• No results found

Waarom een basketbalcoach komt doceren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Waarom een basketbalcoach komt doceren"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Waarom een basketbalcoach komt doceren

1

Maart2012 Uitgave van de Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters - NVVO

(2)

1

Volley Techno 1—Maart 2012

Inhoudsopgave

Communicatie in de praktijk

Normen gehaald? Doelstellingen bereikt? Communicatie voldoende?

Julien Van de Vijver demonstreert een aantal oefeningen tijdens de praktijksessie van zijn lezing.

vt4vt5

CLINIC

28

32 38 4

Trainerscarousel bij Belgiesche mannen-

top. 13

‘Kopsterk’ – Mentale training en begelei- ding in het voetbal.

Boekbespreking. 30 Gevorderd inzicht.

Spelly. 37

Gronische zwakte.

Jo Everaert. 40

‘Geen verspilling meer van talent’

Aandacht hebben voor de belangrijkste details Jan Berendsen en Jeroen Gouma zijn er van overtuigd dat de opleiding van de volleyballer veel meer gericht moet zijn op atletische vorming dan tot nu toe het geval was.

vt2vt3

CLINIC

Zijn cijfers en letters bepalend?

Volleybal op een A4tje.Scouting en analyse maken steeds meer deel uit van het moderne topvolleybal.

Kan België zich plaatsen voor de Olympische Spelen?

De heren in Lausanne wikken en beschikken. Voor landen zoals België en zelfs oud Olympisch kampi- oen Nederland is het in de toekomst bijna onmoge- lijk om zich nog te kwalificeren voor de Olympische Spelen. We spraken hierover met Claudio Gewehr, bondscoach van de Belgische Nationale Ploeg.

‘In teamsporten gelden dezelfde coachprincipes’

De principes van coachen zijn volgens hem in elke sport het

zelfde, Het maakt niet uit of je coach bent van een voetbalteam, een volleybalteam of een basketbalteam.

Wat levert analyse van je tegenstander je op?

Je wilt als trainer-coach graag vooraf weten waar de sterke en zwakke plekken van de tegenstander zitten.

vt2vt3

CLINIC

Volley Techno 1, maart 2012

14 24

Voorpagina: Claudio Gewehr, bondscoach van de Belgische Nationale Ploeg. Zie pagina 13.

(3)

2

Volley Techno 1—Maart 2012

Meer informatie.

Op www.missionolympic.nl en www.kvloschoolsport.nl vind je meer informatie en beeldmateriaal van Mission Olympic.

Non-Profit Mededeling

(4)

3

Volley Techno 1—Maart 2012 Vaktijdschrift voor leden van de

Nederlandse Vereniging van Volleybal Oefenmeesters, NVVO.

31e Jaargang, nummer 1 ISBN 1384-8968

Volley Techno verschijnt vier maal per jaar en wordt gratis verzonden aan de

leden van de NVVO.

Uitgever Musical 80NVVO 6836 NB Arnhem Telefoon (026) 32 33 115 E-mail: secr@nvvo.org

Hoofdredacteur Han Bulten Eindredacteur

André Triep Redactie Walter Vereeck Bert Brinkman Philippe Cryns Jo Rullens

Vaste medewerkers, adviseurs, correspondenten

Toon Gerbrands Jo Everaert Peter Murphy Frans Kramer Bert Korteling

Dit nummer kwam mede tot stand door bijdragen van

Spelly Jo Everaart

Foto’s Redactie Volley Techno FIVB / CEV / VVB / VTF / ECDV

De redactie kan niet altijd de rechthebbenden vanaangeleverd beeldmateriaal achterhalen. Wie

denkt rechten te kunnen ontlenen aan gepubli- ceerd materiaal wordt verzocht contact op te

nemen met de redactie.

Redactie en kopijadres Redactie Volley Techno

Velserstraat 80 2023 ee, Haarlem E-mail: vt@nvvo.org Layout en productie Studio fL, Haarlem studio.fl@upcmail.nl Drukkerij Van der Wiel & RosmalenDruk

www.wrdrukkers.nl

Eerder verschenen nummers Voor zover voorradig kunt u eerdere uitgaven van Volley Techno opvragen door een e-mail te sturen naar de distributeur van de NVVO: cbc@nvvo.org.

U dient er rekening mee te houden dat aan een nabestelling kosten zijn verbonden.

Copyright

Overname van artikelen uit Volley Techno is alleen toegestaan, met bronvermelding, na schrif-

telijke toestemming van de uitgever. Citeren uit artikelen is, met bronvermelding, toegestaan. Eén exemplaar van de publicatie dient naar de redac-

tie van Volley Techno gezonden te worden.

Omdenken

Je moet een visie hebben. Een stip op de horizon. Heb je die niet, dan weet je helemaal niet waar je uit komt of waar je naar op zoek bent. Maar weet je wat je wilt, dan kun je keuzes maken, prioriteiten stellen. Je gaat op pad en soms zit het mee, soms zit het tegen.

Kortom: je hebt een visie nodig. Maar soms heb ik het idee dat er heel veel visies zijn. Allemaal zien ze de stip op de horizon. Iedere avond is er een andere econoom of politicus op tv, die vertelt hoe de crisis aangepakt moet worden. Ze hebben allemaal een andere visie. Zo simpel blijkt het dus niet te zijn.

Ook in volleyballand zijn er de laatste jaren vele nieuwe visies verkondigd, in gang gezet en vervangen door een andere. Ofwel de visie was niet juist, of wel de visie was niet gebaseerd op de mogelijkheden. Ik hoor vaak: “je moet durven dromen.” Maar, als je wakker wordt, ziet de wereld er nog wel eens anders uit.

Zonder zout in wonden te strooien, kunnen we naar de huidige ontwikke- lingen in het Nederlandse volleybal kijken. Afwezigheid op de Olympische spelen, ploegen die zich terugtrekken uit de Nederlandse competitie, ver- trek van talentvolle spelers en speelsters naar het buitenland omdat daar en (beter) betaald wordt en er een hoger niveau is. Je ziet ook vaak dat er wel een visie is, maar geen menskracht die de visie wil / kan realiseren.

Heel veel verenigingen kampen met tekort aan kader. De druk op de bestuursleden en de mensen die nog wel deel uit maken van een com- missie, neemt enorm toe. Het aantal teams en trainers neemt af. Het is duidelijk: volleybal in Nederland bevindt zich in zwaar weer.

Kunnen we daar wat aan doen?

Wachten op een nieuwe visie of gewoon eens aan de andere kant begin- nen? Het eens van een andere kant bekijken, omdenken dus.

Als het regent blijven volwassenen het liefst thuis en als ze toch naar bui- ten moeten, dan voorzien ze zich van regenjas en paraplu. Kinderen mer- ken niet dat het regent en genieten van de plassen op straat.

Een ander voorbeeld: een lange man ergerde zich er aan dat iedere keer als zijn vrouw de auto had meegenomen, de stoel in de voorste stand stond. Op een bepaald moment was de maat vol en vroeg de man aan zijn vrouw of zij de volgende keer de stoel weer in de achterste stand wou zet- ten. De vrouw antwoordde dat ze dat met plezier zou doen. Maar ze had ook een vraag: “Iedere keer als ik in de auto ga zitten, staat de stoel in de achterste stand, zou je hem in het vervolg terug willen zetten?”

Vergeet even alles wat niet goed gaat; bekijk het eens anders.

We hebben allemaal wel een juf of meester gehad waar we dol op waren.

We hebben allemaal wel een trainer of trainster gehad, waar we bijzon- der op gesteld waren. Laten we daar weer beginnen. De man of de vrouw voor de klas; de trainer voor de groep. Iedere vereniging kent gelukkig nog een aantal enthousiastelingen. Daar zou ik tegen willen zeggen: “Zoek elkaar op, wissel uit, deel met elkaar, bouw samen je feestje. Gewoon weer werken aan de basis; daar je voldoening halen. En let op: het trekt anderen aan en als vanzelf zal er een visie ontstaan.”

Het zou mooi zijn als deze eerste Volley Techno van 2012 een bijdrage levert aan de inspiratie van trainers om hun schouders er onder te (blij- ven) zetten.

Han Bulten, hoofdredacteur

(5)

4

Volley Techno 1—Maart 2012 Communicatie

Inleider Julien Van de Vijver

Verslag Walter Vereeck

Julien Van de Vijver demonstreert een aantal oefeningen tijdens de praktijksessie van zijn lezing.

Aanvullend op zijn uiteenzetting tijdens het theoretisch gedeelte tracht hij elke opdracht ‘rijker’

te maken door er specifieke taken bij te voegen en doelstellingen in te steken.

Theorie en praktijk wisselden elkaar de gehele dag af en het eigen Olympisch team Jeugd Meisjes België assisteerde hem bij dit praktijkdeel om zijn zienswijze te demonstreren.

p r a k ti j k d e e l

In

zijn visie maakt de trai- ner/coach een ‘masterplan’, waarbinnen de sporters acte- ren. Het creëren van betrokken- heid bij de sporter is een van de factoren die succes ‘garanderen’.

Betrokkenheid vindt plaats bin- nen verschillend domeinen:

• Topsportmentaliteit en alles wat daarbij hoort.

• Het masterplan van de coach begrijpen, ondersteunen en toepassen.

• Kwaliteit van de training.

• Wedstrijdbeleving als individu en groep.

Het is een jeugdtraining, wel- iswaar met de talenten uit de Belgische volleybalschool, maar de opbouw is niet complex.

De demonstratie overloopt alle technieken en start telkens met vrij eenvoudige basisoefeningen.

Ze kosten wel veel energie door de hoofdaccenten die tijdens elke oefening benadrukt worden:

1. Communicatie: de speelsters moeten hun stem leren gebruiken.

2. Normen stellen: de speelsters moeten een aantal accenten perfect kunnen uitvoeren.

Na elke oefening doet Julien Van de Vijver een gezamenlijke eva- luatie met alle speelsters of de normen gehaald zijn, de doelstel- lingen bereikt zijn en of de com- municatie voldoende was.

Juliën van de Vyver is (fulltime) trainer aan de Topsportschool Volleybal in Vlaanderen en heeft met Jeugd Meisjes België historische successen geboekt. De Golden Girls werden Europees kampioen

in 2009 en Olympisch

jeugdkampioen in 2010.

De jaarlijkse vt4vt5 Clinic (voorheen B/C) heeft weer plaatsgevonden. Deze clinic is bedoeld voor trainers en trainsters op divisie en A/B League niveau.

In 2011 is de clinic gehouden op vrijdag 24 en zaterdag 25 juni 2011 in Eindhoven met medewerking van Hardy Menkehorst, sport- psycholoog en mentale trainer en Juliën van de Vyver, docent en trainer topvolleybalschool Vlaanderen en het team jeugd meisjes van België.

Communicatie in de praktijk

Normen gehaald? Doelstellingen bereikt? Communicatie voldoende?

vt CLINIC 4 vt 5

(6)

5

Volley Techno 1—Maart 2012

Communicatie

Oefening 1

Per 2 tegenover elkaar, elke speel- ster start vanuit de zijlijn.

Controletoets voorwaarts en bal naar de partner aan de overzijde spelen.

3x accent op communicatie:

— yellen bij ontvangst van de bal;

— roepen bij het spelen van de

— feedback en evaluatie van de bal;

bal door de partner.

2x accent op normen:

— hoogte, bal moet hoger dan de antenne gespeeld worden;

— afstand van de bal, bal moet aan de zijlijnen aankomen, nooit binnen het veld landen.

Idem, eerste balcontact controle- toets voorwaarts, tweede con- tact naar de partner zijwaarts.

Idem, eerste balcontact voor- waarts, tweede contact achterwaarts;

Idem, dichter bij elkaar opstellen en lage set-up na elkaar geven.

Communicatie en normen:

— Blijven elkaar verbaal ondersteunen

— Zo snel mogelijke uitvoering en alles in één contact, het is een “challenge”.

— voetenverplaatsing zoals een bokser.

Idem, onderhands naar elkaar spelen, snel en strak met

accent op een korte reactietijd Idem, opnieuw verder uit elkaar

opstellen, na het afspelen, bal volgen en snel voorwaarts ver- plaatsen, wachten en in het ritme van de bal mee ach- teruit lopen, dus met de bal mee rugwaarts verplaatsen Idem, eerste balcontact onder- hands, tweede balcontact naar keuze snel en laag bovenhands of onderhands naar de partner spelen Idem, “challenge” met drie volley-

balacties (“molentje”): onder- hands verdedigen, boven- handse set-up en aanval. Af en toe moeten de beide speel- sters een onverwachte verre bal in deze reeks voegen om de partner zo alert moge- lijk te houden. Reeks van 10 aanvallen zonder dat de bal op de grond valt (= 30 fout- loze acties). Bal op de grond

= schouderrol en terug vanaf nul beginnen te tellen.

Oefening 2

Per 2 tegenover elkaar, één speel- ster aan het net, de partner in het achterveld

Speelster aan het net smasht, speelster in het achterveld verde- digt de bal hoog en speelt boven- hands naar de partner aan het net, daarna direct de volgende aanval terug verdedigen.

Communicatie en normen:

— Voortdurend de acties verbaal ondersteunen, tijdens de ver- dediging en tijdens de toets naar de speelster aan het net;

— De aanvalster moedigt de ver- dedigster voortdurend aan;

— Normen: 10x na elkaar gelukt

= gewoon wisselen van plaats;

— Na twee pogingen geen 10 gelukte acties na elkaar = tijdens het wisselen moe- ten beide speelsters 2x een

schouderrol uitvoeren;

— Iedereen moet de eigen score bijhouden, de kapitein, de libero en de spelverdeelsters krijgen hierbij een stimu- lerende en leidende taak.

Oefening 3

Drie speelsters verspreid aan het net, elk met een bal in de handen, twee speelsters in het achterveld zonder bal. De ene start op rechts- achter, de andere op linksachter.

Speelsters aan het net pakken de bal, werpen die omhoog en sma- shen naar de verdedigster.

De speelsters in het achterveld tikken de driemeterlijn, lopen rugwaarts en verdedigen de aan- val. Snel doorschuiven naar de volgende aanvalster. Eerst bij de linker aanvalster, dan bij de mid- denaanvalster en bij de rechter- aanvalster, doorschuiven naar de andere speelhelft en opnieuw. Let op: regelmatig wisselen van aan- valsters met verdedigsters.

Aanvoelen wanneer je de volgen- de bal kan opgooien en smashen naar de volgende verdedigster.»

(7)

6

Volley Techno 1—Maart 2012 Communicatie De oefening moet net moeilijk

genoeg zijn.

Communicatie en normen:

— De aanvalsters stimuleren de verdedigsters steeds door hun aanmoedigingen

— De verdedigsters roepen de kwaliteit van hun verdedi- gingsactie;

Normen:

— tijdens het tikken van de driemeterlijn wordt de bal opgeworpen door de volgende aanvalster;

— De verdedigsters tellen hun aantal gelukte acties, wie heeft het meest verdedigt?

Idem, de verdedigster verplaatst zich rugwaarts op handen en voeten vanaf de drieme-

A

B A

A A

A A A

terlijn tot halfweg het veld.

Bal verdedigen, zelf achter de verdedigde bal lopen en bovenhands naar de aanval- ster spelen, snel doorschuiven naar de volgende aanvalster.

Idem, de aanvalster verplicht de verdedigster om eerst een extra verplaatsing te maken, nadat die de drie- meterlijn aangeraakt heeft.

Bijvoorbeeld met een tipbal, met een verre bal buiten het veld, met een bal juist naast de verdedigster te smashen.

Idem, de verdedigster tikt de drie- meterlijn, maakt dan snel een schouderrol en verdedigt de bal van de aanvalster. Timing van het opwerpen en sma- shen is erg belangrijk, het moet een uitdaging blijven.

Oefening 4

Aanvalster op positie 2 smasht een bal naar twee verdedig- sters op positie 6 en positie 1.

Verdedigsters op 1 en 6 verdedi- gen de bal na een rugwaartse verplaatsing.

1 verdedigt de bal = 6 geeft hoge en precieze set-up naar een speel- ster op positie 4.

6 verdedigt de bal = 1 geeft hoge en precieze set-up naar een speel- ster op positie 4.

Beide speelsters gaan snel dekken bij de speelster op positie 4 die de bal gewoon afvangt.

Communicatie en normen:

— De verdedigsters roepen als zij de bal gaan verde- digen en waarschuwen de partner dat zij de bal naar positie 4 moet toetsen;

— De aanvalster aan het net moedigt de beide ver- dedigsters aan en waar- schuwt voor dekkingsac- tie door beide speelsters;

— De speelster op positie 4 geeft feedback over de kwa- liteit van de set up;

— De beide verdedigsters geven mekaar de ruimte om de actie te maken en lopen elkaar zeker niet in de weg;

— Score bijhouden: de hele groep telt steeds aan elke speelhelft telt. Norm: 14 op 20 gelukte acties voor het ganse team.

Doorschuiven: van aanvalster op positie 2, naar verdediging posi- tie 1, naar verdediging positie 6, afvangen op positie 4 en daarna aanval op positie 2 aan de andere kant van het net.

(8)

7

Volley Techno 1—Maart 2012

Communicatie

Oefening 5

Trainer speelt de bal over het net naar libero 1 of libero 2. De spel- verdeelster geeft afwisselend set- up naar rechtsvoor of linksvoor.

De aanvalster die gesmasht heeft wordt blokster op positie 4 of 2.

Blok wordt verdedigster op posi- tie 6. 6 schuift aan bij de aanval- sters op linksvoor of rechtsvoor.

Communicatie en normen:

— De spelverdeelster moedigt de aanvalsters aan om te scoren

— De spelverdeelster telt tel- kens na 20 set-ups hoeveel aanvalsters er rechtstreeks gescoord hebben. De norm is

minimum 10 op 20 aanvallen.

— De aanvalsters houden hun individuele score bij: -1 op een foute aanval in het net of buiten en +1 bij elke gescoor- de aanval. De verdedigde of geblokte aanvallen worden niet beoordeeld tijdens deze oefening. Welke aanvalster heeft het eerst vier punten ?

— De libero’s brengen de bal zo precies mogelijk en zijn altijd bezig met aanvalsdekking.

Bal verdedigd = door de blok- kers rechtstreeks over het net spelen = altijd voor de libero.

Oefening 6

Trainer speelt de bal vanaf de zij- lijn naar team A of team B. 5-5 situatie met twee speelsters aan het net, drie speelsters achterin.

Aanvalsopbouw met vaste spel- verdeelster telkens vanuit positie 1 start. Doorspelen en spelsituatie afmaken. Bal op de grond = twee voorspeelsters wisselen met de twee speelsters in het achterveld.

Idem, met vaste libero en vaste spelverdeelster in het achter- veld. Bal op de grond = door- draaien: speelster op rechtsvoor wordt linksvoor, linksvoor wordt midachter, midachter wordt rechtsvoor.

Communicatie en normen:

— Communicatie door de spelverdeelster naar de aanvalsters;

— Aanvalsters bevestigen de afgesproken aanval tij- dens de aanloop;

— Libero stimuleert de ver- dedigingsacties en de aanvalsdekking;

— Scoresysteem wordt door elk team bijgehouden, de verlie- zende ploeg krijgt telkens een nieuwe bal van de trainer. »

Communicatie: de speelsters moeten hun stem leren gebruiken.

Julien Van de Vijver

(9)

8

Volley Techno 1—Maart 2012 Communicatie

Oefening 7

Opslag door een strakke toets over het net. Receptiespeelster start iets centraler en na een zij- waartse verplaatsing naar links passt ze de bal naar de speelster aan het net. Speelster aan het net pakt de bal hoog.

Communicatie en normen:

— Speelster aan het net roept de kwaliteit van de receptie en moedigt de passer/lopers aan

— De zone waar de receptie moet gericht worden, wordt aangeduid (sporttas of linten aan het net);

— Aantal ++ acties worden door iedere speelster indi- vidueel bijgehouden;

— Geen enkele service wordt gemist en de opslag moet strak zijn en niet hoger dan de antenne.

Idem, opslag wordt nu uitgevoerd door een gecontroleerde float- service. (mag zelfs nog van in het veld). Na de receptie gaat de speelster snel tot buiten het veld om de aanvalsaanloop in te zetten. Linkervoet en dan versnelling, met rechts-links ritme (voor de rechtshandi- gen), voorlopig zonder sprong.

Doorschuiven van service naar wachten, van wach- ten naar passen, van passen naar bal afvangen aan het net en terug naar service.

Idem, met aanvalsaanloop na receptie en in sprong de set-up uit de lucht pluk- ken. Doordraaien: van service naar het net voor de set-up, van set-up aan het net naar de plaats voor het recepte- ren, van het passen en aan- valsaanloop naar de service.

Communicatie en normen:

— 4 op 5 perfecte recep- ties lukken;

— De receptiespeelsters beoor- delen en roepen de kwa- liteit van de set-up;

— De spelverdeelsters melden de kwaliteit van de receptie

en de kwaliteit van de aanvalsaanloop Normen:

— de versnelling in de aanloop en de hoogte waarop de bal gepakt wordt door de aanvalster

Idem, met twee passer/lopers naast elkaar.

Er wordt nog steeds rechtdoor geser- veerd. Afspraak: diegene die de bal links van zich krijgt, heeft voorrang.

Doordraaien: opslag – setup – passing posi- tie 5 – passing positie 4 en aanvalsaanloop Idem, met twee passer/lopers achter elkaar.

Achterste speelster duwt tijdens de ser- vice de voorste speelster naar links of naar rechts en neemt zelf de vrije positie in Idem, spiegelbeeld-oefening met passer/

lopers op positie 6 en positie 2 en set- ter aan het net. Nog steeds service recht- door, dus nieuwe afspraak: diegene die de bal rechts van zich krijgt heeft voorrang Idem, met beide receptiespeelsters met de rug

naar het net. Speelster op positie 2 loopt rugwaarts tot aan de driemeterlijn, speel- ster op positie 6 loop voorwaarts tot aan de achterlijn. Beide draaien zich snel om en zo perfect mogelijk passen naar de setter aan het net. Aanvalsaanloop en bal pakken

• Idem, de speelster op positie 6 heeft voor- rang. Loopt zij naar voor en tikt ze de ach- terlijn, loopt de passer op 2 rugwaarts en tikt ze de driemeterlijn. Loopt zij naar achter en tikt ze de driemeterlijn, loop de passer op 2 voorwaarts en tikt ze de ach- terlijn. Omdraaien en snel reageren.

Communicatie en normen:

— Roepen wie initiatief neemt, wie heeft voorrang links of rechts?

— Communicatie: jij of ik;

— Juiste techniek gebruiken;

— Elkaar ruimte geven: één speelster doet de actie, de andere

maakt plaats zodat niemand gehinderd wordt of er twijfel ontstaat omdat geen enkele

of beide speelsters naar dezelfde bal gaan;

— 16 op 20 perfecte passes uitvoeren;

— Progressieve opbouw: jump- float, wedstrijdservice, service

vanop een verhoogd platform.

(10)

9

Volley Techno 1—Maart 2012

Communicatie

Oefening 8

Om beurt vanop positie 1 en posi- tie 5 de bal in het centrum van het veld opgooien, voorwaarts toet- sen en nog eens voorwaarts toet- sen naar de speelster aan het net.

Vanuit positie 5 naar 2, vanuit positie 1 naar 4.

Idem, bal opwerpen, voorwaarts toetsen, indraaien (pivote- ren) en voorwaarts toetsen naar de speelster aan het net. Vanuit positie 5 naar 4 en vanuit positie 1 naar 2.

Communicatie en normen:

— Speelster aan het net geeft beoordeling op de kwaliteit van de set-up;

— Juiste voet voor: vanuit positie 5 rechtervoet voor tijdens de toets, vanuit positie 1 lin- kervoet voor tijdens de toets;

— Aanvalsdekking: stilstaan bij de speelster aan het net, voor- aleer zij de bal pakt. Eerst afvangen en dan pas stilstaan voor de dekking = te laat.

Idem, met bal opwerpen, voor-

waarts toetsen en dan zij- waarts over de schouder toet- sen naar de speelster aan het net. Vanuit positie 5 naar 4 en vanuit positie 1 naar 2.

Let op dat de juiste voet vooraan staat.

Idem, met één speelster aan het net die vanuit het mid- den van het net begint. Deze speelster verplaatst zich naar

Oefening 9

Training spelverdelers:

— Trainer speelt de bal naar het net. Spelverdeelster komt inlopen en geeft voor- waartse of rugwaartse set- up. Kwaliteit van de voeten- werk, kwaliteit van de toets (kort contact, perfect onder de bal, verbergen waarheen de set-up gaat). Aanvalsters staan aan het net, vangen de bal op en geven feedback.

Idem, spelverdeelster vertrekt aan het net en de trainer speelt de bal naar het centrum van het veld. Spelverdeelster loopt in,

voetenwerk na het indraaien, eindpunt van de set-up zijn de normen. Feedback door de aanvalsters aan het net.

Idem, de twee aanvalsters staan aan het net voor een “shoot” of een “fly” op te vangen. Trainer werpt de bal naar de spelver- deelster en roept op het laat- ste moment “shoot”, “fly” of

“pak”. De spelverdeelster van- uit een jump set-up voert het juiste commando uit. Rechter schouder naar het net bij “fly set-up” helpt de spelverdeel- ster voor een snelle impuls en de aanvalsdekking. »

positie 4 of 2 tijdens de eer- ste toets van de speelster op 5 of 1. Observeren, de juiste keuze maken en precies toet- sen naar de speelster op links- voor of rechtsvoor. Toets naar de speelster aan het net, voor- waarts of zijwaarts over de schouder. Feedback over de kwaliteit van de set-up, is de aanvalsdekking op tijd?

(11)

10

Volley Techno 1—Maart 2012 Communicatie

Oefening 10

Aanvalstraining

— Speelsters aan de drieme- terlijn slaan de bal van- uit stand met een snel con- tact (polsslag) in het net.

Idem, de bal met een spin, iets meer links of rechts in het net slaan.

Idem vanuit de zijlijn. Bal via de grond naar de partner aan de overzijde smashen. Bal hoog nemen, met snelle beweging.

Eerst zonder “follow through”

daarna met “follow throu- gh”. Hard en snel inslaan.

Speelsters starten op 6 meter van het net. Bal opwerpen, even voorwaarts “uit balans” vallen en trage eerste stap en ver- snellen tijdens de rechts-links afstoot. Aanval over het net.

Verdedigster tijdens de opgooi van de aanvalster snel de ach- terlijn tikken, terug het veld inlopen en de bal hoog verde- digen en zelf opvangen aan de driemeterlijn. Doordraaien:

de aanvalster wordt verdedigster.

Communicatie en normen:

— Aanvalsters geven verbale impul- sen aan de verdedigsters

— Verdedigsters moeten de mentaliteit tonen om de bal te willen verdedigen;

— Het is niet alleen belangrijk om de aanval te verdedigen, maar wat is het vervolg. Wat doet de verdedigster om zelf nog achter de verdedigde bal te gaan en af te vangen;

— Bij minder precieze verdedigin- gen één bots toestaan vooral- eer de bal moet gepakt worden.

Idem, de aanvalsters starten op 4 meter van het net. Er wordt nu dichter aan het net aangevallen, dus moet er nog harder verdedigd worden. Normen:

onverzettelijke mentaliteit en com- municatie: maximaal ook voor de inspanning na de verdedigingsactie.

Oefening 11

— Trainer speelt de bal over het net naar libero 1 of libero 2.

Spelverdeelster speelt afwis- selend naar linksvoor of rechtsvoor. Aanvalsters sma- shen diagonaal over het net naar de verdedigster op posi- tie 5 of positie 2. Wisselen met verdedigster nadat zij de bal verdedigt heeft.

Idem, de aanvalsters smashen alleen rechtdoor.

Communicatie en normen:

— De spelverdeelster moedigt de aanvalster aan om te scoren;

— De hele ploeg stimuleert de verdedigster bij de actie en de na-actie (zelf ach- ter de verdedigde bal aan- lopen en afvangen);

— De spelverdeelster roept na de set-up of er diago- naal of rechtdoor moet aangevallen worden;

— De aanvalster die de bal het meest opeist, krijgt de set-up (“no call, no ball”).

— Bal niet verdedigt = niet wisse-

len met de aanvalster, blijven staan en opnieuw verdedigen.

Idem, met midblokster aan het net. MB staat meer naar rechts = set-up naar links- voor, MB staat meer naar links = set-up naar rechts- voor. De blokkering tracht nog de lange afstand te over- bruggen en de bal af te blok- ken bij een diagonale aanval.

Communicatie en normen:

— De beide aanvalsters gaan alle twee voluit voor het punt;

— Wanneer de bal verdedigd is , speelt de speelster die de bal niet verdedigt heeft de bal gewoon over het net. (twee con- tacten, leren set-up overnemen). Libero verdedigt deze bal en dezelfde aan- valsters bieden zich opnieuw aan;

— Bij deze tegenaanval tracht de spelver- deelster de blokkering weg te spelen;

— Mentaliteit van het midblok om een “kill- blok” uit te voeren, ook na lange ver- plaatsing en na de tegenaanval;

— Aanvalsdekking door de libero en de spelverdeelster bij elke aanval.

Idem, met vaste libero op positie 5 en twee verdedigsters op positie 1 en positie 6.

(12)

11

Volley Techno 1—Maart 2012

Communicatie

Oefening 12

Aanval 1ste tempo

— Trainer speelt de bal over het net naar de libero.

Spelverdeelster aan het net en aanvalster op positie 3 voor een “shoot” of korte steek.

Accenten: naar de bal toesprin- gen en naar positie 5 smashen;

Twee verdedigsters op posi- tie 5 en positie 6 trach- ten de bal te verdedigen.

Idem, met set-up B+, dat is een aanval kort voor, maar over de linkerschouder van de mid- denaanvalster. De afstoot is zodanig dat de aanvalster

een beetje weg van de set- ter springt. Accenten: over de schouder naar positie 1 slaan Twee verdedigsters op posi-

tie 1 en positie 6 trach- ten de bal te verdedigen.

Idem, maar met B, dat is ook kort voor, maar over de rechter- schouder van de middenaan- valster. De aanvalster spring nu naar de setter toe. Accent:

naar de bal toespringen en naar positie 5 of 1 slaan.

Twee verdedigsters op posi- tie 1 en positie 5 trach- ten de bal te verdedigen.

Oefening 13

Bloktraining

— Speelster aan het net.

Assistblok vanuit links- voor of rechtsvoor. Vrij ste- vige “grounding”, crossver- plaatsing en blok. Accent op netoverschrijding.

Idem, met bal pakken over het net heen.

Idem, voor de middenspeel- sters: eerst shift en dan cross- verplaatsing en afstoot.

Communicatie en normen:

— Middenspeelsters stu- ren de hoekbloksters bij een tweeblok of triple blok in verband met de timing en een gecoördineerde actie: wachten en jump;

— Blok is agressief, en net zoals verdediging geba- seerd op mentaliteit. Ze willen de bal stoppen;

— Handenplaatsing is steeds meer rechtdoor (body to body) of naar binnen toe. Nooit naar buiten om “blok-out”

aanvallen te vermijden. »

Normen stellen: de speelsters moeten een aantal accenten perfect kunnen uitvoeren.

Julien Van de Vijver

(13)

12

Volley Techno 1—Maart 2012 Communicatie

Oefening 15

— Spelsituatie: 5-5 met drie aanvalsters aan het net en de spelverdeelster + de libero in het achterveld.

Trainer speelt de bal vanaf de zijkant van het veld naar team A of team B.

Eerste bal wordt scherp en strak over het net naar de tegenpartij gespeeld.

Opbouwen door beide teams tot de rally is uitgespeeld.

Communicatie en normen:

— Bij beide teams hou- den de spelverdeelster en de libero de stand van de gescoorde punten bij;

— Voortdurende communica- tie en informatie door het hele team: overname set-up,

“call” van alle aanvalsters, aanvalsdekking, commu- nicatie in blok en verdedi- ging, feedback set-up;

— Geen “unforced errors” toela-

ten, in de puntentelling afreke- nen met een punt minder in de totaalscore'

Idem, de trainer speelt de bal naar team A of team B en roept signaal:

— Één: de bal wordt, zoals daar- juist, rechtstreeks over het net gespeeld. Het spel gaat verder tot de bal op de grond valt;

— Twee: het ploeg die de bal ont- vangt mag twee balcontac- ten uitvoeren, vooraleer de bal over het net gespeeld wordt.

Bij voorkeur neemt de spel- verdeelster het eerste balcon- tact voor zich en geeft een set-up naar de aanvalster.

Tweeslag en verder doorspe- len tot spelfase is afgelopen.

vt

Oefening 14

Aanvalsdekking

— A smasht de bal onderaan in het net. De bal die uit het net springt wordt door speel- ster B afgedekt. B speelt de bal opwaarts en geeft set-up naar speelster A. Deze smasht opnieuw de bal in het net en de oefening gaat voort tot de bal op de grond valt.

Idem, speelster A slaat de bal in het net. Speelster B dekking en set-up naar A. Deze speelt de bal hoog over het net. B loopt onder het net door en smasht de bal in het net. A onder het net door en dekking + set- up naar speelster B. B speelt de bal hoog over het net. A loopt onder het net door, enz.

Idem, bij de derde aanvalsdek-

king: smash in het net, dek- king + set-up en de oefe- ning eindigt met een aanval over het net.

Communicatie en normen:

— Telkens elkaar verwittigen welke bal er gespeeld wordt en waar de partner moet lopen, voortdurende communicatie;

— Telkens de bal hoog spe- len om de partner de kans te geven om op tijd te zijn;

— Bij de eerste twee oefeningen:

wie maakt de langste reeks?

— Bij de laatste oefening:

geen drie aanvalsdekkin- gen = geen “beloning” met een smash over het net als afsluiter van de oefening.

(14)

13

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainerswereld

mannenteam van Duitsland, met als eer- ste opdracht ervoor te zorgen dat Duitsland zich kwalificeert voor Londen. Mocht dit niet lukken dan zal hij mogelijk toch actief zijn in Londen, want hij is ook coach van het Belgische beachduo Liesbeth Mouha en Katrien Gielen. Verder blijft hij na het inter- nationale seizoen mogelijk nog beperkt actief bij Maaseik. Voor hem is Duitsland een aan- trekkelijke stap, want dat staat nr. 13 op de wereldranglijst en heeft nog interessan- te ijzers in het vuur. De ploeg neemt in mei deel aan het OKT in Bulgarije en organiseert zelf in juni het allerlaatste OKT. Ondertussen speelt Duitsland in de World League.

Dominique

Baeyens is ook in beeld voor het nationale team van België. Hij heeft daarover al gesprekken gehad. Na 14 succesvolle jaren bij Roeselare heeft Baeyens het dit jaar moei- lijk als coach. De ploeg lijkt buiten alle prijzen te vallen. Baeyens gaf op Sporza (Belgische TV) toe dat dit het moeilijkste jaar uit zijn car- rière is en dat hij met het niet op gang krij- gen van zijn team dag en nacht bezig is. Hij moest dit seizoen 7 nieuwe spelers aan trek- ken en inpassen en dat is niet goed gelukt Als hij de nieuwe coach van de Belgische nationale ploeg wordt zal hij stevig aan de bak moeten. De ploeg is sinds de komst van Gewehr op de wereldranglijst geste- gen, maar is het laatste jaar blijven steken op plaats 41 De nieuwe coach zal in septem- ber 2012 bij een kwalificatietoernooi in eigen land voor plaatsing voor het EK 2013 moe- ten zorgen. Belgie moet dan spelen in een poule met Nederland, Estland en de win- naar van de tweekamp Israel-Andorra.

Overigens doet het Belgische clubvolleybal het goed.

Door de Europese successen van Roeselare en Maaseik stond België bij het begin van het seizoen 2011-2012 op de 5e plaats. Daardoor kreeg België 2 Champion League-plaatsen. Die werden afgelopen jaar ingenomen door Maaseik en Lennik (gecoacht door Marco Klok). Maaseik sneuvelde pas in de play- offs tegen het sterke Italiaanse Trentino. Bij de laatste aflevering van het Kersttoernooi in Almelo won Antwerpen in een volledig Belgische finale van

Lennik. vt

Claudio

Gewehr (Belg van Braziliaanse afkomst) volgde in 2005 Appie Krijnsen op als inte- rim-coach van de Belgische mannen en werd in oktober 2006 definitief aangesteld bij de Vlaamse Gemeenschap als lid van de pool van toptrainers, waarbij hij het Belgische nati- onale herenteam onder zijn hoede kreeg.

Daarnaast heeft hij een bijdrage geleverd aan de opbouw van de professionele aan- pak van de Vlaamse Volleybalschool. Bij zijn start kreeg hij als opdracht mee zich te plaat- sen voor de Olympische Spelen van Peking in 2008 en de top-10 te halen bij het EK 2007 in Moskou. De plaatsing voor Peking lukte niet, maar België plaatste zich wel voor het EK van 2007 en werd daar 10e. Bij het WK 2010 kon Gewehr dat niet herhalen, maar bij het EK van 2011 plaatste België zich weer en eindigde als 13e. Ondertussen nam België deel aan de Europa League in 2009 en 2011 en werd twee- maal 2e in de poule en miste net de finale- ronde.Op het pre-OKT voor plaatsing voor de Olympische Spelen in Londen, dat in novem- ber 2011 plaats vond in Tourcoing wist Belgie ondermeer Frankrijk te verslaan, maar haal- de het niet in de finale tegen Duitsland. Wat Gewehr na 31 augustus 2912 gaat doen, is op dit moment nog onduidelijk. Hij zou in de race zijn voor het trainerschap bij Maaseik.

Vital

Heynen gaf op 24 februa- ri 2012 aan officieel kandi- daat te zijn voor de opvolging van Claudio Gewehr, maar tekende op 27 februari 2012 een contract voor 3 jaar bij het nationale Elders in dit nummer van VolleyTechno komen 2 Belgische topcoaches aan het woord: Claudio Gewehr (sinds 2006 coach van het nationale mannenteam van België, die zich afvraagt of de Belgische mannen zich ooit voor de Olympische Spelen zullen kunnen plaatsen) en Dominique Baeyens (al 15 jaar succesvol coach van het clubteam Roeselare, die altijd een goed verhaal voor een clinic heeft). Samen met Vital Heynen (al 27 jaar

verbonden aan Noliko Maaseik) zijn zij al jaren de belangrijkste voortrekkers van het Belgische trainerscorps bij de mannen. Aan die langdurige contracten is nu voor alle drie binnen een kort tijdbestek een einde gekomen.

Trainerscarrousel bij

Belgisch mannentop

(15)

14

Volley Techno 1—Maart 2012 Trainingsleer

‘Geen verspilling

meer van talent’

Jan Berendsen en Jeroen Gouma zijn er van overtuigd dat de opleiding van de volleyballer veel meer gericht moet zijn op atletische vorming dan tot nu toe het geval was.

Core-stability —basis-krachtoefeningen en movement-preps— nemen hier een belangrijke plaats in. Hierbij wordt het al snel duidelijk dat Jan en Jeroen een geheel andere visie hebben op het aanleren van een aantal basistechnieken. Zij kiezen voor een toch wel wat afwijkende methode die ze al heel jong aanleren en demonstreren dit bij twee technieken: de servicepass en de blokkering. Ze koppelen steeds de theorie aan de praktijk. Geen gelikte demotraining maar ingaan op de techniek en de uitdagingen van alledag in het volleybalveld.

Inleiders

Jan Berendsen en Jeroen Gouma Verslag

Han Bulten Foto’s Richard Uffink

Aandacht hebben voor de belangrijkste details vt 2 vt 3

CLINIC

(16)

15

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainingsleer

Jeroen Gouma is fysiotherapeut en

trainer bij de Heutink Volleybal- school.

De

jaarlijkse nvvo-clinic voor vt2/3 trainers werd dit jaar in Arnhem op zondag 15 januari 2012 gehouden. Inleiders waren Jan Berendsen en Jeroen Gouma.

Berendsen en Gouma hadden een prima presentatie voorbereid en verzorgden een clinic waarbij zo veel mogelijk de theorie direct gekoppeld werd aan de praktijk, waar bij de aanwezigen zelf aan de onderdelen van Jeroen konden deelnemen. Voor de praktijk van Jan Berendsen1 was het dames- team van Langhenkel Orion aanwezig.

Het programma bestond uit 4 onderdelen:

1. Core-stability 2. Movement-preps door Jeroen Gouma;

3. Service-pass 4. Blokkering door Jan Berendsen.

Jan trapte af en vertelde dat hij zich richt op het vrouwenvolley- bal en graag zijn kennis daarover wilde delen met de aanwezigen.

Daarna werden de eerste twee onderdelen, ‘core-stability’ en

‘movement-preps’, voornamelijk door Jeroen Gouma verzorgd.

(Opmerking redactie: In Volley Techno 2, juni 2009, is een artikel van Mark Bresser gepubliceerd getiteld ‘Movement prep, waarom ook uw ploeg gebaat is bij deze fysieke (warming-up) oefeningen!’.

In dat artikel werd nader inge- gaan op de theorie achter de movement-preps.)

Belang van core-stability (=romp- stabiliteit):

• door core-stability minder kans op blessures. Door hyper- mobiliteit, instabiliteit en verkeerde bewegingspatronen kunnen er blessures ontstaan;

• core-stability geeft verbete- ring van de sportprestaties (je kunt efficiënter bewegen).

Core-stability is het stabiliseren van de romp bij zowel statische houdingen als bewegingen Stabiliteit vereist een goede samenwerking tussen:

1. Botten, banden, gewrichtkap- sels (passief);

2. Spieren (actief);

3. Zenuwstelsel (sturing).

Je traint core-stability met de movement- preps'.

Core-stability begint met het aanspannen van de diepe buik- en rugspieren. Maar dat is moeilijk meetbaar.

• Uitbreiding met andere rug-, bil- en buikspieroefenin-

• Van eenvoudige gen.

naar complexe functionele oefenin-

• Core-stability oefe-gen.

ningen uitbreiden m.b.v. ballen, thera- banden en gewich- ten. »

1. Core-stability

JeroeN Gouma

(17)

16

Volley Techno 1—Maart 2012 Trainingsleer Core-stability praktijktest:

1. Op een bank zitten; rechtop;

knieën 90 graden; buikspieren aanspannen; 1 been optillen 2. Achter een bank staan; voet op

de bank zetten; lukt het om je heupen recht te houden?

Deze twee oefeningen om te testen of iemand genoeg stabili- teit in zijn romp heeft.

Blijf kijken of de heupen op gelijke hoogte blijven (waar de duimen in plaatje twee gehouden wor- den).

1.01 Op de rug lig- gen; benen opgetrok- ken tot ongeveer knie- en hoek van 90 graden maken; handen op je buik; Onderrug volledig op de grond (controle:

je hand zou niet tussen

de rug en de vloer mogen passen).

Hoofd en schouderbladen optil- len; kin naar het plafond.

1.02 Zwaarder:

handen bij de oren; nog zwaarder is handen naar achteren steken.

1.03 Nog zwaarder:

benen van de grond Let op: kin naar pla- fond; druk onderrug op de grond; adem uit als je omhoog komt; 1-2 tel- len vasthouden.

1.04 Op de buik lig- gen; ontspannen; bil- spieren aanspannen;

handen onder kin;

opkomen met

bovenlichaam

Zwaarder: na het opko-

men naar links en rechts draaien.

1.05 Op de buik;

gestrekte armen; lin- kerarm en rechterbeen optillen en andersom.

1.06 Kruiphouding;

handen- knieënstand (ellebogen heel licht gebogen; niet over- strekken); heupen net geen rechte hoek; iets achter bekken).

Arm optillen en heupen recht houden.

Core-stability oefeningen

Opbouw van makkelijk naar moeilijk:

verandering van ondergrond van stabiel (zaal) naar minder stabiel (matje) naar instabiel (bal/oefentol).

Vrouwen- en

mannenvolleybal is totaal verschillend.

Er moeten aparte opleidingen voor zijn.

Jan Berendsen

(18)

17

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainingsleer

1.12 Schuine buikspieren;

Ruglig; knieën gebo- gen; opkomen, schou- derbladen van de grond en dan naar links- en naar rechts-draaien;

handen zijn op middenrif.

1.13 Ruglig met benen gebogen en naar een kant gekanteld;

schouders op de grond;

dan optillen; schouder- bladen van de grond .

1.14 Ruglig; benen gestrekt omhoog (90 graden in de heup) langzaam naar links kantelen; terug en naar rechts. Rug op de grond houden. Lichtere vari- ant is met gebogen knieën.

1.15 Opdrukken Op de grond liggen;

armen vrij breed; rug, buik, billen aanspan- nen en dan opdrukken als een plank. » 1.07 Been optillen

en heupen recht hou- den (op letten dat de heup recht blijft en de voet recht naar bene- den wijst).

1.08 Gelijktijdig linker arm en rechter been uitstrekken (kruislings); (langzaam uitvoeren; met een hoge snelheid kan het lichaam stabiel ogen terwijl er veelal com- pensatiegedrag optreedt).

1.09 Linker elle- boog naar je rechter knie; weer uitstrekken.

Rug stabiel houden (recht).

1.10 Plankje; op ellebogen en tenen rus- ten; Knieën op de grond als de oefening te zwaar is; zwaarder door been te heffen; let op bekken recht houden!!

1-2 tellen vasthouden.

Idem: arm heffen; been heffen

Idem: arm en been hef- fen (kruislings rechter arm, linker been).

1.11 Superman;

Buiklig; gelijktijdig armen (gestrekt) heffen en benen heffen.

(19)

18

Volley Techno 1—Maart 2012 Trainingsleer 2.03 Scorpion

Buiklig; armen gestrekt naast je; hoek van 90 graden met lichaam.

Ga met je rechtervoet naar je linkerhand en andersom. Schouders blijven op de grond.

2.04 Inch Worm Handen en voeten aan de grond. Met de han- den zo ver mogelijk naar voren lopen. Dan met de voeten naar voren lopen. Benen blij- ven gestrekt.

2.01 Hip Crossover.

Ruglig; knieën en heu- pen 90 graden; voeten tegen elkaar; (niet gekruist); langzaam naar links en rechts kantelen. Rug vlak op de grond!! Knieën blij- ven tegen elkaar, schouders houden con- tact met de grond.

2.02 Calf stretch.

Op handen voeten staan; billen omhoog.

Je rechtervoet zet je met de tenen op de hak van de linkervoet (zo train je meteen stabili- teit). Je komt omhoog door op de tenen te gaan staan en laat je weer zakken, zodat je rek voelt in de kuiten.

Armen en rug moeten stabiel zijn. Er blijft één lijn tussen de handen – heup. Schouder blijft op de zelfde plaats.

2. Movement Preps

Spanning 1-2 seconden;

5-10 herhalingen.

JeroeN Gouma

Wij vragen ons elke dag af waarom we eigenlijk doen wat we doen.

Jan Berendsen

(20)

19

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainingsleer

2.08 Backward Lunge with Twist Op een lijn staan. Met een lunge rechterbeen naar achteren stappen.

Rechterarm omhoog.

(dezelfde arm als waar je mee naar achteren bent gestapt)

Linkerarm gaat naar hiel (dus rotatie van bovenlichaam) Je draait naar je moeilijke kant. » 2.07 Forward Lunge/Forearm-to-Instep Bestaat uit drie delen:

• Links naar voren; lunge (rech- terknie naar de grond bewegen 90 graden (los van de grond); lin- ker arm

aan de bin- nenzijde van de lin- kervoet op grond (rechter- hand mag gebruikt worden om te steunen).

• Strekken van de be- nen; links de tenen optrekken.

Rechtop staan;

handen naast de voorste voet.

• Rechts inzakken;

Lunge;

(knie los van de grond) en terugstap- pen 2.05 Inverted

Hamstring

Een been staan; armen gespreid; duimen om- hoog. Langzaam voor- over kantelen waarbij de duimen omhoog blijven wijzen. Rug blijft recht (daarom ook die duim naar boven laten wijzen). Heupen op gelijke hoogte houden.

Ook in balans terug.

Bij een tekort aan stabi- liteit zie je vaak een heup omlaag zakken of de voet weg draaien.

2.06 Lateral Lunge (uitstappen met een hoge knie).

Op een lijn gaan staan is het gemakkelijkst.

Rechtop. Rechterbeen hoog optrekken en zij- waarts (op de lijn) uit- stappen. Billen naar achteren; knieën blij- ven achter de tenen.

Armen in een soort pass-houding voor sta- biliteit. Linkervoet blijft volledig op de grond en je zakt door je rechter- been naar benden.

Heup (bil), knie en tenen blijven in een lijn. Terug en naar andere kant. (trek met je linkerbeen, als je rechts uitgestapt bent, je weer rechtop).

(21)

20

Volley Techno 1—Maart 2012 Trainingsleer 2.09 Drop Lunge

Staan voeten naast elkaar op een lijn Je linkervoet achter de rechter langs; tenen wijzen weer naar voren Heupen terug draaien, zodat ze weer recht boven de lijn staan.

Inzakken door voorste been, waar-

bij achter- ste been gestrekt blijft.

Je kunt maar een heel kleine beweging maken.

2.10 Sumo Squat Handen pakken onder- kant van de voeten;

(binnenkant); hakken blijven op de grond;

ellebogen blijven gestrekt; rug recht hou- den; billen naar de vloer en je strekt je benen weer (zo ver mogelijk)

Meisjes/vrouwen zul- len bij deze oefening meer problemen ondervinden. Dit komt door verschil in lengte van de kuitspieren.

Na

de middagpauze ging Jan verder met het onderdeel service-pass.

Jan benadrukt nogmaals dat hij kennis wil overbrengen. Zijn ideeën over service-pass en blok delen met de aanwezigen. Dat is wat hij vandaag wil.

Het interesseert hem niet of je het er mee eens bent. ‘Ben geen profeet. Het is mijn aan- pak. Je mag vragen stellen, maar

niet eindigen met “ja maar…”’. Ja maar, betekent heel iets anders.

Als je er anders over denkt, prima, maar dat houd maar voor je.”

Hij laat een sheet zien waarop te lezen valt:

“Op de NeVoBo site staat bij CMV Niveau 3 – onderhands – pass: Als de bal over het net komt, moet je goed naar de bal kijken. Je zorgt

ervoor dat je knieën ligt gebogen zijn en dat je lichaam ook naar voren gebogen is. Je armen heb je voor je. Als de bal dichtbij komt buig je je knieën. Je laat de bal op je armen komen waar- van je een plankje hebt gemaakt. Zodra de bal je armen raakt, strek je je benen waardoor de bal omhoog gaat. Je zwaait dus niet met je armen vanuit je schouders. Daarna ga je weer klaarstaan voor de volgende bal.”

Jan vindt dit helemaal niets. Alleen al omdat er in staat wat je niet moet doen. “Vertel me alsjeblieft wat je wel moet doen.” Hij gaat

voor onderstaande uit van een staande floa- ter. “Allereerst: servicepass vraagt een analy- se van de service.”

In de onderste situatie zou je er aan kunnen gaan werken om steeds harder te gaan slaan.

In de eerste figuur niet, omdat je dan de bal uitslaat.

3. Servicepass

JaN BereNdseN

Berendsen is

fysiotherapeut en hoofd- trainer van het A-League team van Pollux Oldenzaal

en grondlegger van de Heutink Volleybalschool.

(22)

21

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainingsleer

Opmerking: Als een speel- ster bij het uitvoeren van de oefeningen geen “Ik”roept, moet het hele team 5 keer opdrukken.

Servicepass praktijk:

3.01 Speelster zit op een lage bank.

Linkervoet op de stalen balk aan de onderkant van de bank.

Andere speelster gooit bal aan om onderarms te passen. Speelster op bank moet “Ik” roepen.

Let op: rechterbeen licht voor.

Brede stand. Voetenstand in com- binatie met enkel-knie en heup- hoek zorgt voor stabiliteit.

3.02 Armen maken hoek van ongeveer 90 graden met bovenli- chaam. Armen zijn gestrekt. (Jan duwt bovenarmen naar elkaar toe en je ziet dat speelsters verder kan komen. “Schouders opgetrokken”).

Wijsvingers wijzen richting tenen. Gevolg

hiervan èn van echt strekken:

meer spanning op de onderar- men (er moet maximale span- ning op de armen komen; je zou bij wijze van spreken de speelster er aan kunnen optillen). Je armen vormen een platvorm. Platvorm met een V in dit geval. Zo staan op moment van raken van de bal.

Daarvoor en daarna armen los.

Op moment van spelen ben je een rots. Niets meegeven.

3.03 Je maakt hoe- ken met je schouders.

Je laat een schouder zakken. (niet: til een schouder op). Ogen op de bal. Platform rich- ting doel. Met linker- been voor kan ook. Is

afhankelijk van de situatie.

Speelster op positie 1 bij een serve die rechtdoor komt, zal voorkeur hebben voor linkervoet voor. » Bij een staande floater is de balsnelheid

gemiddeld 57 km/u. Hoogste snelheid is rond de 70 km/u. Reactietijd is in een gunstige situatie 0,6 seconden. De bal is in ongeveer 1,2 seconden bij je. Je houdt dus ongeveer 0,6 seconden over om je te verplaatsen vanuit een staande start.

Hoeveel meter verplaats je in die tijd?

(Nb.: Sprongspin bij vrouwen is bij je in 0,8 – 0,9 seconden)

Meiden van 14 jaar kunnen met de juiste techniek dit serverend al bereiken. Dus…

moeten meiden van 14 dit ook kunnen passen.

Reden voor Jan om zijn teams, ook de C-jeugd, te laten spelen met drie speelsters in de pass, want hij wil zijn speelsters leren verplaatsen.

Jan zet tegenover elkaar af:

Halverwege het veld staan vs verder naar achteren in het veld staan:

Halverwege:

• Ik dwing de bal in een positie dat hij mij moet passeren;

• Ik geef mijn lichaam informatie achter- waarts te verplaatsen;

• Verbeterde reactietijd.

Verder naar achteren in het veld:

• Ik ben het initiatief kwijt;

• Misschien voorwaarts; misschien achter- waarts;

• Veel keuzes: meer reactietijd nodig.

Jan: ‘‘Actiontypes zegt: de een beweegt gemak- kelijk naar voren en een ander naar achteren, maar als ik een pass-lijn heb waarvan er twee gemakkelijker naar voren en één gemakkelij- ker naar achteren beweegt, heb ik wel een probleem”.

Nederland heeft bij de

opleiding van passer lopers de trein gemist en moet een

inhaalslag maken.

Jan Berendsen

(23)

22

Volley Techno 1—Maart 2012 Trainingsleer Aandachtspunten voor het blok

• Informatieverwerking:

Soms kun je door zeer gericht te serveren al een bepaalde aanval wellicht uitschakelen. Bij een korte serve op positie 1-2, zou het moge- lijk kunnen zijn dat de omloopbal niet meer gespeeld kan worden.

Als midblokkeerder kun je je dan richten op de andere posities.

• Op het moment van passen controleer je aanvaller. Kijk dan of je informatie kunt halen uit de spelverdeler.

Bal weg bij spelverdeler, kijk dan naar de aanvaller.

• Uitgangshouding midspeler:

Start – bovenarmlengte vanaf het net (hele armlengte vanaf de antenne als buitenblok- keerder) .

Bovenarm parallel met de vloer.

Vingers gespreid.

Als midspeler meter links van het midden of in het midden beginnen.

Ogen open.

• Springen, dan handelen:

Hele voet gebruiken; veel vrouwen gebruiken alleen de voorvoet om te springen.

Steek zo snel mogelijk je handen over het net.

Stuur de bal naar pos. 6.

• Timing:

Jan vertelde het verhaal van de bus.

Wanneer komt de bus (= bal) voorbij? Stond je een poos te wachten, was je te laat of kon je zo instappen?

Haal informatie bij je aanvaller.

Was je te vroeg? Te laat? Als de elleboog naar achteren is en je springt dan: ben je dan te vroeg? op tijd? te laat? Zoek naar een referen- tiepunt.

Speelster moet “Nu” roepen als ze besluit om te springen.

4. Blokkering

JaN BereNdseN Jan streeft er naar om bewegin-

gen terug te brengen tot zo wei- nig mogelijk onderdelen. Dan kan er ook minder mis gaan. Hij ver- duidelijkt dit met de serve. Veel stappen maken voor het raken van de bal wijst veelal op niet goed kunnen opgooien. Gooi je goed op; dan kun je je slagarm al vooraf in de goede positie houden en zijn er minder kans op fouten.

Jan: “Compensatiegedrag niet toestaan.”

Passen is kaatsen bij een staande floater en de balbaan inschatten is de basis.

Een goede serve gaat lager over het net dan de uiteinden van de antenne (2.24 meter en ongeveer 3 meter).

De rol van de libero

De libero stuurt de andere pas- sers. Zij gaat alle ballen pakken behalve waar ze niet bij kan. Ze neemt zo veel mogelijk de taak van de anderen over.

Tot slot ging Jan op een verhoging staan en serveerde vanaf die plek met een zijwaartse beweging van zijn arm. “Dit houd je langer vol en is minder belastend voor de trainer” en de bal komt vanaf dezelfde hoogte als een staand of gesprongen bal. Afhankelijk van de hoogte van de verhoging.

Jan Berendsen

Vraag van je speelsters nooit

zaken die ze niet kunnen, omdat

het gewoon onmogelijk is.

(24)

23

Volley Techno 1—Maart 2012

Trainingsleer

Leer vanaf jeugd meteen de juiste techniek aan. Al halen ze de

afstand nog niet.

Beter de juiste techniek aanleren.

Daar kan de jeugd later verder mee.

vt

Blokoefeningen.

4.01 Liggen op de mat; knieën gebogen;

armen in blokhouding;

buikspieren aanspannen.

Voeten van de grond;

spanning opbouwen;

buikspieren aanspan- nen; tenen optrekken.

4.02 Staan; armen gebogen naast je lichaam; ellebogen hoek van 90 graden.

Buikspieren aanspan- nen. Aan beide kanten andere speelster die je aan de onderarmen optillen.

4.03 Laat ballen in het blok slaan door speelsters (of zelf) die op banken of een blok staan.

4.04 Onder het net door schoppen door buikspieren aan te spannen (tenen optrek- ken).

4.05 Verplaatsen van de mid naar buiten:

Als je als mid naar posi- tie 2 gaat, begin je met je linkervoet die kruist voorlangs. Je hebt met- een meer actie; je kunt meteen door; (na 4 x zelfde kunstje en dan met rechts). Voordeel

als je met twee naast elkaar begint, heb je geen last van elkaar.

Jan Berendsen

(25)

24

Volley Techno 1—Maart 2012 Analyse

Inleiding Dominique Baeyens

Verslag Walter Vereeck

Met dank aan Wim Ogiers, assistent-trainer

Volley De Haan (België).

Scouting en analyse maken steeds meer deel uit van het moderne topvolleybal. De daar- aan gekoppelde discussie over het coachen vanuit de cijfers of coachen vanuit het buikgevoel, (de waarheid ligt volgens

Baeyens ergens in het midden) is al voldoende voor een afzon- derlijke clinic. Feit is dat de mens, ondanks alle cijfergege- vens, beslissend blijft.

Zijn cijfers en letters

bepalend?

De Belgische top- volleybalclub Knack Randstad Roeselare organiseerde in maart 2011 een clinic voor trainers.

Hoofdcoach Dominique Baeyens was de inleider.

Volleybal op een A4tje:

(26)

25

Volley Techno 1—Maart 2012

Analyse

B AnAlyse vAn de individuele opponent 1. Analyse van de individuele

receptiespelers (vb. 7. Bartosz Kurek) Indien er duidelijk een jump float kort geslagen wordt, gaat Kurek uit receptie.

Het antwoord van Baeyens hier- op is een gecamoufleerde jump float, de spin float. Deze opslag valt ook kort, maar is niet als floatservice herkenbaar. De gevi- seerde receptiespeler blijft staan en komt zo in de problemen.

2. Analyse van de individuele setter

Welke keuzes worden gemaakt na 20? Durft de spelverdeler te herhalen, ook na een niet sco- rende actie? Wat gebeurt er na een freeball? Hoe en wanneer wordt de opposite aangespeeld?

Speelt de setter soms (veel of spo- radisch) tweedehandse (doortik) ballen? Wat gebeurt er wanneer het receptietarget verschuift?

3. Analyse van de individuele aanvallers

Wat zijn de specifieke slagrichtin- gen per aanvaller? Gebruikt een aanvaller (veel) het blok? Baeyens haalt hier het voorbeeld aan van Kristof Hoho (een speler van het eigen team). Hoho slaat geregeld via de handen van het blok naar de achterlijn. Baeyens zou dan de speler op positie 6 verder naar achter laten verdedigen.

C. Team en individuele analyse van het eigen team

De analyse van het eigen team gebeurt op dezelfde manier als die van de tegenstander. Baeyens vindt dit belangrijk, omdat zo de sterktes en zwaktes van het eigen team ontdekt kunnen worden, net zoals dit zou gebeuren wan- neer een tegenstander het team zou scouten. »

Complex 1

Receptie-setup-a anval A AnAlyse vAn de opponent

(teAm )

1. Analyse van de side out Wat zijn de sterke en zwakke punten van de receptielijnen van de tegenstander?

Wie neemt de receptie (passing), hoe is de receptie georganiseerd, wie heeft de verantwoordelijk- heid in de organisatie (bijv. bij een shift L of R) .

2. Analyse van de setter Hoe worden de set-ups gespreid?

Is er een verschil in die spreiding na een perfecte (++) receptie t.o.v.

een goede (+) receptie?

Zelf hecht Baeyens veel belang aan het feit of een setter veel met de opposite (diagonaal) speelt na een ++ receptie of niet.

3. Analyse van de aanval Wie wordt het meest aange- speeld? Wanneer gebeurt dit?

Wat zijn de overheersende slagrichtingen?

Baeyens vindt het zeer belangrijk om te weten wie er aangespeeld wordt na 20 punten (money time).

tijdens het bekijken van de gege- vens moet men zich wel steeds afvragen of een bepaald patroon toevallig is of niet. Het combine- ren van cijfers en beeldmateriaal uit verschillende wedstrijden, is noodzakelijk om hierop een ant- woord te geven.

De middelen om een scouting en een analyse uit te voeren zijn tijdens het laat- ste decennium enorm geëvolueerd.

Waar, nog niet zo heel lang geleden, alles nog manueel gebeurde, (zelf filmen, monteren, turven…) heeft het gebruik van de com- puter het hele scou- tingproces een stuk sneller gemaakt met het gebruik van Data volley, Data video en video sharing.

Tijdens de analyse van een wed- strijd worden de spelonderdelen bekeken van Complex 1 en 2.

(Baeyens gebruikt tijdens de cli- nic hiervoor als voorbeeld de gegevens van de in februari 2011 gespeelde Champions League wed- strijd tegen het Poolse Belchatow).

(27)

26

Volley Techno 1—Maart 2012 Analyse

Scouting en training

Volgens Baeyens is er ook hier- over genoeg te bespreken om een afzonderlijke clinic over te organiseren.

Een aantal voorbeelden onder- steunen dit.

1. trAining op BAsis vAn scoutinggegevens en AnAlyses

Na analyse van side out en blok/

verdediging:

• We trainen side out. Wat is mijn beste rotatie, wat de slecht- ste? Moet ik dan niet meer aan- dacht hebben voor de zwakste rotatie of train ik alle rotaties even veel?

Een voorbeeld uit de realiteit:

• Uit de scouting blijkt dat de tegenstanders veel over Frank Depestele spelen, wanneer hij voorspeler is. Een mogelijke oplossing die op training wordt ingeoefend is: bescherm je setter.

D.w.z. dat de middenblokker op dat ogenblik altijd in de zone van de setter blijft en altijd mee assist geeft bij het blok.

Na analyse van de 1ste tempo aanvallen:

• Hieruit bleek dat op een bepaald ogenblik in de com- petitie alleen nog shoot werd gespeeld. Als oplossing hiervoor wordt er een aantal afzonderlijke trainingen ingelast voor de set- ters en de middenspelers, met het accent op kort voor en kort achter.

vooraf weten. Zo kunnen zij zich hierop instellen (mogelijk langere rally’s).

4. Eigen team

Van het eigen team bekijkt Baeyens ook alle aspecten (ser- vice, blok, defense, etc.) om zo te komen tot een opstelling (wie speelt waar?).

Baeyens geeft als tip mee: durf te variëren in beginrotatie. Zo maak je het de tegenstander tactisch moeilijk, en verplicht je hem tot aanpassingen tijdens het spel.

3. Spelersrapport

Van het eigen team wordt per speler een individueel spelers- rapport opgemaakt. De normen hiervoor worden vooraf door de coach bepaald. (bijv. bij service moet een minimum aantal van 25 % positief : ace of – receptie bij de tegenstander gehaald worden per wedstrijd).

Het is een individueel rapport, dus de normen worden vastge- legd in functie van de kwaliteiten van de speler.

Het rapport wordt na elke wed- strijd aan de spelers in groep besproken.

Alle individuele rapporten wor- den wekelijks gebundeld en dit kan leiden tot een bijsturing op technisch vlak, indien dit nodig blijkt.

Complex 2

opslag-BloK-veRDeDiging De analyse van complex 2 ver- loopt grotendeels gelijk aan die van complex 1:

• Analyse van de opponent (team)

• Analyse van de opponent individueel

• Analyse van het eigen team

• Analyse van het eigen team individueel

Baeyens haalt er enkele onderdelen uit als voorbeeld.

1. Service van de opponent Wat doen wij bij een overscha- keling van een power jump naar een jump float opslag van de tegenstander? Voor de wedstrijd krijgen de eigen spelers een lijst met van alle tegenstanders de volgende gegevens:

Nummer, naam, soort opslag (eventueel 2de mogelijkheid), opslagrichting en het aantal eigen receptiespelers bij deze opslag.

2. Blok van de opponent De blokopstelling van de tegen- standers wordt voor een wed- strijd (meestal) alleen met de 2 setters besproken.

Wat doen de middenblokkers van de tegenstanders bij een ++ of een + receptie?

Af en toe is deze informatie ook nuttig voor de eigen aanvallers en worden ook zij hiervan op de hoogte gebracht.

3. Defense van de opponent Voorbeeld: past de tegenstan- der zich aan in de verdediging als antwoord op de tweede- handse aanvalsballen van Frank Depestele (was in februari 2011 de eigen setter van Roeselare)?

Indien je tegenstander sterk is in verdediging moeten je spelers dit

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

heeft ingediend tegen zijn ontslag zonder opzegging om dringende redenen, genomen op 25 mei 2012 en hem betekend met ter post aangetekende brieven van 25 en 29 mei 2012,

- Vergunning aan de gemeente Uithoorn voor het plaatsen van 20 reclamebor- den om kenbaarheid te geven aan de vuurwerkcampagne van 20 december 2012 t/m 2 januari 2013. Bezwaar t/m

voor een programmabegroting van de bestuursdienst per stuk € 8,05 voor een toelichting op de begroting van de bestuursdienst per stuk € 92,15 voor de bijlagen bij de begroting

Wij zijn ervan overtuigd dat in de visie de doelstellingen vanuit land- schap, cultuurhistorie en recreatie worden bediend en dat voor de ge- bruikers van het gebied een duurza-

succes zit in samenwerking De gemeente doet deze week extra haar best om Uithoorn en De Kwa- kel schoon te maken.. Er rijden ex- tra veegmachines, de bermen van de N201

- Wilhelminakade 3 en 5, vergunning aan Stichting Werkgroep Horeca Uithoorn voor het innemen van een incidentele standplaats voor de verkoop van Koek en Zopie op het terras van

U kunt van de bijzondere bijstand voor maatschappelijke participatie gebruik maken als u een uitkering van de gemeente ontvangt of niet meer dan 110% van de bijstandsnorm

BESLISTERMIJN AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VERDAGEN Burgemeester en wethouders van de gemeente Uithoorn maken gebruik van hun bevoegdheid om op grond van artikel 3.9, lid 2 van de