• No results found

Archeologienota Gent, Molenaarsstraat 30 Deel 2: Programma van Maatregelen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Archeologienota Gent, Molenaarsstraat 30 Deel 2: Programma van Maatregelen"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BAAC Vlaanderen bvba Hendekenstraat 49 9968 BASSEVELDE info@baac.be

Archeologienota

Gent, Molenaarsstraat 30

Deel 2: Programma van Maatregelen

BAAC Vlaa n de re n Progra mma va n maa tregele n

(2)

1 Administratieve gegevens ... 1

2 Gemotiveerd advies ... 2

2.1 Datering en interpretatie onderzoeksterrein ... 2

2.2 Waardering archeologische vindplaatsen ... 2

2.3 Impactbepaling ... 3

2.4 Bepalingen van de maatregelen ... 3

2.4.1 Kennispotentieel verder (voor)onderzoek ... 3

2.4.2 Volledigheid van het (voor)onderzoek ... 4

(3)

Programma van Maatregelen

BAAC Vlaanderen Rapport 1618

1

1 Administratieve gegevens

Algemeen

Naam site Gent, Molenaarsstraat 30

Ligging Molenaarsstraat 30, 9000 Gent, Oost-Vlaanderen

Kadaster Gent, Afdeling 2, Sectie A, Perceel 218Y

Projectnummer BAAC Vlaanderen 2021-0001

Reeds uitgevoerd vooronderzoek Bureauonderzoek (2020J310)

Bewaarplaats archief /

Actoren

Auteur Emmy Van Laere

Betrokken actoren /

Betrokken derden Geert Vermeiren (Archeologische dienst Stad Gent)

Plangebied

Oppervlakte plangebied 12426 m²

Kartering gewestplan Woongebied

(4)

BAAC Vlaanderen Rapport 1618

2 Gemotiveerd advies

2.1 Datering en interpretatie onderzoeksterrein

Op basis van het bureauonderzoek kan een inschatting gemaakt worden over de datering en de interpretatie van het onderzoeksterrein aan de Molenaarsstraat 30 te Gent. Het plangebied is gelegen in de historische stadskern van Gent, welke een zeer rijke geschiedenis kent, vooral vanaf de middeleeuwse periode.

Voor de periode vanaf de steentijden is geen informatie voorhanden in de directe omgeving van het plangebied. Hetzelfde geldt voor sporen en structuren uit de metaaltijden en de Romeinse periode, met uitzondering van 1 aangetroffen Romeins doliumfragment ter hoogte van de Lievekaai.

De ruime omgeving van het plangebied wordt pas ingenomen vanaf de 14e eeuw bij de stadsuitbreiding van Gent. Dit kon archeologisch vastgesteld worden bij opgravingen ten zuiden en ten zuidoosten van het onderzoeksgebied. Vermoedelijk blijft het merendeel van het plangebied en onderzoeksgebied onbebouwd tot de bouw van de abdij Terhagen in de loop van de 16e eeuw. Op de historische kaarten is het zuidelijke deel van het plangebied onderdeel van dit abdijencomplex. Het noordelijke deel, waar het onderzoeksgebied gelegen is, maakt geen deel meer uit van het complex en lijkt onbebouwd te blijven tot en met de 18e eeuw. Het is pas op het einde van de 18e eeuw, de 19e en 20e eeuw dat het onderzoeksgebied aan belang wint door de bloeiende katoenindustrie. Het onderzoeksgebied wordt meermaals bebouwd en heringericht door de gebouwen van de textielfabriek “La Florida”. De gebouwen ter hoogte van het plangebied worden meermaals heringericht (zie 2.2.3 Cartografische bronnen en 2.2.2 Historisch kader) Op de orthofoto’s van 1971, 1979-1990 is dit gedeelte ingenomen als groenzone. Omstreeks de jaren 2000 wordt het huidige gebouw er gevestigd.

2.2 Waardering archeologische vindplaatsen

Tijdens het bureauonderzoek kon geen archeologische vindplaats vastgesteld worden ter hoogte van het onderzoeksgebied. Het plangebied maakt echter deel uit van het abdijcomplex Terhagen. Verder kon een archeologische verwachting aan het onderzoeksgebied gekoppeld worden:

Aan de hand van de paleolandschappelijke ligging en de eerder vastgestelde bodemtypes bij opgravingen in de directe omgeving van het onderzoeksgebied kan gesteld worden dat het onderzoeksgebied over het algemeen zeer nat en ongunstig was om er zich in het verleden te vestigen.

Het is immers gelegen in de alluviale vlakte van de Leie. Lithische artefacten of in situ kampementen uit de steentijden worden bijgevolg niet verwacht binnen de contouren van het onderzoeksgebied.

Voor de metaaltijden en de Romeinse periode is er een zeer lage verwachting voor het aantreffen van sporen of structuren. In de omgeving werden nog geen structuren aangetroffen die in verband te brengen zijn met deze periode. Op ca. 250 m werd een doliumfragment aangetroffen als toevalsvondst. Dit wijst er op dat er zeker Romeinse exploïtatie moet geweest zijn van de ruime omgeving rondom het plangebied. Mogelijke nederzettingen bevonden zich echter hoger in het landschap.

Voor de periode van de middeleeuwen kan een eerder lage verwachting opgesteld worden. Het onderzoeksgebied is net ten noorden gelegen van de abdij Terhagen welke in de 16e eeuw opgericht werd. Op de historische kaarten is het onderzoeksgebied steeds weergegeven als onbebouwde zone of als tuinzone/achterland. Mogelijk was dit gedeelte te drassig om permanent in te nemen voor bewoning.

(5)

Programma van Maatregelen

BAAC Vlaanderen Rapport 1618

3

De resultaten van de opgravingen in het zuiden en ten westen van het plangebied, leverden voornamelijk sporen uit de 19e eeuw op die te linken waren aan de textielindustrie in deze periode.

Onder de 19e eeuwse bebouwing konden nog oudere sporen (13e - 14e eeuw) aangesneden worden.

Hierbij ging het voornamelijk om greppels die te maken hadden met de afwatering van de omgeving richting de Augustijnenvaart en een mogelijke cultuurlaag. Echter was de bewaring van deze sporen slecht en deze laag werd enkel aangetroffen ten zuidwesten en ten oosten van het plangebied bij de werfbegeleiding uit 2016, welke een andere ontwikkelingsgeschiedenis kende dan het onderzoeksgebied zelf. Het 13e en 14e eeuws aardewerk aangetroffen bij de werfbegeleiding werd aangetroffen in de recentere sporen, wat wijst op een aantasting van het bodemarchief vanaf de 19e eeuwse periode. Bij de opgraving ten zuiden van het plangebied bleek dat een groot deel van het terrein te nat was voor permanente bewoning en dat er tal van ophoginslagen voorkwamen vanaf de 15e – 16e eeuw. Resten van de abdij werden wel aangesneden, maar oudere sporen niet.

Het is pas in de 19e eeuw dat het onderzoeksgebied aan belang wint door de bloei van de textielindustrie, eerst onder het Franse bewind en later door dat van Willem I. Het onderzoeksgebied maakt deel uit van de textielfabriek La Florida. Op een kaart van 1846-1856, 1893 en 1912 is bebouwing binnen de contouren van het onderzoekgebied te zien. In de loop van de 19e en 20e eeuw hebben zich op dit terrein tal van veranderingen voorgedaan die ongetwijfeld een verstoring in de bodem met zich meegebracht hebben.

Concluderend kan gesteld worden dat, ondanks de hoge archeologische waarde van de directe omgeving van het plangebied, er een lage verwachting is voor het aantreffen van sporen uit de middeleeuwen. Op basis van gekende bodemgegevens in de buurt (Sint-Margrietstraat) en het historisch kaartmateriaal kan besloten worden dat de zone voor de toekomstige werken eerder ongunstig was om zich permanent te vestigen.

De geplande ingrepen zijn bovendien erg beperkt in omvang, wanneer er archeologische resten aangesneden zouden worden, zouden het mogelijk enkel de 19e of 20ste eeuwse resten zijn, als deze nog bewaard zijn. Oudere sporen worden enkel verwacht als ophogingslagen om het gebied droger te maken. Het Digitaal Hoogtemodel geeft immers een zeer scherpe overgang weer met het zuidelijke gedeelte van het terrein wat doet vermoeden dat het onderzoeksgebied al verschillende malen herwerkt is.

2.3 Impactbepaling

De geplande werken omvatten de sloop van een aanbouw en vervolgens de bouw van een nieuwe aanbouw die beter aansluit bij het bestaande schoolgebouw C. De geplande werken hebben voor de sloop een oppervlakte van ca. 150 m² en voor de nieuwbouw een oppervlakte van ca. 220 m². Het nieuwe volume zal volledig ingepland worden op de bestaande bouwlagen waarbij ca. 70 m² extra uitgebreid wordt. De geplande verstoringsdiepte gaat voor de nieuwe vloerplaat ca. 50 cm diep. Dit is een gelijkaardige diepte als het af te breken volume. De nieuwe aanbouw zal gefundeerd worden op 35 grondverdringende schroefpalen die ca. 15 à 18 m diep gefundeerd worden. Deze worden verbonden met funderingsbalken van ca. 80 à 100 cm diep.

2.4 Bepalingen van de maatregelen

2.4.1 Kennispotentieel verder (voor)onderzoek

Ter hoogte van het plangebied wordt de bestaande aanbouw van ca. 112 m² afgebroken en vervangen door een nieuwe van ca. 220 m². Hierbij wordt de nieuwe aanbouw niet onderkelderd en zal er gebruik gemaakt worden van bestaande bouwlagen van de te slopen aanbouw. De toekomstige vloerplaat zal op de dezelfde diepte ingericht worden als de bestaande, hiervoor zal dus geen nieuwe ingreep nodig

(6)

BAAC Vlaanderen Rapport 1618 zijn. De overige 70 m² die ingenomen wordt bevindt zich momenteel op groenzone en ook hier zal de vloerplaat 50 cm diep gaat tov. het maaiveld. De funderingen zullen uitgegraven worden tot een diepte van 80 à 100 cm – mv.

Op basis van de resultaten van voorgaande opgravingen kan geconcludeerd worden dat de bovenste 90 cm tot 120 cm verstoord of opgehoogd is. De moederbodem kon steeds aangetroffen worden op een diepte van ca. 1.5 – 2 m – mv. Bovenop de moederbodem kon in het zuidelijk deel van het plangebied een relatief dik donkergrijs, homogeen lemig zandig pakker aangetroffen worden waarbij tal van kleine brokken baksteen en houtskool aanwezig waren. Slechts in enkele delen konden sporen (greppels en mogelijke cultuurlaag) uit de 13e en 14e eeuw vastgesteld worden. Echter was de bewaring van deze sporen erg slecht en verstoord de bebouwing vanaf de 19e eeuw.

Aangezien de geplande werken slechts een beperkte oppervlakte en beperkte diepte hebben, de landschappelijke kenmerken ongunstig zijn, en er geen indicatie is voor middeleeuwse bebouwing ter hoogte van het onderzoeksgebied op de historische kaarten, is er geen potentieel op kennisvermeerdering. Door de vele ingrepen in de 19e, 20e en begin 21e eeuw, is het onderzoeksgebied meerdere malen geroerd geweest. Historische kaarten en het bodemverhaal wijzen eveneens op een ongunstige locatie voor bebouwing in alle periodes. Verder onderzoek zou in deze geen vermeerdering van kennis opleveren.

2.4.2 Volledigheid van het (voor)onderzoek

Op basis van het uitgevoerde archeologisch vooronderzoek is er voldoende informatie over de afwezigheid van een archeologische site. Het kennispotentieel kon voldoende bepaald worden. Op basis van de beslissingsboom voor verder archeologisch vooronderzoek1 is verder vooronderzoek niet aangewezen en is het vooronderzoek volledig

Deze gedachtengang en conclusie werden voorgelegd aan dhr. Geert Vermeiren van de Dienst Stadsarcheologie Gent. Ook de Dienst Stadsarcheologie kwam tot dezelfde conclusie en advisering, dewelke hier in bijlage wordt meegegeven.

1 ONROEREND ERFGOED VLAANDEREN 2019 fig.3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- Indien archeologische indicatoren 13 worden aangetroffen en indien de bodembewaring ter plaatse voldoende goed is: uitvoer waarderend archeologisch booronderzoek op deze

RAAP België voerde een archeologisch vooronderzoek uit in het plangebied Bevrijdingsdok Nieuwe Westweg te Antwerpen. Dit gebeurde in functie van het verkrijgen van

Ten noorden van het onderzoeksgebied bevindt zich de vzw Priorij Terbank, waar sporen zijn gevonden van de vroegere Priorij en het oude klooster (CAI 5207)4.

De aard van de werken, de bestaande toestand, de bodemopbouw en de archeologische voorkennis maakt dat een archeologisch onderzoek weinig zinvol is. Voor het overgrote deel omdat

Hierin zullen de geplande werkzaamheden worden besproken en zal worden aangetoond dat het eventueel aanwezige archeologische niveau wordt afgedekt en beschermd door een

Een archeologienota met beperkte samenstelling mag worden opgesteld omdat de confrontatie tussen de toekomstige werken en een beperkt aantal doorslaggevende aspecten

Het is niet mogelijk in dit stadium een specifieke methodologie op te stellen voor deze methode van vooronderzoek met ingreep in de bodem, aangezien deze pas kan bepaald worden

Op basis van de beschikbare bodemkundige, historische en cartografische gegevens over het projectgebied en zijn ruimere omgeving kan gesteld worden dat het projectgebied