• No results found

Vereniging Comfortabel Wonen en Voorlichtingsburo Wonen. Kwartaal Rapport Marktcijfers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vereniging Comfortabel Wonen en Voorlichtingsburo Wonen. Kwartaal Rapport Marktcijfers"

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

     

 

Vereniging Comfortabel Wonen en

Voorlichtingsburo Wonen

Kwartaal Rapport Marktcijfers

2 e kwartaal 2015

(2)

Inleiding

Met ingang van het jaar 2012 heeft de Vereniging Comfortabel Wonen (VCW) voor haar leden een nieuwe dienst aan de activiteiten toegevoegd.

Eenmaal per kwartaal zal de vereniging macro economische cijfers, die voor haar leden interessante informatie kunnen bevatten, publiceren.

Daar waar mogelijk zijn de startdata zoveel mogelijk vanaf de eeuwwisseling, het jaar 2000.

Vereniging  Comfortabel  Wonen   Business  Centre  Matenesse   1e  Poellaan  26  

2161  LB  Lisse  

Tel.  0252  –  500  941  

Email  secretariaat@cwonen.nl   Twitter  @VB_Wonen  

Facebook:  Voorlichtingsburo  Wonen    

 

(3)

Samenvatting t/m 2e kwartaal 2015.

Macro-economisch:

Nederland klimt op sommige onderdelen snel, en op andere nog behoorlijk traag maar wel gestaag, uit het diepe dal van de recessie.

Het consumentenvertrouwen wat eind 2012 nog op -40 stond, in het 1e kwartaal nog op -2 en is in het tweede kwartaal naar (+) 5 gestegen. Een stand die sinds de eeuwwisseling nauwelijks gerealiseerd werd. Dus de consument ziet het weer helemaal zitten. Ook de koopbereidheid grote aankopen is van eind 2012 -30 verbeterd naar nu nog -5. Ook het aantal huishoudens stijgt nog steeds en dat is voor de woonbranche eveneens van belang. De economische groei was in 2014 0,8% en op dit moment spreekt de overheid over een verwachte groei voor 2015 van 2%. De inflatie bedraagt nog maar 0,6% en er zijn geen tekenen dat dit zich snel wijzigt. Helaas is de

werkloosheid nog hoog maar begint die nu wel te dalen. Het spaartegoed van de Nederlander stijgt nog steeds en bevind zich op een absoluut record. Het aantal verhuizingen neemt sterk toe en ook dat is een positief signaal en heeft economische invloed op onze branches.

Ontwikkelingen in de bouw:

Ook de ontwikkelingen in de bouw vertonen positieve tendensen maar dat gaat aanzienlijk langzamer dan het economisch herstel. Het aantal verkochte woningen bijv. steeg in 2014 ten opzichte van 2013 met 40% en die stijging zet ook in de 1e helft van 2015 verder door. Ook de afgegeven

bouwvergunningen nam sterk toe (+ 50% in 2014 t.o.v. 2013) maar heeft nog bij lange na niet het niveau van voor de aanvang van de crises in 2008. De stijging betreft zowel huur als koop maar de stijging bij koop is manifester (1e kwartaal 2015 verdubbeling t.a.v. 1e kwartaal 2014). Er worden nog steeds te weinig huizen gebouwd terwijl de woningnood vooral in de randstad alleen maar toeneemt. De bouwsector zit nog steeds op een historisch dieptepunt. In sommige regio’s (met name in de randstad) zijn de woningprijzen dan ook veel minder gedaald of komen zelfs alweer stijgingen voor.

Stijgende huizenprijzen medio 2020 realistische gedachten gang.

De al jaren teruglopende bouwproductie zorgt vooral in de randstad voor toenemende woningnood. Voeg daarbij dat jaarlijks ca. 15.000 woningen gesloopt worden en dat er tussen 2012 en 2020 jaarlijks nog ca. 50.000 huishoudens bijkomen dan is de conclusie dat de schaarste weer zal

toenemen, en derhalve de huizenprijzen weer zullen stijgen, een voor de hand liggende conclusie

Indeling

(4)

Het rapport geeft een onderverdeling naar:

A) Het economische klimaat B) Demografische ontwikkelingen C) Macro economische ontwikkelingen D) Macro bouw ontwikkelingen

E) Wetenswaardigheden

Bij deze verschillende segmenten brengen we de beschikbare statistieken.

Alleen wanneer we dat echt nodig achten voegen we redactionele achtergrond informatie toe, in alle andere gevallen laten wij de cijfers voor zich spreken.

(5)

De statistieken die in dit rapport verwerkt zijn:

A) Het economische klimaat Pagina

Grafiek A.1 statistiek Consumentenvertrouwen 7 Grafiek A.2 statistiek Koopbereidheid grote aankopen 8 Grafiek A.3 statistiek Producentenvertrouwen 9 Grafiek A.4 statistiek Algemeen beeld van vertrouwen 10 Grafiek A.5 statistiek Particuliere bestedingen 11

B) Demografische ontwikkelingen

Grafiek B.1 Ontwikkeling aantal huishoudens 12 Grafiek B.2 Ontwikkeling aantal èènpersoonhuishouden 13 Grafiek B.3 Ontwikkeling aantal meerpersoonshuishouden 14 Grafiek B.4 Ontwikkeling huishoudgrootte 15

Grafiek B.5 Bevolkingsontwikkeling 1950 – 2010 16 t/m 18

C) Macro economische ontwikkelingen

Grafiek C.1 Economische groei 19

Grafiek C.2 Inflatie 20

Grafiek C.3 Werkloosheid laatste 12 kwartalen 21 Grafiek C.4 Werkloosheid voorbije jaren 22 Grafiek C.5 Spaartegoed van de Nederlanders 23

D) Macro bouw ontwikkelingen

Grafiek D.1 Aantal verhuisde personen in kwartalen 25 Grafiek D.2 Aantal verhuisde personen per jaar 26 Grafiek D.3 Aantal verkochte bestaande woningen in kwartalen 27 Grafiek D.4 Aantal verkochte bestaande woningen per jaar 28

Grafiek D.5 Verleende bouwvergun. voor huur- en koopwoningen 29 t/m 31 Grafiek D.6 Gereedgekomen eigen woningen in kwartalen 32

Grafiek D.7 Gereedgekomen eigen woningen per jaar 33

Grafiek D.8 Relatie bouwvergunning / opgeleverde woningen 34 en 35

E) Wetenswaardigheden 36 en 37

(6)

A) Het economische klimaat

Een hele belangrijke graadmeter voor de branches waarin VCW actief is, is het consumentenvertrouwen. De positieve of negatieve gevoelens van

consumenten over de economie en toekomst bepalen de ontwikkelingslijn van de statistiek ‘Consumentenvertrouwen’.

Deze gevoelens hebben ook hun weerslag in de statistiek ‘Koopbereidheid grote aankopen’ en de statistiek ‘Producentenvertrouwen’. Het gevoel komt uiteindelijk het best tot uitdrukking in het feitelijke gedrag en dat laat de statistiek ‘Particuliere bestedingen’ zien.

Consumenten vertrouwen

De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het

consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen financiële situatie.

Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek (CCO) vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend huishoudens. De

geïnterviewden kunnen vinden dat het beter gaat ( de ‘optimisten’), dat het slechter gaat (de ‘pessimisten’) of dat de situatie gelijk blijft. De indicatoren worden berekend door het percentage optimisten te verminderen met het percentage pessimisten.

Het navolgende schema (bron CBS) geeft goed weer op basis van welke informatie het consumentenvertrouwen bepaald wordt.

(7)

Het gemiddelde saldo van het percentage optimisten en pessimisten van de eerste twee vragen wordt de indicator ‘Economisch klimaat’ genoemd.

Het gemiddelde saldo van de laatste drie vragen wordt de ‘Koopbereidheid’

genoemd. Het ‘Consumentenvertrouwen’ is het gemiddelde saldo van alle vijf de vragen.

(8)

Consumentenvertrouwen

Grafiek A.1. Statistiek Consumentenvertrouwen

Jaar 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

2000 26 26 25 20

2001 10 -1 -4 -9

2002 -5 -17 -27 -32

2003 -36 -36 -35 -33

2004 -26 -26 -20 -29

2005 -22 -21 -25 -21

2006 -11 -1 5 5

2007 13 14 10 -5

2008 -7 -16 -26 -31

2009 -30 -24 -18 -18

2010 -11 -16 -11 -13

2011 -5 -10 -20 -38

2012 -36 -36 -30 -40

2013 -39 -34 -33 -23

2014 -7 -2 -4 -6

2015 -2 5

(9)

Koopbereidheid grote aankopen

Het vertrouwen van de consument in een positieve of negatieve ontwikkeling van de economie als ook in de persoonlijke huishouding vertaald zich ook in de bereidheid geld te spenderen aan grote en/of duurzame aankopen zoals keukens, badkamers, etc. Die houding geeft het CBS weer met de statistiek

‘Koopbereidheid grote aankopen’.

Grafiek A.2. Statistiek Koopbereidheid grote aankopen

Jaar 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

2000 36 39 40 32

2001 23 23 20 11

2002 -3 -19 -32 -35

2003 -31 -33 -35 -35

2004 -32 -32 -27 -34

2005 -25 -30 -31 -35

2006 -23 -14 0 -2

2007 9 13 14 -1

2008 3 -2 -15 -24

2009 -10 -9 -2 -9

2010 -6 -14 -8 -13

2011 -8 -11 -9 -19

2012 -18 -21 -19 -30

2013 -25 -27 -25 -22

2014 -12 -11 -10 -13

2015 -6 -5

(10)

Producentenvertrouwen

Ook de industrie spreekt zich uit over haar gevoelens bij de economische ontwikkeling en neemt daar vanzelfsprekend ook in mee de op dat moment zichtbare ontwikkeling van de orderportefeuille. Die mening van de industrie wordt weergegeven in de statistiek ‘Producentenvertrouwen’.

Grafiek A.3. Statistiek Producentenvertrouwen

Jaar 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

2000 6,3 7,1 6,3 6

2001 1,7 -0,5 -2,4 -5,6

2002 -1,6 -1,5 -1,1 -1,9

2003 -6,6 -9,4 -5,1 -1,8

2004 -1,9 1,9 0,5 -0,4

2005 1,4 -1,7 1,3 2,6

2006 6 6,8 8,1 7,8

2007 6,8 8,4 7,4 8

2008 5,8 4,8 0,9 -21,1

2009 -20,8 -13,9 -9,7 -8,1

2010 -3,1 -0,8 -0,1 2,6

2011 5,7 1,7 -0,5 -1,3

2012 -2,8 -4,8 -6,6 -5,6

2013 -4,8 -4,1 -2,8 -0,4

2014 1,1 0,7 -0,2 3,4

2015 1,4 4,6

(11)

Algemeen vertrouwensbeeld

Wanneer we de statistiek ‘Consumentenvertrouwen’, ‘Koopbereidheid grote aankopen’ en het ‘Producentenvertrouwen’ in een grafiek samenvoegen zien we duidelijk de onderlinge samenhang tussen deze cijfers.

Grafiek A.4 Samenvoeging Consumentenvertrouwen, Koopbereidheid grote aankopen en Producentenvertrouwen.

(12)

Particuliere bestedingen

Gevoelens en meningen hoeven nog niet per definitie 1 op 1 werkelijkheid te worden want soms kiest men ondanks een bepaalde visie toch een andere koers. Mede daarom is de statistiek ‘Particuliere bestedingen’ een goede informatiebron.

Grafiek A.5 Statistiek Particuliere bestedingen (2000=100)

Jaar 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

2000 100 100 98,4 101,8

2001 101,2 101,9 100,1 103,7

2002 102,4 103 100,9 104,4

2003 103,1 103 100,3 103,8

2004 104,1 104,3 102,2 105,3

2005 104,1 105,2 104,1 107,1

2006 107,3 109,2 107,5 109,6

2007 108,8 110,3 109,7 113,4

2008 111,1 112,1 110,2 113,4

2009 108,2 108,1 107,2 110,8

2010 107,7 109,1 109,3 112,9

2011 107,8 109,2 107,8 110,9

2012 108,0 108,3 106,5 108,9

2013 105,5 105,7 104,0 108,8

2014 103,7 105,7 104,8 109,3

2015 106,3 107,4

(13)

B) Demografische ontwikkelingen

Voor heel veel economische activiteiten en ontwikkelingen speelt de

demografische ontwikkeling van Nederland een belangrijke rol. Vergrijzing en individualisering bepalen voor een belangrijk deel de behoefte aan

kwantitatieve en kwalitatieve woonruimte. Het dalende aantal deelnemers aan één huishouden is daarin van cruciaal belang. Tenslotte heeft elke

zelfstandige huishouding een koelkast nodig om maar eens één van de vele voorbeelden te geven. Uit de navolgende grafieken blijkt dat het aantal

Nederlandse huishoudens nog steeds groeit. Elders in dit rapport zien we ook dat de samenstelling van de huishoudens steeds kleiner wordt.

Grafiek B.1 Ontwikkeling aantal huishoudens (getallen x 1000)

Jaar Aantal hh

2000 6801

2001 6867

2002 6934

2003 6996

2004 7049

2005 7091

2006 7146

2007 7191

2008 7242

2009 7313

2010 7386

2011 7473

2012 7513

2013 7569

2014 7590

(14)

Eenpersoons huishoudens

Grafiek B.2 Ontwikkeling Eenpersoonshuishoudens (getallen x 1000)

Jaar 1 pers. Hh

2000 2272

2001 2307

2002 2345

2003 2384

2004 2424

2005 2449

2006 2502

2007 2537

2008 2571

2009 2619

2010 2670

2011 2708

2012 2762

2013 2802

2014 2804

2013: 2014:

Mannen 1.327.000 1.333.000 Vrouwen 1.475.000 1.471.000 --- --- Totaal 2.802.000 2.804.000

(15)

Meerpersoons huishouden

Grafiek B.3 Ontwikkeling Meerpersoonshuishoudens (getallen x 1000)

Jaar Meerpers.hh.

2000 4529

2001 4560

2002 4589

2003 4612

2004 4625

2005 4642

2006 4644

2007 4654

2008 4671

2009 4693

2010 4717

2011 4736

2012 4751

2013 4767

2014 4786

(16)

Huishoudgrootte

Grafiek B.4 Ontwikkeling Huishoudgrootte

Jaar Hh grootte

2000 2.30

2001 2.30

2002 2.29

2003 2.28

2004 2.28

2005 2.27

2006 2.26

2007 2.25

2008 2.24

2009 2.23

2010 2.22

2011 2.20

2012 2,20

2013 2,19

2014 2,19

De enorme veranderingen in de bevolkingssamenstelling in de periode 1950 / 2060 laat zich goed aftekenen in de navolgende afbeeldingen die gebaseerd zijn op historie en toekomstverwachtingen zoals demografen van het CBS die hanteren.

(17)

1950 = 10 miljoen inwoners

2000 = 15,9 miljoen inwoners

(18)

2030 = 17,7 miljoen inwoners

2060 = 17,7 miljoen inwoners

(19)

De bevolkingsontwikkeling in getallen (getallen x 1.000)

Getallen x 1000

1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 Aantal

inwoners

10.027 11.417 12.958 14.091 14.893 15.864 16.575

< 20 jr. 3.743 4.331 4.658 4.432 3.822 3.873 3.928 20 – 40 jr. 2.951 3.099 3.650 4.442 4.912 4.762 4.193 40 – 65 jr. 2.562 2.969 3.339 3.602 4.253 5.077 5.916 65 – 80 jr. 671 864 1.089 1.303 1.478 1.652 1.890

> 80 jr. 100 154 222 312 428 500 648

Totaal

> 20 jr. 6.284 7.086 8.300 9.659 11.071 11.991 12.647 Totaal

> 40 jr. 3.333 3.987 4.650 5.217 6.159 7.229 8.454 Totaal

> 65 jr. 771 1.018 1.311 1.615 1.906 2.152 2.538 Grafiek B.5 Bevolkingsontwikkeling 1950 – 2010

2012: 2013:

Totaal 16.730 Totaal 16.780

< 20 jr 3.895 < 20 jr 3.871

20-65 jr 10.119 20 – 65 jr 10.085

65 > 2.716 65 > 2.824

2014:

Totaal 16.830

< 20 jr 3.846 20-65 jr 10.064 65> 2.919

(20)

C) Macro economische ontwikkelingen

Een veelheid aan macro economische ontwikkelingen zijn te volgen. Echter in het kader van de activiteiten van de Vereniging Comfortabel Wonen (VCW) heeft de begeleidende werkgroep er voor gekozen zich te beperken tot de ontwikkelingen die direct invloed hebben op de ontwikkelingen in en voor de bouw en doorwerken in de daar aan gelieerde VCW branches. In dat licht volgen wij de ‘Economische groei’, de ‘Inflatie’ en de ‘Werkloosheidcijfers’.

Ook de ontwikkeling van het ‘Spaartegoed’ van de Nederlanders is een interessante statistiek om te volgen.

Economische groei

Grafiek C.1 De economische groei

Jaar %

2000 4,0

2001 1.9

2002 0.2

2003 0.5

2004 2.3

2005 2.1

2006 3.3

2007 4,0

2008 2,0

2009 -3.4

2010 1.6

2011 1.0

2012 -1.0

2013 -0,8

2014 0,8

(21)

Inflatie

Grafiek C.2 De inflatie

Jaar %

2000 2.6

2001 4.5

2002 3.4

2003 2.1

2004 1.2

2005 1.7

2006 1.1

2007 1.6

2008 2.5

2009 1.2

2010 1.3

2011 2.3

2012 2,1 2013 2,5 2014 0,6 2015:

Januari -0,1 Juli

Februari 0,0 Augustus

Maart 0,2 September

April 1,4 Oktober

Mei 1,0 November

Juni 0,8 December

(22)

Werkloosheid laatste 12 kwartalen

Grafiek C.3 Werkloosheidsontwikkeling van de laatste 12 kwartalen  

 

Periode %

1e kwartaal 2010 6,0

2e kwartaal 2010 5.6

3e kwartaal 2010 5.2

4e kwartaal 2010 5,0

1e kwartaal 2011 5.4

2e kwartaal 2011 5.1

3e kwartaal 2011 5.4

4e kwartaal 2011 5.6

1e kwartaal 2012 6,2

2e kwartaal 2012 6,5

3e kwartaal 2012 6,4

4e kwartaal 2012 6,4

1e kwartaal 2013 7,8

2e Kwartaal 2013 8,3

3e kwartaal 2013 8,5

4e kwartaal 2013 8,2

1e kwartaal 2014 9,0

2e kwartaal 2014 8,5

3e kwartaal 2014 8,0

4e kwartaal 2014 7,8

1e kwartaal 2015 7,0

2e kwartaal 2015 6,4

(23)

Werkloosheid voorbije jaren  

 

       

Grafiek C.4 Werkloosheidsontwikkeling 2000 – 2012

Jaar %

2000 3.8

2001 3.5

2002 4.1

2003 5.4

2004 6.4

2005 6.5

2006 5.5

2007 4.5

2008 3.8

2009 4.8

2010 5.4

2011 5,4

2012 6,8 2013 8,3 2014 8,3

(24)

Spaartegoeden Nederlanders

 

Grafiek C.5 Spaartegoed

Jaar € in miljarden

2000 133

2001 151

2002 166

2003 184

2004 199

2005 209

2006 221

2007 235

2008 247

2009 286

2010 291

2011 305

2012 324

2013 326

2014 331

2015 335

Per Nederlander in 2015 € 19.750,-

(25)

D) Macro Bouw ontwikkelingen

De branches waarin en waarvoor de Vereniging Comfortabel Wonen actief is zijn sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in de woningbouw en ook het gedrag van de bevolking rondom het onderwerp verhuizen speelt daarbij een cruciale rol. Statistische informatie die daar inzicht in geeft zijn het aantal

‘Verhuisde personen’, het aantal ‘Verkochte woningen’, de ‘Verleende vergunningen voor nieuwbouw’ en het aantal ‘Gereed gekomen woningen.

                                                                     

(26)

 

Verhuisde personen in kwartalen

     

Grafiek D.1 Verhuisde personen verdeeld naar kwartalen

Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart Totaal 2000 392.000 378.000 421.000 395.000 1.586.000 2001 386.000 366.000 411.000 399.000 1.562.000 2002 394.000 381.000 427.000 394.000 1.596.000 2003 387.000 362.000 413.000 404.000 1.566.000 2004 388.000 374.000 425.000 401.000 1.588.000 2005 388.000 385.000 453.000 425.000 1.651.000 2006 426.000 391.000 445.000 417.000 1.679.000 2007 414.000 385.000 436.000 404.000 1.639.000 2008 410.000 383.000 439.000 400.000 1.632.000 2009 381.000 344.000 404.000 370.000 1.499.000 2010 373.000 338.000 394.000 358.000 1.463.000 2011 368.000 335.000 397.000 362.000 1.462.000 2012 369.000 354.000 396.000 364.000 1.483.000 2013 374.000 329.000 405.000 378.000 1.486.000 2014 391.000 354.000 430.000 404.000 1.578.700 2015 407.000 nnb

(27)

Verhuisde personen per jaar

Grafiek D.2 Verhuisde personen door de jaren heen

Jaar Aantal personen

2000 1.586.000

2001 1.562.000

2002 1.596.000

2003 1.566.000

2004 1.588.000

2005 1.651.000

2006 1.679.000

2007 1.639.000

2008 1.632.000

2009 1.499.000

2010 1.463.000

2011 1.462.000

2012 1.483.000

2013 1.486.000

2014 1.578.700

(28)

Verkochte bestaande woningen in kwartalen

Grafiek D.3 Aantal verkochte bestaande woningen verdeeld naar kwartalen Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal 2000 39.643 47.098 48.794 53.823 189.358 2001 37.729 48.191 52.498 57.319 195.737 2002 44.377 48.081 52.597 53.331 198.386 2003 39.587 46.278 50.365 57.176 193.406 2004 39.251 47.946 50.427 54.317 191.941 2005 41.210 50.592 55.728 59.099 206.629 2006 47.519 53.202 53.882 55.163 209.766 2007 45.255 50.423 52.161 54.562 202.401 2008 40.971 48.014 48.440 44.967 182.392 2009 27.218 30.269 33.234 36.811 127.532 2010 27.745 31.891 32.398 34.093 126.127 2011 28.358 29.532 30.769 32.080 120.739 2012 23.951 34.628 22.978 35.704 117.261 2013 23.090 22.111 29.195 35.968 110.364 2014 28.963 34.074 39.160 51.314 153.511 2015 34.527 40.722

(29)

Verkochte bestaande woningen per jaar

 

Grafiek D.4 Aantal verkochte bestaande woningen door de jaren heen

Jaar Aantal woningen

2000 189.358

2001 195.737

2002 198.386

2003 193.406

2004 191.941

2005 206.629

2006 209.766

2007 202.401

2008 182.392

2009 127.532

2010 125.127

2011 120.739

2012 117.261

2013 110.364

2014 153.511

(30)

Verleende bouwvergunningen

   

Grafiek D.5 Bouwvergunningen voor koop- en huurwoningen

Bouwvergunningen voor huurwoningen

Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal

2000 3.958 2.918 3.956 3.479 14.311

2001 2.652 2.282 3.393 2.781 11.108

2002 2.931 3.461 2.603 4.164 13.159

2003 2.892 4.628 3.593 4.735 15.848

2004 3.715 3.527 3.298 6.760 17.300

2005 3.818 4.397 3.185 7.237 18.637

2006 4.880 5.914 5.665 7.458 23.917

2007 5.492 4.933 5.960 7.358 23.743

2008 4.191 5.294 6.181 8.075 23.741

2009 5.407 5.386 5.440 9.718 25.951

2010 3.407 4.326 4.928 6.736 19.397

2011 3.660 4.556 3.483 5.982 17.681

2012 3.326 3.455 4.201 4.502 15.484

2013 2.656 2.819 2.610 2.641 10.726

2014 2.720 2.251 3.431 5.302 13.704

2015 4.593 nnb

(31)

Bouwvergunningen voor koopwoningen

Bouwvergunningen voor huurwoningen èn koopwoningen

Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal

2000 20.509 20.841 18.303 18.910 78.563

2001 15.119 13.451 17.549 16.207 62.326

2002 12.281 14.805 15.291 24.806 67.183

2003 17.106 16.463 15.586 23.299 72.454

2004 14.085 16.579 14.590 30.926 76.180

2005 17.139 19.448 17.899 28.787 83.273

2006 23.621 25.536 21.702 25.588 96.447

2007 18.251 19.153 22.405 28.109 89.008

2008 16.766 18.808 22.425 29.199 87.198

2009 15.857 16.253 15.209 25.327 72.646

2010 10.843 14.399 15.187 20.599 61.028

2011 14.232 12.536 13.049 15.987 55.804

2012 7.983 8.923 10.261 10.203 37.370

2013 5.530 6.440 5.995 8.219 26.184

2014 7.546 7.711 10.500 13.608 39.365

2015 15.479 nnb

Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal 2000 16.551 17.923 14.347 15.431 64.252 2001 12.467 11.169 14.156 13.426 51.218 2002 9.350 11.344 12.688 20.642 54.024 2003 14.214 11.835 11.993 18.564 56.606 2004 10.370 13.052 11.292 24.166 58.880 2005 13.321 15.051 14.714 21.550 64.636 2006 18.741 19.622 16.037 18.130 72.530 2007 12.759 14.220 16.445 20.751 64.175 2008 12.575 13.514 16.244 21.124 63.457 2009 10.450 10.867 9.769 15.609 46.695 2010 7.436 10.073 10.259 13.863 41.631 2011 10.572 7.980 9.566 10.005 38.132

2012 4.657 5.468 6.060 5.701 21.886

2013 2.874 3.621 3.385 5.578 15.458 2014 4.826 5.460 7.069 8.306 25.661 2015 10.886 nnb

(32)

Overzicht huur- en koopwoningen met totaal en percentages.  

 

Jaar Huur Koop Totaal % huur % koop 2000 14.311 64.252 78.563 28,2 81,8 2001 11.108 51.218 62.326 17,8 82,2 2002 13.159 54.024 67.183 19,6 80,4 2003 15.848 56.606 72.454 21,9 78,1 2004 17.300 58.880 76.180 22,7 77,3 2005 18.637 64.636 83.273 22,4 77,6 2006 23.917 72.530 96.447 24,8 75,2 2007 23.743 64.175 89.008 26,7 73,3 2008 23.741 63.457 87.198 27,2 72,8 2009 25.951 46.695 72.646 35,7 64,3 2010 19.397 41.631 61.028 31,8 68,2 2011 17.681 38.132 55.804 31,7 68,3 2012 15.484 21.886 37.370 41,4 58,6 2013 10.726 15.458 26.184 41,0 59,0 2014 8.402 17.355 27.757 30,3 69,7  

   

Doorgaans zit er een periode van anderhalf tot twee jaar tussen het verlenen van de vergunning en de oplevering.

   

(33)

Gereed gekomen eigen woningen in kwartalen

 

Grafiek D.6 Gereed gekomen eigen woningen verdeeld naar kwartalen

Jaar 1e kwart. 2e kwart. 3e kwart. 4e kwart. Totaal 2000 8.475 11.274 12.092 23.600 55.441 2001 8.761 11.907 13.145 25.056 58.869 2002 7.214 12.168 11.193 23.475 54.050

2003 6.168 8.935 8.838 22.713 46.654

2004 7.364 9.707 8.629 25.474 51.174

2005 7.217 10.457 10.272 22.170 50.116 2006 9.337 10.180 10.886 21.763 52.166 2007 7.994 10.758 12.088 26.589 57.429 2008 9.409 10.961 10.625 24.106 55.101 2009 9.270 9.725 12.626 25.847 57.468

2010 5.018 6.372 7.770 15.409 34.569

2011 5.103 6.826 7.251 16.057 35.237

2012 4.657 5.468 6.060 5.701 21.886

NB : Helaas heeft het CBS vanaf 2013 om onduidelijke redenen besloten deze cijfers niet meer te vergaren / publiceren. Wij zoeken verder of wij dat elders kunnen traceren.

(34)

Gereed gekomen eigen woningen per jaar

Grafiek D.7 Gereed gekomen eigen woningen door de jaren heen

Jaar Aantal woningen

2000 55.441

2001 58.869

2002 54.050

2003 46.654

2004 51.174

2005 50.116

2006 52.166

2007 57.429

2008 55.101

2009 57.468

2010 34.569

2011 35.237

2012 21.886

NB : Helaas heeft het CBS vanaf 2013 om onduidelijke redenen besloten deze cijfers niet meer te vergaren / publiceren. Wij zoeken verder of wij dat elders kunnen traceren.

(35)

Relatie verleende bouwvergunningen en opgeleverde woningen  

 

Grafiek D.8. Relatie bouwvergunningen / opgeleverde woningen

Jaar Aantal

bouwvergunningen

Aantal opgeleverde

woningen

% opgeleverd t.o.v.

vergunning

2000 78.563 55.441 70,5

2001 62.326 58.869 94,5

2002 67.183 54.050 80,5

2003 72.454 46.654 64,4

2004 76.180 51.174 67,2

2005 83.273 50.116 60,2

2006 96.447 52.166 54,1

2007 89.008 57.429 64,5

2008 87.198 55.101 63,2

2009 72.646 57.468 79,1

2010 61.028 34.569 56,6

2011 55.804 35.237 63,1

2012 37.370 21.886 58,6

(36)

NB : Helaas heeft het CBS vanaf 2013 om onduidelijke redenen besloten deze cijfers niet meer te vergaren / publiceren. Wij zoeken verder of wij dat elders kunnen traceren.

Doorgaans zit er een periode van anderhalf tot twee jaar tussen het verlenen van de vergunning en de oplevering. De kolom ‘percentage opgeleverd ten opzichte van verleende vergunning’ is dus slechts indicatief. Bekijken we over een periode van 13 jr (2000 t/m 2012) het werkelijk opgeleverde aantal

woningen ten opzichte van verleende vergunningen dan blijkt dat bij

gemiddeld 67,4% van het aantal verleende vergunningen de bouw ook echt gerealiseerd wordt.

(37)

E) Wetenswaardigheden

Onder deze noemer zullen wij per kwartaal wat berichten verstrekken die het voorbije kwartaal langskwamen en het totaal beeld van de Nederlandse economie en wonen in het bijzonder nog wat extra illustreren.

Ook zullen we berichten plaatsen die wij denken dat de moeite waard zijn te lezen.

Daarnaast zullen wij websites die naar ons idee regelmatig interessante informatie publiceren vermelden.

Websites die uw bezoek zeker waard zijn:

www.wegwijs.nl

www.woningmarktcijfers.nl www.nvm.nl rubriek nieuws www.bouwkennis.nl

(38)

Goed initiatief: gezamenlijke marktrapportage

Een aantal partijen (o.a. CBS, Kadaster, NVM,) hebben per 2013 een koopwoning marktrapportage opgezet. Deze rapportage wordt samengesteld door OTB (TU Delft) op basis van informatie van de deelnemende partijen.

De Monitor Koopwoningmarkt, zoals de rapportage heet, heeft als doel om de marktinformatie over de stand van de woningmarkt, die de partijen afzonderlijk naar buiten te presenteren, te bundelen. Op die manier wordt een eenduidiger beeld van de markt geschetst. Ook wordt uit de rapportage duidelijker wat de verschillen zijn tussen de cijfers van de verschillende partijen.

Op basis van het rapport is door OTB de RTL-Z Huizenindex ontwikkeld. Deze geeft op basis van feitelijke informatie een beeld van de stemming op de woningmarkt. In de rapportage is informatie opgenomen over de leencapaciteit, hypotheken,

transacties en prijsontwikkeling van bestaande koopwoningen, de nieuwbouwmarkt en de verwachtingen voor de toekomst.

Voor meer informatie kijk op www.otb.tudelft.nl met als zoekwoord monitor

koopwoningmarkt. Het is door de veelheid van informatie soms lastig te vinden en daarom hebben wij op aanvraag voor u een dieptelink beschikbaar. Mail even naar bcweijers@cwonen.nl en wij mailen u die dieptelink graag toe.

Inmiddels is het rapport met de cijfers van het eerste kwartaal 2015 verschenen en het is zeer de moeite waard daar kennis van te nemen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zo hoef je de kraan niet onnodig te laten lopen voor het instellen van de juiste temperatuur en bespaar je energie en water.. Dat scheelt je € 6 per

Dat monumentale panden en nieuwbouw hier mixen én dat er ondanks de stadse setting ook nog ruimte is voor lekkere tuinen, is behoorlijk uniek.” En zo zijn er nog wel meer dingen

Ook al stond het ontwerp bij de start van de bouw zo goed als vast, tijdens het proces gaven Beter Wonen en Salverda elkaar de ruimte om het nog beter te maken?. ‘Op de

In feite zijn er twee opties: je vindt dat de normkwaliteit per regio moet verschillen – een woning in Amsterdam kan kleiner zijn dan in Terneuzen – of je vindt dat de normhuur

Voor wie graag in het centrum wil wonen dicht bij de voorzieningen, maar toch ook de polder in zijn hart heeft gesloten, is de Schout een uitgelezen kans. Je zit er

 Sociale netwerkinformatie, inclusief accountgegevens en alle informatie afkomstig van uw openbare posts met betrekking tot Sportief Besteed Groep of uw contacten met ons Wanneer

Zowel bij staal als goud (en dat zijn maar twee voorbeelden uit vele, wordt er nooit van kunst- stof gesproken hoewel de stoffen wel kunstmatig zijn verkregen... Dan de

Vloerverwarming zorgt niet alleen voor behaaglijke warmte, het is ook kostenefficiënt en zorgt voor minder stofwerveling.. Een ander voordeel is dat u afscheid kan nemen