• No results found

De ACM geeft met dit besluit haar oordeel op het wijzigingsverzoek van Windnet Oost-Flevoland op grond van artikel 15 van de E-wet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De ACM geeft met dit besluit haar oordeel op het wijzigingsverzoek van Windnet Oost-Flevoland op grond van artikel 15 van de E-wet"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ACM/UIT/493936 Wijzigingsverzoek ontheffing Windnet Oost-Flevoland

Ons kenmerk : ACM/UIT/495994

Zaaknummer : ACM/17/022715

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998 (Afwijzing aanvraag tot wijziging bij extra aansluiting afnemer).

(2)

Inhoud

1 Inleiding en leeswijzer 3

2 Relevante feiten en procedure van totstandkoming van dit besluit 3

3 Beoordeling van de aanvraag 5

4 Dictum 6

(3)

3/6

1. Op 18 februari 2014 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) een ontheffing van de verplichting tot het aanwijzen van een netbeheerder op grond van artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) verleend aan Windnet Oost-Flevoland B.V. (hierna: Windnet Oost-Flevoland of aanvrager).

2. Op 12 september 2017 heeft Windnet Oost-Flevoland een wijzigingsverzoek ingediend bij de ACM. Aanvrager heeft de ACM verzocht de ontheffing te wijzigingen, omdat er een nieuwe afnemer op het gesloten distributiesysteem (hierna: GDS) van Windnet Oost-Flevoland zou worden aangesloten. De ACM heeft op 30 november 2017 en 28 maart 2018 gesprekken over het verzoek met de aanvrager gevoerd. De ACM geeft met dit besluit haar oordeel op het wijzigingsverzoek van Windnet Oost-Flevoland op grond van artikel 15 van de E-wet.

3. Op 4 juni heeft de ACM het ontwerpbesluit aan Windnet Oost-Flevoland toegezonden. Aan Windnet Oost-Flevoland is de mogelijkheid geboden een schriftelijke zienswijze in te dienen, van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. De ACM heeft aanvrager tevens verzocht om aan te geven of er vertrouwelijkheden in het ontwerpbesluit staan waarvan aanvrager wenst dat ze niet in de openbare versie van het besluit komen. Uit het uitblijven van reactie op dit verzoek maakt de ACM op dat het ontwerpbesluit geen vertrouwelijkheden bevat.

4. De indeling van dit besluit is als volgt. De ACM beschrijft de relevante feiten en procedure van totstandkoming van dit besluit in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 beoordeelt de ACM de aanvraag. De ACM eindigt haar besluit met het dictum in hoofdstuk 4.

2 Relevante feiten en procedure van totstandkoming van dit besluit

5. De ontheffing is verleend voor het geografisch afgebakend gebied gelegen te Dronten, in het bijzonder op het perceel kadastraal bekend als: sectie F 442 (hierna: Perceel F 442). Het GDS is in eigendom van Windnet Oost-Flevoland. De verleende ontheffing heeft betrekking op het GDS waarop windmolenparken zijn aangesloten die in eigendom zijn van verschillende bedrijven. Het GDS bestaat uit een 150/23 kV-station en een kabeltracé tot aan twee 23 kV-onderstations. De ontheffing is verleend op de a-grond van artikel 15, eerste lid, onder a van de E-wet. Dit betekent dat de ontheffing is verleend, omdat de bedrijfs- en productieprocessen van de aanvrager en de afnemers om specifieke technische- en veiligheidsredenen zijn geïntegreerd. Het GDS is specifiek ontworpen voor grootschalige windmolenparken die de door de windmolens opgewekte elektriciteit naar het openbare net van TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) transporteren.

(4)

6. De vier windmolenparken die zijn aangesloten zijn afnemers op het GDS van Windnet Oost- Flevoland. De windparken Kubbe I en Kubbe II zijn rechtstreeks op het 150/23 kV-station aangesloten. De windparken Neushoorntocht B.V. en Mammoettocht B.V. zijn ieder op één van de 23 kV-onderstations aangesloten.

7. Het wijzigingsverzoek ziet op de uitbreiding van het 23 kV onderstation van Windmolenpark Neushoorntocht B.V met een nieuwe aansluiting van Kloosterboer B.V.

(5)

5/6

8. Om te kunnen beslissen over het verzoek moet de ACM nagaan of het GDS na de wijziging nog steeds voldoet aan de voorwaarden voor een ontheffing. Aangezien de ontheffing van Windnet Oost-Flevoland op grond van artikel 15, eerste lid, onder a, van de E-wet is verleend, moet de ACM nagaan of het bedrijfs- of productieproces van Kloosterboer B.V. als nieuwe afnemer eveneens om specifieke technische of veiligheidsredenen is geïntegreerd met de bestaande processen van de aanvrager en de andere afnemers op het GDS. Daarbij merkt de ACM op dat het GDS specifiek is ontworpen om als schakel te dienen ten behoeve van het transport van de door de windmolens opgewekte elektriciteit naar het openbare net van TenneT. De ACM merkt op dat de nieuwe afnemer Kloosterboer B.V. een bedrijf is dat opslag biedt voor temperatuur gecontroleerde voedselproducten. Er is geen sprake van een windmolenpark. Hieruit volgt dat de uitbreiding van het GDS met het realiseren van de aansluiting van Kloosterboer B.V. de

bestaande processen van de aanvrager en de afnemers op het GDS niet meer om technische of veiligheidsredenen met elkaar zijn geïntegreerd. Als gevolg ziet de ACM geen mogelijkheden om het wijzigingsverzoek toe te wijzen, omdat de ontheffing na de wijziging niet meer voldoet aan onderdeel a van artikel 15, eerste lid, E-wet.

9. De ACM heeft vervolgens beoordeeld in hoeverre voldaan is aan de voorwaarde zoals gesteld in artikel 15, eerste lid, onder b. E-wet. Om hieraan te voldoen moet de aanvrager aantonen dat die het GDS primair gebruikt voor het transport voor de aanvrager of daarmee verwante bedrijven.

Aanvrager heeft aangegeven dat de windmolenparken in eigendom zijn van bedrijven die niet verwant zijn aan Windnet Oost-Flevoland. Aanvrager heeft dit bevestigd in het gesprek op 28 maart 2018. Daarbij staat vast dat het GDS bedoeld is voor het transport van elektriciteit van de windmolenparken naar het openbare net van TenneT en dat de aanvrager zelf het GDS niet primair gebruikt voor het transport van elektriciteit voor zichzelf. Hieruit volgt dat eveneens niet voldaan kan zijn aan onderdeel b van artikel 15, eerste lid, van de E-wet.

10. Daarmee komt de ACM tot de conclusie dat de ACM het wijzigingsverzoek moet afwijzen.

(6)

4 Dictum

11. De Autoriteit Consument en Markt wijst het wijzigingsverzoek van Windnet Oost-Flevoland af, op grond van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998.

Den Haag,

Datum: 28 juni 2018

Autoriteit Consument en Markt, namens deze:

w.g.

drs. F.E. Koel

Teammanager Directie Energie

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het bestuur van de Autoriteit Consument en Markt, Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuur van de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

d) Er worden niet meer dan 500 niet-huishoudelijke afnemers aangesloten, conform artikel 15, eerste lid, onderdelen d en e, van de E-wet. De ACM heeft deze criteria beoordeeld

Aangezien het gewijzigde x-factorbesluit betrekking heeft op de vijfde reguleringsperiode, is ACM voornemens om bij de vaststelling van de tarieven voor 2017 gebruik te maken van de

Daarnaast heeft aanvrager gesteld dat het elektriciteitsnet in het verleden is aangelegd en uitgebreid in opdracht van en voor rekening van (de rechtsvoorganger van) aanvrager.

bedrijven aangesloten op het GDS. Aanvrager neemt meer dan 97% van de getransporteerde elektriciteit af. Daarnaast hebben het industrieterrein en de bijbehorende infrastructuur altijd

Indien de ondernemingen, bedoeld in het eerste lid, niet binnen vier weken het voorstel wijzigen overeenkomstig de opdracht van de Autoriteit Consument en Markt, stelt de

Ingevolge artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de E-wet (voor zover relevant) is sprake van een net als er één of meerdere verbindingen voor het transport van elektriciteit

De Autoriteit Consument en Markt stelt de doelmatigheidskorting als bedoeld in artikel 82, vierde lid, van de Gaswet, voor de taak kwaliteitsconversie als bedoeld in artikel

Op 12 maart 2012 heeft de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan Elsta B.V.. te kennen