• No results found

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: Oorlogen om Allah en om olie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: Oorlogen om Allah en om olie"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4: Oorlogen om Allah en om olie

Samenvatting door een scholier 5e klas vwo

1806 woorden 6 jaar geleden

9,6

1 keer beoordeeld

Vak Geschiedenis

Methode Feniks

§4.1 De revolutie in Iran

Iran, het vroegere Perzië, werd vanaf 1941 geregeerd door de prowesterse, dictatoriaal regerende vorst sjah Mohammed Reza Pahlavi. Hij was een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten.

De Sjah wilde zijn land moderniseren door:

Een grootscheepse landhervorming, waardoor boeren een klein stukje grond konden krijgen.

Uitroeiing van het analfabetisme.

Oprichting van hypermoderne ziekenhuizen.

Oprichting van moderne industrieën.

Vrouwen kregen toegang tot betere opleidingen.

Al die maatregelen leidde tot ernstige conflicten met de conservatieve sjiitische geestelijken in Iran. De belangrijkste sjiitische geestelijk leider, ayatollah (oog van God) Ruhollah Khomeini, wees de westerse koers van zijn land af, en verzette zich fel tegen de secularisering van de wetgeving.

Khomeini was door de Sjah verbannen en leefde al jarenlang in Irak en Parijs. In 1978 groeide de sluimerende onrust uit tot een grote volksopstand. In 1979 ontvluchtte de Sjah zijn land en Khomeini keerde 76 jaar oud terug naar Iran.

De revolutie die toen volgde was uniek. Hij vestigde een theocratie.

In de 19e en 20e eeuw waren er in de wereld veel revoluties geweest, maar die stonden in het teken van ideologieën zoals het liberalisme en socialisme, die vooruitgang en modernisering voorstonden. De islamitische revolutie in Iran was echter een conservatieve omwenteling.

De Islam werd het oriëntatiepunt van de samenleving en de staat zou volledig volgens de beginselen van de Islam

(2)

grondwet op basis van de islam (theocratie).

Alles wat de Sjah had ingevoerd werd taboe verklaard:

Voormalige politici werden geëxecuteerd. Anderen vluchtten naar het buitenland.

Misdadigers kregen zware lijfstraffen.

Bioscopen werden gesloten.

Alcoholgebruik en prostitutie werden verboden.

Vrouwen mochten zich alleen op straat begeven gehuld in de chador: het traditionele gewaad dat slechts het gezicht onbedekt laat. Zedenpolitie keek toe op de naleving ervan.

De chaos was echter in Iran groot omdat Khomeini alleen algemene richtlijnen gaf waardoor een strijd ontstond tussen gematigde en strenge geestelijken.

Omdat de VS weigerde de gevluchte Sjah uit te leveren ging een groep fundamentalisten er toe over het Amerikaanse ambassadepersoneel in Teheran te gijzelen. Deze gijzeling zou 444 dagen duren. Ongehoord in de internationale gemeenschap. Hierdoor ontstond er een lange periode van vijandschap tussen de VS en Iran.

Vlak voor zijn dood in 1989 vaardigde Khomeini nog een Fatwa (uitspraak) waarbij hij een doodvonnis uitsprak tegen de schrijver Salman Rushdie vanwege vermeende godslasterlijke passages in diens boek 'De Duivelsverzen'.

Sjiieten en soennieten

Soennieten claimden de soenna, de uitspraken van de profeet te volgen. Sjiieten leggen de nadruk op het martelaarschap. Zij bleven hoop koesteren op de komst van een verlosser, de Mahdi.

§4.2 Fundamentalisme

Conservatief-islamitische stromingen die ernaar streven de regels van de islam via staatswetgeving op te leggen aan

(3)

de bevolking, worden ook wel islamitisch genoemd.

Turkije

Turkije was uitgegroeid tot een seculiere staat onder Kemal Atatürk. Dit werd door de fundamentalisten steeds meer aangevochten. Er ontstond een nieuwe islamitische partij, de Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij, AKP, die steeds meer aanhang kreeg.

Egypte

In Egypte slaagde de regering van president Moebarak er niet in om de miljoenen armen een menswaardig bestaan te garanderen. De armen zochten nu hun heil bij liefdadige religieuze instellingen. De belangrijkste was en is de Moslimbroederschap, die al actief was sinds 1928. Deze broederschap beheerde al ziekenhuizen,

liefdadigheidsinstellingen en rechtswinkels, en was opgericht met het doel om westerse invloeden te bestrijden. Na 1980 ontstond er een enorme toeloop. In 1981 vormde ze het brein achter de aanslag op president Sadat. De regering van Moebarak trad streng op tegen de fundamentalisten. Maar dat kon niet vermijden dat de Moslim broederschap nog aan populariteit won. De belangrijkste ideoloog was Sayyid Qutb. Deze werd door president Nasser in 1966 al opgehangen, maar zijn ideeën leefden nog sterk.

Palestijnse gebieden

Vanuit de broederschap kwam in 1987 de Palestijnse terreurbeweging Hamas voort, die vanuit de bezette Gazastrook ijvert voor de vernietiging van de staat Israël om op het grondgebied van Palestina een islamitische staat te stichten.

Hamas steunt zelfmoordterroristen. Naast Hamas was ook de Hezbollah (partij van God) actief. Een sjiitische organisatie, die een Islamitische Jihad voerde tegen Israël gesteund door Iran en opererend vanuit Syrië en Libanon.

Saudi-Arabië

In Saudi-Arabië was al langer een strenge islamitische organisatie actief, het conservatieve Wahabisme. Het

verspreidde zich dankzij Saudische oliedollars over de wereld, onder meer door de bouw van duizenden moskeeën te financieren. Ze worden tegenwoordig aangeduid met salafisten, wat betekent: eerbied voor de voorouders, d.w.z. de 1e generatie moslims na Mohammed. Osama Bin Laden was een fervent aanhanger van het Wahabisme. Hij trok in 1980 naar Afghanistan om tegen de Russen te vechten. Later nam hij stelling tegen de stationering van Amerikaanse soldaten in Saudi-Arabië. Hij steunde het fundamentalistische Talibanbewind in Afghanistan en riep op tot geweld tegen de Amerikanen. Hij vormde een netwerk van islamitische militanten, Al-Qaida. Daarmee organiseerde hij aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania in 1998. Een poging van president Clinton hem uit te schakelen mislukte. Op 11 september 2001 zou de wereld in verbijstering de terroristische aanval op de VS gadeslaan door de aanval op het World Trade Center te New York en het Pentagon te Washington.

(4)

Vanaf 1920 was Irak een moeilijk bestuurbaar land geweest. Tegen wil en dank waren drie bevolkingsgroepen samengevoegd. De Koerden in het Noorden, soennitische Arabieren in het midden, en sjiitische Arabieren in het zuiden. De sjiieten vormden met 60% de meerderheid.

In 1968 was de Baath-partij aan het bewind gekomen en organiseerde showprocessen tegen vijanden van het volk.

Daarbij vielen duizenden slachtoffers. De Baath-partij maakte een vergelijkbare ontwikkeling door als destijds de Jong-Turken: van een seculiere, op gelijkheid en modernisering gerichte beweging, veranderde zij in een massapartij die massamoord niet schuwde.

Het Baath-bewind kreeg economisch de wind in de zeilen door de ontwikkelingen op de internationale oliemarkt. In 1972 werd de Britse Iraq Petroleum Company genationaliseerd. Irak groeide uit tot een van de belangrijkste olieproducerende landen ter wereld. Door de oliecrisis van 1973 steeg de prijs van ruwe olie spectaculair. Met de opbrengsten daarvan konden de Baath-bestuurders voor de massa onderwijsprogramma's, scholen, wegen en ziekenhuizen realiseren. Door investeringen in de industrie was er voldoende werkgelegenheid.

In 1979 werd Saddam Hoessein president, partijvoorzitter en hoofd van de strijdkrachten. Hij werd een wrede dictator en liet duizenden mensen executeren. Als soenniet gaf hij zo aan de sjiitische medeburgers de boodschap dat zij zich beter gedeisd konden houden.

In het Westen had men jarenlang weinig oor voor Saddams terreurdaden. Tegenover de antiwesterse sjiieten in Iran onder leiding van Khomeini zag men Saddam Hoessein liever als een dictator die goed voor zijn volk zorgde en met wie het prettig zakendoen was. Toen Saddam Hoessein zijn land wilde voorzien van kerncentrales werd hij als een vorst door Frankrijk ontvangen.

Er was echter één land dat zich ernstig zorgen maakte over Saddams nucleaire programma: Israël. In 1981deed de Israëlische luchtmacht een aanval op de kerncentrale Osirak om te voorkomen dat Irak atoomwapens zou gaan produceren. Enkele jaren later bleek dat Israël zelf in het geheim over atoomwapens zou beschikken.

§4.4 Twee Golfoorlogen

De 1e Golfoorlog (Irak-Iran) 1980-1988

In 1980 brak er een oorlog uit tussen Irak en Iran. Er waren 3 verklaringen voor Saddam Hoessein drieste stap:

De strijd om het bezit van de grensrivier Shatt al Arab, de enige vaarverbinding met de Perzische Golf.

Saddam wenste de eeuwenoude rivaliteit tussen Arabieren en Perzen in zijn voordeel te beslissen.

Saddam wilde een klap toebrengen aan het sjiitische fundamentalisme, dat een bedreiging vormde voor het bewind in Bagdad.

(5)

Saddam Hoessein klopte om financiële steun met succes aan bij de andere Arabische landen. Saudi-Arabië, Koeweit en de Golfstaten waren namelijk bang dat een Iraanse opmars hun bewind in gevaar zou brengen, en leenden Saddam tientallen miljarden dollars. In 1984 herstelde Saddam de betrekkingen met de VS.

Tegenover het materiële overwicht van Irak plaatste Iran een bijzonder wapen in de strijd: het plaatste een leger van honderdduizenden kindsoldaten vooraan in de linies, en de mijnenvelden. Velen sneuvelden, waardoor ze een plaats kregen in het beloofde 'paradijs'.

Irak ondernam bombardementen met gifgas en andere chemische wapens. Het ergst was het gifgasbombardement op het Koerdische stadje Halabja (16 maart 1988), waarbij vijfduizend mensen de dood vonden. Dit was

georganiseerd door een neef van Saddam die daarmee de bijnaam kreeg van 'Ali Chemicali'. In totaal werden 180.000 Koerden omgebracht omdat ze ervan verdacht werden met Iran samen te werken.

Pas in 1988 maakte intensieve bemiddeling door de VN een einde aan het bloedige conflict. Naar schatting verloren een miljoen mensen het leven door deze oorlog.

De 2e Golfoorlog (Desert Storm) 1991

Het olierijke Koeweit werd het volgende slachtoffer van Saddam. Saddam weigerde de door hem geleende dollars aan Koeweit en Saudi-Arabië terug te betalen (zestig miljard dollar). Koeweit verkocht daarnaast de olie voor een lagere prijs dan Irak. Op 2 augustus 1990 viel het Iraakse leger plotsklaps Koeweit binnen en annexeerde het staatje.

De president van de VS George Bush sr. trok meteen de vergelijking met München 1938 (toen stond het Westen Hitler toe dat hij vrij kon handelen en Sudetenland kon annexeren zonder raadpleging van Tsjecho-Slowakije).

Bush sr. wees de appeasmentpolitiek (een te toegeeflijke houding) af. Dat was niet het enige motief om niet in actie te komen, namelijk:

De VS legde zich niet neer bij de annexatie van Koeweit.

Koeweit was van te groot belang als olieleverancier voor het Westen.

Bush sr. slaagde erin een coalitie van twintig landen te smeden om Koeweit te bevrijden. Saddam had gehoopt de Arabische massa achter zich te krijgen. Maar de Arabische landen Saudi-Arabië, Syrië en Egypte sloten zich aan bij de coalitie, uit vrees voor de macht van Saddam. NAVO-lid Turkije deed hetzelfde. Saddam kreeg alleen steun van Jordanië en de PLO. In Jordanië bestond de meerderheid van de bevolking uit Palestijnen.

Een resolutie van de Veiligheidsraad van de VN stelde dat Irak zich uiterlijk op 15 januari 1991 uit Koeweit diende terug te trekken. Irak trok zich niets van dit ultimatum aan. Operatie Desert Storm begon om Irak uit Koeweit te verdrijven.

(6)

Irak voerde ook Skut-raket aanvallen uit op Saudi-Arabië en Israël en de regering van de VS kon maar

ternauwernood voorkomen dat Israël wraak zou nemen. Irak werd verslagen en Saddam Hoessein liet uit wraak de olie-installaties van Koeweit in brand schieten. Bush sr. koos ervoor Saddam Hoessein niet uit te schakelen omdat hij bang was dat Irak dan uit elkaar zou vallen. Doe beslissing werd zeer betreurd door de Koerden in het Noorden en de Sjiieten in het Zuiden. Hun opstanden werden door Saddam neergeslagen.

Ondanks het feit dat Irak geen chemische wapens had gebruikt in de oorlog om Koeweit, bleef men bang dat het land massavernietigingswapens in bezit had. De VN dwongen Saddam tot het toelaten van speciale

wapeninspecteurs. Saddam wist zich te handhaven. Economische sancties konden hem persoonlijk niet deren, maar veroorzaakten wel ondervoeding en kindersterfte.

In 1992 deden de VN een aanbod aan Irak om olie te leveren in ruil voor voedsel en medicijnen. In 1996 ging Saddam hier op in maar ging steeds hogere eisen stellen. In 1998 dwong hij de wapeninspecteurs te vertrekken, Uiteindelijk zou de VS militair ingrijpen zonder steun van de VN.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat is het verschil tussen een edelman en ridder?.. Edelmannen kwamen uit rijke, machtige gezinnen. Rijk dus veel grondbezit. Ze hadden een bevoorrechte positie. Een ridder werd door

Nationale vergadering > eigen wetgevende vergadering => verklaring van de rechten van de mens en burger: gelijke rechten, vrijheid en meningsuiting en de verklaring rekende af

(= verhaal dat Dtsld de WOI had verloren door verraad door de democratie van Weimar) omdat de rechtse mensen zich verraden voelden, ze dachten dat als de ‘schande-vrede’ niet

De stadsbewoners en hun gasten konden voor één keer de rol spelen die ze tijdens het jaar nooit konden vervullen: mannen mochten zich als vrouwen kleden en omgekeerd.. · Agressie

In het Land van Maas en Waal bevinden de sluizen en gemalen zich uitsluitend langs de Maas en niet langs de Waal, omdat de waterstand van de maas lager is dan die van de waal.. Er

Hitler haalde Hindenburg over om de noodtoestand af te kondigen waardoor de wet niet meer geldig was, het parlement machteloos en dat alle macht naar de zittende regering ging..

Men koos er vaak voor om beschermd te worden door heer, dan was je niet oproepbaar voor oorlog.. Ze moesten dan wel deel van de oogst geven en werk op akkers

Toen de Amerikanen op 3 april 1945 in Duitsland een kamp vonden waar op het laatste moment nog honderden Joden in een gat vermoord waren drong pas door dat de nazi’s genocide