij de LTT-procedure. In de documenten ‘’Algemene instructie LTT’’ en ‘’Procedure LTT’’ worden de werkwijze en procedure van LTT nog specifieker uitgelegd. Deze procedures gelden voor alle vestigingen.

(31)

31 In het document ’’Inventarisatie arbeidsmiddelen LTT’’ is er bij de vestiging Oosterhout een overzicht gemaakt van de energiestromen en de middelen die het weghalen of blokkeren van energie mogelijk maken. Echter, de specifieke werkwijze voor de toepassing van de LTT-procedure bij onderhouds-, reparatie-, en schoonmaakwerkzaamheden ligt nog niet vast. De SHE-afdeling is er op dit moment mee bezig. Er is een start gemaakt om in 2015 de LTT werkwijze voor minimaal dertig installaties per afzonderlijke vestiging vast te leggen. Op dit moment zijn de machinespecifieke voorschriften voor het gebruik van LOTOC/LTT nog niet afgerond.

In bijlage 11 tot en met 14 staan de documenten ‘’Beleid LTT’’,’’ Algemene instructie LTT’’, ‘’Procedure LTT’’ en de ‘’Inventarisatie arbeidsmiddelen LTT’’ weergegeven.

De LOTOC/LTT procedure dient minimaal de energiebronnen elektriciteit, pneumatiek, hydrauliek, mechanische energie en thermische energie te bevatten. Productielocaties dienen aan te kunnen tonen dat de energiebronnen onderdeel uitmaken van de machinerisicoanalyse.

In het ‘’beleid LTT’’ worden alle energiebronnen gedefinieerd die mogelijk gevaar kunnen opleveren voor het personeel. De vijf energiebronnen (elektriciteit, pneumatiek, hydrauliek, mechanische energie en thermische energie) staan hierin vermeld. Er worden tevens andere energiebronnen aangeduid zoals zwaartekracht, straling en chemische energie.

De energiebronnen worden alleen bij de machinerisicoanalyses van Breda, Oosterhout en Lelystad Steenstraat vermeld. Dat komt omdat de machinerisicoanalyses bij deze drie vestigingen zijn opgesteld door dezelfde partij: Pro Safety. Bij de andere vestigingen worden de energiebronnen niet genoemd.

Alle operators moeten zijn getraind in de LOTOC/LTT- en de bijbehorende procedures en werkinstructies.

In Harderwijk en Hoogersmilde zijn alle operators getraind en hebben een toolbox gedaan. In Veenoord hebben alle operators een toolbox gevolgd, maar zijn er geen trainingen geweest. In Oosterhout zijn alle operators getraind en bekend met de LTT-werkinstructies en LTT-procedures.

Bij de twee vestigingen in Lelystad en Vaartweg zijn niet alle operators getraind in de LOTOC-LTT- procedures en -werkinstructies. Het is de insteek om nieuwe medewerkers en uitzendkrachten op te leiden in LOTOC-LTT-procedures als onderdeel van hun opleiding.

Alle interlocks en onderdelen om machines veilig te stellen dienen gelabeld te worden en aan te geven welke machine(s) zij veiligstellen.

Alleen in Breda zijn de machines op een dergelijke manier gelabeld. Bij alle andere vestigingen is dit niet het geval. Bij de vestingen Harderwijk, Veenoord en Hoogersmilde zijn inventarisaties gemaakt, maar de labels zijn nog niet geleverd.

Naast hangsloten dienen ook “Multi hangsloten” of “sloten verdubbelaars” onderdeel uit te maken van de LOTOC/LTT procedures.

(32)

32 In het ‘’beleid LTT’’ wordt er informatie gegeven over de werkwijze en het gebruik van Multi hangsloten en sloten verdubbelaars.

Alle medewerkers die werken volgens de LOTOC/LTT-procedures dienen te beschikken over een persoonlijk hangslot inclusief een systeem om het hangslot naar de eigenaar te herleiden. Dit dient tevens onderdeel uit te maken van de LOTOC/LTT-procedure.

In het ‘’beleid LTT’’ staat omschreven dat elke bevoegde medewerker de beschikking krijgt over een set van vijf persoonlijke sloten met een hangslotendrager. De naam en het telefoonnummer

(telefoonnummer afdeling of werk) van de medewerker moeten worden weergegeven op de

persoonlijke sloten. Elk slot mag maar één sleutel hebben en de eigenaar van het slot is in het bezit van die sleutel.

Bij de vestigingen Oosterhout en Lelystad Steenstraat hebben alle bevoegde medewerkers een persoonlijk hangslot. Bij de andere vestigingen alleen de personen van de Technische Dienst. Bij de vestigingen Harderwijk en Hoogersmilde zitten de telefoonnummers en namen van de eigenaren gegraveerd in het slot. Bij vestiging Veenoord zit er een label aan. Bij Oosterhout zit er een sticker op met een kleur per afdeling. Bij de twee vestigingen in Lelystad en Breda is er geen systeem om het hangslot naar de eigenaar te herleiden. Maar op de werkvloer zijn LTT-boxen aanwezig met aanvullende sloten, vermeerderaars en labels.

5.4 Levensreddende Regel 4: elektrische veiligheid

De CRH Heavy/Lightside Electrical Safety Guidance bevat een checklist die minimaal één keer per jaar afgewerkt dient te worden (of meerdere keren per jaar als dit door lokale wet- en regelgeving

voorgeschreven wordt) door een gekwalificeerde elektricien (intern of extern) en dient aanwezig te zijn tijdens een inspectie.

Bij alle vestigingen is het bovenstaande document onbekend en wordt de checklist niet gebruikt. Op Oosterhout na maken alle vestigingen gebruik van de NEN3140-inspectie. Hiermee voldoet men aan de wet. Deze inspecties worden zowel intern als extern gedaan. In Oosterhout zijn er een aantal punten opgenomen in de algemene checklist voor machines. Maar dit is minimaal en komt niet overeen met de NEN3140 en de punten in de checklist van CRH Structural.

In bijlage 15 is de CRH Heavy/lightside Electrical Safety Guidance te vinden.

Iedere productielocatie dient aan te kunnen tonen dat voedingskabels met zichtbare schade zijn geïdentificeerd en vervangen door verstevigde kabels.

De voedingskabels zijn nergens geïdentificeerd op zichtbare schade en vervangen door verstevigde voedingskabels. Deze eis is bij alle vestigingen onbekend. Kabels worden gerepareerd indien nodig. Bij de vestiging Oosterhout is er een periodieke kabelinspectie. Er zijn alleen nog geen duidelijke afspraken over welke kabels vervangen moeten worden.

(33)

33 5.5 Levensreddende Regel 5: verkeersveiligheid op de locatie

Iedere locatie dient te beschikken over een schriftelijk verkeersveiligheidsplan, gebaseerd op een verkeersveiligheidanalyse. Een document met specifieke richtlijnen en een groot aantal

praktijkvoorbeelden is aanwezig ter ondersteuning.

De vestigingen Breda en Lelystad Vaartweg beschikken over een schriftelijk verkeersveiligheidsplan. Het plan in Breda voldoet aan de eisen en de verplichte onderdelen zitten hierin verwerkt. Het plan in Lelystad Vaartweg is minimaal en de verplichte onderdelen worden niet behandeld.

Bij de andere vestigingen is er geen schriftelijk verkeersveiligheidsplan aanwezig. De medewerkers van CRH Structural houden zich aan de regels van het terrein en de fabriek.

Alle laadschoppen / shovels, kiepwagens en bulldozers dienen voorzien te zijn van een

achteruitrijcamera (CCTV). Op basis van een verkeersveiligheidsanalyse dient bepaald te worden of er ook camera’s geïnstalleerd dienen te worden op de aanwezig graafmachines. Alle voertuigen op de locatie dienen te beschikken over een waarschuwingssignaal bij achteruitrijden en over concave en convexe spiegels.

Bij de vestigingen Harderwijk, Hoogersmilde en Veenoord zijn bovenstaande voertuigen voorzien van een achteruitrijcamera. Bij de andere vestigingen zit de achteruitrijcamera er nog niet op.

In Breda, Lelystad Steenstraat en Veenoord zijn geen graafmachines aanwezig of is het niet van toepassing. In Oosterhout en Lelystad zijn alle graafmachines voorzien van een camera. Bij Harderwijk en Hoogersmilde zijn er geen camera´s aanwezig op de graafmachines.

Op alle vestigingen beschikken de voertuigen over een waarschuwingssignaal bij achteruitrijden en over concave en convexe spiegels (binnen en buitenspiegels).

Er dient een procedure aanwezig te zijn waarbij chauffeurs dagelijks, vóór zij een (bedrijfs-)voertuig in gebruik nemen, deze te controleren op gebreken, ongeacht of het voertuig op of buiten de locatie wordt gebruikt. Deze inspectie dient te worden vastgelegd.

Bij alle vestigingen is er een procedure aanwezig waarbij chauffeurs dagelijks de voertuigen controleren op gebreken. Dit gebeurt voor aanvang van de werkzaamheden door middel van een pre start check.

Alleen in Veenoord worden deze inspecties niet vastgelegd. Daar wordt op dit moment aan gewerkt om het zo snel mogelijk te implementeren.

Iedere locatie dient over een beleid te beschikken waarin is vastgelegd dat alle medewerkers en (onder)aannemers high visibility kleding dragen.

Het gebruik van Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM) is bij alle vestingen op heel de locatie verplicht behalve in kantoorruimtes en parkeerplaatsen.

Er dient een procedure aanwezig te zijn waarmee geborgd wordt dat de remsystemen van dump trucks en shovels minimaal twee keer per jaar getest worden.

(34)

34 Bij de twee vestigingen in Lelystad worden de remsystemen van dump trucks en shovels dagelijks voor aanvang van de werkzaamheden gecontroleerd door middel van een checklist. Bij de andere vestigingen worden de remsystemen van dump trucks en shovels niet twee keer per jaar getest.

Alle operators die een voertuig besturen dienen te worden getraind, getest en dienen dagelijks een pre start check uit te voeren en schriftelijk vast te leggen, zowel voor voertuigen die op de locatie rijden als daarbuiten. De formele training is gedefinieerd als een opfriscursus en dient minimaal iedere drie jaar herhaald te worden.

Op alle vestigingen zijn de operators die een voertuig besturen gecertificeerd en opgeleid. De formele trainingen worden op dit moment om de vijf jaar gehouden. Dit staat omschreven in het document

‘’Beleid Veiligheidstrainingen’’. (Zie bijlage 16)

Alle operators voeren dagelijks een pre start check uit bij alle voertuigen die op de locatie en daarbuiten rijden. Alleen in Breda worden deze pre start checks niet vastgelegd.

Een veiligheidsrand dient aanwezig te zijn bij alle toegangswegen en wegen langs afgronden om te voorkomen dat een voertuig in een afgrond of put rijdt. De hoogte van deze rand dient gelijk te zijn aan de diameter van het grootste wiel van een voertuig aanwezig op de locatie die gebruikt maakt van deze weg.

In Breda en Oosterhout zijn alle toegangswegen en wegen langs afgronden voorzien van een veiligheidsrand. Bij de andere vestigingen zijn er geen veiligheidsranden aanwezig.

De hoogte van de rand is in Breda en Oosterhout niet gelijk aan de diameter van het grootste wiel van een voertuig dat aanwezig is op de locatie. Over dit punt is veel onduidelijk binnen de vestigingen en er heerst het gevoel dat er geen noodzaak is bij deze maatregel.

Werk op terreinen waar de bulkvoorraad van grondstoffen wordt opgeslagen dient in lijn te zijn met het document:“Work on Stockpiles”.

Het document ´´Work on Stockpiles´´ is onbekend binnen alle vestigingen van CRH Structural. De medewerkers van de SHE-afdeling zijn tevens niet bekend met dit document. Het document is in het Engels beschikbaar en kan eventueel opgevraagd worden bij de SHEQ-manager.

5.6 Levensreddende Regel 6: veiligheid van heftrucks

De snelheid van de heftruck dient (indien technisch mogelijk) via het motor management systeem aangepast te worden tot een maximum van:

Snelheid vooruit: 16km/h (10mph)

Snelheid achteruit: 5 km/h (3mph)

In figuur 4 worden de maximum snelheden van de heftrucks weergegeven per vestiging:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De overtreding hiervan zal immers meestal worden veroorzaakt door een formele wet, namelijk de (reguliere) begrotingswet of een supple- toire begrotingswet, althans op

Zo wordt in geschillen over de weigering van een met publiek geld gefinancierde 'prij s' waarmee projecten moe t en worden uitgevoerd geen a andacht b esteed aan de vraag of deze

Daarnaast is een handelspraktijk misleidend als door de marketing van het product, waaronder het gebruik van vergelijkende reclame, verwarring wordt gewekt over

Bij algemene maatregel van bestuur worden gevallen bepaald waarin het college van burgemeester en wethouders een afschrift van een beslissing als bedoeld in artikel 2.59 om op

De verplichtingen die in dit artikel zijn opgenomen voor de minister van Justitie of de griffier van de rechtbank te ’s-Gravenhage dan wel van de Hoge Raad om mededelingen of

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder d teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik binnen

Bij het vaststellen van de kadernota voor de eerste fase van het Wmo-project (11 juli 2006) heeft uw raad besloten het geld dat in programma 28 overbleef te reserveren voor

De bisschoppen hebben duidelijk niet door dat wie aan een