• No results found

GEMEENTEL SEH-J-OM-.E N - -

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GEMEENTEL SEH-J-OM-.E N - -"

Copied!
37
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Règ.nr.

RW KO

GEMEENTEL�SEH-J- OM -.E�N��-··�--·

28 JUNI 2001

class,nr.

WET MILIEUBEHEER aanvraag om Mil eu

(tevens beschrijving - in 4-voud indienme;nl) __

-.L_-L.._.J..._L _

_j

AGRARISCHE INRICHTINGEN

Datum van ontvangst=

Naam aanvrager(s) Adres

Postcode Telefoon

Beho

- Mij bekend . .

�--, , •· . . . de dire. . . cteu� . . . sec. to 'l � 11,.,1TO

nd

1

n

9eb1ed, L1 -

0

1

.

�'.

.

01 • 9-.ÖD

l

t

J

o

1,

.. "t:> . o i I . . . . . • . . • • . • • • • • • • • • • .• � ••

vel- � .

...

Plaats : ..

D.e .. W>..tte.. ... .

Fax ...•...••...•...••..•

A � · Verzoekt voor de hieronder omschreven inrichting een vergunning inzake het:

Il, oprichten en in werking hebben van de inrichting (art. 8. 1 lid 1 sub a en c Wet milieubeheer)

in werking hebben van de inrichting (art. 8. 1 lid 1 sub c Wet milieubeheer)

veranderen van de inrichting (uitbreiding) (art. 8.1 lid 1 sub b Wet milieubeheer)

veranderen van de gebezigde werkwijze (art. 8. 1 lid 1 sub b Wet milieubeheer)

D voor een termijn van __ jaar (alleen invullen indien de aard en de omvang van de werkzaamheden tijdelijk zijn) 8

Verzoekt in verband met verandering/wijziging van de inrichting, voor welke reeds vergunning

werd verleend, een nieuwe de gehele inrichting omvattende vergunning (art 8.4).

2 ALGEMENE GEGEVENS VAN DE INRICHTING

Omschrijving van de inrichting: (hier de aard van de inrichting vermelden bijv. vleesvarkensbedrijf, fokvarkensbedrijf, melkrundveebedrijf, pluimveebedrijf etc.)

... rndLc.i:�(\d.\Je.e.�''j"f

)

. j.o�)J.e.e

)'

. v.le.e..sS:\-=i(!CWve.<e..X\

::>

.\Jle.e.s.!).r,ecev,

• • • • ... e..it\. .. S ..

5cite"', ..

\/Q.oc ... �e� .. \t...o.�e..� .. v� .. ro�.\\...�oe;.eY.\1_

. . . vr�u.v)�l,.. .'l"�.e.a ·•· .

u lee:>��«Ew"- -�-�.et� ... � .... .

Naam Inrichting ...

• • • • • • • • · · ·

Adres ...

Bo....vcl:>w� ..

1 •• et\

3 ... .

Postcode .

lS,81 . t:-tP. .

Plaats : .

:De ... G .... J;\;c:.. ... - ..

Telefoon Fax : ...•...•....•...

Contactpersoon ... G .

.

. �e.,.cv.-.�<.!..

... _ .. .

Naam branchevereniging(en) : .... 9..\.BO .

.. A4�e.!> . ... .

Kadastrale ligging : . . .

.q(

�eY:\.\-e.. ..

i9

!>�-r Sectie ...

5. . . .

Nr(s) �.lS'. +-

:i..b ,6

Datum: ..

2. 1 .. , .. t ... if>.

0.1 2AWl�r : -···---·

. . . . . ."1. /l_t...,,� . . . - ...

Functie:

Naam: ... . Functie:

(2)

DIERCATEGORIEËN EN STALTYPES

HOOFDCATEGORIE A: RUNDVEE

1. Melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar (zie eindnoot 11 1 . 1 grupstal met drijfmest, ammoniakverdampend opper­

vlak van grup en kelder max. 1,2 m2 per koe (Groen Label 88 93.06.0091

1.2 loopstal met hellende vloer en giergoot of met rooster-

1.3

1.4

1.5

1.6

2.

3.

4.

4.1 4.2 ,

5

vloer; beide met spoelsysteem

loopstal met hellende, gecoate vloer en giergoot;

max. 3 m2 mestbesmeurd oppervlak per koe (Groen Label 88 93.03.003V1; 88 93.03.003/

A 93.04.004V1; 88 93.03.003/8 93.04.005V1;

88 93.03.003/C 93.04.006V1; 88 93.03.003/

D 94.06.020V 1 l

loopstal met hellende vloer en spoelsysteem;

max. 3, 75 m2 mest besmeurd oppervlak per koe (Groen Label 88 94.02.01 5V1 l

loopstal met sleufvloer en mestschuif (Groen Label 88 97 .05.055)

overige bedrijven

zoogkoeien en overig rundvee ouder dan 2 jaar (zie eindnoot 1)

vrouwelijk jongvee tot 2 jaar vleeskalveren en vleesstierkalveren

vleeskalveren van O tot 8 maanden vleesstierkalveren van O tot 6 maanden

vleesstieren en overig vleesvee van 6 tot 24 maanden HOOFDCATEGORIE B: SCHAPEN

1. schapen ouder dan 1 jaar. incl. lammeren tot 45 kg (zie eindnoot 2 en 3)

HOOFDCATEGORIE C: GEITEN 2.

1.

3.

geiten ouder dan 1 jaar

opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar opfokgeiten en afmestlammeren van O tot en met 60 dagen

HOOFDCATEGORIE D: VARKENS

1. · fokzeugen incl. biggen tot 25 kg (zie eindnoot 4) 1 .l biggenopfok (gespeende biggen)

1. 1 .1 vlakke, gecoate keldervloer met tandheugelschuif­

systeem (Groen Label 88 93.03.001 l 1 .1.1.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.1.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

Emissie­

factor

3,0

4,4

4,4

4,0

4,4

8,8

8,8

3,9

2,5 2,5

7,2

0,7

1,9 0,8 0,2

0, 18 0,23

Aangevraagde situatie

.... 55. _ ...

. .... '1 .... .

.... ':;.Q ... .

.... !-i.o ... .

... :i..a ... .

... 5". ....

Gedekt door bestaande vergunning­

( en)

.. -50._._

... ½,o ...

(3)

DIERCATEGORIEËN EN STAL TYPES

1.1.2 spoelgotensysteem met dunne mest gedeeltelijk roostervloer (Groen Label 94.06.021 V2;

88 94.06.021 V1/A 97.01 .049) 1 .1.2.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.2.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.1.3 mestgoot met schuine wand en ontsmettingssysteem (Groen Label 88 95.12.031)

1 .1.3.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.3.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.1.4 ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal (Groen Label 88 96.03.033 V2)

1.1.4.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.4.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

•. 1.5 halfroostervloer met verkleind mestoppervlak

"1.5.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.5.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.1.6 mestopvang in- en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label(volledig roostervloer) 8B 96.04.038 V1) 1.1.6.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2

1.1.6.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.1. 7 mestopvang in- en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label(gedeeltelijk roostervloer) 88 96.04.038 V1)

1 .1. 7 .1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.7 .2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1 .1.8 gescheiden afvoer van mest en urine door middel van hellende mestband (Groen Label 8B 96.06.040)

.

,

1.1 .8.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.8.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.1.9 biologisch luchtwassysteem (Groen Label 8B 96.10.042; 88 96.10.042/A 96.10.044;

8B 96.10.042/8 96.10.045; 88 96.10.042/

C 96.10.046) (zie eindnoot 9) 1. 1.9. 1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.9.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2 1.1.10 chemisch luchtwassysteem

(Groen Label 88 96.10.043) 1.1.10.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1 .1.10.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2 1 . 1. 1 1 koeldeksysteem (150% koeloppervlak)

(Groen Label 88 97 .01 .052 V1) 1.1.11.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2

L

1.11.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2 1. 1. 12 opfokhok met schuine putwand

1.1.12.1 emitterend mestoppervlak max. 0,07 m2

1 .1.12.2 emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m2, echter kleiner dan 0, 1 O m2

Emissie- Aangevraag- factor de situatie

0,21

. . . .

.

. . .

0,27

. . . . . . . . . .

0, 13

...

0, 16

. . . .

..

. . .

0,26

...

0,33

. . . .

0,34

. . . . . . .

0,43

. . . . . . . . . .

0,16

. . . . . . . . . .

0,20

. . . . . . . . . .

0,22

. . . .

..

.

0,28

. . . . . . . . . . . . . . . . . .

0,20

. . .

.

. . .

0,25

. . . . . . . . . .

0,18 .

. . .

.

. .

..

0,23

. . . . . . . . . .

0,18

. . .

0,23

. . . .

0, 15 1 0, 19

. . . . . . . . . .

0, 17

. . . .

0,750

. . . . . . .

Gedekt door bestaande vergunning-

(en)

...

...

- ... -

. . . .. . . . . . . . ...

...

...

...

...

...

...

. . . .

...

"

...

...

...

. . . .

...

.... - . - ...

...

...

...

...

(4)

DIERCATEGORIEËN EN STALTYPES

1 . 1 . 13 overige bedrijven

1.1.13.1 hokoppervlak maximaal 0,35 m2 1.1.13.2 hokoppervlak groter dan 0,35 m2

1.2 kraamzeugen (inclusief biggen tot spenen) 1 .2.1

1.2.2

1.2.3

1.2.4

1 .2.5

1.2.6

1.2.7 1.2.8

-1.2.9 1.2.10

spoelgotensysteem met dunne mest (Groen Label BB 93. f 1.012 V2)

kunststof schijnvloer met schuif onder de roosters (Groen Label BB 94.02.014)

vlakke, gecoate keldervloer met tandheugelschuif­

systeem (Groen Label BB 94.04.018)

mestschuif met gecoate, hellende keldervloer en giergoot (Groen Label BB 94.06.019)

mestgoot met ontmestingssysteem (Groen Label BB 94.06.022)

ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal (Groen Label 88 95.12.032)

kraamopfokhok met hellende plaat

mestopvang in- en spoelen met aangezuurde vloeistof (Groen Label BB 96.04.037 V1)

schuiven in mestgoot

biologisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8) (Groen Label BB 96.10.042; BB 96.10.042/

A 96.10.044; BB 96.10.042/B 96.10.045;

BB 96.10.042/C 96.10.046)

1.2.11 chemisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8) (Groen Label BB 96.10.043)

1.2. 1°2 koeldeksysteem (150% koeloppervlak) (Groen Label BB 97 .01.051 V1) 1.2.13 mestpan/-bak in kraamopfokhok 1.2.14 overige bedrijven

1.3 guste en dragende zeugen

1 .3.1 smalle mestkanalen met metalen driekant roostervloer (alleen toepasbaar bij individuele l.3.2

1.3.3

1.3.4

1.3.5

huisvesting Groen Label BB 95.02.027 V1) mestgoot met combinatierooster en frequente ontmesting (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting Groen Label BB 95.06.028) spoelgotensysteem met dunne mest

(Groen Label bij individuele huisvesting BB 95.10.030) (Groen Label bij groepshuisvesting 88 95.10.030) mestopvang in- en spoelen met aangezuurde vloeistof

(Groen Label bij individuele huisvesting BB 96.04.036 v,)

(Groen Label bij groepshuisvesting 8B 96.04.036 V1) schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting)

Emissie- factor

0,60 0,75

3,3

3,7

4,0

3, 1

3,2

4,0 5,0

3, 1 2,5

2,5

2,5

2,4 2,9 8,3

2,4

1,8

2,5 2,5

1,8 1,8

2,2

Aangevraag- Gedekt door de situatie bestaande

vergunning- (en)

. . . . .

.

. . . . . .. .

. . . . . . . .. . . . .. . .. .

(5)

'

DIERCATEGORIEËN EN STALTYPES

1.3.6 biologisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8)

1.3.7

(Groen Label bij individuele huisvesting 88 96.10.042;

88 96.10.042/A 96.044; 88 96.10.042/8 96.10.045;

88 96.10.042/C 96.10.0461

(Groen Label bij groepshuisvesting 88 96.10.042;

88 96. 10.042/A 96.044; 88 96.10.042/8 96. 10.045;

88 96.10.042/C 96.10.046)

chemisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8)

(Groen Label bij individuele huisvesting 88 96.10.043) (Groen Label bij groepshuisvesting 88 96.10.043) 1.3.8 koeldeksysteem (115% koelóppervlak)

(Groen Label bij individuele huisvesting 88 97 .03.054) (Groen Label bij groepshuisvesting 88 97 .03.054) 1.3.9 overige bedrijven, individuele huisvesting

.3.10 overige bedrijven, groepshuisvesting

2. dekberen, 7 maanden en ouder

2.1 biologisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8) (Groen Label 8B 96.10.042; B8 96.10.042/

A 96.10.044; B8 96.10.042/B 96.10.045;

8B 96.10.042/C 96.10.046)

2.2 chemisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8) (Groen Label BB 96.10.043)

2.3 overige bedrijven

3. vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot ' eerste dekking (zie eindnoot 5)

3.1 3.1 .1 3.1.2

volledig rooster

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 3.2 gedeeltelijke roostervloer

3.2.1 gehele dierplaats onderkelderd zonder stank­

afsluiter 3.2.1.1

3.2.1.2

hokoppervlak maximaal 0,8 m2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3-.2.2 mestopvang in en spoelen met NH3-arme vloeistof (inclusief aanzuren)(Groen Label BB 93.06.010 V1;

8B 93.11.011; BB 93.11.011 /A95.04.024) 3.2.2.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2

3.2.2.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.3 koeldeksysteem met metalen driekant roostervloer (Groen Label BB 95.04.023)

3;2.3.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.2.3.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

Emissie­

factor

1,3

1,3

1,3 1,3

2,2 2,2 4,2 4,2

1,7

1,7 5,5

3,0 4,0

3,0 4,0

1,4 2,0

1,4 2,0

Aangevraag­

de situatie Gedekt door bestaande vergunning­

(en)

(6)

DIERCATEGORIEËN EN STAL TYPES

3.2.4 mestopvang in met formaldehyde-behandelde mest- vloeistof in combinatie met metalen driekant roostervloer (Groen Label 88 95.02.025 V1 l 3.2.4.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2

3.2.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.5 mestopvang in water in combinatie met metalen driekant roostervloer (Groen Label 88 95.10.029 V2) 3.2.5.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2

3.2.5.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 3.2.6 koeldeksyste�m (200% koeloppervlak)

(maximaal 0,8 m2 emitterend oppervlak) (Groen Label 88 96.04.035 V1)

3.2.7 mestkelders met een water- en mestkanaal, bij maximaal 0, 18 m2 emitterend mestoppervlak door schuine mestkelderwand(en) en metalen driekant- roosters op mestkanaal

(Groen Label 88 97.07.056; 8897.07.056/

A 97.11.059)

3.2.8 biologisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8)

(Groen Label 88 96.10.042; 88 96.10.042/

A96.10.044; 88 96.10.042/896.10.045;

88 96.10.042/C96.10.046)

3.2.8.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.2.8.1 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.9 chemisch luchtwassysteem (zie eindnoot 8)

(Groen Label 88 96.10.043) 3.2.9.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.2.9.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.10 bollevloerhok met betonnen morsrooster en metalen driekantrooster

.3.2.10.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.2.10.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 3.2.11 hok met gescheiden mestkanalen 3.2.11.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.2.11 .2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.12 spoelgotensysteem met metalen driekant-roosters (Groen Label 88 98.10.064)

3.2.12.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3:2.12.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

3.2.13 spoelgotensysteem met andere dan metalen driekant- roosters (Groen Label 88 98.10.065)

3.2.13.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3 . .2.13.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2 3:3 scharrel-vleesvarkens

3.4 overige bedrijven

3.4.1 hokoppervlak maximaal 0,8 m2 3.4.2 hokoppervlak groter dan 0,8 m2

Emissie­

factor

0,8 1 , 1

1, 1

1,5 1,2

1,0

0,8

1, 1

0,8 1, 1

1,4 2,0 1,8 2,5

1,0 1,3

1,2 1,5 3,0 2,5 3,5

Aangevraag­

de situatie

. . . . . . . .

. . .

-•

. .. .

. . . ..

. . .

. . . .

. . . . . . . .

. . .

. . . .

. . . . . . . .. . . . . . . . . ..

. . . . . . . .. .

. . . .

. .

. . .

..

. .

.

.

. . .

. . . . . . . . .

.

. . .

.

. . . . . .

.

. .

.

. . .

.

.

.

.

Gedekt door bestaande vergunning­

(en)

. .

- . . . . . . . .

. . . .. . . . . . .

. . . . .. . .

..

. . . . .. . . .

. . .. . . .

. . . . . .. . . . . . . .

. . . . .

. . . . - . . . .

..

. . . . . - . . .. . . . ..

.

. . . . - . . .

. . . . . .. . .. ..

. . .

. . . .. . . .. - . . . . . .. . .. . ..

. - . . . .. ..

. . . .

. . . .

(7)

DIERCATEGORIEËN EN STAL TYPES

HOOFDCATEGORIE E: KIPPEN

1. Opfokhennen en -hanen van legrassen; jonger dan 18 weken

1. 1 open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien en compactkooien voor natte mest)

1.2 mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (Groen Label BB 93.06.007)

1.3 compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal d,aags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag

(Groen Label BB 96.06.026)

1.4 batterij met geforceerde mestdroging (kanalenstal)

.5 mestbandbatterij met geforceerde mestdroging (voor nage- schakelde technieken : zie onder 6)

· 1.5. 1 mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging (zie eindnoot 6)(Groen Label B8 93.06.008) 1.5.2 mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht

met 0,4 m3 lucht per opfokhen per uur; mestafdraaien per vijf dagen, de mest heeft dan een droge-stof-% van minimaal 55. NH3 per dierplaats per jaar (zie eindnoot 61 (Groen Label 88 97 .07 .058)

1.6 grondhuisvesting (strooiselvloer, roostervloer)

1.7 voliere-opfokhuisvesting, minimaal 50% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal , in twee etages

2.

legkippen

(voor(groot-)ouderdieren van legrassen geldt 2.6) 2.1 open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien

van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of com- pactkooien voor natte mest)

2.2 mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) (Groen Label 88 93.06.007)

2.3 compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag

(Groen Label 88 95.06.026)

2.4 batterij met geforceerde mestdroging (deeppitstal of highrise-stal, kanalenstal)

2.5.1 mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging (zie eindnoot 6)(Groen Label 88 93.06.008)

Emissie­

fac tor

0,045

0,020

0,011 0,208

0,020

0,006 0,096

0,050

0,083

0,035

0,020

0,386

0,035

Aangevraag­

de situatie

.

. . .

. . . . . . . . . .

• • • • • ■ • • • •

. . . . . . . . . .

. . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . .

..

.

. . . . . . . . . .

. .

. . . . . .

. . . . .

. . .

. . . . . . . .

. . . .

. . . .

Gedekt door bestaande vergunning­

(en)

. . . .

. . . .

. . . . . . . .

. . . .. . .

. . . . . . . .

. . . .. . . .

. . .

. . . .

. . . .

. . . .

. . . .

(8)

DIERCATEGORIEËN EN STALTYPES

2.5.2 mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0, 7 m3 lucht per leghen per uur. Mestafdraaien per vijf dagen; de mest heeft dan een droge stof % van minimaal 55 NH3 per dierplaats per jaar (zie eindnoot 6) (Groen Label 88 97 .07 .058)

2.6 grondhuisvesting zgn. scharrelkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen (circa 1/3 strooiselvloer + circa 2/3 roostervloer)

2. 7 volierehuisvesting, minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden mini­

maal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages.

ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken

4. ouderdieren van vleeskuikens

4.1 groepskooi voorzien van mestband en geforceerde mestdroging

(Groen Label 88 95.12.039; 88 95.12.039/A 96.06.041) 4. 2 volierehuisvesting met geforceerde mestdroging

(Groen Label 88 97 .01 .050)

4.3 volierehuisvesting met geforceerde mest- en strooisel­

droging (Groen Label 88 97.01 .053) 4.4 overige bedrijven

5. vleeskuikens

5.1 zwevende vloer met strooiseldroging

(Groen Label 88 93.03.002; 88 93.03.002/A94.04.017;

88 93.03.002/896.04.034;88 93.03.002/C96.10.048) 5.2 geperforeerde vloer met strooiseldroging

(Groen Label 88 94.04.016; 88 94.04.016/A96.10.047) 5.3 etagesysteem met volledige roostervloer en mestband­

beluchting (Groen Label 88 97.07.057) 5 .4 overige vleeskuikenshouderijsystemen

6. nageschakelde technieken, additioneel aan de stalemissie van E 1.5 en E 2.5

6.1 mestdroogsystemen met geperforeerde doek (zie eindnoot 9)

6.2 droogtunnel met oppervlakteverdroging (dichte banden) (zie eindnoot 9)

6.::3 lucht uit een composteringsunit met chemische luchtwas­

sing (zie eindnoot 9)

6.4 overige opslag van mest (zie eindnoot 9)

Emissie­

factor

0,010

0,315

0,090

0, 128

0,080

0,170 0, 130 0,58

0,005

0,014 0,005 0,05

0,010/

0,015 0,010/

0,015 0,003/

0,005 0,030/

0,050

Aange­

vraagde situatie

Gedekt door bestaande vergunning­

(en)

(9)

DIERCATEGORIEËN EN STAL TYPES

HOOFDCATEGORIE F: KALKOENEN

1 . ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok;

van O tot 6 weken

2. ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok;

van 6 tot 30 weken

3. ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder

4. vleeskalkoenen

4.1 gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer (zie eindnoot 10) 4.2 overige bedrijven (zie eindnoot 10)

HOOFDCATEGORIE G: EENDEN

ouderdieren van vleeseenden van 0 tot 24 maanden

2. vleeseenden 2.1 binnen mesten

2.2 buiten mesten (per afgeleverde eend)

. HOOFDCATEGORIE H: PELSDIEREN 1 nertsen, per fokteef (zie eindnoot 3) 1 . 1 open mestopslag onder de kooi

1.2 dagontmesting met afvoer naar een gesloten opslag (Groen Label 88 94.02.013)

2. zilvervossen, per fokmoer (zie eindnoot 3)

3.

blauwvossen, per fokmoer (zie eindnoot 3) OOFDCATEGORIE 1: KONIJNEN

1. Voedster inclusief 0, 15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd

2. Vlees en opfokkonijnen tot dekleeftijd

HOOFDCATEGORIE J: PARELHOENDERS 1. parelhoenders voor de vleesproduktie HOOFDCATEGORIE K: PAARDEN (zie eindnoot 7)

1 . volwassen paarden (3 jaar en ouder) 2. . . paarden in opfok (jonger dan 3 jaar) 3. volwassen pony's (3 jaar en ouder) 4. pony's in opfok (jonger dan 3 jaar)

Emissie­

factor

0, 15

0,47

0,59

0,36 0,68

0,32

0, 117 0,019

0,58 0,25 1,35

2,7

1,2

0,2

0,05

5,0

2, 1 3, 1

1,3

Aangevraag­

de situatie Gedekt door bestaande vergunning­

(en)

(10)

DIERCATEGORIEËN EN STAL TYPES

HOOFDCATEGORIE L: STRUISVOGELS

1 . struisvogelouderdieren

2. opfokstruisvogels (0 tot 4 maanden) 3. vleesstruisvogels (4 tot 12 maanden)

HOOFDCATEGORIE Z: ANDERS

1. . ... .

OPMERKING.

Emissie- factor

2,5 0,30

1,8

Aangevraag- de situatie

. . . . . . . .

. . . . . . . . . .

. . . . . .

Gedekt door bestaande vergunning-

(en)

. . . . . . . . . . . - . . .

Indien onder punt 3 "GEGEVENS DIERBESTAND' wordt verwezen naar een Groen-Labelnummer, wordt de desbetreffende emissiefactor uitsluitend gehanteerd bij de berekening van de emissie vanuit een stal die is of zal worden gebouwd overeenkomstig de door de Stichting Groen Label bij de verlening van het Groen Label gepubliceerde beschrijving van het stalsysteem, die van dat Groen-Labelnummer is voorzien.

EINDNOOT.

1 . De emissie heeft betrekking op een stalperiode van oktober tot mei.

2. De emissie heeft betrekking op een stalperiode van maximaal drie maanden in de winter.

3. De emissiefactor geldt inclusief opfok, jongvee onderscheidenlijk jongen, en reuen. De opfok en reuen tellen dus niet apart mee voor de berekening van de ammoniakemissie.

4. Indien er meer dan 36 biggenplaatsen voor gespeende biggen per 10 fokzeugenplaatsen aanwezig zijn, geldt voor de biggenplaatsen boven de 36 voor het desbetreffende stalsysteem een emissief actor voor de vleesvarkens.

5. Voor opfokzeugen na de eerste dekking wordt de emissiefactor voor fokzeugen gehanteerd.

6. Dit getal geldt in gevallen waarin de mest direct van het bedrijf wordt afgevoerd, of gedurende een periode van ten hoogste twee weken op het bedrijfsterrein wordt opgeslagen in een afgedekte container.

7. Het onderscheid tussen paarden en pony's ligt bij een stokmaat (schofthoogte) van 156,0 cm.

8. Spuiwater kan binnen de inrichting gemengd worden met dierlijke mest. De regels voor het gebruik yan dierlijke mest zijn op dit mengsel van toepassing.

9. Het eerste getal geldt voor de stalsystemen onder E 1.5; het tweede getal geldt voor stalsystemen onder E 2.5.

1 0. Het aantal dierplaatsen dient te worden vastgesteld door het aantal dieren in de 1 oe week na opzetten te tellen.

(11)

Als bewijs voor de bedrijfsomvang is/zijn bijgevoegd: (�"' u_....:) \oe,;-l. ') .

accountantsverklaring van het veebestand op de inrichting over de jaren: . ... .

� opgaven van de landbouwtellingen (meitellingen) gedurende de jaren: . .l�S;..

:éjm.

l9'j', .

anders, te weten : ... ... , . .. .. ... . .... .. . ... . .. . .... ...•. .

OPSLAG VLOEIBARE MEST

� Drijfmestkelders totale inhoud : . .... ... 5!-t.'L.

. . .

m3 Si1 Mestbassin inhoud: .. .,-1:1.ii. m� open/afgedekt oppervlak : ...

.6.

2.o.

. . . .

m2

� Afstand vloeibare mestopslag - dichtstbijgelegen woning van derden .•

: ... · ...•. · .. ·. l � . • . m 13 Het aantal keren dat de mest wordt afgevoerd ... l5 .

.

maal per jaar

a

De vloeibare mest wordt afgevoerd

- naar : ... i:!.l�···�r.�":'" .... oo. .... �i::a."-.\.wl"'-�--···

- met : ... \.J.0.C.

.��b.� ... • • • • • • • • • • • • • .. • • • • • • · · ·

OPSLAG VASTE MEST

Mestplaat opslagcapaciteit: ... m3

Afstand vaste mestopslag - dichtstbijgelegen woning van derden

� Het aantal keren dat de mest wordt afgevoerd VC..'i\�t $tc...l

m

De vaste mest wordt afgevoerd

open/afgedekt oppervlak . . . . . . . . . . . . . . . . . • m2 . . . m

... tl. .

maal per jaar - naar .. .

65.� .. �r.":..-.,.�"'. koY-..�.b.V)Ö. ... .

- met : . ... . W\e.';)tf, ti'OO.\� •. . . ... . ... . .... ... . . ... . . . .... . .. .•.

MESTOPSLAG DROGE MEST �.v.-\:..

Overdekte opslagplaats inhoud : ... m3 oppervlak

Onder de batterijen inhoud : ... m3 oppervlak

In het hok (strooiselvloer) inhoud : ... m3 oppervlak

In (een) container(s) inhoud : ... m3

Afstand droge mestopslag - dichtstbijgelegen woning van derden

Het aantal keren dat de mest wordt afgevoerd

De droge mest wordt afgevoerd - naar

: ..•... m2 : ...•... m2 : ..•... m2. : ... m

: ... maal per maand

- met : & 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 e e e a 1 e 1 1 • • • 1 a 1 I 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 e 1 1 1 1 SPECIALE VOORZIENINGEN

Worden er speciale voorzieningen getroffen ter beperking van de uitworp van ammoniak en/of stankveroorzakende stoffen: J;lf'./NEE

Zo ja, welke:

0 1 O 1 0 O O e 1 1 1 1 o o e e 1 1 o 1 1 o a o e I e e e o o o t I e I o e 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 I I I I I I I I I I I

1 1 o 1 1 1 1 1 1 1 1 e a 1 e I e e 1 e 1 1 O 1 1 1 1 e I o o I o e 1 1 1 1 1 1 e 1 1 1 1 1 I I I 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .. . .

···

1 1 1 1 0 1 o 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 0 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 • • 1 ■ ■

(12)

In de directe omgeving van het bedrijf is/zijn gelegen:

Bebouwde kom

Bungalowpark, camping, etc.

Zwembad, speeltuin

Meerdere burgerwoningen in lintbebouwing

Meerdere verspreid liggende burgerwoningen

� Een enkele burgerwoning in het buitengebied

� Agrarische bedrijfswoningen van derden

In grondwaterbeschermingsgebied en wel: 5 jaars-/10 jaars-/25 jaars-zone

!:il

De kortste afstand tussen het dichtst bij dat gebied gelegen emissiepunt van de veehouderij tot het dichtstbijgelegen punt van dat gebied:

(het betreft hier een gebied welke is vastgelegd in het kaartmateriaal behorende bij de verordening voor verzuring gevoelige gebieden 1996) gi Het betreft hier:

, de inrichting zijn aanwezig:

� Elektromotoren

Stoomwerktuigen

Ga

Verbrandingsmotoren

Gi:1 . :v e.r.\ \ 1�a.'(\9±-o( et°:'

In de inrichting is aanwezig:

aantal: .

.1-2., ..

aantal: ... . aantal: ..

2\ .. .

aantal: ...

2... ..

totaal: ..

.L-S:,5:.

kw totaal: ... kw totaal: . .\..2.q.

1.

kw

totaal: ... ;:L,r2... kw

afstand ... m . ... m ... m

··· m ... m ... l.25:. m ... 2.SO m

... m

tB

Aardgasgestookte installatie totale capaciteit: ....

..3 ...

kw

Oliegestookte installatie totale capaciteit: ... kw

Elektrische verwarmingsapparatuur totale capaciteit: ... kw

Anders gestookte installaties, totale capaciteit: ...•... kw brandstof: ... .

Dsl Zie tekening

ria Op natuurlijke wijze

� Op mechanische wijze ...

..2.. ...•.

m boven daklijn/lll.f!:8i olà

Niet van toepassing

� Afstand grasvoederkuil - dichtstbijgelegen woning van derden

� Afstand snijmaïsvoederkuil - dichtstbijgelegen woning van derden

Voorzieningen ter voorkoming van het uitlekken van perssappen:

···"fO. m ... .90 m

(13)

� Niet van toepassing

Bestrijdingsmiddelen aanwezig in een· kast hoeveelheid maximaal ..•..•. kg

Bestrijdingsmiddelen aa_nwezig in een ruimte hoeveelheid maximaal ... kg

Soort vloeistof of gas: inhoud in m3

... d, e�eli:;,.l� c... . ... .1., .2.. •••..•.

Soort vloeistof of gas: aantal

soort stof hoeveelheid

. /..+.\i':� t.�.�t .. kf\� .. ... , ..

... .

... �A� ..

. . Y:<V�.v:\� '>-l P. .o<.., ... . ...

,

. .... �.t:O.() ... .

5 ..

f::�'().

... . . . r.cin"i. e,,�� �m � �-· .. S:X..2.5.½··

laatste keuringsdatum

inhoud (liters) verpakking (fles/bus/vat)

type opslag ( *)

. ... -2.a..��oed. ... . . . . 4-.��� ... . ····P?½e-�te.et:>i\P. ... .

... \j.er. r.

���.!i. ... .

, . •) NB. hier in te vullen: kunstmestsilo, meelsilo of brijvoerinstallatie.

(Welke uitbreidingen worden op korte termijn verwacht, welke milieuvoorzieningen kunnen op korte

te.rmijn worden verwacht) .-

• • • • • • • • • • • e • • • o o O o I o O o O O O ■ o O O O I o o I o O O o O o O ■ o o o o o o o o o I O • o ■ o o o o o o o o o o o o o O o 0

• • • • • • • • • • • • • • • • .• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 1 • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 1 ■ 0 0 1 0 0 I O O O O O O O O 1 0 0 0 0 ■ 0 0 ■ ■ O O O I o O O O O I O O o I o O o o o I 1 1 e o o o ■ O o o ■ o o o o o o ■ o o o o o o o o o

• O O O O O O O O ■ 0 0 0 0 0 1 1 O o O O o o O O O o O o O O I e o O o o o I o o o o o o I o o o o o o o o o o o o o O o o o o o o o o o o o o o

(14)

N.v.t.

Een wasplaats voor voertuigen en spuitapparatuur, die zijn gebruikt voor het toepassen van bestrijdingsmiddelen maakt deel uit van de inrichting;

□-

Een wasplaats voor voertuigen en spuitapparatuur, die

niet

zijn gebruikt voor het toepassen van bestrijdingsmiddelen maakt deel uit van de inrichting;

Afvalwater uit de melkstal wordt op het openbaar riool geloosd;

� Afvalwater wordt geloosd via de volgende voorzieningen:

In gemeenteriool

- gemiddeld ... m3/jaar

- rioleringsvergunning/kennisgeving lozingsverordening d.d ... ./ ... / ...•

Op oppervlaktewater

In septictank

In bodem

IS!! In drijfmestkelder

□ ... .

Zuiveringstechnische voorzieningen.

Voorziening: Type Capaciteit Soort afvalwater

a. Slibvangput(ten)

b. Olie-afscheider(s) c. Zuiveringsinstallatie(s) d ... .

Opm: Van de hiervoor genoemde voorzieningen dienen beschrijvingen en tekeningen te worden overlegd, alsmede analyseresultaten van het behandelde afvalwater (indien beschikbaar). Voorts dient te worden aangegeven hoe bedoelde voorzieningen worden bediend. Tevens dient een capaciteitsberekening als bijlage te worden bijgevoegd.

- Welke controlevoorzieningen zijn getroffen en waar bevinden deze zich ?

.,

Bouwvergunning:

� niet nodig

niet aangevraagd

q aangevraagd, datum aanvraag: ______ _ afschrift bijgevoegd

verkregen, datum vergunning:

call. EP

wmaanvr1 .Vrg

Vergunning wet verontreiniging oppervlakte wate­

ren:

� niet nodig

niet aangevraagd

aangevraagd, datum aanvraag: ______ _ afschrift bijgevoegd

verkregen, datum vergunning: ______ _

(15)

l

Checklist met betrekking tot een aanvraag om een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor een agrarische

inrichting.

Naam Adres Postcode Woonplaats Telefoon

Nummer Wm vergunning Datum Wm vergunning Datum Wm aanvraag Ontvankelijkheid aanvraag Behandeld door

Reden van aanvraag

:

: Bavelsweg 1 : 7587 NP : De Lutte :

: 19 januari 1982 : 81 /39

: 27 juni 2001 : 7 augustus 2001 : H. Damink

: Uitbreiding dierbezetting

Behoort bij besluit van B & W

9�_meente LOSSER d.d .. 1 L\ -\ ��- 9. Oö 1� M1; �ekend, · h('.)

61 \ / .

de rnrecteur sector Grondgebi�d, � v.(\ - � -c::::::-,

1. lnterlmwet ammoniak en veehouderij (Ecologische toetsing).

Berekening van de ammoniakemissie (ammoniakuitstoot in kg NH3) en ammoniakdepositie (ammoniakneerslag in mol potentieel zuur per hectare per jaar).

Dierbezetting als vergund op 19 januari 1982

1

Diercategorieën

1

Aantal

1

Factor

1

Kg HN3

1

Melkkoeien

50

8,8 440,0

Vrouwelijk rundvee (tot 2 jaar) 40 3,9 156,0

Vleeskalveren (tussen 0 en 8 maanden) 25 2,5 62,5

Vleesvarkens (hokoppervlak maximaal 0,8

5

2,5 12,5

m2 per varken)

Scharrelkippen

50

0,315 15,8

1

Totale emissie

1

686,8

1

De heer R.L.M: Nijhuis is voornemens zijn dierbezetting uit te breiden c.q. te wijzigen.

Bestaand recht

Voordat bepaald kan worden of de nog aan te vragen dierbezetting vergund kan worden moet conform ons beleid worden vastgesteld over welke ammoniakemissierechten de inrichting beschikt.

Het bepalen van de bestaand.e rechten is gebaseerd en getoetst op de relevante wetsartikelen en aan ons beleid m.b.t. het vervallen/intrekken van milieuvergunningen van 1 maart 1994 gewijzigd d.d. 15 september 1998.

Tijdens de door ons op 8 oktober 1999 verrichte integrale controle is nagegaan welke dierbezetting op dat moment binnen de inrichting werd gehouden alsmede of de opstallen overeenkomstig de vigerende milieuvergunning nog intact zijn.

(16)

Tijdens het bedrijfsbezoek is geconstateerd dat in schuur 4 geen varkens en scharrelkippen meer worden gehouden. De gehele schuur is thans in gebruik als werktuigenberging.

Een gedeelte van de ligboxenstal is niet meer in gebruik voor het stallen van vleeskalveren (tussen Oen 8 maanden). In dit gedeelte werden tijdens de controle 25 vleesstieren (tussen 6 en 24 maanden) aangetroffen. Ook werden ten tijde van de controle in de inrichting 5 geiten (ouder dan 1 jaar) gehouden. Het hebben en houden van vleesstieren (tussen 6 en 24 maanden) en geiten (ouder dan 1 jaar) is niet vergund zodat hieraan geen rechten kunnen worden ontleend.

Op grond van artikel 27 lid 3 Hinderwet en ons beleid vervalt een vergunning of een deel van een vergunning ondermeer indien gedurende een periode van minimaal 3 jaar vóór 1 maart 1993 een bepaalde diercategorie niet of niet conform de geldende vergunning in de inrichting aanwezig is geweest.

Uit de bij de aanvraag gevoegde diertellingsgegevens van het LEI-DLO met betrekking tot de jaren 1981 t/m 1999 blijkt dat u in de inrichting in de periode gelegen tussen 1981 en 1999 gedurende een periode van minimaal 3 jaar minder vee heeft gehouden dan is vergund.

Tussen 1985 en 1994 zijn ter plaatse geen scharrelkippen gehouden. Ook zijn in de periode tussen 1994 en 1998 in de inrichting geen vleesvarkens gehouden.

Op grond van ons beleid betekent dit dat het recht op het houden van scharrelkippen en de daarbij behorende ammoniakemissierechten van rechtswege zijn vervallen. Het recht op het op het houden van vleesvarkens komt op grond van ons beleid voor intrekking in aanmerking.

Uit de aan ons overhandigde tellingsgegevens van het LEI-DLO m.b.t. de jaren 1981 t/m 1999 kan niet worden herleid of er vleeskalveren (tussen 0 en 8 maanden) in de inrichting werden gehouden. Aangezien u niet heeft aangetoond dat in de inrichting vleeskalveren (tussen 0 en 8 maanden) werden gehouden is het recht op het houden van vleeskalveren (tussen 0 en 8 maanden) van rechtswege vervallen.

B t es aan d ammonia em1ss1erec en e aar 11 e oren e ,er eze . k ht d d b" b h d d' b tt' mq.

::;:�;-� .. ;. ... .,.orleën Aantal Factor

Melkkoeien 50 8,8

Vrouwelijk rundvee (tot 2 jaar) 40 3,9

1 Totale emissie

Kg NH3

440,0 156,0

1 596,0 1

De afstand tot een voor verzuring gevoelig gebied (artikel 2 uitvoeringsregeling ammoniak en veehouderij) is 240 meter. De depositie vindt plaats op bosgebied. De depositiefactor bedraagt 0, 164. De depositie bedraagt 596,0 x 0, 164 = 97,7 mol potentieel zuur per hectare per jaar.

Aankoop ammoniakemissierechten

De heer wenst zijn dierbezetting uit te breiden. Daartoe wil hij overeenkomstig het ARP

rechten aankopen van de heer te Weerselo. Het betreft de aankoop van 483,0 kg

ammoniak.

(17)

Dit is enkel mogelijk, indien vergunninghouder "rechten" aankoopt overeenkomstig de spelregels van het Ammoniakreductieplan (ARP).

Artikel 5.2.1. bepaald dat bedrijfsontwikkeling boven 15 mol ammoniak/ha is toegestaan, onder voorwaarde dat de gebiedsgerichte saldomethode wordt toegepast en dat de die­

ren/dierplaatsen met bijbehorende emissie afkomstig van elders binnen deze deelregio van het plangebied, verdwijnen. Op basis van deze voorwaarde heeft de aanvrager ammoniake­

missierechten aangekocht van een partij welke eveneens in het plangebied is gelegen.

De gebiedsgerichte saldomethode heeft bij de verplaatsing van ammoniakemissierechten een reductie tot gevolg van tenminste 10 % op de beperkende factor.

Bij een verplaatsing in afwaartse richting t.o.v. een voor verzuring gevoelig gebied is de emissie de beperkende factor. Bij een verplaatsing in de richting van een voor verzuring gevoelig gebied is de depositie de beperkende factor.

Op 1 december 2000 hebben wij een beschikking d.d. 30 november 2000 van Burgemeester en wethouders van de gemeente Weerselo ontvangen waaruit blijkt dat de aanvrager 483,0 kg ammoniak overneemt van de heer , gelegen aan de Postweg te Weerselo.

Dit bedrijf is gelegen op 250 meter van een voor verzuring gevoelig gebied. De emissiefactor bedraagt 0, 15. De depositie neemt daardoor ter plaatse af met (483,0 x 0, 150 =) 72,4 mol potentieel zuur per hectare per jaar.

De inrichting van de aanvrager ligt op een afstand van 240 m t.o.v. het dichtstbijgelegen voor verzuring gevoelige gebied. Bij deze transactie is er daarom sprake van een verplaatsing in de richting van het voor verzuring gevoelig gebied. De depositie is in dit geval de beperkende factor. De reductie bedraagt 10 % van 72,4 mol (483,0 x 0, 150 = 72,4 mol) is 7,2 mol. Dit heeft tot gevolg dat de aanvrager 72,4 - 7,2 = 65,2 mol ammoniak kan benutten voor uitbreiding binnen zijn inrichting. Dit komt overeen met een emissierecht van 65,2 : 0, 164= 397,5 kg ammoniak.

bestaand recht

overname van (verkopende agrariër) totaal beschikbaar voor de aanvraag

596,0 kg 397,5 kg ___ + 993,5 kg

Bij het volledig benutten van het ammoniakemissierecht wordt er een depositie veroorzaakt van 97,7 x 65,2 = 162,9 mol potentieel zuur per hectare per jaar.

D' b 1er eze mq vo1qens aanvraag van tt' 27. . 2001 IUnl

1

Dlercategorieën

1

Melk- en kalfkoeien (ouder dan 2 jaar) Vrouwelijk rundvee, nog niet gekalfd (ouder dan 2 jaar)

Vrouwelijk rundvee (tot 2 jaar)

Vleesstierkalveren (tussen 0 en 6 maanden) Vleesstieren (tussen 6 en 24 maanden) Geiten (ouder dan 1 jaar)

1

Totale emissie

Aantal

55

4

40 40 28

5

1

Factor

1

Kg NH3

1

8,8 484,0

8,8 35,2

3,9 156,0

2,5 100,0

7,2 201,6

1,9 9,5

1

986,3

1

(18)

De afstand tot een voor verzuring gevoelig gebied (uitvoeringsregeling artikel 2 ammoniak en veehouderij) is 240 meter. De depositie vindt plaats op bosgebied. De depositiefactor is 0, 164. De depositie bedraagt 986,3 x 0, 164 = 161,8 mol potentieel zuur per hectare per jaar.

conclusie:

Hieruit blijkt dat is voldaan aan het gestelde in de IAV en het ARP.

2. Brochure veehouderij en hinderwet/Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996.

lndlvlduele toetsing.

Berekening stankproductie in mestvarkenseenheden (mve).

D' b Ier eze mq vo1qens tt' Dlercategorleën Melkkoeien

es aan ree b t d ht

Vrouwelijk rundvee (tot 2 jaar) Totaal aantal mve's

Aantal 50 40

Dierbezetting volgens aanvraag van 26 juni 2001.

1

Dlercategorleën

1

Aantal

Melk- en kalfkoeien (ouder dan 2 jaar)

55

Vrouwelijk rundvee (tot 2 jaar) 40 Vrouwelijk rundvee, nog niet gekalfd 4 (ouder dan 2 jaar)

Vleesstierkalveren (tussen O en 6 maanden) 40 Vleesstieren (tussen 6 en 24 maanden) 28

Geiten (ouder dan 2 jaar)

5

, Totaal aantal mve's

Factor mve

-

0,0

-

0,0

0,0

1

Factor

1

mve

-

0,0

-

0,0

-

0,0

3 13,3

1

28,0

3 1,7

41,3

1

Op een afstand van 260 meter van de inrichting is een object gelegen waar

5

appartementen in gebruik zijn. De appartementen maken deel uit van een inrichting die als hoofdactiviteit heeft het bedrijfsmatig houden van dieren. Het verhuren van appartementen is een nevenactiviteit. Dit betekent dat alhoewel de appartementen in de regel als categorie 1 object moeten worden beschouwd in dit specifieke geval er sprake is van een categorie 4 object.

Het bedrijf valt bij toetsing aan de richtlijn "Veehouderij en Stankhinder 1996" in categorie 3 omgeving. Op grond hiervan moet de afstand naar woningen van derden minimaal 50 meter zijn. De dichtstbijzijnde woning van derden ligt op 155 meter afstand.

(19)

Cumulatie stankhinder

Op grond van hoofdstuk 4 van de richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996 moet bij de beoordeling van stankhinder, die een veehouderij bij de stankgevoelige objecten in zijn omgeving veroorzaakt, tevens het"cumulatieve effect" betrokken worden.

Daarbij moet worden nagegaan, in hoeverre door oprichting van de betrokken veehouderij de stankhinder, die door de aanwezige veehouderijen gezamenlijk wordt veroorzaakt, onaanvaardbaar toeneemt.

De cumulatie stankhinder wordt bepaald conform de stapsgewijze toepassing van de cumulatiebeoordeling, zoals is weergegeven op pagina 15 van de richtlijn Veehouderij en

Stankhinder 1996.

Aandachtspunt 1.

Is binnen 400 meter van een emissiepunt van het bedrijf een categorie I object gelegen?

Nee.

Is binnen 320 meter van een emissiepunt van het bedrijf een categorie Il object gelegen? Nee.

Is binnen 200 meter van een emissiepunt van het bedrijf een categorie 111 object gelegen? Ja.

Het betreft een woning gelegen aan de Farwickweg 5, gelegen op een afstand van 160 meter.

Is binnen 130 meter van een emissiepunt van het bedrijf een categorie IV object gelegen?

Nee

Aandachtspunt 2.

Buiten de in 1 genoemde afstanden liggen geen gevoelige objecten, waaraan het bedrijf een relatieve bijdrage geeft die gelijk is of hoger dan een 0,5.

Aandachtspunt 3.

Er is wel een stankgevoelig object binnen de onder aandachtspunt 1 genoemde afstand aanwezig.

Rondom dit stankgevoelige object van categorie 3 is een stankcirkel van 200 m getrokken.

Aandachtspunt 4.

Er zijn geen bedrijven gelegen binnen de getrokken cirkel.

Aandachtspunt 5.

Aangezien er geen bedrijven binnen de onder aandachtspunt 4 gelegen cirkel zijn gelegen behoeft er geen berekening te worden verricht m.b.t. de relatieve bijdrage stankhinder per bedrijf.

Aandachtspunt 6.

Er zijn buiten de getrokken cirkels geen grote veehouderijen aanwezig, waarvan de relatieve bijdrage gelijk is of hoger dan 0,5.

(20)

Er zijn geen bedrijven geïdentificeerd buiten de getrokken cirkel van 200 meter waarvan de relatieve bijdrage gelijk of groter is dan 0,5 (Het bedrijf aan de Elfterheurneweg 4 heeft een relatieve bijdrage van (n/N) 515/2500 = 0,21 ).

Aandachtspunt 7.

De som van individuele relatieve bijdragen van alle betrokken veehouderijen bedraagt 0,21.

Aandachtspunt 8.

De maximale waarde van 1,5 wordt niet overschreden. Er is daarom geen sprake van cumulatieve stankhinder.

3. Conclusie:

De onderhavige aanvraag voldoet zowel aan de normen gesteld in de lnterimwet ammoniak en veehouderij, dan wel aan de normen gesteld in de brochure veehouderij en hinderwet en de richtlijn "Veehouderij en stankhinder 1996".

(21)

ro C:

> ·--

'- Q)

Dienst Landbouwkundig Onderzoek Landbouw-Economisch Instituut

Q) '-

+-' Q) VI

C

VI VI

>

C:

'-Q) Q)

.c

Q)

.Q Q) '-:,

+-' :,

z

ro

� � :, 0

.Q "'O C: ro

_,J

Landbouw-Economisch Instituut (LEI-DLO) Burgemeester Patijnlaan 19 Postbus 29703 2502 LS Den Haag Telefoon 070-3308330 Telefax: 070-3615624 Internet. www.lei.dlo.nl E-mail. omcinfo@lei.dlo.nl Postbank. nr. 412235

®

EQCI

Het instituut 1s bereikbaar vanaf het Centraal Station met tramhJn 7 of bush1n 4, uitstappen halte Vredespaleis.

vanaf statJOn Hollands Spoor met 1ramh1n 8. u,mappen halte Vredespaleis.

of bushin S. uitstappen halte Javastraat

Bavelsweg 1

7587 NP DE LUTTE

uw boef van uw ktnmfflt

onderwerp

Landbouwtelling mei

l3ehoort bl] besluit van 8 & V.

-RM6

gemeente LOSSER d.d. I'-\ -\9

/�00 ., _. ..

Mij bekend, \'10. _OI

f::)

'#

de directeur sector Grondgebied �,-

\J C\.

onsktnme<1c Ra/50 datum 14·3·00

Volgl'Ullller CIVA: P370

doorkiesnummer bt1lagen

070·3358123

lei-dlo

Hierbij zenden wij u de gevraagde gegevens, zoals deze ver­

meld staan in de landbouwtellingbestanden van

LEI.

De gegevens staan op de achterzijde van deze brief.

U wordt verzocht de hieraan verbonden kosten ad f. 29.50 (incl. BTW) te voldoen d.m.v. de bijgevoegde acceptgiro.

Bij andere betalingswijze volgnummer CIVA (P370) vermelden.

Centrum voor informatievoor­

ziening en automatisering Joke Daale

Op al onze onderzoeksopdrachten z11n de Algemene Voorwaarden van toepassing De Algemene Voorwaa1den van de D,enst Landbouwkund,g Onderz()('I. IDLO-NU z11n gedeponeerd b11 de l<.lmer van Koophandel M1dden-Gekferland te Arnhem

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De respondenten geven aan dat innovatiemakelaars flexibel moeten zijn, en telkens moeten nadenken wat de volgende stap in innovatieprocessen nodig heeft: dit betekent

Gat in Zeylen, komende van benoorden soo myd de Noord-Wal, en Seylt by het Zuyd Eylant in en daar digt by langs, soo laat gy de Blinde aan Bak-Boort en hout soo u Koerts tot dight

In situaties waarbij de parkeerdruk in de openbare ruimte structureel hoog is, maar er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de parkeervoorzieningen op eigen ter- rein,

Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf stelt bij de voorbereiding van en het tot stand brengen van een overheidsopdracht of een speciale-sectoropdracht,

De machinist funderingswerk maakt de funderingsmachine en hulp- of uitrustingsstukken gereed voor transport waarbij hij efficiënt, effectief en zorgvuldig omgaat met de

Derhalve keurt ACM het voorstel van BBLC voor implementatie van de voorwaarden als bedoeld in artikel 2.2.4 van de CMP-annex zoals vastgelegd in bijlage 1 bij onderhavig

Op 18 februari 2014 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) een ontheffing van de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerder op grond van artikel 15,

Andere factoren die volgens het kwantitatief onderzoek een positieve (maar beperkt) relevante relatie hebben voor de lokale opkomst, zijn het uitgeven van minstens één eurocent